Groeten uit Schierland
Introductie
Groeten uit Schierland - examen havo 2013
Schierland is een eiland op drie kwartier varen van het vasteland. De eilanders leven vooral van het toerisme. Het aantal toeristen per dag is afhankelijk van het seizoen. Voor hun dagelijkse boodschappen zijn de eilanders en de toeristen afhankelijk van de op Schierland gevestigde aanbieders. Op het eiland zijn één bakker, één kapper, één supermarkt en twee fietsverhuurders. De supermarkt heeft geen brood in het assortiment.
In deze examenopgave kijk je voor de bakker naar de marktvorm en ga je aan de slag met de vraag naar brood per dag, marginale kosten en marginale opbrengsten. En voor de fietsverhuurders kijk je naar de winstverwachting bij het verhogen van het tarief.
Eindtermen
Deze opdracht behoort tot concept D: Markt en concept F: Samenwerken en onderhandelen.
Na het maken van de opdracht kun je:
- de vier marktvormen (volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie, monopolistische concurrentie) omschrijven.
- de formule van een vraagcurve lezen en gebruiken.
- werken met de begrippen marginale kosten en marginale opbrengst.
- het gevangendilemma in contexten herkennen en toepassen.
Kernbegrippen:
- volkomen concurrentie
- monopolie
- oligopolie
- monopolistische concurrentie
- vraagcurve
- marginale kosten
- marginale opbrengst
- gevangendilemma.
Activiteiten
Groeten uit Schierland
|
Oriëntatie
|
Inhoud
|
Kennisbank
|
|
Prijs en hoeveelheid + toets
|
|
|
Winst en aanbod + toets
|
|
|
Vraag en aanbod + toets
|
|
|
Markt - Marktvormen + toets
|
|
|
Samenwerken en onderhandelen - Gevangendilemma + toets
|
Examen
|
Inhoud
|
Vragen
|
|
Hoeveel broden verkoopt de bakker bij welke prijs?
Kunnen de fietsverhuurders hun tarief wel of niet verhogen?
|
Correctiemodel
|
|
Hoeveel punten zijn je antwoorden waard?
|
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
- 1,5 uur voor het bestuderen/herhalen van de onderwerpen in de Kennisbank en het maken van toetsen.
- 0,5 uur voor het maken en nakijken van de examenvragen.
Oriëntatie
Kennisbank: Prijs en hoeveelheid
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Toets: Prijs en hoeveelheid
Kennisbank: Winst en aanbod
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Kennisbank: Vraag en aanbod
Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.
Kennisbank: Marktvormen
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Kennisbank: Gevangendilemma
Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.
Examenvragen
Groeten uit Schierland
Schierland is een eiland op drie kwartier varen van het vasteland. De eilanders leven vooral van het toerisme. Het aantal toeristen per dag is afhankelijk van het seizoen. Voor hun dagelijkse boodschappen zijn de eilanders en de toeristen afhankelijk van de op Schierland gevestigde aanbieders. Op het eiland zijn één bakker, één kapper, één supermarkt en twee fietsverhuurders. De supermarkt heeft geen brood in het assortiment. Bakker Van de Wal bakt dagelijks brood. Hij stelt per seizoen een prijs per brood vast waarbij de winst maximaal is. De bakker maakt onderscheid tussen laagseizoen, middenseizoen en hoogseizoen: zie bron 1.
Bron 1 - vraag naar brood per dag, marginale opbrengst en marginale kosten
De vraag naar brood per dag (Qv) en de marginale opbrengst (MO) zijn verschillend per seizoen: hoog, midden of laag.
Vraag naar brood
- laagseizoen \(\small{Q_v = \text{-}2000 \times P + 4600}\)
- middenseizoen \(\small{Q_v = \text{-}2000 \times P + 5000}\)
- hoogseizoen \(\small{Q_v = \text{-}2000 \times P + 5400}\)
\(\small{P}\) = prijs per brood in euro's, \(\small{Q}\) = aantal verkochte broden per dag
De marginale kosten bedragen € 1,50.
|
Gebruik de gegevens uit de bron bij de vragen 1, 2 en 3.
- Maak de onderstaande zinnen een economische juiste tekst.
Op de markt voor brood is er op Schierland sprake van de marktvorm …(1)….
Bij de overgang van het middenseizoen naar het hoogseizoen neemt de vraag naar brood …(2)….
In het laagseizoen rekent de bakker per brood een …(3)… prijs dan in het hoogseizoen.
Kies uit:
- bij (1): monopolie/monopolistische concurrentie/oligopolie
- bij (2): af/toe
- bij (3): hogere/lagere
- Toon aan dat in het middenseizoen de winst van bakker Van de Wal maximaal is bij een prijs van € 2 per brood.
- Bereken hoe groot het verschil in omzet per dag voor de bakker is tussen het middenseizoen en het hoogseizoen.
De twee fietsverhuurders op het eiland, Remkens en Ketting, rekenen beiden een tarief van € 5 per dag per fiets. Remkens en Ketting overwegen beiden een verhoging van dit tarief met één euro. Ze hebben geen overleg. De matrix in bron 2 laat de winstverwachtingen zien bij twee opties: handhaving van het huidige tarief of verhoging van het tarief met één euro.
Bron 2 – prijsconcurrentie tussen aanbieders van fietsverhuur (pay-off matrix)
|
Gebruik bron2 bij der vragen 4 en 5.
- Leg uit welke optie Ketting zal kiezen. Maak daarbij gebruik van de winstcijfers uit bron 2.
- Kunnen beide fietsverhuurders op basis van de matrix hun winst vergroten door een prijsafspraak te maken?
Verklaar het antwoord.
Correctiemodel
- bij (1) monopolie
bij (2) toe
bij (3) lagere
- MO = MK
MO midden is gelijk aan 1,5 bij \(\small{Q}\) = 1,0 → 1.000 broden
Vul \(\small{Q}\) = 1000 in de vraagvergelijking in:
\(\small{Q_v}\) = -2000\(\small{P}\) + 5.000
1000 = -2000\(\small{P}\) + 5000
2000\(\small{P}\) = 5000 – 1000
2000\(\small{P}\) = 4000
\(\small{P}\) = 2
- Omzet Middenseizoen:
\(\small{P}\) = € 2
\(\small{Q}\) = 1000 → Omzet = € 2000
Omzet Hoogseizoen:
\(\small{Q}\) = 1200
1.200 = −2.000P + 5.400 → \(\small{P}\) = 2,10
Omzet = € 2520
Verschil omzet = € 520
- Een antwoord waaruit blijkt dat Ketting het tarief niet verhoogt, omdat ongeacht de keuze van Remkens, de winst voor Ketting hoger zal zijn dan bij wel verhogen (respectievelijk 14 tegen 12 als Remkens wel verhoogt en 10 tegen 6 als Remkens niet verhoogt).
- Ja
Uit de verklaring moet blijken dat als beide fietsverhuurders afspreken hun tarief te verhogen (met 1 euro) de winst per maand voor ieder € 12.000 zal zijn in plaats van € 10.000 / voor ieder € 2.000 hoger zal zijn.