Deel 3 bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.
Stap
Activiteit
Leerdoel
Stap 1
Woordjes
Oefen de nieuwe woorden.
Stap 2
Luisteren
Je luistert naar Nina die over haar bezoek aan de tandarts vertelt.
Stap 3
Grammatica
Je gaat aan de slag met vergelijkingen.
Stap 4
Lezen
Je leest de bijsluiter bij medicamenten.
Stap 5
Spreken
Je spreekt over je gezondheid.
Stap 1 - Woordjes 1
Übung 1
Wat zeg je of vraag je in de volgende situaties?
Kies uit: Gute Besserung! – Gesundheit! – Ich fühle mich nicht so gut. – Was tut dir weh? – Wie geht es dir?
Gebruik de bijbehorende woordenlijst.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je in het buitenland ziek wordt, hoef je niet meteen naar de dokter. Als het niet zo erg is, kun je een passend medicijn bij de apotheek kopen. Dan moet je natuurlijk wel de bijsluiter kunnen lezen en begrijpen.
Schnupfen
Er is een supermooi zwembad op jullie camping. Waarschijnlijk ben je er wel te lang in geweest gisteren, want nu ben je verkouden.
In de apotheek heb je neusdruppels gekocht.
Lees de bijsluiter.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je neusverkoudheid is al bijna over, maar nu heb je keelpijn!
Weer ga je naar de apotheek voor een medicijn.
Lees de bijsluiter.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Maak de opdracht.
Stap 5 - Spreken 1
Stel je voor dat je op vakantie in het buitenland bent of aan een uitwisseling deelneemt en je voelt je niet zo lekker. Dan moet je wel kunnen aangeven wat er met je aan de hand is.
Je doet mee aan een uitwisseling, maar vandaag voel je je niet zo lekker.
Dat zeg je tegen je uitwisselingspartner.
Vorm tweetallen.
Lees eerst het voorbeeldgesprek tussen persoon A en persoon B.
Je bent op vakantie in Duitsland. Helaas voel je je niet zo goed.
Daarom ga je naar de dokter.
Vorm tweetallen.
Verdeel de rollen (patiënt = persoon A en dokter = persoon B).
Lees je eigen rol goed door.
Deze vind je door op onderstaande bestanden te klikken (linkjes).
Oefen het gesprek.
Wissel ook van rol.
Laat je docent naar het gesprek luisteren of luister samen met de klas naar een aantal gesprekken.
Download hier Rollenkarte Beim Arzt A
en Rollenkarte Beim Arzt B
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Auswertung
Vergelijk jullie gesprek met het antwoordmodel Antwortmodell
Wat is voor jullie gesprek van toepassing? Je kunt meerdere zinnen kiezen.
We konden af en toe niet verder, omdat we de tekst vergeten waren.
We kenden het gesprek niet uit ons hoofd.
We wisten het gesprek uit ons hoofd.
We hebben veel fouten gemaakt.
We hebben bijna geen fouten gemaakt.
We hebben geen fouten gemaakt.
Onze leraar was niet echt tevreden met ons gesprek.
Onze leraar was tevreden met ons gesprek.
Stap 5 - Spreken 3
Je bent op wintersport in Oostenrijk. Je bent daar op de piste gevallen.
Nu zit je bij de dokter.
Vorm tweetallen.
Verdeel de rollen (patiënt = persoon A en dokter = persoon B).
Lees je eigen rol goed door.
Deze vind je door op onderstaande linkjes te klikken.
Oefen het gesprek.
Wissel ook van rol.
Laat je docent naar het gesprek luisteren of luister samen met de klas naar een aantal gesprekken.
Het arrangement Opdracht: Gesundheit - vmbo-b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Aussehen und Gesundheit', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-b34. In deze opdracht leer je nieuwe woordjes en oefent met deze nieuwe woordjes. Je luistert naar Nina die over haar bezoek aan de tandarts vertelt. Bij de grammatica ga je aan de slag met vergelijkingen. Ook lees je de bijsluiter bij medicamenten. Als afsluiter van deze opdracht spreek je over je gezondheid met een klasgenoot.
Deze opdracht hoort bij het thema 'Aussehen und Gesundheit', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-b34. In deze opdracht leer je nieuwe woordjes en oefent met deze nieuwe woordjes. Je luistert naar Nina die over haar bezoek aan de tandarts vertelt. Bij de grammatica ga je aan de slag met vergelijkingen. Ook lees je de bijsluiter bij medicamenten. Als afsluiter van deze opdracht spreek je over je gezondheid met een klasgenoot.
Deel 3 bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.
Wat zeg je of vraag je in de volgende situaties?
Vul een passend woord in bij deze oefening.
In deze oefening draai je de vetgedrukte letters om zodat er een woord ontstaat.
Je gaat luisteren naar Nina. Ze vertelt over haar laatste bezoek aan de tandarts.
Als je in het buitenland ziek wordt, hoef je niet meteen naar de dokter. Als het niet zo erg is, kun je een passend medicijn bij de apotheek kopen. Dan moet je natuurlijk wel de bijsluiter kunnen lezen en begrijpen.
Je neusverkoudheid is al bijna over, maar nu heb je keelpijn!
Stel je voor dat je op vakantie in het buitenland bent of aan een uitwisseling deelneemt en je voelt je niet zo lekker. Dan moet je wel kunnen aangeven wat er met je aan de hand is.
Je bent op vakantie in Duitsland. Helaas voel je je niet zo goed.
Je bent op wintersport in Oostenrijk. Je bent daar op de piste gevallen.
