Taalonderzoek klas 3

Taalonderzoek klas 3

Vooraf

Algemene info

Groepsgrootte

Dit onderzoek doe je in groepjes van 3 - 5 personen die door de docent worden samengesteld.


Benodigdheden

  • Computer met een internetverbinding.
  • Mediatheek


Tijd


1 introductieles (In je groepje bepaal je al het onderwerp)

minimaal 5 werklessen, waaronder een halve les waar je info krijgt over APA (bronvermelding) en onderzoeksvaardigheden.

Huiswerk: buiten de lessen om zul je ook thuis aan de slag moeten met deze opdracht.

 

De presentaties vinden plaats in periode 4

 

 

 

Leerdoelen

Kennen en kunnen algemeen

Aan het eind van deze opdracht:

 

  • Heb je een onderzoek gedaan naar iets wat met taal te maken heeft.
  • Kun je een werkstuk maken dat voldoet aan vooraf gestelde eisen.
  • Kun je een goede bronnenlijst maken bij een werkstuk.
  • Moet je een onderzoeksresultaat goed kunnen weergeven in een werkstuk en een presentatie.
  • Heb je samen met de andere leden van je groepje de werkzaamheden zo verdeeld dat iedereen een gelijk aandeel heeft gehad.

 

Inleverdata

Het werkstuk moet je uitgeprint en via SOM inleveren bij docent Nederlands  

De presentaties worden gepland in periode 4.

 

Inleverdata: Klas 3G en 3IJ vrijdag 31 mei 2024

                     Klas 3H en 3K  vrijdag 7  juni 2024.

 

Eindproduct-Beoordeling

Je hebt een taalonderzoek gedaan. Onderzoeken is moeite doen om te leren hoe iets werkt of in elkaar zit. Het antwoord op je onderzoeksvraag kun je dus niet zomaar even op internet o.i.d. opzoeken. In je werkstuk is dan ook goed te zien dat je er moeite voor hebt gedaan.

Bij je presentatie geef je duidelijk aan wat je hebt onderzocht, hoe je het hebt onderzocht en wat de resultaten waren van je onderzoek.

 

Voor de beoordeling van je werkstuk wordt onderstaand schema gebruikt.

 

 

titelpagina (titel, naam + klas)                                       max.         5 punten             …………..

de inhoudsopgave                                                         max.         5 punten             …………..

de onderzoeksvraag + deelvragen + hypothese         max.       10 punten             …………..

antwoorden op de deelvragen in hoofdstukken         max.       50 punten             …………..

de conclusie                                                                   max.       20 punten             …………..

de bronvermelding                                                        max.       10 punten             …………..

 

Eventuele aftrek:

ontbreken schrijfplan                                         aftrek     10 punten

verzorging/netheid                                             aftrek     maximaal   10 punten     

spelling/stijl                                                        aftrek     maximaal  20 punten     

feedback geen/teweinig/slecht                         aftrek     maximaal  20 punten

Te laat inleveren                                                 aftrek    10 punten per dag              

 

                                                                                               

Groepsindeling

Klas 3G  

Groep 1: Bram, Ramon, Lotte

Groep 2: Sebastiaan, Sarah, Mirthe

Groep 3: Ilse, Bastiaan, Esra, Thijs

Groep 4: Kick, Gerjanne, Jente, Aron

Groep 5: Romeé, Justin, Marloes, Ruth

Klas 3H

Groep 1: Matthias, Liv, Gerran, Levi

Groep 2: Noa, Harm,Johan, Emma

Groep 3: Lieke, Paul, Anna

Groep 4: Alex, Lize, Julian, Matthijs

Groep 5: Nick, Lea, Anshuar, Corné

Klas 3IJ

Groep 1: Gabriëlle, Phelien, Anne

Groep 2: Levi, Sare, Lionne, Nathan

Groep 3: Willem, Silas, Kris

Groep 4: Kaj, Bram, Lars

Groep 5: Daniël, Dineke, Leanne, Veroniek

Groep 6: Julia, Esther, Tijn

Klas 3K

Groep 1: Alissa, Gerick, Matthias, Lotte

Groep 2: Nienke, Thomas, Kamiel, Daniek

Groep 3: Noa, Marcus, Jelyn, Linde

Groep 4: Maria, Aron, Yara, Florien

Groep 5: Zoë, Tobias, Helena

 

 

Opdracht 1: Werkstuk

OPDRACHT  1 Het taalonderzoek

Je gaat in groepjes van 3 - 5 personen (docent deelt groepen in!) een onderzoek doen naar de Nederlandse taal of naar een onderwerp dat daar nauw aan verbonden is. Je kunt dit heel breed opvatten. Taal is communiceren, dus lichaamstaal of gebarentaal vallen daar ook onder. Maar wat dacht je van reclame op tv of op je smartphone. Heel veel zaken hebben met taal te maken. Kijk dan bij het zoeken naar een onderwerp heel breed en niet alleen naar spellings- of grammaticaregels.

Bij een onderzoek gaan we ervan uit dat je het antwoord op je vraag niet zomaar even kunt vinden op internet of in de literatuur.

Een paar voorbeelden waar je een onderzoeksvraag bij kunt bedenken:

  • de Nederlandse taal in de 17e eeuw
  • hoe leert een kind de taal? (taalverwerving)
  • etymologie
  • gebarentaal
  • jongerentaal
  • een dialect
  • dyslexie
  • reclametaal
  • lichaamstaal
  • communicatie(problemen)
  • of iets anders dat met taal te maken heeft

Eisen werkstuk

Eisen werkstuk taalonderzoek klas 3-HV

  • Behalve het internet moet je ook minimaal twee andere bronnen gebruiken. Let op: alles wat met wiki begint, mag je niet gebruiken als bron, dus ook geen wikipedia. Google is slechts een zoekmachine, die doorverwijst naar de echte bron!
  • Alles moet in je eigen woorden; dus niet letterlijk kopiëren en plakken!!
  • Het moet er keurig verzorgd uitzien!! Plaatjes enz. mag je toevoegen, maar niet te veel. Het gaat om de tekst!!
  • Per deelvraag moet je minimaal een half A4'tje aan tekst hebben. Geef achtergrondinfo, leg zaken uit, etc.

 

Het werkstuk bestaat uit:

  • titelpagina (titel, namen groepsleden, plaats, datum)
  • inhoudsopgave hoofdstukken en paginanummers; Let op; de inleiding is hoofdstuk 1!! De titelpagina, de inhoudsopgave en de bronvermelding hebben geen hoofdstuknummer
  • hfd.1 de inleiding met daarin:
  • welk onderwerp, waarom je dat gekozen hebt, wat je onderzoeksvraag is en wat je deelvragen zijn; wat de hypothese is.
  • hfd. 2 de informatie over deelvraag 1
  • hfd. 3 de informatie over deelvraag 2
  • hfd. 4 de informatie over deelvraag 3
  • hfd. 5 de informatie over deelvraag 4
  • hoe meer deelvragen hoe meer hoofdstukken
  • hfd. 6 conclusie (met o.a. het antwoord op de onderzoeksvraag en de vergelijking met je hypothese)
  • bronnenlijst (lijst van gebruikte bronnen)

Bijlagen: Schrijfplan, de feedback (vraag schriftelijke feedback van in ieder geval 2 verschillende personen) en eventueel een interviewverslag of een leeg enquête formulier of .....

LET OP: Je bronnenlijst moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

Regels opstellen bronnenlijst:

Boek:                     Auteur(s), jaar, titel van het boek, uitgever, plaats.

Tijdschrift/krant: Auteur, jaar, titel van het artikel, tijdschrift, jaargang, nummers van de gebruikte pagina(‘s)

Brochure:             Naam brochure, jaar, Soort brochure, van wie de uitgave is, plaats.

Internetbron:      Auteur, jaar, Titel van de publicatie, Webadres, Bekeken op…

 

De bronnenlijst moet op alfabetische volgorde en is één lange lijst met alle bronnen.

 

Algemene voorwaarden

Hieronder vind je de algemene voorwaarden voor in te leveren werk. De specifieke eisen voor dit werkstuk vind je onder het kopje:

2. Specifieke eisen voor het inleveren van een werkstuk.

Voorwaarden voor in te leveren schriftelijk werk.

 

1. Algemene eisen betreffende in te leveren schriftelijk werk. (alle klassen)

 

  • Het in te leveren werk mag niet handgeschreven zijn. Het moet dus op de computer worden uitgewerkt en het wordt uitgeprint.
  • Op het blad zelf rechts bovenaan: je naam, het vak, de inleverdatum en de opdracht (bijv. verslag van ….). Bij een opdracht die meerdere blaadjes beslaat moet dit uiteraard op het eerste blad.
  • Lettergrootte 10, 11 of 12 tekens per inch.
  • Lettertypes :  duidelijk leesbare lettertypes zoals Arial, Times New Roman, Comic Sans MS, Book Antiqua of Calibri.
  • Geen plastic om de in te leveren blaadjes.
  • Grotere opdrachten, die meerdere pagina’s bevatten inleveren in een snelhechter.
  • Printen op wit A4-papier, dus geen extra opdruk.
  • Het geheel moet netjes ingeleverd worden, dus zonder gaten, niet verfrommeld en geen stukken eraf gescheurd o.i.d.
  • De kleur van de letters is zwart. Foto’s mogen in kleur.
  • Bronvermelding moet als volgt:      
    • Tijdschrift/krant: Auteur, jaar, titel van het artikel, tijdschrift, jaargang, nummers van de gebruikte pagina(‘s)
    • Voorbeeld: Ruys, Anneke, ‘Bij de beesten af’, Volkskrant, 20 oktober 2007
    • Boek:                     Auteur(s), jaar, titel van het boek, uitgever, plaats.
    • Voorbeeld: ’t Hart, Maarten, De unster, De Arbeiderspers, 1989
    • Internetbron:      Auteur, jaar, Titel van de publicatie, Webadres, Bekeken op…    (auteur en jaar zijn niet altijd bekend)
    • Voorbeeld: www.penta.nl/~brh/woordzoekers/fs.wordfinder.php, bekeken op 20-10-07
    • Brochure:             Naam brochure, jaar, Soort brochure, van wie de uitgave is, plaats.

 

 

2. Specifieke eisen voor het inleveren van dit werkstuk.

Uiteraard gelden de algemene eisen, daarnaast het volgende:

  1. Het werkstuk bestaat uit:

  2. titelpagina (titel, namen groepsleden, plaats, datum)
  3. inhoudsopgave hoofdstukken en paginanummers; Let op; de inleiding is hoofdstuk 1!! De titelpagina, de inhoudsopgave en de bronvermelding hebben geen hoofdstuknummer
  4. hfd.1 de inleiding met daarin:
  5. welk onderwerp, waarom je dat gekozen hebt, wat je onderzoeksvraag is en wat je deelvragen zijn; wat de hypothese is.
  6. hfd. 2 de informatie over deelvraag 1
  7. hfd. 3 de informatie over deelvraag 2
  8. hfd. 4 de informatie over deelvraag 3
  9. hfd. 5 de informatie over deelvraag 4
  10. hoe meer deelvragen hoe meer hoofdstukken
  11. hfd. 6 conclusie (met o.a. het antwoord op de onderzoeksvraag en de vergelijking met je hypothese)
  12. bronnenlijst (lijst van gebruikte bronnen)
  • Bijlagen: Schrijfplan, de feedback (vraag schriftelijke feedback van in ieder geval 2 verschillende personen) en eventueel een interviewverslag of een leeg enquête formulier of .....

    LET OP: Je bronnenlijst moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

     

    Regels opstellen bronnenlijst:

    Boek:                     Auteur(s), jaar, titel van het boek, uitgever, plaats.

    Tijdschrift/krant: Auteur, jaar, titel van het artikel, tijdschrift, jaargang, nummers van de gebruikte pagina(‘s)

    Brochure:             Naam brochure, jaar, Soort brochure, van wie de uitgave is, plaats.

    Internetbron:      Auteur, jaar, Titel van de publicatie, Webadres, Bekeken op…

     

    De bronnenlijst moet op alfabetische volgorde.

 

  1. Bijlagen vermeld je in je inhoudsopgave en stop je na het laatste blad.
  2. Een eventueel planningsformulier voeg je als bijlage toe aan je werkstuk.
  3. Als je een enquête hebt gehouden voeg je een niet ingevuld enquêteformulier als bijlage toe.
  4. Alle antwoorden schrijf je in eigen woorden. Je mag dus geen stukken tekst letterlijk overnemen van een bron. Is dit wel noodzakelijk dan vermeld je dat in de tekst zelf.
  5. Je werkstuk wordt altijd ingeleverd in een snelhechter. Ook hier geldt geen velletjes in plastic insteekhoesjes.
  6. Bladnummering rechtsonderaan.

 

 

Werkwijze

  1. Bedenk  een onderzoeksvraag. Dit is de hoofdvraag; wat wil je aan het eind van je onderzoek weten over het  onderwerp? Maak je onderzoeksvraag niet te ruim! Een goede brainstorm kan zeer handig zijn!
  2. Je bedenkt minimaal 4 deelvragen bij je onderzoeksvraag. Deze deelvragen behandelen een gedeelte van het onderwerp. De antwoorden op je deelvragen samen geven het antwoord op je onderzoeksvraag.
  3. Je bedenkt een hypothese. (wat denk je dat het antwoord is op de onderzoeksvraag?) Eventueel per groepslid.
  4. Vul het schrijfplan in en laat het goed keuren door je docent.
  5. Verdeel de taken.
  6. Verzamel informatie. (Vergeet niet je bronnen te noteren in een apart bestand)
  7. Schrijf je werkstuk.
  8. Controleer elkaars werk.
  9. Maak er één mooi, net geheel van.
  10. Vraag feedback aan twee buitenstaanders.
  11. Verwerk de feedback.
  12. Lever je werkstuk op tijd in.

Schrijfplan

Download het formulier via de link hierboven.
Download het formulier via de link hierboven.

Opdracht 2: presentatie

OPDRACHT  2  Presentatie van je onderzoek

Voorwaarden/eisen presentatie:

  • Je hebt maximaal 10 minuten de tijd
  • Je maakt gebruik van Powerpoint, Prezi of een andere presentatietool
  • Je vertelt de klas:
    • Wat je onderzocht hebt
    • Waarom je dit onderzocht hebt
    • Wat je hypothese was
    • Hoe je onderzocht hebt
    • Wat de resultaten waren van je onderzoek
  • Beoordeling volgens rubric presenteren klas 3

Rubric presenteren

Handige sites

Taalmuseum

Site met allerlei info over het maken van een (profiel)werkstuk over taal

 

Een Belgische site met allerlei voorbeelden van taalonderzoek(jes)

https://taalverhalen.be/category/taalonderzoek/

 
  • Het arrangement Taalonderzoek klas 3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jelle Huizenga
    Laatst gewijzigd
    2024-04-10 14:37:30
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Taalmuseum
    https://taalmuseum.nl/collection
    Link
    Site met allerlei info over het maken van een (profiel)werkstuk over taal
    https://www.profielwerkstuktaalkunde.nl/
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Huizenga, Jelle. (2023).

    Poëzie klas 3

    https://maken.wikiwijs.nl/57885/Po_zie_klas_3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.