Contacts
Introduction
Welkom bij het vierde thema van Engels.
Dit thema gaat over Contacts: contacten.
Hoe?
Je gaat oefenen met schrijven (writing), lezen (reading), luisteren (listening) en spreken (speaking).
Wat?
Je bezoekt websites. Je speelt spelletjes en je oefent.
Je gaat luisteren naar liedjes en video's bekijken.
Je leest teksten, bijvoorbeeld over een ontmoeting en over telefoons, en je schrijft e-mails en een brief.
Je praat over je telefoon en over penvrienden.
Veel plezier! Have fun!
Getting started
Je bent begonnnen aan het thema Contacts.
In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, luisteren lezen en te doen.
Er zijn leesteksten, video's, luisterfragmenten, en foto's.
Er zijn ook verschillende soorten oefeningen.
Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.
Aan het eind van deze oefeningen die je in een groep doet, bespreek je met dezelfde groep de antwoorden. Soms vraag je andere klasgenoten om mee te luisteren of te lezen.
Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.
Need to know
Als je iemand iets wilt vragen of vertellen, kun je naar diegene toe gaan en het rechtstreeks doen. Maar stel dat die persoon niet vlak bij je is, op welke manieren kun je dan contact opnemen?
- Werk samen met een klasgenoot.
- Maak een lijstje met Engelse woorden voor manieren om met anderen te communiceren. Je mag een (online) woordenboek gebruiken. Schrijf minstens vijf manieren op.
- Zoek een ander paar op en vergelijk jullie lijstjes. Zijn er verschillen? Bespreek die dan met deze vragen:
- Klopt het Engelse woord?
- Is het echt een vorm van communicatie?
- Beantwoord samen deze vragen:
- Welke manieren van communiceren werden er vroeger (het meest) gebruikt?
- Welke manieren van communiceren worden er tegenwoordit (vooral) gebruikt?
- Op welke manier communiceer jij met vrienden en familie?
Can do
In dit thema ga je oefenen met de volgende leerdoelen.
Luisteren
- Je kunt basiszinnen begrijpen over jezelf en jouw omgeving. Je begrijpt wat er wordt gezegd als er langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Lezen
- Je kunt namen, woorden en eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in korte teksten.
Gesprekken voeren
- Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over jezelf en je familie. Je gesprekspartner spreekt langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe de zinnen. Je gesprekspartner helpt je met wat je probeert zeggen. Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.
Spreken
- Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om te vertellen over het contact met vrienden.
Schrijven
- Je kunt een eenvoudige mail schrijven.
- Je kunt een eenvoudig formulier invullen.
To do
In dit project ga je het volgende doen:
- Luisteren naar mensen die elkaar ontmoeten en dingen afspreken.
- Lezen over mensen die elkaar ontmoeten.
- Leren wat je zegt als je iemand ontmoet.
Maar dit hoef je nog niet meteen te kunnen!
Volg de lessen om alles te leren wat je moet weten.
Blok |
Titel |
Activiteit |
1 |
Meeting in the park |
Lezen over een ontmoeting en luisteren naar een liedje over een speciaal iemand.
Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over een ontmoeting.
Grammatica: oefenen met het bijvoeglijk naamwoord.
|
2 |
Calling for help |
Lezen over telefoons en kijken naar filmpjes over alarmnummers.
Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over jouw telefoon.
Grammatica: oefenen met de trappen van vergelijking (-er / -est).
|
3 |
Texting |
Lezen en luisteren over appen.
Spreken over manieren om contact te hebben met je vrienden.
Een e-mail schrijven over jouw telefoon.
Grammatica: oefenen met question tags.
|
4 |
Writing letters |
Kijken naar een video en lezen over penvriend(inn)en.
Spreken en een brief schrijven. Je vertelt over een penvriend(in).
Grammatica: oefenen met de trappen van vergelijking (more / most).
|
Lessons
Hieronder vind je de vier blokken van dit thema.
Maak je keuze.
Vocabulary Contacts
Deze woorden en chunks kunnen je helpen bij je lessen.
Je hoeft ze niet uit je hoofd te leren.
Tip:
Er zijn veel manieren om woorden te leren.
Je kunt de woorden hardop uitspreken of overschrijven.
Klik in Wozzol op de rode pijl voor de opties.
Finishing touch
Je hebt de blokken van het thema 'Contacts' doorgewerkt.
Tijd voor de Finishing touch.
Je vindt hier vier extra schrijf- en spreekopdrachten.
- Kies er één of twee uit. Overleg met je docent hoeveel je er moet doen.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Maak daarna de D-toets en beantwoord de evaluatievragen.
Succes.
Project A: Hanging out
Hanging out: An interview
Situatie
Je interviewt iemand over zijn/haar vrienden.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Bereid vijf vragen voor. Je vraagt:
- wat de ander vaak met vrienden doet;
- hoe de ander met vrienden communiceert en hoe vaak;
- hoe de ander de vrienden heeft ontmoet;
- twee zelfbedachte vragen.
- Houd het interview en neem het op.
- Klaar? Wissel van rol en houd nog een interview.
Tip: Vraag een andere leerling om naar de opname te luisteren en feedback te geven.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
- je elkaar begroet hebt;
- je de juiste woorden wist;
- je niet te vaak op je briefje hebt gekeken;
- je duidelijk hebt gesproken;
- iedereen je heeft begrepen;
- jullie met een medeleerling hebben besproken wat er goed of fout ging.
Project B: First contact
First contact: Een gesprek
Situatie
Je bent in je favoriete snackbar.
Er komt een Engels meisje binnen en jullie raken aan de praat.
- Begroet elkaar;
- vertel kort over jezelf;
- vertel over je vrienden en familie;
- praat over jullie appgedrag;
- stel twee zelfbedachte vragen en beantwoord ze;
- sluit netjes af.
Tip: Vraag twee andere leerlingen om naar jullie te luisteren en feedback te geven.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
- je elkaar gegroet hebt;
- je de juiste woorden wist;
- je niet al te vaak op je papiertje hebt gekeken;
- je duidelijk hebt gesproken;
- iedereen je begrepen heeft;
- jullie met twee medeleerlingen hebben besproken wat er goed of fout ging.
Project C: My phone is gone!
My phone is gone! Een formulier invullen.
Situatie
Je bent op vakantie in San Francisco en opeens ontdek je dat je je telefoon ergens hebt laten liggen. Je rent terug, maar je telefoon is weg... Je gaat naar de politie en daar moet je een formulier invullen.
Vul het formulier in.
- Vul al je gegevens in.
- Beschrijf je telefoon: merk, type, kleur, hoe oud hij is, wat voor functies erop zitten.
- Geef aan waar en wanneer je hem hebt verloren.
- Vertel bij 'Remarks' kort wat er gebeurde. Wat deed je toen je je telefoon kwijtraakte? (Je mag de tegenwoordige tijd gebruiken.)
Tip: Vraag twee andere leerlingen om naar je formulier te kijken en feedback te geven.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
- je de juiste woorden op de juiste plek hebt ingevuld;
- je alle onderdelen hebt verwerkt in je formulier;
- je met twee medeleerlingen hebt besproken wat er goed of fout ging.
Project D: Hi, pen pal!
Hi, penpal! A letter.
Situatie
Je schrijft al een poosje met een penvriend(in). Nu ga je weer een brief schrijven.
- Begin met de goede aanhef.
- Begroet je penvriendin.
- Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
- Vertel waar je het over gaat hebben: communicatie.
- Vertel:
- op welke manier je het vaakst communiceert;
- met wie je op welke manier communiceert;
- welke vorm je het leukst vindt;
- welke vorm je het makkelijkst vindt.
- Stel een zelfbedachte vraag.
- Sluit je brief op de juiste manier af.
Tip: Vraag een andere leerling om je brief te lezen en feedback te geven.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
- je de juiste woorden hebt gebruikt;
- je de juiste aanhef (Beste ...) hebt gebruikt;
- je alle punten hebt verwerkt;
- je goed hebt afgesloten;
- je jouw brief samen met een andere leerling hebt verbeterd.
D-toets
Test je kennis. Maak de diagnostische toets.
What did you learn?
Je begon dit thema met het maken van een test in het onderdeel Need to know.
- Doe de test opnieuw
- Zijn de resultaten beter dan de eerste keer?
Aan het eind van iedere opdracht heb je evaluatievragen beantwoord. Gebruik deze antwoorden om de volgende vragen te beantwoorden.
- Welke nieuwe dingen heb je geleerd?
- Van welke opdracht heb je het meest geleerd?
- Ging het maken van de opdrachten goed?
Tijd
In de introductie bij elke opdracht wordt een indicatie van de tijd die je nodig hebt gegeven.
- Klopte de tijdsinschatting?
Groepswerk
- Wat vond je van het werken in een groep?
- Heeft ieder groepslid evenveel werk gedaan?
More
Verderkijker
De Verderkijker biedt bij dit thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het thema Contacts zijn de volgende items geselecteerd.
Grammatica - bijvoeglijk naamwoord (adjective):
Grammatica - trappen van vergelijking:
Grammatica - korte vragen (question tags):
Lezen - Schrijven - Luisteren - Kijken - Spreken:
In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.