Deel 3 bestaat uit 6 stappen. Werk ze één voor één door.
stap
activiteit
Stap 1
en
Luisteren
Je luistert naar een bericht over biologische winkels.
Stap 2
Woordjes
Oefen de woorden en zinnen.
Stap 3
en
Spreken
Je voert een gesprek om een broek te kopen.
Stap 4
Grammatica
Je leert de derde naamval.
Stap 5
Schrijven
Je presenteert je aankopen.
Stap 6
Lezen
Je leest een aantal moppen.
Stap 1 - Luisteren
Bioläden
Steeds meer mensen letten op hun gezondheid.
Daarvoor is het niet alleen belangrijk wat je koopt, maar ook waar je je eten koopt. Biologische winkels zijn de afgelopen jaren erg in opkomst.
Je gaat luisteren naar het verhaal van Ralf Murmann, de eigenaar van zo'n biologische winkel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Beatrice heeft in een folder een leuke broek gezien. Ze gaat naar de winkel om de broek te kopen.
Maak de volgende oefening.
Stap 4 - Grammatica
Derde naamval (lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden)
Wat weet je al over de Duitse naamvallen?
Je hebt in eerdere thema's kennis gemaakt met de 1e en de 4e naamval. Je hebt gezien hoe lidwoorden, persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden er in de 1e en 4e naamval uitzien. Je hebt ook kennis gemaakt met voorzetsels die de 4e naamval bij zich dragen.
Wat ga je in dit thema bijleren over de Duitse naamvallen?
Je gaat in dit thema kennis maken met de 3e naamval, ook wel de 'Dativ' genoemd in het Duits of 'meewerkend voorwerp' in het Nederlands. Je gaat leren wanneer je de 3e naamval gebruikt en hoe lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden eruitzien in de 3e naamval.
Bestudeer uit de Kennisbank Duits het onderdeel over de derde naamval van lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je krijgt 100 euro van je ouders om kleding te kopen. Je kunt kiezen uit:
- jas of mantel - ondergoed
- broek of rok - schoenen
- pullovers - accessoires
- blouse - T-shirt
Je gaat deze kledingstukken online kopen. Gebruik deze websites: PROMOD of OTTO. Je mag ook zelf een online winkel kiezen, voorwaarde is wel dat de site in het Duits is.
Kies minimaal drie kledingstukken en/of accessoires. Maak daarna een presentatie of collage met een foto en een korte beschrijving van je aankopen (prijs, kleur, model, stof, ...) in het Duits.
Let op! Bij iedere aankoop moet je minstens drie zelfgemaakte Duitse zinnen opschrijven.
Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.
Stap 6 - Lezen
Snap je deze moppen?
Bespreek de vier moppen met een klasgenoot. Vinden jullie ze grappig?
Mop 1: Der Kassierer an der Kinokasse (= kassa van de bioscoop): "Das ist schon die siebte Eintrittskarte, die du kaufst." Fritzchen: "Ja, da vorne am Eingang steht einer, der sie mir immer wieder zerreißt (= verscheurt)."
Mop 2: Treffen sich zwei Holzwürmer (= houtwormen) im Käse. Fragt der eine: 'Na, auch Probleme mit den Zähnen (= tanden)?'
Mop 3: Fritzchen geht im Supermarkt zur Kasse und sagt: "Sie haben sich gestern beim Herausgeben um zehn Euro geirrt (= vergist)."
"Das kann jeder sagen!", antwortet ihm die Kassiererin unfreundlich.
"Das hättest du gleich sagen müssen. Jetzt ist es zu spät!"
"Na gut, dann behalte ich das Geld eben..."
Mop 4: "Hast du schon gehört? Der Obsthändler von nebenan ist wegen Betrugs (= vanwege bedrog) angezeigt worden!" - "Warum?" - "Er soll Stachelbeeren rasiert (= geschoren) und als Weintrauben (= druiven) verkauft haben."
Het arrangement Opdracht: Was kostet das? - vmbo-kgt2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Einkaufen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. In deze opdracht luister je naar een bericht over biologische winkels. Je oefent met nieuwe woorden en zinnen. Ook voer je een gesprek om een broek te kopen. Bij de grammatica ga je bezig met de derde naamval. Ook ga je je aankopen presenteren. Als afsluiter van deze opdracht lees je aantal moppen.
Deze opdracht hoort bij het thema 'Einkaufen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. In deze opdracht luister je naar een bericht over biologische winkels. Je oefent met nieuwe woorden en zinnen. Ook voer je een gesprek om een broek te kopen. Bij de grammatica ga je bezig met de derde naamval. Ook ga je je aankopen presenteren. Als afsluiter van deze opdracht lees je aantal moppen.
en 
Steeds meer mensen letten op hun gezondheid.
Oefen en leer de woordenlijsten.
Beatrice heeft in een folder een leuke broek gezien. Ze gaat naar de winkel om de broek te kopen.
Bespreek de vier moppen met een klasgenoot. Vinden jullie ze grappig?
