Van zaad tot plant vmbo-b12

Van zaad tot plant vmbo-b12

Van zaad tot plant

Intro

Deze opdracht gaat over het groeien van een zaadje tot een plant.
Bekijk de video op de site van SchoolTV.  Mieke en Max doen een proefje.
Bij het proefje onderzoeken ze wanneer zaden het beste groeien.

Schrijf de vragen op waarop Mieke en Max antwoord proberen te krijgen.  


Video: Wanneer kiemen zaden?


Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde vragen opgeschreven?

Vooraf

Na deze opdracht kun je:

  • de bouw van een zaad toelichten.
  • uitleggen wat er nodig is voor ontkieming.


Eindproduct
Je rondt deze opdracht af door het maken van

  • twee tekeningen van de bruine boon
  • een weblog bij het practicum ‘Het ontkiemen van de bruine boon’
  • een verslag van een (digitaal) groei-experiment met tuinkers.


Groepsgrootte
De theorie bestudeer je alleen.
De practica doe je samen met een klasgenoot.

Tijd
In de klas ben je ongeveer drie lesuren met deze opdracht bezig.
Het ontkiemen van de bruine boon duurt 2 tot 4 weken.

Stap 1

Kiemen van een zaad
Lees de kennisbank Zaden goed door.

KB: Zaden

Hieronder zie je een link naar een video.

In deze versnelde video zie je het kiemen van zaad.

Bij een kiemende boon komen eerst de twee zaadlobben boven de grond.
Kort daarna komen de eerste blaadjes.

Let tijdens het kijken naar de video goed op.
Wat komt als eerste boven de grond?

Video: Kiemende boon

 

Maak de oefening.
Deze gaat over de informatie uit de video en de informatie die je in de kennisbank hebt gelezen.

Oefening:Kiemen van een zaad

Stap 2

Practicum Bruine boon
Je gaat twee natuurgetrouwe tekeningen van een bruine boon maken.

  • Download het werkblad Bruine boon.
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Maak de twee tekeningen op het werkblad.


Klaar?
Vergelijk je tekeningen met die van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Stap 3

Kieming bij verschillende temperaturen
Joachim en Ilse hebben onderzocht of een bruine boon beter groeit bij een temperatuur van 20 °C of bij een temperatuur van 30 °C.
Bekijk de tabel.

dag lengte in cm bij 20 °C lengte in cm bij 30 °C
1 0 0
2 0,2 0,3
3 0,4 0,6
4 0,7 0,7
5 1,5 1,4
6 2,0 1,9
7 3,0 2,5


Kieming bruine boon bij verschillende temperaturen
Je gaat bij de tabel twee grafieken maken.

  • Lees de informatie hieronder goed door voor je begint.
  • Teken een assenstelsel. Je docent helpt je hierbij.
  • Zet op de horizontale as de dagen en op de verticale as de lengte (in cm).
  • Maak een goede assenindeling.
  • Teken de grafieken. Gebruik voor de twee grafieken verschillende kleuren.
  • Zet de juiste temperatuur bij de grafieken.

Bij welke temperatuur groeit de boon het snelst?

Vergelijk jouw grafieken met de grafieken van een klasgenoot.
Lijken de grafieken op elkaar? Bespreek de verschillen.
Hebben jullie dezelfde conclusie getrokken?

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Stap 4

Practicum Ontkieming
Bij dit practicum ga je de ontkieming en groei van een bruine boon tot bonenplant volgen.
Van dit practicum maak je een verslag in de vorm van een weblog.

Dit weblog maak je met je googleaccount op Blogger.

  • Download het werkblad Ontkieming bruine boon.
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Maak een weblog aan.
  • Voer het practicum uit.


Overleg met je docent hoe je je docent op de hoogte houdt van de resultaten van het practicum.

Stap 5

Tuinkers laten groeien
Tuinkers is een plantje dat heel erg snel groeit.
Al na een dag ontkiemt het plantje.
Na ongeveer elf dagen, zijn de steeltjes en de kleine groene blaadjes klaar om gegeten
te worden.

Tuinkerszaadjes hebben alleen een vochtige ondergrond nodig.
Dit kan van alles zijn. Bijvoorbeeld een prop watten.
Naast vocht is ook licht belangrijk bij de groei.

In dit practicum onderzoek je wat de invloed van licht is op de groei.


Tuinkers groeien - Flash.

Je maakt een verslag van een groei-experiment met tuinkers.
Je geeft antwoord op de volgende onderzoeksvraag:

  • Groeien tuinkersplantjes sneller in het licht of in het donker?


Aandachtspunten:

  • Let op het verschil in kleur tussen de tuinkersplantjes die groeien in het licht en in het donker.
    Wat valt je op?
  • Let op het verschil in stevigheid en groeirichting tussen de tuinkersplantjes.
    Wat valt je op?


Het verslag heeft de volgende onderdelen:

  • Titel - Hoe heet jullie verslag?
  • Inleiding met de onderzoeksvraag - Wat gaan jullie onderzoeken?
  • Gebruikte materialen - Wat is er nodig om dit practicum te kunnen doen?
  • Werkwijze - Welke stappen moeten er gedaan worden?
  • Resultaten - Wat is er ontdekt?
  • Conclusie - Wat is het antwoord op de onderzoeksvraag?

Lees voor meer informatie de reisgids 'Natuurwetenschappelijk verslag maken'.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Beoordeel je verslag met de vragen onder het kopje 'Vooraf'.

Tevreden? 
Laat het verslag beoordelen door je docent.

Begrippenlijst

Kiemen

 

Kegelschubben
Kegelschubben zijn de bouwstenen van de kegel van een den, waarin de zaden liggen.
Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.
Tweezaadlobbige planten
Tweezaadlobbigen vallen onder de bedektzadige planten, waarbij de vrucht goed te zien is, zoals bij boonsoorten.
Eenzaadlobbige planten
Eenzaadlobbigen vallen onder de bedektzadige planten, waarbij de vrucht moeilijk te zien is door de vruchtwand, zoals bij tarwe, rogge en gerst.
Zaadlob
Het gedeelte van het zaad dat uit voedsel bestaat.
Kiem
Het gedeelte van het zaad dat gaat groeien met behulp van de energie uit de zaadlob.
Vruchtwand
Een velletje dat er bij eenzaadlobbigen voor zorgt dat de vrucht moeilijk te zien is, zoals bij tarwe, rogge en gerst.
Naaktzadige planten
Bij naaktzadige planten liggen de zaden open en bloot.. Zaden kunnen zo uit de kegel vallen. Voorbeelden zijn de den en de larik.
Bedektzadige planten
Bij bedektzadige planten zijn de zaden altijd omgeven (bedekt) door een vrucht. De vruchten kunnen groot en klein zijn.
 
  • Het arrangement Van zaad tot plant vmbo-b12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan
    Laatst gewijzigd
    2019-03-19 09:49:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2019).

    Van zaad tot plant vmbo-b12

    https://maken.wikiwijs.nl/62375/Van_zaad_tot_plant__vmbo_b12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Kiemen van een zaad

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.