De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Welke zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aan elkaar en welke los? Wanneer schrijf je tekort, teveel en tegoed aan elkaar en wanneer schrijf je het los van elkaar?
Oefening: Te veel of teveel, te goed of tegoed, te kort of tekort
0%
De oefening is een meerkeuzeoefening. Je krijgt 10 vragen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
Algemene Informatie
Titel
Te veel of teveel, te goed of tegoed, te kort of tekort
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoofdregel: Als je een woord afkort, eindig je de afkorting met een punt. Per afgekort woord gebruik je een punt. Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het woord voorkomt:
hr. = heer
p. = pagina
m.b.t. = met betrekking tot
jl. = jongstleden
blz. = bladzijde
Z.K.H. = Zijne Koninklijke Hoogheid
Een paar uitzonderingen zijn:
dhr. = de heer
z.o.z. = zie ommezijde
a.s. = aanstaande
Kleine letters - geen punten
Veel gebruikte afkortingen krijgen kleine letters en geen punten:
cao
wc
btw
dvd
apk
mbo
pc
havo
info
Hoofdletters - geen punten
Afgekorte eigennamen van bedrijven en instellingen schrijf je met hoofdletters en zonder punten:
EU
VVD
NAVO
UMC
NS
Afgekorte namen
Afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters behalve als ze tot het dagelijks taalgebruik behoren.
ME (myalgische encefalomyelitis of Mobiele Eenheid)
MKZ (mond-en-klauwzeer), maar soa en aids
Afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletter.
AOW = Algemene ouderdomswet
WAO = Wet op de Arbeidsongeschiktheid verzekering
KB = Koninklijk Besluit
VUT = vervroegde uittreding
Internationaal
Internationaal erkende afkortingen voor eenheden, maten, gewichten en chemische elementen krijgen geen punt:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening. Je krijgt 10 vragen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Spellingregels 3 - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Spelling', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het lezen over zelfstandig of bijvoeglijk gebruikte naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. Daarna lees je welke zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden je aan elkaar schrijft en welke los. Vervolgens maak je nog een oefening over afkortingen. Waarna je uiteindelijk de eindtoets maakt om al je kennis te testen.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Spelling', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het lezen over zelfstandig of bijvoeglijk gebruikte naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. Daarna lees je welke zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden je aan elkaar schrijft en welke los. Vervolgens maak je nog een oefening over afkortingen. Waarna je uiteindelijk de eindtoets maakt om al je kennis te testen.