Begrijpend lezen - keuze uur H/V 3

Begrijpend lezen - keuze uur H/V 3

Begrijpend lezen

Introductie

Dit is de wikiwijs begrijpend lezen, bij alle onderdelen is eerst aangegeven wat de leerdoelen zijn. Daarna krijg je theorie en vervolgens ga je aan de slag met oefeningen. Begrijpend lezen is één van de belangrijkste onderdelen van Nederlands. Het centraal schriftelijk eindexamen bestaat voor het grootste deel uit begrijpende lezen, maar dat is niet de enige reden. Begrijpend lezen heb je veel en vaak nodig. Niet alleen bij het vak Nederlands, maar ook bij veel andere vakken. Bijvoorbeeld voor aardrijkskunde en geschiedenis, maar zelfs voor wiskunde is begrijpend lezen onmisbaar. Begrijpend lezen kan je niet zomaar even snel leren, het is nodig om veel en vaak te oefenen. Deze wikiwijs is een mooie manier voor je om te oefenen. Heel veel succes en plezier gewenst!

 

Leesstrategieën

Doel

Je kunt leesstrategieën hanteren en een vervangende strategie kiezen als de eerste niet werkt.

  • Je kent de verschillende leesstrategieën: globaal, grondig, kritisch, studerend en zoekend lezen.
  • Je kunt de verschillende leesstrategieën op het juiste moment inzetten.

Theorie

Voordat je gaat beginnen aan het lezen van een tekst is het handig om te weten welke leesstrategieën er zijn en hoe je ze kunt toepassen. Bekijk daarom het volgende filmpje.

Leesstrategieën

Aan de slag

Maak nu de volgende oefening

OEFENING 1

Beeld en opmaak in teksten

Doel

Je kunt de functie van beeld en opmaak in de tekst herkennen.

  • Je kunt de functie van een afbeelding bij de tekst benoemen.
  • Je kunt de tussenkopjes van een tekst aanwijzen.
  • Je kunt aangeven waarom bepaalde lettertypes zijn gebruikt.
  • Je kunt aangeven waarom sommige woorden dik- of schuingedrukt zijn.

Theorie

Beeld en opmaak

In een tekst wordt gebruik gemaakt van bepaalde lettertypes, tussenkopjes die dik gedrukt zijn, of afbeeldingen. Daar wordt allemaal over nagedacht. De keuze voor normaal of dikgedrukte letters hebben een functie. Ook kunnen afbeeldingen functies hebben. Het kan zijn dat ze de tekst ondersteunen waardoor het duidelijker wordt, maar het kan ook gewoon ter versiering zijn. 

De manier waarop een krant of tijdschrift een bladzij indeelt, heet de opmaak of lay-out. 

Lees meer over opmaak op Kennisbank

Kennisbank opmaak

Tekstdoel, tekstsoort en publiek

Doel

Je kunt het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert herkennen.

  • Je kent de verschillende schrijfdoelen: informeren, gevoelens uitdrukken, mening geven, overtuigen, aansporen tot handelen en amuseren.
  • Je weet wat objectieve en subjectieve argumenten zijn.
  • Je kunt het verschil tussen meningen, feiten en argumenten uitleggen

Je kunt verschillende tekstsoorten benoemen en het verband leggen tussen tekstsoort en schrijfdoel

 

Theorie

Iedere tekst is door iemand geschreven en voor iemand geschreven. De schrijver had bij het schrijven van de tekst een duidelijk doel voor ogen. Dit doel is van belang omdat het bepalend is voor de tekstsoort. Bij het schrijven van een tekst heeft de schrijver ook een publiek voor ogen. Hij houdt bij het schrijven van de tekst rekening met zijn publiek. Dat doet hij bijvoorbeeld door de toon en het taalgebruik aan te passen aan het publiek. 

Tekstdoel en tekstsoort


Als je een tekst gaat schrijven, doe je dat vaak met een doel.
Er worden vaak vier tekstdoelen onderscheiden:
amuseren, informeren, overtuigen en overhalen/activeren.

- Je spreekt van amuseren als een tekst de lezers wil vermaken.

- Als een tekst de lezers iets wil vertellen, spreek je van een informatieve tekst of vaninformeren.

- Een tekst heeft als doel overtuigen als de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt.

- Als het doel overhalen is, probeert de schrijver de lezers wel of niet iets te laten doen. Het doel is de lezers te activeren.

Tekstdoel en tekstsoort


Als je weet met welk doel je de tekst gaat schrijven, kies je een tekstsoort die goed bij
dat doel past.

In het schema hieronder zie je bij ieder tekstdoel een aantal tekstsoorten.

Tekstdoel Tekstsoort
   
amuseren roman, strip, kort verhaal
mop, column
   
informeren gebruiksaanwijzing, instructie
studieboek, folder, recept
nieuwsbericht, geboortekaartje
   
overtuigen ingezonden brief, sommige columns
   
overhalen/activeren reclamefolder, advertentie
uitnodiging, affiche

 

Bekijk nu dit filmpje

 

Tekstdoel en tekstsoort

Hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerpen

Doel

Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst benoemen en een samenvatting geven.

  • Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen.
  • Je kunt de deelonderwerpen van een tekst benoemen.

Theorie

Een tekst bestaat als het ware uit bouwstenen. Een tekst begint met woorden, als je die samenvoegt heb je een zin. Als je verschillende zinnen samenvoegt, krijg je een alinea en tot slot als je de alinea's op de juiste manier samenvoegt, krijg je een tekst. 
Er is een hoofdgedachte, een onderwerp en deelonderwerpen. De hoofdgedachte geeft in één zin weer waar de tekst over gaat. Het onderwerp zegt in één woord waar de tekst over gaat. De deelonderwerpen geven in één woord weer waar iedere alinea over gaat.

Boven de tekst staat de titel. Hierin kan je vaak al een beetje het onderwerp van de tekst vinden. Soms staan er boven de verschillende alinea's ook titels, dit noemen we tussenkopjes. In iedere alinea zit een kernzin. De kernzin geeft de hoofdgedachte van de alinea weer. Het is de belangrijkste zin van de alinea en het is vaak (maar let op, niet altijd!) de eerste zin. 

Een tekst is altijd opgebouwd volgens een vaste structuur. De tekst begint met een inleiding (dit is meestal de eerste alinea, soms zijn het twee alinea's) In de inleiding staat het onderwerp en vaak ook de hoofdgedachte van de tekst. De inleiding is een aandachtstrekker, die de lezer moet overhalen om de hele tekst te lezen. De inleiding eindigt vaak met een vraag, met een mening of met een vooraankondiging.

Na de inleiding volgt het middenstuk. In het middenstuk van een tekst worden de verschillende kanten (deelonderwerpen) van het onderwerp besproken.

De tekst eindigt met het slot (dit is meestal de laatste alinea). In het slot komt vaak de hoofdgedachte van de tekst terug. Dat kan in de vorm van een mening, aanbeveling, conclusie of een korte samenvatting.  Het slot kan beginnen met woorden als 'Kortom....', 'Al met al.....' of 'Dus...'. Het slot heeft als doel dat de boodschap van de tekst goed blijft hangen bij de lezer.

Bekijk het volgende filmpje.
Het filmpje gaat over de hoofdgedachte en het onderwerp in een tekst, maar de theorie geldt ook voor de hoofdgedachte en het onderwerp in een video.

Hoofdgedachte en onderwerp

Tips
Geluids- en beeldfragmenten hebben ook een hoofgedachte en een onderwerp. 
Op het examen wordt er soms naar gevraagd.

  1. Onderwerp: Het onderwerp is waar het gehele fragment over gaat.
    Je kunt het onderwerp aangeven met één woord of een klein groepje woorden.
    Maak dus geen hele zin.
  2. Deelonderwerpen: Een geluids- of beeldfragment kan veel onderwerpen bevatten,
    deze worden deelonderwerpen genoemd.
  3. Hoofdgedachte: De inhoud van een fragment kun je vaak in een zin samenvatten.
    Dit wordt de hoofdgedachte genoemd.

Aan de slag

Hoofdgedachte benoemen
Bekijk de filmpjes die hieronder staan. Benoem voor ieder filmpje de hoofdgedachte.
Het kan zijn dat de hoofdgedachte genoemd wordt in het filmpje, maar het kan ook zijn dat je de hoofdgedachte zelf moet formuleren.

Bespreek jouw antwoorden met je klasgenoten.

Theorie

Bekijk het filmpje over kernzinnen

Kernzinnen

Nog even in het kort:

Onderwerp
Een tekst gaat altijd ergens over. Dat noemen we het onderwerp.
Je komt het onderwerp te weten door je af te vragen: waar gaat de tekst over?
Het onderwerp druk je uit in één woord of enkele woorden (niet in een zin).

Deelonderwerpen
De alinea's bespreken de verschillende kanten van dat onderwerp. 
Die verschillende kanten noemen we deelonderwerpen. Het onderwerp van de hele tekst wordt verdeeld in deelonderwerpen. Zo kan het onderwerp van een hele tekst 'openbaar vervoer' zijn.
In de alinea's worden dan bijvoorbeeld de drie deelonderwerpen 'soorten openbaar vervoer', 'dienstregeling en planning' en 'voordelen openbaar vervoer' besproken.

Titel
Boven een tekst staat een titel. De titel kan aangeven waar de tekst over gaat.
Maar een titel kan je ook nieuwsgierig maken door het onderwerp nog niet te verklappen.

Hoofdgedachte 
De inhoud van de tekst is vaak in één zin samen te vatten. Dat is dan de hoofdgedachte. Vaak staat deze in de inleiding. Dat is meestal alinea 1 en 2 en soms hoort alinea 3 daar ook bij. 

Kernzin
De kernzin is de basis van elke alinea. Het is één van de belangrijkste bouwstenen van de tekst. Vaak is het de eerste of de laatste zin van een alinea. De kernzin geeft de hoofdgedachte van de alinea aan (LET OP: dus niet de hoofdgedachte van de complete tekst).

 

Aan de slag

Oefening: OEFENEN hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerp

Start

ANTWOORDEN hoofdgedachte filmpjes

Hoofdgedachte film 1:
Manon Melis droomt van plaatsing voor het WK met het Nederlandse vrouwen voetbalelftal.

Hoofdgedachte film 2:
Celine wil leren hoe ze lucide kan dromen en
om hierachter te komen schakelt ze de hulp van BNN in.

  • Het arrangement Begrijpend lezen - keuze uur H/V 3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Arie Bogerd Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-10-04 13:27:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit is een module voor begrijpend lezen in het vmbo. Je leert van alles over leesstrategieën, tekstdoelen, tekstsoorten, tekstindeling, hoofd- en bijzaken, tekstverbanden en signaalwoorden!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO gemengde leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    begrijpend lezen, nederlands, tekstsoort, tekstverband

    Bronnen

    Bron Type
    Leesstrategieën
    https://youtu.be/15GySyrXDo4?list=PLHhHafFcp92UeC4vtmKqG6KpxPFAc6zNU
    Video
    OEFENING 1
    http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-leesstrategieen/
    Link
    Kennisbank opmaak
    http://www.studionederlands.nl/KB_vmbo_bb/opmaak.html
    Link
    Tekstdoel en tekstsoort
    https://youtu.be/u9K15nOHJ0U
    Video
    Hoofdgedachte en onderwerp
    https://youtu.be/mInvDIkeYbY
    Video
    https://youtu.be/C3jgJ3It3d8
    https://youtu.be/C3jgJ3It3d8
    Video
    https://youtu.be/OByHtmX9QGs
    https://youtu.be/OByHtmX9QGs
    Video
    https://youtu.be/DDgzYtuSCEA
    https://youtu.be/DDgzYtuSCEA
    Video
    Kernzinnen
    https://youtu.be/upTZ96u82pQ
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van de Bree, Nancy. (2018).

    Begrijpend lezen - kopie 1

    https://maken.wikiwijs.nl/124782/Begrijpend_lezen___kopie_1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    OEFENEN hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerp

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.