Opdracht: Argumentatieschema en - structuur - vwo4
Opdracht: Argumentatieschema en - structuur - vwo4
Argumentatieschema en - structuur
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je
omschrijven wat een redenering is;
omschrijven wat een argumentatieschema is;
vier argumentatieschema's noemen;
vier basisvormen van argumentatie herkennen en gebruiken.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Argumentatieschema
Lees wat wordt bedoeld met een redenering, bekijk de argumentatieschema's en de video's.
★ Aan de slag 1
Oefen met het herkennen van soorten redeneringen.
Structuren
Bestudeer de vier basisvormen van argumentatie en bekijk de video.
★ Aan de slag 2, 3 en 4
Oefen met het maken van argumentatieschema's.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Bedenk een stelling en argumenten. Zet ze in een argumentatiestructuur. Wissel van structuur met je klasgenoot.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staan 3 SLU.
Aan de slag
Argumentatieschema
Argumentatieschema
Het geheel van argumenten en standpunt noemen we een redenering.
Er zijn verschillende soorten redeneringen.
We behandelen hier redeneringen op basis van:
een oorzaak – gevolgrelatie
een overeenkomst
voorbeelden
voor- en nadelen
een kenmerk of eigenschap
Klik op de Kennisbank om de soorten redeneringen te bekijken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
We onderscheiden de volgende basisvormen van argumentatie.
Enkelvoudige argumentatie
Je onderbouwt je standpunt met één argument.
Onderschikkende argumentatie (ook wel ketenargumentatie genoemd)
Bij een onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een reeds genoemd argument.
een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie.
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.
een afhankelijke nevenschikkende argumentatie.
Bij een afhankelijk nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).
Klik op de Kennisbank om de basisvormen, compleet met voorbeelden, te bekijken.
Zet de volgende redeneringen in een argumentatieschema en benoem ze.
Download hier de schema's en vul ze in.
Redenering 1
De lerarenopleiding moet worden verbeterd, want dan zal de kwaliteit van de leraren beter worden.
Redenering 2
Ik wil lid worden van de golfclub in Vught. Joop is lid van en trainer bij die club en ik wil graag les hebben van Joop.
Redenering 3
We moeten meer fruit eten want fruit is gezond. Er zitten namelijk veel vitamines in. Het is bovendien op het ogenblik goedkoop en omdat de fruittelers op dit moment weinig inkomen hebben, steun je ze.
Redenering 4
Ik wil volgend jaar niet meer naar Barcelona. Het wordt ook in Spanje steeds duurder, de bevolking is tegenwoordig niet zo aardig meer voor jongeren en ik wil wel eens kennis maken met een andere cultuur.
Redenering 5
Heel Holland Bakt is terecht een goed bekeken programma. De jury gaat respectvol en volwassen om met de kandidaten, het programma heeft een positieve uitstraling en de problemen met bakken zijn heel herkenbaar voor de kijker.
Redenering 6
We willen niet dat de heer Jansen mee gaat op excursie want die is veel te streng en wij willen wel wat meer vrijheid hebben.
Redenering 7
Voor mij hoeft de mode niet elk jaar te veranderen want het kost me veel te veel geld om bij te blijven.
Heb je de juiste schema's bij de juiste redeneringen gebruikt? Bekijk dan de voorbeeldantwoorden.
Je bedenkt zelf een stelling. Voor de stelling bedenk je twee of drie argumenten en ook een of twee ondergeschikte argumenten.
Vraag een klasgenoot om de stelling en de argumenten in een argumentenschema te zetten. Als hij/zij klaar is, kijk jij het argumentenschema na.
Is het schema ingevuld zoals jij had bedacht? Nee? Bespreek dan samen het ingevulde argumentenschema.
Natuurlijk maak jij een argumentenschema met de stellingen en argumenten van je klasgenoot. Ook dit schema bespreken jullie samen.
Beoordeling
Vraag aan de docent hoe de opdracht beoordeeld wordt.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je een stelling en argumenten op de juiste manier in een argumentatieschema zetten?
Hoe ging het?
Inhoud
In deze opdracht leer kreeg je uitleg over redeneringen en argumentatieschema's. Was er iets wat opvallend of nieuw voor je was? Licht je antwoord toe.
Eindopdracht
Hoe verliep de eindopdracht? Was het gemakkelijk om zelf een stelling + argumenten te bedenken? Heeft je klasgenoot ze juist ingevuld in het argumentatieschema?
Het arrangement Opdracht: Argumentatieschema en - structuur - vwo4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Argumenteren' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo456. In deze opdracht leer je wat een redenering is en begrijpt wat een argumentatieschema inhoudt. Daarnaast krijg je inzicht in verschillende argumentatieschema's en leer je hoe je basisvormen van argumentatie kunt herkennen en toepassen.
In de eindopdracht ga je oefenen met het gebruik van argumentatie. Je gaat zelf een stelling met argumenten bedenken. Veel succes!
Opdracht: Argumentatieschema en - structuur - vwo4
nl
VO-content
2021-07-02 09:25:42
Deze opdracht hoort bij het thema 'Argumenteren' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo456. In deze opdracht leer je wat een redenering is en begrijpt wat een argumentatieschema inhoudt. Daarnaast krijg je inzicht in verschillende argumentatieschema's en leer je hoe je basisvormen van argumentatie kunt herkennen en toepassen.
In de eindopdracht ga je oefenen met het gebruik van argumentatie. Je gaat zelf een stelling met argumenten bedenken. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Argumentatieschema
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.