Stoffen vmbo234

Stoffen vmbo234

Stoffen

Inleiding

Ik ben Aristoteles. Ik leef in de 4e eeuw voor Christus en ik word beschouwd als één van de invloedrijkste natuurfilosofen ooit. Ik veronderstel dat alle materie uit vier elementen is opgebouwd, uit water, vuur, aarde en lucht. Elk van deze elementen kan in een ander worden omgezet.

Eeuwenlang hebben mensen dit een veelbelovend idee gevonden. Als elementen in een ander kunnen worden omgezet dan kan bijvoorbeeld lood veranderd worden in goud! Zogenaamde “alchemisten” hebben eeuwenlang gezocht naar de steen der wijzen, een steen waarmee metalen in goud kunnen veranderen! Met de technieken die ze ontwikkelden en de vragen die ze stelden over materie, waren deze alchemisten de voorlopers van de huidige chemici.

De steen der wijzen is nooit gevonden. Nu weten we dat dit ook niet kan. Een metaal is niet zomaar in goud om te zetten. Eigenschappen (kwaliteiten) van elementen horen echt bij stoffen.

In dit deel leer je daar meer over.

 

Wat ga je leren?

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • stoffen beschrijven aan de hand van de volgende stofeigenschappen: kleur, geur, oplosbaarheid in water, fase bij kamertemperatuur, elektrische geleiding, kookpunt, smeltpunt, dichtheid, de mate van warmtegeleiding, brandbaarheid en mengbaarheid.
  • metalen en kunststoffen beschrijven aan de hand van stofeigenschappen.
  • aan de hand van gevarensymbolen beschrijven welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt.

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag
  Activiteit
Waarnemen Je bekijkt de video 'Nieuwe materialen' en beschrijf waarom eigenschappen van materialen belangrijk zijn.
Verklaren Je beantwoordt de vragen over eigenschappen van stoffen.
Theorie Je bestudeert de theorie over stofeigenschappen en materiaalgroepen. Ook leer je over de gevarensymbolen. 
Verwerken Je beantwoordt de verwerkingsvragen.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 2 uur.

Aan de slag

Stap 1: Waarnemen

Zelf ontwerpen

Scheikunde zou je kunnen beschrijven als de studie naar stoffen. Dankzij deze studie, kunnen nieuwe materialen gemaakt worden.

Beter kunstgras voor het voetbalveld bijvoorbeeld, of sterkere en lichtere vliegtuigen. Sneller maken van schaatspakken, lichter maken van fietsen.

Bekijk het volgende filmpje:

Video: Scheikunde - Nieuwe materialen



Waarom zijn die eigenschappen nou zo belangrijk?

Om daar meer over te weten te komen doe je de volgende twee opdrachten:

Stel dat je beschermende kleding ontwerpt voor een brandweerman.
Welke eigenschappen moeten de stoffen hebben waaruit die kleding bestaat?

Doe het volgende:

  1. Maak een schets van de kleding of zoek een afbeelding op van een brandweerman in werkkleding.
  2. Geef op je schets/afbeelding aan uit welke materialen de kleding bestaat.
  3. Licht toe waarom er voor die materialen gekozen is.

Lever je ontwerp in bij de docent.

Stap 2: Verklaren

Beantwoord de vragen.

Stap 3: Theorie

Bij scheikunde bestudeer je stoffen en hun eigenschappen.
Verschillende stoffen, hebben verschillende eigenschappen.

Stofeigenschappen

zijn eigenschappen waar je een stof aan kunt herkennen, zoals:

  • kleur: goud heeft zijn eigen kleur.
  • geur: benzine kun je ruiken.
  • oplosbaarheid in water: keukenzout is goed oplosbaar in water.
  • elektrische geleiding: metalen geleiden elektriciteit.
  • kookpunt: het kookpunt van alcohol is 78°C
  • smeltpunt: het smeltpunt van alcohol is -114 °C
  • warmtegeleiding: metalen geleiden warmte.
  • brandbaarheid: hout is brandbaar, water brandt niet.
  • fase bij kamertemperatuur: vast, vloeibaar of gasvormig.
  • Gewicht, vorm en temperatuur zijn géén stofeigenschappen. Een stof heeft geen vast gewicht, geen vaste vorm en geen vaste temperatuur. Dit zijn geen stofeigenschappen.

Materiaalgroepen

zijn materialen met overeenkomstige eigenschappen.
Twee materiaalgroepen zijn:

Metalen Metalen voorwerpen glanzen meestal en zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit. Veel metalen kun je magnetisch maken. Metalen hebben meestal een hoog smeltpunt. Voorwerpen die van een metaal gemaakt zijn kun je meestal verbuigen of indeuken, maar zullen niet snel breken. Voorbeelden van metalen zijn ijzer, nikkel, aluminium, koper, etc. Al deze metalen hebben een gemeenschappelijk set stofeigenschappen.
Bijboorbeeld hout is geen metaal, want het heeft deze stofeigenschappen niet.
Kunststoffen Een kunststof is een stof die niet in de natuur voorkomt. Voorbeelden van kunststoffen zijn plastic, nylon, teflon, keflar.
Voordelen van plastics zijn onder andere dat ze sterk, makkelijk te bewerken en goedkoop zijn. Nadelen van plastics zijn dat het veel energie kost om ze te maken en dat ze niet meer afbreekbaar zijn in de natuur. De grondstof voor plastic is aardolie.


Voor de meeste stoffen geldt dat je geen beschermende maatregelen hoeft te nemen als je met de stof werkt.
Sommige producten kunnen wel gevaarlijk zijn.
Op de verpakkingen van die gevaarlijke stoffen staat dan een gevarensymbool.

Gevarensymbolen

Hieronder zie je een aantal voorbeelden van gevarensymbolen:

Stap 4: Verwerken

Beantwoord de vragen.

Stap 5: Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor de opdracht staat ongeveer 2 uur.
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
  • Waarnemen
    Heb je bij 'Waarnemen' de video bekeken?
    Kun je na het bekijken van de video de opdrachten maken?
  • Verklaren
    Lukte het beantwoorden van de de vragen?
  • Verwerken
    Heb je de 9 verwerkingsvragen gemaakt? Ging het goed?
    Pasten alle vragen goed bij de stof?
  • Het arrangement Stoffen vmbo234 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-03-15 15:29:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Materie en techniek'. Het onderwerp van deze les is: stoffen. Je leert stoffen beschrijven aan de hand van de volgende stofeigenschappen: kleur, geur, oplosbaarheid in water, fase bij kamertemperatuur, elektrische geleiding, kookpunt, smeltpunt, dichtheid, de mate van warmtegeleiding, brandbaarheid en mengbaarheid, metalen en kunststoffen beschrijven aan de hand van stofeigenschappen, aan de hand van gevarensymbolen beschrijven welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Materie; NaSk; Stoffen om ons heen; Natuurkunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, elektrische geleiding, kookpunt, mengbaarheid, nask, oplosbaarheid, smeltpunt, stercollectie, stofeigenschappen, vmbo 2/3/4