Juliana, een Calvijnschool

2H05 §5 Vergelijkingen oplossen

2H05 §5 Vergelijkingen oplossen

Vergelijkingen oplossen

Balansmethode

Uitleg balansmethode (herhaling).............................................................................................

Een vergelijking is een formule waarbij het antwoord al is ingevuld.

Voorbeeld:

31 = 11 + 2x

3a + 6 = -2a +26

\( \sqrt{2a + 6} \) = 10

-3x2 + 100 = 25

In de voorbeelden hierboven is er telkens één onbekende variabele. Het is de bedoeling dat wij achterhalen hoeveel die variabele waard is. Dus: 'welk getal moet je invullen op de plek van de letter zodat de opgave klopt'?

Dit kan op 2 verschillende manieren.

 

1. De balansmethode.

De balansmethode gebruik je wanneer je met lineaire vergelijkingen werkt.

In een lineaire vergelijking herken je meestal een begingetal en een stapgrootte.

Eerder heb je al geleerd hoe je een lineaire vergelijking oplost.

 

 

 

Opgaven 1 t/m 5

Opgaven 1 t/m 5 vergelijkingen oplossen - Balansmethode .........................................................................

  De balansmethode

Hiernaast is de balansmethode afgebeeld als weegschaal.
Op de balans hiernaast zie je uitgebeeld:

2 + 4x = 12

  1. Neem de vergelijking over in je schrift.
    2 + 4x = 12
  2. Haal aan beide kanten losse blokjes weg
    *let op: bewaar het evenwicht. Noteer je stappen.
  3. Als je het goed gedaan hebt, heb je links de x-jes over en recht de losse blokjes
    Controleer dit met wat er in je schrift staan. Fout? doe vraag a en b opnieuw.
  4. Bereken wat één x waard is. Noteer de stap in je schrift en schrijf je antwoord op.

 

  De balans oplossen

Hiernaast zie je een balans getekend.

  1. Noteer de vergelijking die bij de balans hoort in je schrift.
  2. Los de vergelijking op.
  3. Welke waarde van x heb je gevonden?

 

  Zoek de fout

Hieronder zie je de uitwerking van de vergelijking 2x + 1 = 9. Ergens gaat het fout.

2x + 1

 

=  

   9
      -1x   -1x

 

1x + 1

 

=

 

   8

               -1     -1

       

1x

 

=

 

   7

 

  1. Bij welke stap zit de fout?
  2. Welke fout wordt er gemaakt?
  3. Neem de vergelijking over en los hem netjes op (verbeter de opgaven!)

Begrijp je nog niet helemaal wat we aan het doen zijn? Bekijk dan dit filmpje nog even voordat je verder gaat met vraag vier.

 

 

  De balansmethode

Vul in: De balans hiernaast is in evenwicht.

  1. Neem over en vul in.
    Aan de linkerkant van de balans liggen:
    ... losse en ... x-en
  2. Aan de rechterkant van de balans liggen:
    ... losse en ... x-en
  3. De vergelijking die bij de balans hoort is:
    4 + ...x  =  ... + 3x
  4. Los de vergelijking op.
4 + 5x = 10 + 3x
...   ...
     5x = 6 + 3x
...   ...
      ... = 6
...   ...
      x = .....


Het op deze manier oplossen van een vergelijking noem je de .........

 

  De balansmethode

Los de volgende vergelijkingen op met behulp van de balansmethode:

  1.   4x  = 16 + 2x
  2.   14a + 9 = 7a + 86
  3.    8  - 6y = 3y - 28

Inklemmen

Uitleg inklemmen ......................................................................................................

Is de vergelijking waarmee je werkt niet-lineair, dan kun je die oplossen met de inklem-methode. De inklem-methode is als het ware slim gokken. Je vult net zo lang getallen in tot je het goede antwoord hebt gevonden. Bij inklemmen houdt je in een schema bij wat je allemaal geprobeerd hebt.

 

In het filmpje wordt voorgedaan hoe je met het inklemschema werkt.

 

 

Voorbeeld:

Uitwerking:

 

In een inklem-schema noteer je minimaal 3 antwoorden!

- één te grote uitkomst,

- één te kleine uitkomst

- het goede antwoord.

 

Meer mag altijd, minder niet, dan krijg je voor je uitwerking minder of geen punten!

 

Opgaven

Opgaven 6 t/m 15  vergelijkingen oplossen - Inklemmen............................................................................

Formules herkennen

In opgave 1 t/m 5 heb je jouw kennis over de balansmethode weer even herhaalt. Je werkte in al die opgaven met lineaire formule.  Is de vergelijking niet-lineair, dan kun je de balansmethode meestal niet gebruiken, je gebruikt dan de inklemmethode.

Bekijk de formules hieronder, vul deze formule in de goede kolom op je werkblad in.

• y = 3x + 2                • A = n2 + 1                • y = x4 - x  - 4       

•  H = 0,5 x \( \sqrt{3t} \)          • B = -2u2 - 3u + 2       •  y = 6 - \( \sqrt{0,5\space x} \)        

• p = - 6 + 2r              • k = -0,2 x3,5 + 4        •  y = x7 - 1000       

• y = -0,5x2 + x - 6     • y = 0,5 x \( \sqrt{2 + x} \)         • y = x + 6         

Lineaire formule Kwadratische formule Wortelformule Machtsformule
       
       
       

 

 

  Inklemmen bij lineaire vergelijkingen

Klik op het youtube-icoon om een video-uitleg over de inklemmethode te bekijken. Los daarna de opgave hieronder op met de inklemmethode.

Los op:

  1. 3,5a + 10 = 41,5
  2.     - 6 + 1,2x = 10,8
  3.      2c + 7 = 16

 

  Inklemmen

Los de volgende vergelijkingen op met inklemmen. Schrijf het inklemschema dat je gebruikt telkens netjes in je schrift.

Los op:

  1.    2 x 4r - 500 = 12
  2.    0,25x2 + 6= 26,25
  3.   \(\small {\mathsf{ 0,5 \times \sqrt{ 28 + a}\ =\ 3 } }\)

 

  Inklemmen

Hiernaast zie je een kaars. Een formule die ongeveer het verband tussen de hoogte van deze kaars en de brandtijd aangeeft, is:

hoogte = 32 – 4 x \(\sqrt{brandtijd} \)

Hierin is hoogte in cm en brandtijd in uren.

  1. Hoe heet het wiskundige model van deze kaars?
  1. Na een aantal uur branden is de kaars nog maar 12 cm lang. Bereken bij hopeveel branduren dat is.

 

 

10    Inklemmen

Gerelateerde afbeeldingHiernaast zie je een foto van de Red-Bull Cliffdive competitie. Hierbij hoort een verband tussen de hoogte van het plateau en de tijdsduur van de sprong in seconden. Voor dit verband geldt de volgende formule

     \(\mathsf{ tijdsduur\ =\ 0,46 \times \sqrt{hoogte} }\)

Hierin is de tijdsduur van de sprong in seconden en de hoogte waar vanaf gesprongen wordt in meters.

 

  1. Joshua springt van een hoogte van 9 meter. Bereken de tijdsduur van zijn sprong, rond je antwoord af op 1 decimaal.

 

Om een sprong te maken die minstens 1,5 seconden duurt, moet van een bepaalde hoogte in het water gesprongen worden.

  1. Bereken in hele meters hoe hoog het plateau dan minstens moet zijn. Schrijf je berekening op.

 

11    Inklemmen

Sarah is bloemiste, zij heeft een eigen bloemenzaak.

Om de opbrengst van de winkel te berekenen gebruikt ze de vergelijking:

O = -5p2 + 250p    Hierin is O de opbrengst in euro en P de prijs van de bossen bloemen.

  1. Bereken de verdienste van Sarah wanneer zij €10,- per bos bloemen vraagt.
    .
  2. Bereken O voor p = €12,50

Afgelopen week heeft Sarah €2405,- euro verdiend.

  1. Bereken de prijs die Sarah voor de bossen bloemen vroeg.

 

13    Inklemmen

Uit de krant:

Nederland moet het wereldrecord krattenstapelen afstaan aan Duitsland. In de Noord-Duitse plaats Satow bij Rostock bouwden vrijwilligers vandaag de grootste piramide van kratten voor bier- en andere drankflesjes.

 

Ze stapelden 105.995 lege kratten tot een hoogte van 13 meter. Dat gebeurde met hulp van een bouwkraan, vertelde medewerkster Vera Jahnke. Een vertegenwoordiger van Guiness Records kwam de vrijwilligers een oorkonde overhandigen.

© ARCHIEFFOTO ANP

Als een piramide geheel uit kratten bestaat, kan men het totaal aantal kratten t uitrekenen door het aantal lagen n te tellen en de volgende formule te gebruiken:

t = (2n3 + 3n2 + n)  : 6

 

 

  1. Laat met een berekening zien dat voor een piramide met 60 lagen 73 810 kratten nodig zijn.
  2. Bereken hoeveel lagen (n) de piramide van het nieuwe record heeft. Schrijf je berekening op

 

14    Zelf kiezen hoe je oplost

 

  1.    \(\mathsf{ 10\ =\ 2\ \times\ \sqrt{x} }\)
    .
  2.    3x - 4 =  32
    .
  3.    4098 = 2 + 8r

 

15    Los op

 

  1.   128 - 0,5 x 2a = 112
    .
  2.    64 = 4 + 12x
    .
  3.    6 = 2x2 - 3x + 4