Het arrangement Kennisbank Aardrijkskunde - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-10-03 17:25:10
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Aardrijkskunde;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bevolkingsspreiding
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Grenzen en cultuur
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Internationale betrekkingen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Kenmerken ontwikkelingslanden
https://maken.wikiwijs.nl/87234/Kenmerken_ontwikkelingslanden
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Kennisbank Aardrijkskunde - hv123
https://maken.wikiwijs.nl/87198/Kennisbank_Aardrijkskunde___hv123
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Klimaatverandering
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Klimaatverschillen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Landschapsvorming
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Natuurverschijnselen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Nederland en het water
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Nederlandse economie
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Nederlandse landschappen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Omvang bevolking
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontwikkelingslanden
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontwikkelingssamenwerking
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Problemen met water
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Wereldgodsdiensten
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Zon, aarde en maan
Welkom bij de Kennisbank Aardrijkskunde.
Het domein 'Aarde, klimaat en landschap' bestaat uit de volgende acht Kennisbankitems.
Inval zon 21 juni
Inval zon 21 maart en 23 september
Inval zon 22 december

Om aan te geven hoe warm het buiten is, gebruik je het woord temperatuur.
Bij neerslag gaat het om het vallen (neerslaan) van water.
Er worden drie soorten regen onderscheiden: stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen.
De dunne laag lucht die zich rond de aarde bevindt, wordt de atmosfeer genoemd. De lucht heeft een massa en wordt dus aangetrokken door de aarde: de lucht oefent druk uit op de aarde.
De luchtdruk op aarde is niet overal gelijk. Hoe hoger je in de atmosfeer komt, hoe lager de luchtdruk. Je zegt dan: lucht wordt ijler.
Passaatwinden zijn winden die het hele jaar voorkomen in het gebied tussen 30° ZB en 30° NB. Op het noordelijk halfrond spreek je van de noordoostpassaat. De zuidoostpassaat waait op het zuidelijk halfrond. Passaatwinden waaien altijd van oost naar west.
De windsnelheid meet je met een windmeter.
Een stof kan door wrijving elektrisch geladen raken. De wrijving zorgt ervoor dat elektronen van de atomen die in de stof zitten, aan de wandel gaan. De stof kan hierdoor positief of negatief geladen raken.
Het huidige gematigde klimaat in Nederland en de ijstijden hebben in Nederland bijgedragen tot de vorming van zes kenmerkende landschappen.
Het domein 'Bevolking en ruimte' bestaat uit de volgende drie Kennisbankitems.
In de tweede helft van de 19e eeuw vond in Nederland de Industriële Revolutie plaats.
Na de eerste groei van de steden als gevolg van de industrialisatie en de mechanisatie volgde de suburbanisatie (suburb = buitenwijk). De mensenstroom gaat in de andere richting: mensen willen vertrekken uit de stad om gebrek aan ruimte, lawaai, luchtvervuiling en dergelijke te ontvluchten.
Door de urbanisatie en suburbanisatie zie je nu vaak een centrale stad met eraan vastgegroeide randgemeenten of voorsteden. Dit grootstedelijk gebied wordt ook wel een agglomeratie genoemd. Ruimtelijk gezien vormt de agglomeratie een geheel en de bewoners van de agglomeratie wonen, werken, winkelen en recreëren in verschillende delen van de agglomeratie en verplaatsen zich regelmatig binnen de agglomeratie.
Suburbanisatie (vertrekken uit de stad) in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was vooral iets voor de beter opgeleide midden- en hogere inkomens. Een van de gevolgen van de suburbanisatie is segregatie: bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen komen bij elkaar te wonen.
De suburbanisatie die vanaf 1960 op grote schaal plaatsvond, had behalve segregatie nog een belangrijk ongewenst gevolg: de filedruk nam toe. Forensen die iedere dag vanaf hun woonplaats naar de stad moeten om te werken, zorgen voor kilometerslange files tijdens de spitsuren.
Het domein 'Bestaansmiddelen' bestaat uit de volgende twee Kennisbankitems.
Primaire sector
Je maakt onderscheid tussen intensieve en extensieve landbouw.
In de industriële sector in Nederland vind je 4% van alle Nederlandse bedrijven en 10% van alle banen.
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.
Als een bedrijf op grotere schaal een bepaald product produceert, neemt daardoor het bedrijf in omvang toe. Dit noemen we schaalvergroting. Dit brengt voor het bedrijf vaak schaalvoordelen op: de productiekosten per product worden lager. De productie van grote hoeveelheden standaardproducten wordt ook wel massaproductie genoemd.
Het domein 'Arm en rijk' bestaat uit de volgende drie Kennisbankitems.
Economisch gezien heeft het rijke Westen altijd een dominante positie gehad vergeleken met de rest van de wereld. Pas sinds enkele jaren spelen ook enkele landen in Azië en Zuid-Amerika een belangrijkere rol in de economie.
Het domein 'Grenzen en identiteit' bestaat uit de volgende drie Kennisbankitems.
Een grens is een zichtbare of onzichtbare lijn in het landschap. Het scheidt fysiek of denkbeeldig groepen mensen van elkaar. Een zichtbare grens is bijvoorbeeld een rivier, een zee, een bergketen of een woestijn. Zo'n grens is een natuurlijke grens.
Een volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont. Ze hebben overeenkomsten op het gebied van godsdienst, kleding en muziek: ze hebben dezelfde cultuur. Elk volk leeft in een woongebied dat het graag duidelijk afgrenst. Binnen de grenzen vind je dezelfde taal, godsdienst en cultuur. Binnen de grenzen voelt een volk zich thuis.
Een cultuurgebied is een gebied waar mensen kenmerken met elkaar gemeen hebben op het gebied van geloof, muziek, kleding, taal en andere zaken.
Kenmerkend voor het westerse cultuurgebied is het belang dat wordt gehecht aan democratie, aan vrijheid van meningsuiting, aan gelijkheid en aan individualisme.
In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen en cultuurgebieden. Er wonen nu bijna 3,3 miljoen mensen uit ongeveer 160 verschillende landen in Nederland. Dat is bijna 20% van de bevolking. Eén op elke 5 Nederlanders heeft zijn of haar wortels buiten Nederland.
Een etniciteit is een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt. Een etnische minderheid is een benaming voor een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land waarin ze verblijft.
Er zijn verschillende redenen waarom migranten naar Nederland komen. In 2009 waren de belangrijkste redenen voor migratie:
Een vluchteling is iemand die zijn woongebied is ontvlucht.
De Europese Unie is een vrijhandelsgebied. Dat betekent dat er tussen de landen van de EU geen handelsbelemmeringen zijn. Er is vrij verkeer van producten: goederen en diensten kunnen ongehinderd worden geëxporteerd of geïmporteerd.
De Europese Unie lijkt economisch gezien een succes, maar de Europese Unie roept ook weerstand op. Veel mensen vinden het niet goed dat besluiten op Europees niveau worden genomen. Een referendum over de vraag of de bevolking voor of tegen de invoering was van een Europese grondwet leidde in 2005 tot een overtuigend 'nee'.
Religie speelt in samenlevingen een belangrijke rol.
De vijf wereldgodsdiensten zijn in verschillende perioden van de geschiedenis ontstaan.
Het domein 'Krachten der aarde' bestaat uit de volgende drie Kennisbankitems.
De aarde bestaat uit de kern, de mantel en de aardkorst.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn voorbeelden van divergerende platen.
Als platen ergens uit elkaar gaan, moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Behalve convergente en divergente plaatgrenzen bestaan er ook nog transforme plaatgrenzen: de beweging van de twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.
Plaattektoniek beschrijft de bewegingen van de verschillende platen en verklaart de gevolgen van die bewegingen, zoals vulkanisme, aardbevingen, het ontstaan van bergketens en het ontstaan van een eilandenboog.
De aardkorst verandert door natuurkrachten voortdurend van vorm.
Bij erosie is er sprake van afslijten en verplaatsen van gesteente. Als het gesteente ergens anders weer wordt neergelegd, spreek je van sedimentatie. Voorbeelden hiervan zijn zandsteen en kalksteen.
Erosie kan ook door water veroorzaakt worden.
Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een seismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig.
Een vulkaan is een opening (krater) in het oppervlak van de aarde waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokken gesteente door naar buiten komen. Een uitbarsting of eruptie is het moment waarop het materiaal door de vulkaan uitgestoten wordt. Eenmaal aan de oppervlakte stolt het magma en wordt het lava genoemd.



Als er grote hoeveelheden water uit een zee of rivier op het land komen, spreek je van een overstroming. Een ernstige overstroming wordt ook wel een watersnoodramp genoemd.
Als er gedurende een langere periode geen neerslag valt, spreek je van droogte. In Nederland is er zelden sprake van langdurige droogte. Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er wel veel vocht verdampen, waardoor er een watertekort ontstaat, maar door kunstmatige beregening is het watertekort doorgaans goed aan te vullen.
Het domein 'Bronnen van energie' bestaat uit de volgende twee Kennisbankitems.
Er zijn ruim veertig grote elektriciteitscentrales in Nederland. De grootste is de Clauscentrale in Maasbracht, die op gas wordt gestookt. Gas is in Nederland de meest gebruikte brandstof. De tweede brandstof is (nog steeds) steenkool, al is er maar één elektriciteitscentrale in Nederland die alleen op kolen wordt gestookt: de Hemwegcentrale in Amsterdam. In de andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt.
Elk land heeft zijn eigen mix aan energiebronnen.
Het domein 'Water' bestaat uit de volgende vier Kennisbankitems.
Water kan, net als veel andere stoffen, voorkomen in drie fasen: als vaste stof, als vloeistof en als gas.
Water is voortdurend 'op reis'. Die reis wordt wel de waterkringloop genoemd.
Overtollig water in een gebied wordt vaak zichtbaar weggevoerd uit het gebied door een rivier. Het gebied waaruit een rivier (plus zijrivieren) het overtollige water afvoert, noem je het stroomgebied van de rivier. De grens tussen twee stroomgebieden noem je de waterscheiding.
De bovenloop van een rivier is het deel bij de bron. Dit deel ligt meestal het verst van de kust af. Doordat veel rivieren hun bron in een hooggelegen gebied hebben, is het verval in de bovenloop het grootst en stroomt het water in de bovenloop het snelst. Door de harde wind en de grote stroomsnelheid worden in de bovenloop grind en soms grote keien meegevoerd (erosie).
In de natuur is bijna geen zuiver water te vinden. Vooral in het oppervlaktewater, maar ook in het water in wolken en het grondwater zitten allerlei andere stoffen opgelost.
Nederland ligt laag. Een groot deel van Nederland zou onder water liggen als er geen dijken en waterkeringen zouden zijn.
Het getijde of getij is de op- en neergaande beweging van de zee. Het water komt regelmatig omhoog en zakt met dezelfde regelmaat weer terug. Deze beweging wordt vooral veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan.
Als het in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 enorm hard stormt, overstroomt een groot deel van Zeeland, een deel van Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant.
Een belangrijke waterkering in Nederland is de Afsluitdijk. Deze 32 kilometer lange dijk met verkeersweg sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee.
In 2012 hadden wereldwijd meer dan 780 miljoen mensen geen toegang tot veilig drinkwater.
Problemen met water hebben vaak te maken met waterschaarste, maar soms is er juist sprake van teveel water.