Oefening: De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
0%
De oefening is eenmeerkeuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over de persoonsvorm.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In deze oefening staan tegenwoordige en verleden tijd door elkaar.
Maak de oefening.
Oefening: Persoonsvorm (t.t. of v.t.)
0%
De oefening is een meerkeuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over de persoonsvorm.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over deelwoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als we een werkwoord moeten vervoegen, gaan we uit van de infinitief ofwel het hele werkwoord. In een woordenboek wordt van werkwoorden altijd de infinitief gegeven.
De infinitief eindigt bijna altijd op -en: lopen, werken, leren, lachen etc. Uitzonderingen zijn: slaan, staan, gaan, etc.
Infinitieven kunnen voorkomen als zelfstandige naamwoorden.
Voorbeelden:
Hardlopen is goed voor je.
Schaatsen is erg populair.
Gebiedende wijs
Als in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp, dan staat de zin in de gebiedende wijs. De zin begint met een persoonsvorm die bestaat uit de stam van het werkwoord.
Voorbeelden:
Leg neer die bal!
Doe je mond open!
Pak je boek!
Ga de klas uit!
Opmerking
Als na het werkwoord het persoonlijk voornaamwoord 'u' wordt gebruikt, dan komt er wel een -t na de stam.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Werkwoordspelling - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Spelling', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het lezen over verschillende werkwoordsvormen en het bestuderen van de Kennisbanken over werkwoordsvormen en persoonsvormen. Daarna bestudeer je de informatie over voltooide en onvoltooide deelwoorden in de Kennisbank. Vervolgens bekijk je de voorbeelden over de onbepaalde wijs en de gebiedende wijs. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met het maken van de eindopdracht, waarbij je het schema met de verschillende werkwoordsvormen invult.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Spelling', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het lezen over verschillende werkwoordsvormen en het bestuderen van de Kennisbanken over werkwoordsvormen en persoonsvormen. Daarna bestudeer je de informatie over voltooide en onvoltooide deelwoorden in de Kennisbank. Vervolgens bekijk je de voorbeelden over de onbepaalde wijs en de gebiedende wijs. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met het maken van de eindopdracht, waarbij je het schema met de verschillende werkwoordsvormen invult.