Op deze pagina ga je aan de slag met de grammatica over 'Adjectives & Adverbs'.
Aan het einde van dit leerarrangement beheers je de volgende doelen:
Je kan een adjective en adverb in een zin herkennen door deze op te schrijven
Je kan de juiste vorm van een adverb of adjective invullen in een zin.
In de verschillende kopjes kun je de uitleg doorlezen, kennisclips bekijken en opdrachten maken. Lees alles goed door !
Tot slot, maak je de 'Final Test' en vul je de evaluatie in bij het kopje 'Evaluation'
Good luck and have fun !
Miss de Klerk
Next: Go to 'Refresh Your Memory'
Refresh Your Memory
Before we start with a new Grammar subject. We need to look at what we already know about this subject.
In English (just like in Dutch) sentences have a word order. Sentences are usually formed like this:
And each word has a function. The functions that you already know are
You can add words in a sentence to give more information. In this lesson we are going to talk about two kinds of words: Adjectives and adverbs (bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden).
Below you will find a complete table with the Dutch and English terms of word functions that you know and will learn today.
Next: Go to "Adjectives > Explanation'
Bron: Noordhoff (2020)
Adjectives
Explanation
Watch the clip about adjectives below. After that read the example sentences with the explanation below the video.
You will find a short recap below the video as well.
Recap:
- Een adjective is in het Nederlands een bijvoeglijk naamwoord. Deze vertelt iets over een noun (zelfstandig naamwoord). Het geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: snel, leuk, mooi, oud, nieuw, lelijk, rood, slecht, goed.
- Een adjective kan op 2 plekken staan:
Example sentences:
1. I want to visit the old museum.
- old zegt iets over museum. Het geeft extra informatie, namelijk dat het museum oud is. Er staat geen linking verb in de zin, dus de adjective (old) staat voor de noun (museum).
2. Julia looks beautiful today.
- beautiful zegt iets over Julia. Het geeft extra informatie, namelijk dat Julia er mooi uit ziet. Hier staat wél een linking verb (looks) dus de adjective (beautiful) staat niet voor Julia (de noun) maar achter de linking verb (looks).
3. Tim is fast with his new running shoes.
- In deze zin staan 2 adjectives. Fastzegt iets over Tim, maar new zegt ook iets over de running shoes. Allebei de adjectives geven meer informatie over een noun (Tim en running shoes), ze vertellen dat Tim snel is, en dat zijn hardloopschoenen nieuw zijn. We zien ook de linking verb 'are' staan (van 'to be'). Fast staat daarom achter de linking verb, terwijl new voor running shoes (noun) staat.
Next: Go to Adjectives > Exercise'
Bron: Noordhoff (2020)
Exercise
Here you can find an exercise to see if you understand adjectives. Read the instructions carefully and do the exercise.
Good luck !
Opdracht 1: Adjectives
0%
Goal: Het herkennen van adjectives in een zin.
What: Klik bij iedere zin op het woord dat de adjective is. Klik daarna op 'controleer'. Heb je het goed, dan kun je naar de volgende vraag. Heb je het fout, kijk nog eens naar de zin en klik op het goede antwoord. Als je het goed hebt kun je verder naar de volgende vraag.
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt aangeklikt: de adjective uit de zin. En je hebt alle vragen gemaakt. Voorbeeld: zin: She loves to dance to a popular song. Antwoord: popular
Time: 5 minuten.
Done? Ga door naar het kopje 'Adverbs', lees daar de uitleg en kijk de kennisclip.
Watch the clip about adverbs below. After that read the exceptions (uitzonderingen) below the video.
You will find a short recap below the video as well.
Recap: Adverbs (bijwoorden) vertellen op welke manier of hoe vaak iets gebeurt.
Een adverb kan over 3 woordsoorten iets zeggen:
- werkwoord (verb)
- adjective (bijvoeglijk naamwoord)
- andere adverb (bijwoord)
Adverbs maak je door de adjective vorm te pakken en -ly erachter te plakken (beautiful - beauifully)
Adverbs of frequency geven aan hoe vaak iets gebeurt, voorbeelden: never, always, usually. Deze staan voor het werkwoord. Andere adverbs staan achter het werkwoord of voor een adjective.
Exceptions (uitzonderingen):
Sommige bijwoorden veranderen anders dan de standaard (+ -ly) of veranderen helemaal niet als je er een bijwoord van maakt.
- Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -y --> -ily (easy --> easily)
- Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -le --> de -e valt weg (terrible --> terribly)
- good --> well (dus niet: goodly) (He is good --> He runs well)
- Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden plak je géén -ly erachter om een adverb te vormen, die blijven in dezelfde vorm:
LET OP!
- Bij linking verbs komt er géén adverb, maar een adjective:
NIET: He looks beautifully
WEL: He looks beautiful
Next: Go to 'Adverbs > Exercise'
Bron: Noordhoff (2020)
Exercise
Here you can find an exercise to see if you understand adverbs. Read the instructions carefully and do the exercise.
Good luck !
Opdracht 2: Adverbs
0%
Goal: Het herkennen van adverbs in een zin.
What: Schrijf bij ieder zin de adverb op en het woord waar de adverb iets over zegt. Klik daarna op 'controleer'. Heb je het goed, dan kun je naar de volgende vraag. Heb je het fout, kijk nog eens naar de zin en klik op het goede antwoord. Als je het goed hebt kun je verder naar de volgende vraag.
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt opgeschreven: de adverb uit de zin en over welk woord de adverb iets zegt. En je hebt alle vragen gemaakt. Voorbeeld: zin: She runs quickly. Antwoord: quickly, zegt iets over runs
Goal: Kies de goede vorm van de adjective of adverb + Je kan van een adjective een adverb maken.
What: 3 vraagopties: 1. Adjective: vul de goede adjective in. 2. Adverb a: vul de goede adverb in. 3. Adverb b: maak van de adjective een adverb
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt de vragen van de Test Yourself gemaakt.
Time: 5 minutes
Done? Je gaat naar Time To Work:
- Is je score lager dan 40% ga door naar optie 2
- Is je score tussen de 40% en 70% ga door naar optie 1
- Is je score hoger dan 70% ga door naar optie 3.
Mocht Quizizz het niet doen of de code is weg. Vul dan opnieuw je naam en de code in: 23671540
Next: Go to 'Time To Work' (Choose the correct option)
Time to work
Time to work !
Afhankelijk van je score bij Test Yourself:
- Is je score lager dan 40% ga door naar optie 2
- Is je score tussen de 40% en 70% ga door naar optie 1
- Is je score hoger dan 70% ga door naar optie 3.
Option 1:Exercises
What: Maak de opdrachten hieronder. Opdracht 1: complete the sentence by using the correct adjective/adverb. Opdracht 2: Complete the text by filling in the correct adjective/adverb
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt de opdrachten gemaakt
Time: 10 minutes
Done? Je gaat naar Final Test
Let op! Vul eerst in hoe je je voelt vandaag (Dit programma vraagt of je dit wilt doen voordat je aan de opdrachten begint)
Next: Go to 'Final Test'
Option 2: Extra Practice
What: Maak de opdrachten hieronder. Opdracht 1: Complete the sentence by using the correct adjective/adverb. Opdracht 2: Complete the sentences by using the correct adjective/adverb. Opdracht 3:Complete the text by filling in the correct adjective/adverb
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt de opdrachten gemaakt
Time: 10 minutes
Done? Je gaat naar Final Test
Let op! Vul eerst in hoe je je voelt vandaag (Dit programma vraagt of je dit wilt doen voordat je aan de opdrachten begint)
Next: Go to 'Final Test'
Option 3: Challenge yourself
What: Maak de opdrachten hieronder. Opdracht 1: Fill in the blanks. Opdracht 2: Rewrite the sentences by changing the adjective into an adverb. Opdracht 3: Write a short story
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: Grammar 5 uit je boek (blz. 149) Let wel op: de uitleg in je boek is in het Engels en is lastiger dan de kennisclip.
Result: Je hebt de opdrachten gemaakt
Time: 10 minutes
Done? Je gaat naar Final Test
Let op! Vul eerst in hoe je je voelt vandaag (Dit programma vraagt of je dit wilt doen voordat je aan de opdrachten begint)
Next: Go to 'Final Test'
nn
Final Test
What: Maak de Final Test in het leerarrangement
How: Alleen, je maakt de opdracht in het leerarrangement (niet op papier).
Help: X
Result: Je hebt de vragen van de Final Test gemaakt.
Time: 5 minutes
Done? Je gaat naar Evaluation en vult het Evaluatieformulier in
Next: Go to 'Evaluation'
Evaluation
Evaluation Studens B2C
- Vul hieronder het evaluatieformulier in over dit leerarrangement.
- Wees eerlijk en let op je taalgebruik.
- Jullie zijn van mij gewend dat hij anoniem is. Omdat adjectives en adverbs een lastig onderwerp is, en de uitleg in het boek ook best pittig is, heb ik besloten om jullie namen wel te vragen, zodat ik terug kan kijken of deze vervanging van de opdrachten uit het boek fijner was om mee te werken en wie welk onderdeel lastig vindt (dan kan ik in de toekomst eventueel extra materiaal maken en delen met jullie)
- Vul dus deze keer alsjeblieft wél je naam in.
Done? Laat het mevr de Klerk weten in de chat in Google Meet. Je kunt daarna gaan leren: Theme words + Words AB
Evaluation Mr. Rommens
Gelieve de Google Form evaluatie hieronder in te vullen over het leerarrangement. Bij voorbaat dank
Evaluation Peer Students HR
Voor medestudenten van de HR. Hieronder vindt je het document voor peerfeedback. Mijn naam en studentnummer staan al ingevuld voor je. Alvast bedankt voor het invullen !
Het arrangement Adjective & Adverbs is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Shelly
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-02-01 12:03:21
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Adjectives
Adverbs
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.