omschrijven hoe dieren zonder skelet aan hun stevigheid komen.
omschrijven wat gewrichten zijn.
omschrijven hoe spieren beweging mogelijk maken.
(met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe spieren vastzitten aan het skelet.
(met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het is tussen zoolgangers, teengangers en hoefgangers (topteengangers).
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Vergelijk het skelet van een mens met het skelet van een paard.
Stap 3
Benoem de onderdelen van het skelet van een vleermuis.
Stap 4
Bekijk de video over zoolgangers, teengangers en topgangers. Zoek bij iedere soort ganger vijf dieren op.
Stap 5
Zoek uit hoe regenwormen bewegen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.
Examenopgaven
Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Je hebt dieren met een skelet en dieren zonder skelet.
Dieren met een skelet kun je onderverdelen in dieren met een inwendig skelet en dieren met een uitwendig skelet.
Hoe dat precies in elkaar zit, bestudeer je in de onderstaande Kennisbankitems.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een mens is een zoolganger. Het paard is een hoefganger.
Een paard loopt letterlijk op de top van zijn tenen.
Het onderste deel van een paardenbeen bevat dan ook minder botten dan het onderste deel van een mensenbeen.
Stap 3: Vleermuis
Kun jij na het bestuderen van het Kennisbankitem de onderdelen van het skelet van een vleermuis benoemen?
Doe de toepassing.
Stap 4: Poten
Hoe zijn poten van dieren aangepast aan hun omgeving?
Bekijk de volgende video van SchoolTV:
Zoogdieren zijn of zoolgangers, of teengangers of hoefgangers.
Een voorbeeld van een zoolganger is een beer, een teenganger is een leeuw en een hoefganger is een zebra.
Beantwoord de onderstaande vraag.
Stap 5: Regenwormen
Regenwormen maken gangen in de grond en maken zo de grond luchtig.
Dat is goed voor plantenwortels, want die hebben zuurstof nodig.
Maar hoe bewegen regenwormen nu precies?
Een regenworm bestaat uit allemaal aparte ringen, die segmenten heten.
Aan elke ring zitten borstels. De segmenten kunnen van vorm veranderen door kringspieren en lengtespieren. Hierdoor kan de regenworm zich voortbewegen.
Bekijk de video. Beantwoord daarna de vragen onder de video.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Inwendig skelet
Het geraamte bij gewervelde dieren.
Uitwendig skelet
Het pantser bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld insecten).
Borstels
De lichaamssegmenten van regenwormen zijn steeds voorzien van kleine, verharde en borstelachtige uitsteeksel.
Gewrichten
Beweeglijke verbinding tussen twee botten/beenderen.
Botten
Bot is een hard beenweefsel dat aanwezig is bij veel dieren en bij de mens.
Spieren
Een spier is een weefselstructuur van cellen die de eigenschap hebben te kunnen samentrekken waardoor beweging mogelijk is.
Zoolgangers
Zoolgangers hebben een vrij langzame gang. Voorbeelden van zoolgangers zijn mensen, beren en apen.
Teengangers
Maken alleen met de teenkootjes en middenvoetsbeentjes contact met de grond. Voorbeelden van teengangers zijn de katachtigen en honden.
Hoefgangers
Lopen op de toppen van hun vingers of tenen (teenkootjes). Voorbeelden van hoefgangers zijn paarden, koeien en olifanten.
Been
Been is keihard en stevig en ook datgene waar botten uit bestaan.
Kraakbeen
Kraakbeen is weefsel dat stevig is en toch ook buigzaam.
Schedel
De schedel staat boven op de wervelkolom en heeft een beschermende functie.
Romp
De romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben, de schoudergordel en de bekkengordel. De romp heeft een beschermende functie.
Wervelkolom
De wervelkolom is veerkrachtig en heeft een beschermende een beschermende en vormgevende functie.
Beenmerg
Beenmerg weefsel in de beenderen van gewervelde dieren, o.a. in ruggenwervel en borstbeen. Speelt een rol bij het vormen van botweefsel en bloed.
Tussenwervelschijf
Een kraakbeenkussentje, gevuld met vocht, gelegen tussen elke wervel en de volgende.
Wervellichaam
De buikzijde van de tussenwervelschijf.
Uitsteeksels
De rugzijde van de tussenwervelschijf.
Bekkengordel
De bekkengordel wordt gevormd door de heupbeenderen en het heiligbeen.
Ledematen
Benaming voor armen en benen.
Kalk
Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn.
Lijmstof
Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Ga na of je de leerdoelen hebt gehaald.
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
Klopt dat?
Inhoud
Wist je dat het skelet van een paard zoveel overeenkomsten had met ons skelet?
En wist je nog dat zoogdieren of zoolgangers, of teengangers of hoefgangers zijn?
Examenopgaven
Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Skelet en bewegen hv3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 3. Dit is thema ’Paarden'. Het onderwerp van deze les is: skelet en bewegen.
Je leert de functies van het skelet beschrijven, omschrijven hoe dieren zonder skelet aan hun stevigheid komen, omschrijven wat gewrichten zijn, omschrijven hoe spieren beweging mogelijk maken, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe spieren vastzitten aan het skelet, (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het is tussen zoolgangers, teengangers en hoefgangers (topteengangers).
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 3. Dit is thema ’Paarden'. Het onderwerp van deze les is: skelet en bewegen.
Je leert de functies van het skelet beschrijven, omschrijven hoe dieren zonder skelet aan hun stevigheid komen, omschrijven wat gewrichten zijn, omschrijven hoe spieren beweging mogelijk maken, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe spieren vastzitten aan het skelet, (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het is tussen zoolgangers, teengangers en hoefgangers (topteengangers).
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Skelet
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.