Opdracht: Poëzie - v456

Opdracht: Poëzie - v456

Poëzie

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • verschillende vormen van poëzie herkennen.
  • aangeven wat wordt verstaan onder rijm en vijf rijmvormen noemen.
  • de meest voorkomende rijmschema's herkennen.
  • aangeven welk rijmschema hoort bij gepaard rijm, gekruist rijm en bij omarmend rijm.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met metrum.
  • in een versregel zwak of sterk beklemtoonde lettergrepen onderscheiden.
  • omschrijven hoe typografie een belangrijke rol kan spelen in de poëzie.
  • uitleggen waarom stijlfiguren in de poëzie gebruikt worden en een paar voorbeelden noemen van stijlfiguren.
  • omschrijven wat strofen in een gedicht zijn.
  • enkele versvormen herkennen en opnoemen.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Poëzie en rijm

Lees in de Kennisbanken over poëzie en rijm en bekijk de video's.

★ Aan de slag 1

Maak de oefeningen over alliteratie.

Rijmschema's

Bestudeer de verschillende rijmschema's en bekijk de video.

★ Aan de slag 2 + 3

Maak de beide oefeningen over rijmschema's.

Metrum

Lees in de Kennisbank over de betekenis van metrum en bekijk de voorbeelden in de video's.

★ Aan de slag 4

Maak de oefeningen, waarin je het metrum van een gedicht benoemt.

Typografie

Lees waarom typografie een belangrijke rol speelt in de poëzie.

★ Aan de slag 5

Schrijf een gedicht waarbij de typografie belangrijk is. Laat je klasgenoten of docent je gedicht beoordelen.

Zinsopbouw en stijlfiguren

Bestudeer de Kennisbank over het gebruik van stijlfiguren in tekst of gedicht.

★ Aan de slag 6 + 7

Lees twee gedichten en beantwoord samen met een klasgenoot de vragen.

Strofebouw en versvormen

Lees over strofebouw en versvormen. Bekijk de video's.

★ Aan de slag 8

Bekijk een video, lees een gedicht en beantwoord de vragen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A+B+C

Maak de drie onderdelen van de eindopdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

Tijd
Voor deze opdracht staan ongeveer 4 à 5 SLU.

Aan de slag

Poëzie

Piet Mondriaan

Poëzie verschilt van proza. Belangrijk is het verschil in presentatie.
Bij poëzie zijn het wit en de witregels belangrijk.
Feit is ook dat gedichten korter zijn. Een dichter probeert met weinig woorden een indringend gevoel bij de lezer op te roepen.
De schrijver zal dan ook veel aandacht aan zijn formuleringen besteden.
De manier waarop hij dat doet wordt de vorm genoemd. Naar die vorm zullen we op verschillende manieren kijken.

In het onderdeel Poëzie zullen we verschillende vormen en soorten beschrijven.
We behandelen:

  • rijm en metrum
  • typografie
  • zinsbouw en stijlfiguren
  • strofenbouw en versvormen.

Bekijk de video.


Bestudeer nu de Kennisbank.

Poëzie: vormen

 

Rijm

Rijm betekent in de ruimste zin van het woord: herhaling van klanken. Meestal bedoelt men daarmee herhaling van klank aan het eind van een regel (eindrijm).
Als je rijm ordent naar plaats en klank onderscheidt men verschillende soorten rijm.
Bestudeer de Kennisbank over rijmsoorten.

Rijm, rijmschema's en metrum


Bekijk het gedicht van Lieke Marsman in de video.

 

★ Aan de slag 1

Maak de twee oefeningen.

Rijmschema's

Als je rijmende woorden aan het eind van een regel dezelfde letter geeft, ontstaat een rijmschema.
Bekijk het onderdeel rijmschema's in de Kennisbank.

Rijm, rijmschema's en metrum

Bekijk de video 'Kinder Lyck' van dichter Joost van den Vondel.

★ Aan de slag 2

Maak de volgende oefening.

★ Aan de slag 3

Metrum

Metrum

In taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen.
Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.

Bekijk de uitleg over metrum in de Kennisbank.

Rijm, rijmschema's en metrum

Bekijk de video's.

Poëzie leestafel

Bekijk eventueel ook de leestafelsite met gedichten van Rutger Kopland: Poëzie leestafel

★ Aan de slag 4

Maak de oefeningen.

Typografie

De typografie speelt in poëzie een belangrijke rol.
Door het gebruik van versregels en strofen staat er veel wit op een pagina.
De regels wisselen bovendien van lengte.

Daarnaast kan een dichter door het gebruik van verschillende lettertypen en het al dan niet vet en cursief maken van de tekst bepaalde woorden laten opvallen.
De presentatie van het geschrevene speelt dus veel meer dan bij proza een belangrijke rol.
Ook de opmaak van een gedicht kan voor ervoor zorgen dat bepaalde woorden zinnen opvallen.

Bekijk in de Kennisbank het onderdeel over typografie.

Poëzie: typografie

★ Aan de slag 5

Schrijf zelf een gedicht waarbij de typografie belangrijk is.
Gebruik géén rijm en metrum, gebruik verschillende lettertypen en zorg dat de tekst door de opmaak extra opvalt.

Laat je inspireren door de volgende gedichten: Gedichten - typografie.

Het mooiste is het als door de typografie en aspecten van klank en zinsbouw de betekenis van je woorden versterkt wordt.

Belangrijk is dat de volgende aanwijzingen verwerkt zijn:

  • géén rijm en metrum
  • verschillende lettertypen
  • opvallende opmaak
  • door de typografie en aspecten van klank en zinsbouw wordt de betekenis van de woorden versterkt.
Laat je gedicht door je klasgenoten of door je docent beoordelen.

Gedicht maken

Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.

 

Zinsopbouw en stijlfiguren

Door het gebruik van stijlfiguren (hyperbool, understatement, tegenstelling, paradox, (anti-)climax, ironie e.a.), beeldspraak en ambigue (dubbelzinnige) woorden kan een dichter zijn tekst indringender maken.
Ambiguïteit (of dubbelzinnigheid) betreft de mogelijkheid om aan een tekst uiteenlopende betekenissen toe te kennen.

Voorbeeld:

De man slaat de hond met de stok.
(met de stok heeft betrekking op slaan, maar kan ook betekenen dat de hond een stok heeft.

Alle stijlfiguren worden besproken in deze Kennisbank.

Stijlfiguren

★ Aan de slag 6

Bekijk de video.

Lees het gedicht Ademloos van Delphine Lecompte.

Ademloos
Toen je auto de tunnel indook
hielden we onze adem in
dat hadden we zo afgesproken
nog voor ik het licht aan het einde zag
had ik al opgegeven en driemaal mijn longen gevuld
maar zonder jouw adem naast mij
voelde het alsof ze werden gevuld met natte aarde.

Ademloos bereiken we de parking
van een vijandige meubelketen
waar je gerookte zalm op Zweeds brood kan eten
terwijl je kinderen of die van een ander
verdrinken in een bad van ballen
of simpelweg worden meegelokt.

Je kocht een sofa voor je dochter
die alle mysterie uit haar leven heeft gebannen
en dus werkt aan winsten op varkenskoteletten
het werd een beige sofa met rode spikkels
waar je geen aanstoot aan kan nemen.

Op de terugweg werden we bevangen
door smog en weemoed
jij door smog
ik door beide

Delphine Lecompte


Maak de oefening.

★ Aan de slag 7

Lees het gedicht Openbaring als oude mol van Maarten van der Graaff.

Openbaring als oude mol

vanmorgen viel ik voorover
in het moeras van de ochtend
toen ik mijn ogen opende
was alles hetzelfde
daar lag ik met mijn
zelfreanimerend vermogen
zoals al het gruwelijke
had dit iets belachelijks

Strofebouw en versvormen

Gedichten bestaan uit één of meer strofen. Deze worden gescheiden door een witregel. Strofen onderscheiden we op grond van het aantal versregels.

Als je let op het hele gedicht onderscheiden we verschillende versvormen.
Bestudeer de Kennisbank over strofebouw en versvormen.

Strofebouw en versvormen


Bekijk de volgende video's.

:

Bekijk ook deze video's:

★ Aan de slag 8

In het gedicht beschrijft Dèr Mouw zijn kinderwereld.
Bekijk eerst de video en lees dan het gedicht.

‘t Is lang geleden
God's wijze liefde had 't heelal geschapen:
Vol lente, net als de appelbomen bloeien;
Weldadig-groen liet voor het vee Hij groeien
Het gras, voor ons doperwtjes en knolrapen,

'T varken om spek en ham, om wol de schapen,
Om boter, kaas, melk, leer, vlees, been de koeien;
Waar steden zijn, liet hij rivieren vloeien;
Het zonlicht spaarde Hij uit, als wij toch slapen.

De sterren schiep Hij, om de weg te wijzen
Aan brave kooplui op stoutmoed'ge reizen;
Hij schiep kaneel, kruidnagels, appelsientjes,

Het ijzer voor de ploeg, het hout voor huizen,
Hij schiep het zink voor waterleidingbuizen,
En 't goud voor ringen, horloges en tientjes.

Johan Andreas Dèr Mouw (1863-1919)

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Poëzie: vormen

Poëzie: rijm, rijmschema's en metrum

Poëzie: typografie

Stijlfiguren

Poëzie: strofebouw en versvormen

Eindopdracht deel A

Eindopdracht deel A: Gedicht 'Weggaan'

  • Lees het gedicht ‘Weggaan’ van Rutger Kopland
  • Bekijk ook de video.
  • Maak daarna de vragen.

Weggaan
Weggaan is iets anders
dan het huis uit sluipen
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet
terugkeren. Je blijft
iemand op wie wordt gewacht.
Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.
Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.

Rutger Kopland (1924 -2012)
Uit: Geluk is gevaarlijk (1999)


Video 'Weggaan'

Eindopdracht deel B

Eindopdracht deel B: Gedicht 'Oerknal'

  • Bekijk de video waarin Lieke Marsman o.a. Oerknal voorleest.
  • Lees het gedicht Oerknal van Lieke Marsman (1990).
  • Maak daarna de vragen.

Video: Liegend Konijn Debuutprijs

Oerknal
’s Avonds zegt een natuurkundige op televisie
dat het ook mogelijk is dat het heelal op een dag
niet langer zal groeien, maar langzaam, sneller
dan het licht, ineen zal klappen. In dat geval
zouden er na ons nog triljoenen heelallen
kunnen ontstaan en hangen we nu slechts
onder aan een stamboom van universa.
Stel je voor dat je jezelf enkel voort kunt planten
door niet meer te bestaan.

’s Ochtends, wanneer ik bij de start
van een dag zie hoe ik opnieuw ben gaan
ademhalen, vergelijk ik dit heen en weer
gegooi van sterren met mijn op en neer
gaande borsten, met de antenne van
een radio, die je doelloos in en uit
kunt blijven schuiven en vervolgens,
vooralsnog mijn meest geslaagde poging,
met een zeeanemoon.

Lieke Marsman (1990)
Uit: Wat ik mijzelf graag voorhoud (2010)

 

Bekijk de video.

 

 

Eindopdracht deel C

Eindopdracht deel  C: Theorievragen

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je rijmvormen en rijmschema's herkennen in een gedicht?
    Kun je ook herkennen of er metrum in een gedicht wordt gebruikt?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In deze opdracht heb je verschillende rijmvormen en rijmschema's gezien.
    Kun je van een gedicht bepalen welk soort rijm en welk rijmschema is gebruikt?
  • Eindopdracht
    Heb je alle delen van de eindopdracht gedaan?
    Vond je het lastig om rijmschema, stijlmiddel en/of strofenbouw in de gedichten te herkennen?
    Heb je de theorievragen ook goed beantwoord?
     
  • Het arrangement Opdracht: Poëzie - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-19 10:36:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema Verhaalanalyse en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo456. Tijdens deze opdracht ontwikkel je vaardigheden in het herkennen van diverse vormen van poëzie. Je leert de essentie van rijm begrijpen en kunt vijf verschillende rijmvormen benoemen. Het identificeren van veelvoorkomende rijmschema's wordt behandeld, inclusief die van gepaard, gekruist en omarmend rijm. Metrum, het ritmische aspect van poëzie, wordt uitgelegd, waarbij je zwakke en sterke beklemtoonde lettergrepen in een versregel kunt onderscheiden. Ook leer je hoe typografie een rol speelt in poëzie, en waarom stijlfiguren worden gebruikt. Ten slotte leer je strofen in een gedicht beschrijven en enkele versvormen herkennen en benoemen.
    Leerniveau
    VWO 6; HAVO 3; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrijpen; Interpreteren; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Tekstkenmerken;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, metrum, nederlands, poëzie, rijm, rijmschema's, stercollectie, typografie, verhaalanalyse, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Poëzie - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/164076/Po_zie___h45