De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat een korte tekst lezen over tieners en mobieltjes.
Lees de tekst.
Denk tijdens het lezen na over de volgende vraag:
In de luistertekst van daarnet vertelde Lindsay dat ouderen minder vaak appen dan jongeren. Is de conclusie in deze leestekst hetzelfde of juist niet?
Who has got a cell phone? If you look around you, you would think: everybody – and when it comes to young adults 18–29 years old, that’s almost true. 96% of people that age have a cell phone. And they use it mainly to send text messages – over 100 texts a day on average, and 3,200 texts a month! Other adults send only half as many texts.
And what about teens? Well, three-fourths of teens between 12 and 17 own cell phones and they text even more than young adults. That is: girls do. Girls send around 3,952 text messages a month. Boys, interestingly, only type 2,815 text messages a month. Still a lot, but far less than girls. In fact, texting and taking pictures are the most common ways that teens and young adults in the U.S.A. use their cell phones.
What teens don’t do so much on their phones is... talk. Oh, they do it sometimes, but they much prefer to send dozens of super fast texts every day. This way, they have virtual conversations full of abbreviations like LMK (Let Me Know), LOL (Laugh Out Loud) and BRB (Be Right Back). There’s even an abbreviation for “parent over my shoulder” (POMS), to warn others that parents may be following the conversation! So abbreviations aren’t just for speed, but also for keeping virtual conversations private.
Tip!
Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren.
Klik op de rode pijl om een andere manier te kiezen.
Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet,
want dan leer je niets meer.
In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In een eerdere les heb je geleerd hoe je vragen stelt. In het Engels is er ook een bijzondere manier om een vraag te stellen: question tags. Daarmee vraag je eigenlijk aan de ander: heb ik gelijk? Klopt dat? In het Nederlands vragen we dan bijvoorbeeld 'hè?', 'nietwaar?' of 'toch?'
You are 15 years old, aren't you?
Jij bent 15, toch?
Bestudeer uit de kennisbank Engels pagina 1 en 2 van het onderdeel over question tags. Denk na over deze vragen:
Uit welke twee dingen bestaat een question tag?
Als er in de zin al not staat, dan staat er de question tag...?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tell me about texting.
Deze opdracht maak je samen met een klasgenoot.
Verdeel de rollen en lees het gesprekje hardop voor.
Person A
Person B
Who are you texting?
Why?
How often do you text?
What else do you do with your phone?
I am texting friends.
To invitethem to a party.
We text every day.
I take pictures.
Maak 4 nieuwe gesprekjes door de gekleurde woorden te vervangen door een woord in dezelfde kleur uit de tabel.
(Bijvoorbeeld: het paarse woord uit zin 1 vervang je door een paars woord uit kolom 1).
Lees het nieuwe gesprekje weer hardop voor.
Wissel bij elk nieuw gesprekje van rol.
my friends
my mum
my brother
my teacher
my gran
my boss
my best mate
invite them to a party
tell her I'm late
say hi
ask him a question
ask how she's doing
tell her I'm sick
ask if he wants to hang out
every day
every week
constantly
twice a day
once a month
every hour
a lot
take pictures
read the news
watch videos
play games
check my socials
navigate
buy stuff
Maak nu nog 2 gesprekjes waarin jullie zelf antwoord geven op de vragen.
Step 6 - Writing
Finish the email
Je vertelt je penvriend(in) over jouw appgedrag.
Open het werkbestand in google docs: Texting -Finish the email.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Je hebt in de vorige stap bij Speaking gesproken over appen.
Nu ga je een mail schrijven aan een vriend/vriendin.
Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
Zeg dat je gaat vertellen over appen.
Vertel hoe vaak jij appt.
Vertel met wie je het vaakst appt.
Vertel waar je je telefoon nog meer voor gebruikt.
Zeg dat je vader appen te informeel vindt.
Zeg dat je moeder liever iemand gewoon belt.
Zeg wat je zelf vindt.
Hi!
? .
I am going to tell you about .
I .
The people I text with most are .
I also use my phone to .
My dad thinks .
My mother .
I think .
Bye for now,
(fill in your own name) .
Step 7 - Evaluation
Vul het schema in en beantwoord de vragen onder het schema.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Texting. In deze les wordt een specifieker onderdeel van telefoongebruik behandeld, namelijk appen (texting). In de grammaticaopdracht wordt het onderwerp 'question tags' behandeld.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Texting. In deze les wordt een specifieker onderdeel van telefoongebruik behandeld, namelijk appen (texting). In de grammaticaopdracht wordt het onderwerp 'question tags' behandeld.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Text messaging
Vocabulary
Question tags
Question tags
Question tags
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.