Loodrecht
Loodrecht.
Met loodrecht bedoelen we twee lijnen die een hoek van 90o maken met elkaar.
De term loodrecht komt van het werken in de bouwkunde. Vroeger had men een houtje met daaraan een touwtje en onder aan het touwtje bevestigde men een loodje.
Door dit houtje met touw en loodje tegen een muur te houden kon je zien of je recht aan het bouwen was.
Uitleg
Hoe je met behulp van je geodriehoek twee lijnen loodrecht op elkaar kunt tekenen zie je in dit filmpje.
Als 2 lijnen een rechte hoek met elkaar maken zeggen we dat de lijnen loodrecht op elkaar staan. Dit kun je zien in de afbeelding 'Loodlijn'.
- De loodlijn staat recht op de andere lijn. Dit noteer je met het teken ⊥.
- Als lijn m loodrecht op lijn l staat zou je dit als volgt noteren: l ⊥ m.
Een loodlijn tekenen
Stel je hebt het punt A en de lijn l. Je wilt een loodlijn door punt A op de lijn tekenen. Hier gebruik je een geodriehoek voor.
- Een geodriehoek heeft een ingebouwde loodlijn. Deze loodlijn loopt door het midden van de geodriehoek.
- Je legt de loodlijn van de geodriehoek op de lijn l.
- Vervolgens schuif je de geodriehoek tot aan het punt A en teken je de loodlijn. De 2 lijnen maken een rechte hoek met elkaar, vergeet daarom niet om ook het teken van een rechte hoek erbij te zetten: ┐
In deze applet wordt voorgedaan hoe je loodlijnen kunt tekenen
Wanneer we over de kortste afstand tussen twee punten of tussen een punt en een lijn spreken, dan bedoelen we een loodrechte lijn. Wanneer jij dus de kortste afstand moet tekenen tussen iets, zorg er dan voor dat er een loodrechte lijn getekend wordt.
Opgaven
.1. |
Welke lijnen zijn loodrecht? |
|
Bekijk de afbeelding, noteer daarna het antwoord in je schrift.
Welke lijnen maken een loodrechte hoek met elkaar?
Noteer het zo: lijn 5 met lijn .. enz.
.2. |
Welke lijnen zijn loodrecht? |
|
In de afbeelding zie je dat lijn l en lijn m loodrecht op elkaar staan.
In de tekst zie je lijn l .... lijn m. Het tekentje voor loodrecht is weggelaten.
Met welk tekentje geef je aan dat twee lijnen loodrecht zijn? Noteer dat in je|
schrift
.3. |
Maak de vragen op je werkblad. |
Maak de vragen die op het werkblad staan.
Antwoorden