In de vorige opdracht heb je kennis gemaakt met de bouw van
bloemen.
De manier waarop bloemen zijn gebouwd heeft onder andere te maken met de manier waarop planten zich voortplanten.
In deze opdracht leer je over bestuiving. Bestuiving is een belangrijk onderdeel bij de voortplanting van zaadplanten.
Bestuiving kunnen planten niet alleen! Kijk maar eens naar de volgende video.
De bloementelers willen graag nieuwe planten. Om die te krijgen gebruiken ze hommels.
Welke functie heeft de hommel? Bespreek het met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Na deze opdracht kun je:
uitleggen op welke manieren bestuiving plaatsvindt.
uitleggen hoe windbestuiving en bestuiving door dieren werkt.
aangeven wat het verschil is tussen windbloemen en insectenbloemen.
Wat kan ik al?
In de opdracht 'Bouw van bloemen', heb je geleerd dat een plant een mannelijk en een vrouwelijk deel heeft.
In deze opdracht over bestuiving gaan we verder kijken naar deze onderdelen.
Voor we beginnen frissen we even je geheugen op.
Weet jij hoe deze verschillende onderdelen van de bloem heten?
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest in de Kennisbank informatie over bestuiving en kunt daarna een gatentekst invullen.
Stap 2
Je leest informatie over insecten- en windbestuiving en kunt van beide kenmerken aangeven.
Stap 3
Je krijgt informatie over bestuiving door dieren. Hierover kun je vragen beantwoorden.
Stap 4
en
Je voert het practicum stuifmeelkorrels uit en kunt twee schematische tekeningen maken.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Maak nu de opdracht. De vragen gaan over de pagina's van de kennisbank die je hebt gelezen.
Stap 2 insecten en windbloemen
Insecten- en windbloemen
Bloemen kunnen op verschillende manieren hun stuifmeelkorrels verspreiden: door insecten of door de wind.
Insectenbloemen en windbloemen hebben verschillende kenmerken.
Lees in het volgende Kennisbankitem (nogmaals) de informatie over insectenbloemen en windbloemen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de tekst over bestuiving door vleermuizen en maak daarna de oefening.
Bestuiving door vleermuizen
De Lesser Long-Nosed bat is een vleermuissoort die leeft in de Amerikaanse Sonorawoestijn.
Deze vleermuis bestuift cactussen zoals de Saguaro, de Organ Pipe en de Cardon. De vleermuizen steken hun neus in
de bloem om nectar te drinken. Dan komt er stuifmeel op hun neus. Soms vliegen ze wel 60 km voordat ze hun neus weer in een volgende bloem steken. Het stuifmeel op hun neus komt dan op de stempel van de stamper van een
andere bloem. Als het dezelfde cactussoort is, spreken we van bestuiving. De vleermuizen eten ook de vruchten en
spugen de zaden uit.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Practicum Stuifmeelkorrels
Je gaat tijdens dit practicum stuifmeel van insectenbloemen en windbloemen onder de microscoop bekijken.
Van beide soorten stuifmeel maak je een schematische tekening en je vergelijkt de beide soorten stuifmeel met elkaar.
Download het werkblad
Googledoc - Stuifmeelkorrels.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het werkblad een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het stap voor stap practicum uit.
Klaar?
Vergelijk jouw tekeningen en conclusie met die van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde overeenkomsten/verschillen tussen beide soorten stuifmeel gevonden?
Vul de beoordelingstabel in in je document. Laat ook een klasgenoot de tabel invullen.
Lever je document daarna in bij je docent.
Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.
Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.
Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.
Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.
Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht.
Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting zaad ontstaan.
Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.
Helmknop
De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes.
Helmdraad
De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop.
Stuifmeelkorrels
Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten.
Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.
Zaadplanten
Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren.
Zaad
Bij (bloem)planten: bevruchte en gerijpte eicel, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Ontwikkelt zich in het zaadbeginsel. Bij dieren (en mensen): mannelijke, onbevruchte voortplantingscel.
Insectenbestuiving
Overbrengen van stuifmeel door insecten van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper).
Windbestuiving
Overbrengen van stuifmeel door de wind van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper).
Kruisbestuiving
Bij kruisbestuiving gaat het stuifmeel van het meeldraad van de ene bloem naar de stamper van de andere bloem. Deze bloem is wel van hetzelfde soort.
Zelfbestuiving
Bij zelfbestuiving gaat het stuifmeel van het meeldraad naar de stamper van dezelfde bloem.
Eindopdracht A: Stripverhaal
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een stripverhaal over bestuiving.
In je strip geef je uitleg over de verschillende processen van bestuiving die je in deze opdracht hebt geleerd.
Je mag zelf weten of je het vanuit het verhaal van een bloem, insect,
mens of ... vertelt. Wees creatief!
Je verwerkt in je stripverhaal de volgende begrippen op de juiste manier:
bestuiving
windbestuiving
insectenbestuiving
Verder bestaat je strip uit minimaal 8 vakjes en is hij minimaal 1 A4 groot.
Beoordeling
Bij de beoordeling let je docent op de volgende punten:
Het onderwerp van de strip is bestuiving.
De verschillende termen zijn op de juiste manier gebruikt in de strip.
De stip bestaat uit minimaal 8 vakjes en is minimaal 1 A4 groot.
Voor verdere beoordelingseisen van de strip kun je kijken in de beoordelingstabel in de gereedschapskist hieronder.
Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.
Eindopdracht B: Collage
Als je kiest voor eindopdracht B maak je een collage.
In de collage laat je de verschillende processen van bestuiving die in deze opdracht aan bod zijn geweest zien. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een afbeelding gebruiken.
Ook leg je elk proces kort uit.
Hoe je dit doet, mag je zelf weten. Je mag gebruik maken van foto's, animaties, tekeningen, teksten of iets anders.
Verwerk in je collage de volgende manieren van bestuiving:
bestuiving
windbestuiving
insectenbestuiving
Je collage is op A2 of twee maal A3-formaat.
Beoordeling
Bij de beoordeling let je docent op de volgende punten:
Het onderwerp van de collage is bestuiving.
De verschillende manieren van bestuiving zijn beschreven en voorzien van beeldmateriaal.
Voor verdere beoordelingseisen van de collage kun je kijken in de beoordelingstabel in de gereedschapskist hieronder.
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
Terugkijken
Intro
In de video in de inleiding kreeg de teler een doos met hommels. Leg nu aan je klasgenoot uit wat de functie is van deze hommels.
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Kun je nu, als je in je eigen tuin/omgeving kijkt ook aangeven wat windbloemen en insectenbloemen zijn?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Kreeg je zelf de keuze van je docent of werd er voor je gekozen?
Ben je tevreden over de eindopdracht die je uitgekozen hebt / die gekozen is.
A: Is het gelukt om de verschillende manieren van bestuiving in een verhaal te vertellen? Lukte het ook om daar de juiste tekeningen bij te maken? Waren er dingen waar je tegenaan liep of vond je het een prettige opdracht om te doen?
B: Is het gelukt om de verschillende processen van bestuiving te laten zien in woord en beeld? Waren en dingen waar je tegenaan liep? Hoe heb je dit op kunnen lossen?
Het arrangement Bestuiving vmbo-b12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Planten'. Het onderwerp van deze les is: Bestuiving. In deze les wordt besproken hoe bestuiving plaats vind, welke dieren erbij betrokken zijn en welke soorten bloemen er zijn (wind- en insectenbloemen.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Planten'. Het onderwerp van deze les is: Bestuiving. In deze les wordt besproken hoe bestuiving plaats vind, welke dieren erbij betrokken zijn en welke soorten bloemen er zijn (wind- en insectenbloemen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bijensterfte
Vleermuizen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.