Het arrangement Nederlands Kennisbank hv3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 10-10-2025 11:53:27
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Nederlands;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Aan elkaar of los
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Argumentatiestructuren
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Bijvoeglijke naamwoorden
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Bijwoordelijke bepaling
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Dat als constructie
VO-content - Kennisbanken. (2019).
De bepaling van gesteldheid
https://maken.wikiwijs.nl/110274/De_bepaling__van_gesteldheid
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Engelse werkwoorden
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Eufemisme, understatement en hyperbool
https://maken.wikiwijs.nl/110280/Eufemisme__understatement_en_hyperbool
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Foutieve verwijswoorden
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Getallen schrijven
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Lijdend voorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Litoses en prolepsis
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Meervoudsuitgangen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Meewerkend voorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Meningsverschillen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
https://maken.wikiwijs.nl/110309/Ondergeschikte_bijwoordelijke_bepaling
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Oorzakelijk voorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Persoonsvorm verleden tijd
https://maken.wikiwijs.nl/110318/Persoonsvorm__verleden_tijd
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
https://maken.wikiwijs.nl/110316/Persoonsvorm_tegenwoordige_tijd
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Perspectief en verteller
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Samengestelde zin
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Standaardtaal en dialecten
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Standpunten en argumenten
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Stijl, ironie en woordspelingen
https://maken.wikiwijs.nl/110325/Stijl__ironie_en_woordspelingen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Synoniemen, betekenisverschillen en voorzetseluitdrukkingen
https://maken.wikiwijs.nl/110330/Synoniemen__betekenisverschillen_en_voorzetseluitdrukkingen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Tegenstelling, paradox en oxymoron
https://maken.wikiwijs.nl/110331/Tegenstelling__paradox_en_oxymoron
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Tekstsoorten en schrijfdoelen
https://maken.wikiwijs.nl/110332/Tekstsoorten_en_schrijfdoelen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Tijd in een verhaal
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Trappen van vergelijking
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Verbanden en verbindingswoorden
https://maken.wikiwijs.nl/110341/Verbanden_en_verbindingswoorden
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Verkeerde woordvolgorde
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Voorzetselvoorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
https://maken.wikiwijs.nl/110352/Werkwoordelijk_en_naamwoordelijk_gezegde
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Werkwoordelijke uitdrukking
https://maken.wikiwijs.nl/110276/Werkwoordelijke_uitdrukking
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Werkwoordspelling
VO-content - Kennisbanken. (2020).
Werkwoordsvormen
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Zelfstandig gebruik
VO-content - Kennisbanken. (2019).
Zelfstandig naamwoord

Samenstellingen van twee of meer woorden schrijf je in het Nederlands aan elkaar.



De bepaling van gesteldheid zegt iets van twee andere zinsdelen.
Met een betoog wil je je lezer overtuigen van jouw mening over een onderwerp. Als je een betoog moet schrijven moet je eerst een bouwplan maken. Ga daarbij als volgt te werk:
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar dat hoeft niet.
Bijwoorden zijn:
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord dat je gebruikt voor handelingen die afgerond zijn.
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen.
Verwijswoorden wijzen vooruit of terug naar woorden, woordgroepen of zinnen.
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, middenstuk en slot.
Bekijk de volgende zinnen:
Staande of versteende uitdrukkingen en oude naamvallen
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Voor een meewerkend voorwerp kun je aan of voor zetten of weglaten.
Als twee partijen het niet met elkaar eens zijn, is er sprake van een meningsverschil.
De bijwoordelijke bepaling als zindeelstuk (= ondergeschikte bijwoordelijke bepaling) zegt iets van een ander woord dan een zelfstandig naamwoord.
De eenvoudigste manier om het onderwerp in een zin te vinden, is door na het vinden van de persoonsvorm de vraag: Wie (Wat) + persoonsvorm? te stellen.
Er zijn drie lidwoorden: de, het ('t), een ('n).
Je vindt het lijdend voorwerp in een zin door te vragen:
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal.
De persoonsvorm (PV) heet persoonsvorm omdat er vaak een persoon bij hoort, maar er kan ook een dier of ding bij horen.
Werkwoorden kun je onderverdelen in sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.
Een schrijver bepaalt door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Hij laat ons de gebeurtenissen vanuit een bepaalde gezichtshoek meebeleven. Je noemt de gezichtshoek ook wel het perspectief. De verteller door wiens ogen we het verhaal beleven, hoeft niet dezelfde te zijn als de schrijver.
Als je een tekst gaat schrijven, moet je eerst goed nadenken over de inhoud en het schrijfdoel van je tekst. Bij de inhoud van een tekst gaat het om het onderwerp en de hoofdgedachte.
Open plekken zijn plekken in een verhaal die vragen oproepen bij de lezer.
Standaardnederlands en dialecten
Synoniemen
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur.
Tijd
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.
Een samenstellling maak je door twee woorden 'aan elkaar te plakken'.
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, middenstuk en slot. Het middenstuk bestaat uit losse alinea’s. Deze alinea’s staan niet zomaar los achter elkaar. Tussen alinea’s bestaan allerlei soorten verbanden. Deze verbanden zorgen ervoor dat de verschillende alinea’s goed op elkaar aansluiten. Hieronder staan verbanden die vaak voorkomen.
De term 'woordvolgorde' verwijst naar de verschillende manieren waarop woorden of woordgroepen worden gerangschikt en onderling samenhangen. Het bepalen van de volgorde is niet altijd even gemakkelijk.
Overige voornaamwoorden
Een voorzetsel (vz) geeft vaak een plaats (bij, in, op, naast, te, tussen, voor), tijd (gedurende, onder, tijdens, in) of reden/oorzaak (vanwege, wegens, om, door) aan.
In een zin staat een werkwoordelijk gezegde of een naamwoordelijk gezegde.
Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit een werkwoordelijk deel en naamwoordelijk deel.
Woorden als beide, alle, sommige, andere, enkele en vele kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. In sommige gevallen krijgt zo'n woord een -n aan het eind, maar heel vaak niet.
Zelfstandig naamwoorden (zn) zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden.