Rapporteren
Rapporteren in de zorg doe je vooral voor je collega’s en je cliënten. Hoe zorg je dat je rapportages, vaak vanuit het cliëntvolgsysteem, voor iedereen duidelijk zijn?
Waar moet je rekening mee houden. Hoe kun je in weinig tijd het juiste rapporteren. Welke regelgeving is van toepassing. Voor goed rapporteren in de zorg kun je menig cursus volgen en dien je zeker nog verdieping te lezen. Ik probeer je hier een vliegende start te geven met veel praktische tips.
Helder communiceren
Een van de belangrijkste doelen voor effectief rapporteren in de zorg is op een manier rapporteren die voor iedereen die het leest zo duidelijk mogelijk is. Handige handvatten zijn ‘SMART’ en ‘SOAP’.

SMART
- Specifiek. Geen woorden als ‘vaak’, ‘regelmatig’, maar ‘8 keer’. En geen ‘psycholoog zei..’ maar ‘psycholoog Verlinde zei..’
- Meetbaar. Zorg dat je kunt meten wat je doet. Niet uit bed komen duurde lang, maar duurde vandaag 16 minuten.
- Acceptabel. Is dit ook een wens van de cliënt?
- Resultaat. Kan het, is het haalbaar? Denk zowel aan de cliënt als de organisatie en beschikbare tijd
- Tijd. Wanneer moet het doel behaald zijn, wanneer evalueren we?
SOAP
- Subjectief. Wat zegt de cliënt of zijn/haar eigen belevingen
- Objectief. Het gedrag van de cliënt zoals jij dit observeert.
- Analyse. Wat concludeer je uit het subjectieve en objectieve, zit er verschil in?
- Plan. Hoe moet het op basis van de analyse verder.
Doelgroep
Minstens zo belangrijk bij het rapporteren is dat je één lijn volgen. In plaats dat jij en je collega’s ‘elke dag gewoon opschrijven’ wat de situatie is, schrijf je op basis van gestelde doelen of veranderingen. Dus niet ‘Cliënt was niet humeurig vandaag’, maar ‘Mevrouw Zand lacht meer en geeft aan de laatste drie dagen vrolijk op te staan. Dit is zeer positief in vergelijking met twee maanden geleden’
Hou altijd rekening met de toekomstige lezers van je rapportage. Je cliënt, de ouders of juist kinderen van je cliënt. Collega’s. Zorg dat er geen direct kwetsende of verwijtende zaken in je rapportage staan. Liever geen ‘cliënt was irritant’, maar een objectiever ‘cliënt luisterde niet’.
Meer praktische tips om zo eenduidig mogelijk te schrijven.
Dit zakboekje verdiept in SOAP
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Bronnen
Bronnen
Dalm, V. & Farla, M. (reds) (2017). Methodiek en begeleiden voor maatschappelijke zorg. Meppel, Edu'Actief b.v.
Thema 4: Signaleren en observeren
Thema 7: Rapporteren in de praktijk
Venema, A. (2010). Schrijven voor welzijnswerkers. Bussum. Uitgeverij Coutinho
Tips voor praktisch rapporteren