Nederlands HVX 4-havo periode 1

Nederlands HVX 4-havo periode 1

Nederlands Periode 1 4-havo

Introductie

Welkom in je pre-examenjaar! Voor Nederlands ga je in 4-havo in de komende periode werken aan verschillende vaardigheden. Tot de herfstvakantie werken we vooral aan spreken
(speeches analyseren, pitches) en kijken/luisteren en taalbeschouwing
. Ook start je met het lezen van een boek voor je leeslijst. In jaar 5 krijg je een mondeling over in totaal 8 gelezen boeken.

In periode 1 heb je nog geen SE voor Nederlands. Wel lever je een mindmap in bij je eerste gelezen boek voor je leeslijst. 

We werken met de digitale methode Blink, die je via de ELO (Magister) vindt. In de BloX maken we daarmee een gezamenlijke start.

Daarnaast oefen je soms in LessonUp, tijdens een bloX. Deze lessen kun je altijd later nog terugkijken.

Doe actief mee met de  bloX, dan ben je zeker goed voorbereid op de toetsen die komen gaan.

  • Het is aan te raden veel verschillende teksten te lezen, dat is handig als voorbereiding op je schoolexamens.
  • Theorie/Herhaling: In Blink vind je alle theorie.
  • Het lezen doen we vaak samen, in een soort 'leesclub'. Havo-kandidaten lezen in totaal 8 boeken. Overleg ALTIJD met je vakcoach welk boek je gaat lezen. Geschikte boeken vind je onder meer op Litlab en  Lezen voor je lijst

 

Als je het weekschema volgt en actief meedoet, ben je goed voorbereid om deze periode goed af te sluiten.

 

 

Routeplanner

 

Deze routeplanner laat zien wat je per week moet leren en maken, om goed op schema te blijven.

 

In de onderstaande tabel zie je welke opdrachten je per week moet maken om je goed te kunnen voorbereiden. In de BloX krijg je uitleg, kun je vragen stellen en maak je een opdracht!

 

Je maakt een "tegel" aan in Egodact met de titel 'Nederlands periode 1' en vult die aan gedurende deze periode. De opdrachten die je in Blink maakt, hoef je daar meestal niet in te zetten, maar er zijn uitzonderingen. Je ziet dat in je routeplanner.

Jouw gemaakte losse opdrachten en boekopdrachten laat je zien op Seesaw en je zet een link hiervan in Egodact.

 

Week Data Te doen/te leren: Hoe laat je jouw leren zien in Seesaw en een link naar Egodact?
     

 

1 23-27 augustus

Inloggen in Blink doe je via ELO (Magister, Leermiddelen):
kies daar voor klas HVX 4-havo. Ik kan dan het materiaal voor je klaarzetten.

Leesboek kiezen via lezenvoordelijst.nl of de mediatheek van school.

Een eigen boek mag ook! Laat altijd je boek goedkeuren door de vakcoach.

Maak een tegel aan in Egodact:

Nederlands periode 1

Maak een tegel aan: Nederlands Leesdossier SE

Screenshot gekozen leesboek + titel en schrijver in het logboek in Egodact.

 

2 30 augustus-3 september

Blink: Dromen, durven doen Les 1. Kort maar krachtig

(spreken/schrijven & kijken/luisteren)

kernwaarden, jezelf presenteren

- Lezen uit je leesboek en/of

boekfragment met opdracht

- introductie Litlab

 

 

Houd je logboek van Leesdossier SE bij: wat heb je gelezen? Wat wil je onthouden? Waar heb je vragen over?

 

3 6-10 september

 

Blink: Dromen, durven doen Les 2. Boeien.

(spreken/schrijven & kijken/luisteren)

stijlmiddelen, speech analyseren

- Lezen uit je leesboek en/of boekfragment met opdracht / Litlab

Zet in je logboek wat je hebt gedaan in Blink: noteer ook belangrijke begrippen, zoals de stijlmiddelen met betekenis!

Houd je logboek van Leesdossier SE bij.

 

4 13-17 september

Blink: Dromen, durven doen Les 3. speeches analyseren, pitchen, feedback geven en verwerken

(opdracht 15 en 16 tijdens bloX)

- Lezen uit je leesboek en/of boekfragment bespreken tijdens bloX!

 

Zet je pitch (opdracht 15/16) van 2 minuten in Seesaw en Egodact.

Zet je antwoorden/notities bij het gelezen boekfragment in Seesaw en Egodact!

5 20-24 september

Lezen uit je leesboek en/of boekfragment met opdracht

- Litlab: samen lezen in je groepje,

tijdens de bloX

Zet je verbeterde pitch (opdracht 17) van 2 minuten in Seesaw en Egodact.

 

Maak een document aan met Woordenschat (identiteit, vak Nederlands en overig) en leer de betekenis.

Houd je logboek van Leesdossier SE bij.

 

 
6 27  sept-1 oktober

Blink: Tegenpolen? Mannentalen en vrouwenpraat (taalbeschouwing)

Introductie + Les 1 Communicatie

 

- Lezen uit je leesboek en/of boekfragment bespreken tijdens bloX!

Leg een mini-dossier aan, met aantekeningen van de verschillende onderdelen (Egodact). Opdracht 1 en 2.
7 4-7 oktober

Blink: Tegenpolen? Mannentalen en vrouwenpraat

Les 2: Taalgebruik

LET OP: SE-WEEK 6-13 oktober

Vul je mini-dossier aan met opdracht 4, 5, 6.

 

In periode 1 heb je nog geen SE voor Nederlands. Boekopdracht bij boek 1 af!

Zet uiterlijk deze week boekopdracht MINDMAP in Seesaw/Egodact.

8 11-15 oktober

EXPOWEEK / SE-WEEK

 

Boekopdracht Mindmap

Boekopdracht Mindmap

Dit jaar lees je minimaal elke periode een boek. Overleg altijd of dit boek geschikt is! Om te onthouden wat je hebt gelezen, maak je een mindmap bij je gelezen boek. Hiervoor hoeft je boek nog niet helemaal uit te zijn. De mindmap mag je digitaal maken of op papier.

Hoe je dit doet, vind je in het bijgevoegde document. Je vindt daar ook voorbeeldvragen die kunnen terugkomen in het mondeling over je boeken in periode 3 in jaar 5. Doe er je voordeel mee!

Open bestand MINDMAP Boeken

Reisblog

Theorie leesvaardigheid

De begrippen die aan bod komen bij het lezen van teksten dit jaar, worden hieronder nog eens uitgelegd. In Blink vind je veel begrippen terug via de Toolbox. Dus weet je even niet wat signaalwoorden zijn? Kijk dan zeker in de Toolbox!

 

Geheugen opfrissen:

 

Hoofdzaken en hoofdgedachte van de tekst
kernzinnen van alinea's

verschil hoofdzaken en bijzaken

herkennen van hoofdzaken

tekstdoel en publiek

Verbanden en signaalwoorden (1):

Je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen.

Signaalwoorden

In teksten vind je signaalwoorden, die ervoor zorgen dat je de tekst sneller begrijpt. 

Verbanden en signaalwoorden (2):

tijdsvolgorde (chronologisch), oorzaak-gevolg en voorwaarde.

Signaalwoorden die een verband in de tijd aangeven, zijn onder meer:

Eerst, nadat, vervolgens, daarna, etc.

Signaalwoorden die oorzaak-gevolg aangeven (oorzakelijk verband), zijn bijvoorbeeld:

daardoor, doordat, hierdoor, waardoor, zodat, etc.

Voorbeeld:

De afgelopen maand heb ik te weinig aandacht besteed aan Nederlands. ( = oorzaak)

Hierdoor ben ik de signaalwoorden en hun verbanden een beetje vergeten. ( = gevolg)

Signaalwoorden die een voorwaarde aangeven (voorwaardelijk verband), zijn bijvoorbeeld:

op voorwaarde dat, mits, als, indien, tenzij.

Voorbeeld:

Als je nu goed meedoet, kun je zeker een voldoende halen voor het SE.

Hieronder vind je nog eens dit handige filmpje. Heb je al aantekeningen gemaakt? Waarover heb jij nog vragen?

Functies van alinea's

Functies van alinea's

Hieronder vind je een opdracht bij de tekst 'Goed slapen kun je leren'.
Je maakt de opdracht en zet een screenshot van jouw antwoorden in Seesaw en Egodact.

Deze tekst kun je op papier krijgen bij je vakcoach. Je vindt de tekst ook in bijgevoegd document. In dit document vind je ook uitleg over functies van alinea's.

Dit soort begrippen en vragen kun je ook verwachten bij de leestoetsen die je dit jaar krijgt.

 

Psst.... Nog leestips nodig? Zie: Leestips en leuke boeken voor je mondeling!

 

 

Open bestand Functies van alinea's en tekst 'Goed slapen kun je leren'

Mening, argument en conclusie

Mening, argument en conclusie:

signaalwoorden, mening (standpunt), argument (reden), conclusie

 

Je kunt signaalwoorden herkennen en noemen. 

Je weet wat feiten en meningen zijn . 

Je weet wat argumenten (redenen) zijn en wat een conclusie is. 

Signaalwoorden

Een signaalwoord geeft aan met welk verband je in een tekst (een alinea, of tussen alinea's) te maken hebt. 

Feit

Een feit is een uitspraak die controleerbaar is. Het is waar of niet waar. Bijvoorbeeld: 

'De helft van veertienjarigen krijgt vijftig euro kleedgeld per maand'. Je kunt dit controleren, bijvoorbeeld bij het NIBUD of een andere instantie.

Mening

Een mening is een standpunt, je kunt het er mee eens of oneens zijn. Bijvoorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen.' 

Argument

Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt. Feitelijke argumenten zijn sterker dan argumenten die niet controleerbaar zijn. Voorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren ze goed met geld omgaan (argument). 

Conclusie

In een conclusie vat je kort de belangrijkste mening en argumenten samen. Je doet dit door signaalwoorden als 'dus, concluderen, kortom, dat betekent...' te gebruiken. 

Voorbeeld: 'Het is dus goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren ze goed met geld omgaan.'

(Bron: Gids Nederlands, LessonUp)
 

Kijk ook het volgende filmpje en noteer de belangrijkste begrippen met een voorbeeld. 

  • Het arrangement Nederlands HVX 4-havo periode 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-08-25 11:11:02
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    planning periode 1 + SE 1 en theorie leesvaardigheid
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2021).

    Nederlands HVX 4-kader/mavo periode 1

    https://maken.wikiwijs.nl/179073/Nederlands_HVX_4_kader_mavo_periode_1