Seneca havo/vwo hoofdstuk 9

Seneca havo/vwo hoofdstuk 9

Hoofdstuk 9: Soevereiniteitsdilemma

9.1  Het soevereiniteitsdilemma ​

De vier samenlevingsdilemma's (machtsdilemma, cultuurdilemma, welzijnsdilemma en mensenrechtendilemma) behandelen dilemma's over hoe maatschappelijke problemen (criteria: raakt veel mensen/groepen, veel meningen over oplossing/oorzaak, overheid nodig om het op te lossen) aangepakt kunnen worden. Het soevereiniteitsdilemma daarentegen gaat vooral over de vraag op welke geografische schaal maatschappelijke problemen aangepakt moeten worden : doen lanen dit vooral zelfstandig of werken ze samen? Soevereiniteit betekent onaantastbaar gezag in een gebied en dat betekent bijvoorbeeld dat in Nederland de overheid soeverein is: de overheid heeft het gezag in Nederland en andere actoren kunnen dat niet zomaar veranderen.

Kijk onderstaand filmpje voor een korte introductie

9.2 Geschiedenis en uitbreiding Europese samenwerking

Samenwerking in Europa is gebaseerd op twee belangrijke motieven om het maatschappelijk geluk (vrijheid, gelijkheid, cohesie en welvaart) te vergroten:

  1. Verlangen naar vrede, naar een einde van de oorlogen
  2. Hoop op het realiseren van meer welvaart

Bekijk onderstaand filmpje waarin het ontstaan van de EU kort besproken wordt.

Maak een EU mindmap*

Kijk eerst onderstaand filmpje waarin het maken van een mindmap wordt uitgelegd.

 

 

Neem als centraal onderwerp de Europese Unie (EU) en plaats daar sleutelwoorden bij (denk bijvoorbeeld aan: waarden, belangen, dilemma's, uitdagingen, begrippen, gebeurtenissen etc.)

*Je kunt de mindmap op papier maken, maar je kunt het ook via deze online tool doen: http://mindmapfree.com/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9.3 Ontwikkelingen Europese instellingen

 

De samenwerking van Europa vindt plaats op veel meer terreinen en met veel actoren, dan bij de start van de EGKS. Met meerlanden samenwerken levert ook meer problemen op. Deze samenwerkingsproblemen hebben te maken met het machtsdilemma (hoeveel inspraak krijgt elke actor?) en het soevereiniteitsdilemma (welke actor mag wat bepalen?). Door het maken van bindende afspraken en het instellen van een Hoge Autoriteit worden deze problemen voor de Europese Unie opgelost. Tegelijkertijd is er echter een nieuw probleem ontstaan: nationale parlementen hebben veel minder invloed. De oplossing voor dit probleem is een Europees Parlement dat gekozen wordt door de Europeanen en als taak heeft de Hoge Autoriteit te controleren. Zo hebben we in Europa de volgende actoren met macht:

  • Europese Raad: hierin zitten de regeringsleiders en zij maken onderling afsraken over de grote lijnen van de samenwerking. Zij leggen dit vast in verdragen en deze zijn een soort van grondwet van de Europese Unie. Onthoud voor het volgen van het nieuws dat in de Europese Raad de regeringsleiders zitten en deze Raad begint met 'Europese' en het hoogste niveau is van Europa;
  • Europese Commissie: dit is de Hoge Autoriteit en hierin zitten de commissarissen van Europa ("Ministers van Europa") en zij zijn het dagelijks bestuur van Europa en maken wetsvoorstellen die passen bij de verdragen;
  • Raad van Ministers: per beleidsterrein komen de ministers bij elkaar. Zij functioneren in het verlengde van de regeringsleiders (Europese Raad), maar beslissen telkens op hun eigen terrein. Zij worden ook wel de Raad van Europa genoemd en dat is verwarrend omdat het veel lijkt op de Europese Raad en daarom wordt in dit hoofdstuk alleen Raad van Ministers gebruikt.
  • Europees Parlement: bij Europese verkiezingen wordt dit parlement gekozen en het is hun taak de wetten van de Europese Commissie te controleren en ook kan het parlement de commissie ontslaan.

Kijk onderstaand filmpje voor meer informatie

De volgende vragen gaan over onderstaand nieuwsbericht.

Het nieuwsbericht gaat over vloggers die geregeld reclame maken in hun vlogs, maar dit niet altijd duidelijk vermelden. Inmiddels is er een Europees wetsvoorstel gemaakt waarin staat dat vloggers verplicht zijn om in hun vlog te vermelden dat zij gesponsord worden en dus reclame maken.

EINDOPDRACHT

Maak de volgende opdracht door op de cijfers in de vakjes te klikken en de genoemde begrippen in het juiste vakje in te vullen

Ga naar goformative.com/join en gebruik de code H8ZSND

 

9.4 Seneca

 

In 2013 is het aantal landen dat ervan uitgaat dat Europese samenwerking goed is voor het maatschappelijk geluk uitgebreid met 22 (dus 28 landen in totaal), in vergelijking met de start in 1950. Er zijn anno 2017 nog steeds landen die ook lid willen worden van de EU (denk aan Turkije), maar tegelijkertijd zijn er ook politieke partijen binnen de EU-lidstaten die uit de samenwerking willen stappen, zoals de PVV en FvD in Nederland. In deze paragraaf worden basiswaarden in de Europese samenwerking en de uitdagingen waar het samenwerkingsverband voor staat behandeld.

De basiswaarden die onderscheiden worden (en die al eerder in het boek zijn besproken):

  1. Vrijheid:
    Deze basiswaarde heeft veel te maken met de vrijheid die burgers hebben om het bestuur te beinvloeden en te controleren. in 1979 konden burgers voor het eerst stemmen voor het Europees Parlement en sindsdien zijn daar elke vijf jaar verkiezingen voor. Bovendien zijn de bevoegdheden van dit parlement in de loop van de tijd uitgebreid en daarmee neemt de vrijheid van burgers om invloed uit te oefenen op het beleid in zekere zin toe. De genoemde rechten voor Europese burgers (5e fase ontwikkelingen) horen ook bij deze basiswaarde.
  2. Gelijkheid:
    In 1974 worden er regiofondsen ingesteld in Europa. Arme regio's en gebieden worden door de EU ondersteund en ontwikkeld. Dit heeft te maken met het proces van gelijkheid. In het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM, 2000) zijn bepalingen opgenomen over de gelijkheid van Europese burgers.
  3. Cohesie:
    Als het gaat om internationale cohesie, valt bij de EU gestage uitbreiding op: van zes landen in 1952 naar 28 deelnemende landen in 2013.  Ook zijn steeds meer beleidsterreinen onder de samenwerking gaan vallen, waardoor er meer samenhang ontstaat. Met een begin van kolen en staal is via het nucleair beleid de open markt en de landbouw erbij gekomen en het Verdrag van Maastricht heeft het gemeenschappelijke beleid nog verder uitgebreid. Naast economische integratie, werd 'in Maastricht' de deur wijd open gezet voor verdere politieke integratie.
  4. Welvaart:
    Voor Europa was de samenwerking op het terrein van de landbouw belangrijk. Zo kon er voldoende voedsel voor de bevolking van de aangesloten landen geproduceerd worden. Door subsidies op landbouwproducten ontstond er zelfs een enorme overproductie van vooral melk en boter. Er is toen geprobeerd dit via melkquota op te lossen, deze quota zijn langzaam afgebouwd. Ook het gemeenschappelijke beheer van kolen en staal zorgde voor extra welvaart. Dat was helemaal het geval toen alle markten voor alle aangesloten landen open werden, door het Verdrag van Rome. De Euro als gemeenschappelijke munt past ook in het proces.

Uitdagingen Europese samenwerking

Naast het feit dat Europese samenwerking in veel landen een positief effect heeft gehad op het maatschappelijk geluk, staan er in het tweede decennium van de 21ste eeuw enkele belangrijke uitdagingen voor de deur, namelijk:

  1. de financiele bankencrisis
  2. draagvlak versterken
  3. de pluriformiteit in Europa
  4. de verzorgingsstaat op Europees niveau
  5. mondiale samenwerking

 

 

 

Video: Europarlementariër Auke Zijlstra

Europese Commissie legt Facebook boete op

De volgende vraag gaat over onderstaand nieuwsbericht

 

Lees onderstaand krantenbericht door, voordat je de volgende vraag gaat maken

Toets: Oefentoets seneca hoofdstuk 9

Start