Deze cursus is bedoeld om jou als student in het wetenschappelijk onderwijs bewust te maken van het belang van bronnen vermelden en om je te leren hoe bronvermelding werkt in de praktijk.
Bronnen, wat zijn dat?
Gebruik je in jouw paper of scriptie informatie of ideeën van anderen, dan dient dit als een bron. In een paper of scriptie gebruik je bronnen, want
zo bouw je voort op bestaande wetenschappelijke kennis en
ze helpen je om de lezer van je argumentatie te overtuigen.
Bekijk de video over het nut van vier soorten bronnen, de verschillen en overeenkomsten tussen:
handboek
monografie
bundel
wetenschappelijk tijdschriftartikel
Bekijk de video
Soorten bronnen
Er zijn nog veel meer soorten bronnen waar je informatie of ideeën uit kunt putten en het blijft niet bij tekst:
krantenartikelen
geluidsopnamen
blogs
interviews
tweets
afbeeldingen
jaarverslagen
webpagina's
grafieken
onderzoeksdata
films
tabellen
archiefmateriaal
In de wetenschap is het een standaardpraktijk om te vermelden uit welke bronnen je put. Het is echter veel meer dan een conventie. Vermeld je je bronnen niet of slecht, dan pleeg je plagiaat: je wekt de schijn dat je iets zelf hebt bedacht. Dat geldt als een academische doodzonde en je riskeert dat je je studie moet afbreken. Deze cursus leert je o.a. hoe je plagiaat vermijdt.
In sommige takken van wetenschap is er een onderscheid in primaire en secundaire bronnen.
Bij Geschiedenis noemt men informatie uit de eerste hand, gegeven door een ooggetuige: een primaire (of directe) bron. Al het andere is een secundaire (of indirecte) bron.
Bij Letterkunde worden de objecten van onderzoek (bv. romans en gedichten) primaire bronnen genoemd en interpretaties en analyses ervan: secundair.
Test jezelf
Waarom bronnen vermelden?
Waarom zou je noteren welke bronnen je hebt gebruikt, en niet alleen voor jezelf maar ook voor je lezer?
Denk er even over na en bekijk dan de volgende video.
Bekijk de video
Redenen op een rij
Bij het schrijven van een paper of scriptie is het dus belangrijk om bronnen te vermelden, want:
je laat zien dat je begrijpt wat anderen over het onderwerp hebben gezegd
je maakt onderscheid tussen je eigen ideeën en die van anderen
je vergemakkelijkt het identificeren en opzoeken van je bron
je erkent / bedankt je bron
je laat zien dat je verder bouwt op bestaande kennis
je verhoogt je geloofwaardigheid en integriteit
je vermijdt plagiaat
Uitgangspunt bij citeren
Je mag niet zomaar citeren uit auteursrechtelijk beschermd werk. Een citaat moet passen binnen de argumentatie van je betoog en je mag ook niet meer citeren dan wat relevant is voor je betoog.
Algemene kennis (common knowledge)
Wanneer het gaat om feiten en meningen die binnen jouw vakgebied algemeen zijn, dan is het niet nodig om aan bronvermelding te doen. De volgende beweringen zijn hiervan voorbeelden:
"Nederland was in het begin van de 20e eeuw een sterk verzuilde samenleving."
"During the past years, the role of social media has become very important in our discipline."
Deze kunnen dus zonder bronvermelding.
Test jezelf
Citeren, parafraseren en samenvatten
Je weet nu waarom het belangrijk is om bronnen te vermelden wanneer je een scriptie of paper schrijft. Dat geldt voor al je wetenschappelijke publicaties, dus ook voor artikelen en boeken.
Maar hoe doe je dat?
Er zijn drie manieren om in je paper iets te zeggen over de bron die je gebruikt.
1. je citeert de bron letterlijk (Engels: quoting)
2. je vat die bron kort samen
3. je presenteert de bron in je eigen woorden (Engels: paraphrasing)
Bekijk de video
Bij het schrijven van je paper maak je telkens een passende keuze voor de manier waarop je je bron vermeldt.
Bekijk de volgende video over wat passend is en waarom.
Terug naar de oorsprong
Ga altijd terug naar de meest oorspronkelijke bron. Als je een nieuwsbericht leest over interessante bevindingen van een bepaald onderzoek, kun je niet volstaan met het gebruiken van dat bericht. Je moet het originele onderzoek erbij pakken en dat als bron gebruiken.
Twee stappen
Wanneer je een bron in je tekst citeert, parafraseert of samenvat, vermeld je de bron in twee stappen:
1. In de tekst zelf, of met behulp van een voetnoot of eindnoot, komt een korte vermelding van de bron, meestal bestaande uit een auteur, jaartal en pagina
2. In de literatuurlijst komt een volledige vermelding van alle gebruikte bronnen. Daarin staat alles wat de lezer nodig heeft om de bron op te zoeken.
De lezer moet elke bronvermelding (ofwel referentie) in je tekst óók in de literatuurlijst kunnen vinden.
Hoe herken je een bronvermelding?
Bekijk de video
Bekijk eerst deze video.
Test jezelf
Je weet nu wat bronnen zijn, waarom het belangrijk is om deze te vermelden en hoe. Ook heb je geleerd om aan bronvermeldingen te herkennen om welke soort bron het gaat.
Het volgende deel is gericht op de praktijk van het schrijven aan de hand van bronnen. Je leert correcte bronvermeldingen maken en je maakt kennis met software die je daarbij helpt.
Vereisten aan een bronvermelding
Je hebt zojuist geoefend met het herkennen van referenties. Vanaf dit punt in de cursus gaat het over het zelf maken ervan.
Benodigde elementen
Het spreekt vanzelf dat je bij het vermelden van een boek in een literatuurlijst in ieder geval de volgende elementen noteert:
de naam van de auteur(s)
de titel, eventueel de ondertitel
het jaar van uitgave
Daarnaast is de gewoonte om ook de uitgever, jaar en plaats van uitgave te vermelden. Als het gaat om een vertaling, verdient ook de naam van de vertaler een plek, en wanneer het als deel van een serie is verschenen, moet de serietitel genoteerd worden.
Misschien vind jij zelf andere zaken vermeldenswaard, zoals de woonplaats van de auteur, maar die hoort in een bronvermelding niet thuis. Wat er wel in thuishoort ligt vast in bibliografische conventies.
Zo vermelden we bijvoorbeeld
bij een
altijd ook o.a.
tijdschriftartikel
tijdschrifttitel, jaargang, paginanummers
digitaal tijdschriftartikel
DOI (digital object identifier)
hoofdstuk uit boek
auteurs of editors van het boek, paginanummers
krantenartikel
datum
radioprogramma
zender en uitzenddatum
film
regisseur
ongepubliceerde brief
geadresseerde
nieuw ontdekte prent
vindplaats, techniek
typoscript van een auteur
vindplaats
Wees consequent
Niet alleen de elementen liggen per soort bron vast, ook de vorm, de volgorde en de interpunctie is gereguleerd in de vorm van citeerstijlen ofwel bibliografische stijlen (styles). Je kiest dus niet zelf welke elementen je vet maakt of onderstreept, en of je voornamen of alleen initialen van een auteur vermeldt. In een stijlboek (style guide of style manual) wordt dit voorgeschreven.
Stijlen zijn vaak specifiek voor een bepaald vakgebied of academisch tijdschrift. Enkele veelgebruikte stijlen zijn APA, Harvard, Chicago en MLA. Informeer zonodig bij jouw opleiding, of je voor jouw paper of scriptie een specifieke stijl moet gebruiken en zo ja: welke.
Door een stijl toe te passen kun je op een correcte en consequente manier naar bronnen verwijzen.
Test jezelf
Haakjes en noten
Niet alleen de precieze volgorde en vorm van referenties in een literatuurlijst wordt gereguleerd via de stijl. Ook de manier waarop je in jouw tekst via een
letterlijk citaat
samenvatting
parafrase
of anderszins verwijst naar een bron, ligt vast.
Sommige stijlen dicteren dat je aan het eind van een zin tussen haakjes verwijst naar een auteur en pagina, of naar een auteur, jaar van uitgave en pagina. Voorbeelden hiervan zijn APA en Harvard. Als je bij één zin naar meerdere bronnen wilt verwijzen, kan dat. Let wel op dat de sluithaak vóór de interpunctie komt (zoals punt of komma).
Andere stijlen schrijven voor dat je een voetnoot creëert en daarin auteur en pagina, of auteur, jaar van uitgave en pagina vermeldt. De voetnoten komen in een doorlopende numerieke volgorde onderaan de betreffende pagina. Dit geldt bv. in de Chicago-stijl (16e editie).
Sommige stijlen willen dat je een eindnoot creëert met de gegevens over de bron en de precieze plaats daarbinnen. De genummerde voetnoten worden helemaal aan het eind van de tekst geplaatst.
Als je in je tekst vaker naar dezelfde bron verwijst, moet je telkens een nieuwe verwijzing tussen haakjes of via een eind- of voetnoot aanmaken. Als je verwijst naar een andere pagina in hetzelfde werk dat in je vorige noot werd aangehaald, kan je in sommige stijlen volstaan met ibidem, afgekort ibid. gevolgd door de pagina waarnaar je verwijst.
De volledige vermelding van een bron waarnaar je (tussen haakjes, of via een eindnoot of voetnoot) hebt verwezen, plaats je in de literatuurlijst (andere benamingen: bibliografie, cited works); in de regel op alfabetische volgorde van auteur.
In de literatuurlijst komt elke bron maar 1 keer voor:
References
Bender Sebring, Allensworth, Bryk, Easton & Luppescu (2006). The essential supports for school improvement. Chicago: Consortium on Chicago School Research.
Hargreaves & Fullan (2012). Professional capital. Transforming teaching in every school. Toronto: teachers College Press.
Kambel, E. (2013). Sirius Peer review Norway, 14 and 15 November 2013. Barcelona: Sirius.
Lomos, C., Hofman, R. & Bosker, R. J. (2011). Professional community and student achievement –a meta-‐analysis. School Effectiveness and School Improvement,22(2), 121-‐148.
Muijs, S. Harris, A. Chapman, C., Stoll, L. & Russ, J. (2004). Improving schools in socioeconomically disadvantaged areas – A review of research evidence. School effectiveness and school improvement: An international Journal of research, policy and practice, 15(2), 149-‐175.
Payne, C.M. (2008). So much reform, so little change. The persistence of failure in urban schools. Cambridge: Harvard Education Press.
Severiens, S. & Tudjman, T. (2013). Professional capital in schools as regards education for migrant children. An exploration of policies in the Sirius network countries. Barcelona: Kit-book.
Severiens, S., Wolff, R. & Herpen, S. van (2014). Teaching for diversity. European Journal of Teacher Education. doi 10.1080/02619768.2013.845166.
Tudjman, T. (2012). Sirius Peer review Zagreb, 10 and 11 October 2012. Barcelona: Sirius.
Tudjman, T. (2013a). Equal educational opportunities policy in educational practice. Creating optimal learning and development chances for pupils with a migrant background in Antwerp 22 and 23 January 2013. A peer review report. Barcelona: Sirius.
Tudjman, T. (2013b) Policy makers meeting Rotterdam, 11th of December 2012. Policies in the Sirius countries on professional capacity building with a focus on improving the educational position of migrant children. Barcelona: Sirius.
Meer over stijlen: formatteer je bronvermelding
Wereldwijd worden er meer dan zevenduizend bibliografische stijlen gehanteerd. Veel academische tijdschriften hebben hun eigen stijlvoorschriften.
In de volgende video worden enkele verschillen tussen veelgebruikte stijlen behandeld en verklaard.
Bekijk de video
Gedetailleerde voorschriften per stijl
In deze cursus is geen plaats om stijlen tot in detail te beschrijven. Hieronder vind je enkele links naar betrouwbare informatiebronnen voor enkele veelgebruikte stijlen.
Stijlvoorschriften hoeven niet gekend te worden, alleen toegepast. Zorg dus dat je de voorschriften bij de hand hebt (een stijlgids of style guide). Ze zijn in de Bibliotheek, in de boekhandel en/of op internet te vinden.
Van niemand wordt verlangd bronvermeldingen in een specifieke stijl te maken zonder de voorschriften erbij te nemen. Wel moet je een 'oog' ontwikkelen voor het consequent toepassen van één stijl.
Test jezelf
Citatietools
Of je nu zelf een stijl kiest, of een voorgeschreven stijl gebruikt, het is belangrijk dat je de regels weet te vinden en ze consequent toepast. Hoe werkt dit in de praktijk?
Als je dit handmatig doet, typ je alle verwijzingen in de tekst, voetnoten of eindnoten, en de volledige referenties in de literatuurlijst, waarbij je alle regels nauwgezet toepast. Dat is een hele klus en je ziet kleine fouten gemakkelijk over het hoofd.
We bevelen aan om dit werk te automatiseren met behulp van een citatietool ofwel citatiesoftware. Daarmee bespaar je veel tijd. Je kunt kiezen uit RefWorks, Zotero of Mendeley.
De volgende video legt uit hoe deze tools werken.
Bekijk de video
RefWorks, Zotero en Mendeley
RefWorks, Mendeley en Zotero zijn tools waarmee je een persoonlijke databank opbouwt met alle bronnen die je voor je paper of scriptie hebt gebruikt of nog gaat gebruiken. In elke tool kun je de databank handmatig vullen (gegevens plakken of typen). Maar veel fijner is om al tijdens je zoektocht naar literatuur (bijvoorbeeld in CatalogusPlus, PsycINFO of Scopus) de gevonden pareltjes automatisch in je eigen databank op te slaan, zonder dat je zelf iets hoeft te typen of plakken.
Bij het schrijven van je paper of scriptie voeg je vanuit je persoonlijke databank een verwijzing naar bv. een boek of artikel in.
Tot slot kunnen de tools jouw tekst consequent formatteren volgens de stijl die jij kiest, compleet met voet- of eindnoten en literatuurlijst.
Ook bij het gebruik van een citatietool blijft het belangrijk om je werk goed te controleren en zonodig achteraf correcties aan te brengen.
Test jezelf
Kies een tool
Elke tool heeft voor- en nadelen, en je keus hangt ook van af welke werkwijze je prettig vindt, wat voor computer je hebt en welke versie van Word.
Gebruik je een Mac-computer met MacOS Mojave of Catalina, of heb je een Mac met Word 2019? Dan is Zotero de beste keus.
Wil je snel zoekresultaten uit een catalogus of database verzamelen? Dit gaat het gemakkelijkst met RefWorks. Zotero is ook heel geschikt als je vooral zoekt in CatalogusPlus, JSTOR, Web of Science en Scopus. Je kunt ook titels uit andere databases verzamelen maar dat vergt een extra stap.
Heb je al veel PDF-versies van artikelen opgeslagen en wil je daar aantekeningen in maken? Dat kan met Mendeley en RefWorks. Mendeley is het meest geschikt als je je aantekeningen ook met anderen wilt delen.
Wil je met anderen aan hetzelfde document werken? Dat gaat het beste in Mendeley of Zotero.
Gebruik je een andere tekstverwerker dan Word?
GoogleDocs: kies dan voor RefWorks of Zotero
Libre Office: kies voor Mendeley of Zotero
Pages: geen van de drie programma's is bruikbaar.
Aan de slag met de tools
Op de website van de UvA Bibliotheek vind je informatie om aan de slag te gaan met de tool van jouw keuze (klik op een logo en de informatie opent in een nieuw venster).
De Bibliotheek van de UvA biedt gratis hands-on cursussen waarin je oefent en routine opbouwt met de tools.
Slotwoord
Dit is het eind van deze cursus.
Je weet nu dat er vereisten zijn aan bronvermelding en dat je hierop als (aanstaand) wetenschapper mede beoordeeld wordt.
Je hebt kennis van verschillende citatiestijlen en je hebt stilgestaan bij de citatiestijl die je gaat gebruiken om aan te sluiten bij jouw academische gemeenschap.
Je hebt gezien hoe RefWorks, Mendeley en Zotero het invoegen van bronvermeldingen in je tekst en het toepassen van een stijl wat makkelijker maken.
Rest ons je veel succes te wensen met je verdere stappen in academisch schrijven en publiceren.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.