Meneer De Groot heeft een bouwbedrijf.
Eén van zijn klanten wil een houten schuur laten maken.
De Groot moet een prijsopgaaf maken.
Wat denk jij?
Waar hangt de prijs van de houten schuur vanaf?
Schrijf zoveel mogelijk verschillende factoren op.
Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
voorbeelden geven van bedrijfskosten en uitleggen waarom dit bedrijfskosten zijn.
(met behulp van een voorbeeld) het verschil tussen afzet en omzet duidelijk maken.
de winst uitrekenen als je de omzet, inkoopprijs en bedrijfskosten weet.
de begrippen brutowinst en nettowinst beschrijven en (in een voorbeeld) het verschil kunnen uitleggen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Leervragen
Stap 1
Welke verschillende bedrijfskosten zijn er?
Stap 2
Hoe bereken je de opbrengst van de verkoop?
Stap 3
Wat is het verschil tussen afzet en omzet?
En waarom is omzet niet hetzelfde als winst?
Stap 4
Hoe bereken je de winst?
En wat is het verschil tussen bruto-winst en netto-winst?
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvatting
Samenvattende sleepoefening maken.
Eindopdracht
Interview afnemen bij een ondernemer
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.
Afhankelijk van de tijd die je nodig hebt voor het afnemen van het interview.
Aan de slag
Stap 1a: Bedrijfskosten
Een bedrijf maakt kosten om producten te maken.
Deze kosten noem je bedrijfskosten.
Voorbeelden van bedrijfskosten zijn:
personeelskosten
huisvestingskosten
reclamekosten
rentekosten
inkoopkosten
Maak de oefening over bedrijfskosten.
Stap 1b: Afschrijvingskosten
In veel ondernemingen zijn machines aanwezig.
Machines zijn een kostenpost voor de ondernemer.
Het minder waard worden van machines noem je afschrijvingskosten.
Het bedrag dat de machine minder waard wordt, moet de ondernemer reserveren.
Met het gereserveerde bedrag kan een nieuwe machine gekocht worden als de machines verouderd is.
Er zijn verschillende manieren om de afschrijvingskosten te berekenen.
Voorbeeld 1
Een laptop is gekocht voor € 2.700,-. De laptop gaat drie jaar mee.
De afschrijvingskosten zijn dan € 2.700,- : 3 = € 900,- per jaar.
Voorbeeld 2
De aanschafprijs van een machine is € 40.000,-.
Met de machine kunnen 20.000 producten gemaakt worden.
De afschrijvingskosten zijn dan € 40.000,- : 20.000 = € 2,- per product.
Stap 2: Opbrengst van de verkoop
Doe de volgende opdracht.
Stap 3: Afzet en omzet
Een winkel verkoopt producten.
Het aantal producten dat wordt verkocht, is de afzet.
Het geldbedrag dat winkelier binnenkrijgt, is de omzet.
Er geldt: afzet x verkoopprijs = omzet.
Maak de oefeningen over afzet en omzet.
Stap 4: Bruto- en nettowinst
Er is een verschil tussen brutowinst en nettowinst.
Als je van de omzet de inkoopprijs afhaalt, krijg je de brutowinst.
De brutowinst - de bedrijfskosten = de nettowinst.
Een winkelier kan zijn winst met het volgende schema uitrekenen.
Omzet
€ ...........
Inkoopprijs
€ ...........
------------ -
Brutowinst
€ ...........
Bedrijfskosten
€ ...........
------------ -
Nettowinst
€ ...........
Doe nu de volgende opdracht.
Je weet nu hoe je brutowinst en de nettowinst kunt uitrekenen als je de omzet, de inkoopprijs en de bedrijfskosten weet.
Maak de onderstaande oefening.
Doe nu ook de volgende opdracht.
Stap 5: BTW
In de berekeningen in stap 1 t/m 4 is geen rekening gehouden met de BTW.
De BTW is belasting toegevoegde waarde. Bij bijna ieder product dat je koopt, zit ik de verkoopprijs een bedrag aan BTW.
De BTW is een voorbeeld van een indirecte belasting. Jij betaalt de belasting niet direct aan de overheid.
De BTW wordt door de verkoper afgedragen aan de overheid.
Beantwoord de volgende vragen.
Afronding
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Eindopdracht A: Interview ondernemer
Werk samen met een klasgenoot.
Jullie gaan een interview met een ondernemer die jullie kennen afnemen.
Bedenk eerst welke vragen jullie willen gaan stellen.
Natuurlijk gaan de vragen over de zaken die in deze opdracht aan de orde zijn geweest.
Maak de afspraak met de ondernemer. Vertel duidelijk waarom je hem/haar wilt interviewen.
Neem eventueel opnameapparatuur en een fotocamera mee naar het interview.
Werk het interview uit en laat het interview beoordelen door de docent.
VELBO BV is een autoschadebedrijf met drie afdelingen: een afdeling autoschade, een afdeling caravanschade en een afdeling apk-keuring* voor caravans.
Alle motorvoertuigen ouder dan drie jaar moeten om de twee jaar worden gekeurd op veiligheid door een gediplomeerd keurmeester. Rijden in een voertuig zonder apk-keuring is strafbaar.
Over 2016 zijn de volgende gegevens verzameld.
Personeelsleden naar functie
Aantal directieleden (personen)
2
Aantal apk-keurmeesters (personen)
1
Aantal autoschade-monteurs (personen)
7
Aantal caravanschade monteurs (personen)
1
Totale werkgelegenheid (in fulltime banen)
10,5
Gegevens per afdeling
Afzet gerepareerde schade-auto's
650
Afzet apk-gekeurde caravans
180
Afzet gerepareerde schade caravans
95
Omzet gerepareerde schade-auto's
€ 520.000
Omzet apk-gekeurde caravans
€ 18.000
Omzet gerepareerde schade caravans
€ 57.000
Overige gegevens
Totale personeelskosten (incl. directie)
€ 283.000
Totale inkoop (onderdelen, autolak, e.d.)
€ 124.000
Totale overige kosten
€ 157.000
NB btw wordt buiten beschouwing gelaten.
Terugkijken
Intro
Bekijk de intro van de opdracht nog eens.
Past de intro bij de opdracht? Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je minimaal drie voorbeelden van bedrijfskosten noemen?
Kun je het verschil tussen afzet en omzet duidelijk maken?
Kun je de winst berekenen als je de omzet, inkoopprijs en bedrijfskosten weet?
Kun je het verschil tussen bruto-winst en netto-winst uitleggen.
Hoe is het gegaan?
Tijd
Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest. Klopte de tijdsinschatting onde het kopje `Wat ga ik doen?'
Inhoud
Wist je alles wat je moest leren al? Of was (bijna) alles nieuw?
Het arrangement Opdracht: Van bedrijfskosten tot winst - hv23 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Markt', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie hv23. De opdracht begint met een intro, waarbij er verschillende factoren moeten worden opgeschreven die afhangen van een prijs van een houten schuur. Dit antwoord bespreek je met een klasgenoot. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vijf verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een samenvatting, een eindopdracht en een reflectie. Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Bij stap 1a is er een opdracht over bedrijfskosten. Hier moeten de juiste bedrijfskosten worden gecombineerd aan de juiste keuzemogelijkheden. Bij stap 1b is er een opdracht over afschrijvingskosten. Hier moet je verschillende afschrijvingskosten berekenen. Bij stap 2 is er een opdracht over de opbrengst van de verkoop. Eerst wordt hier een voorbeeldsituatie weergegeven, en vervolgens moet je de opbrengst berekenen. Bij stap 3 is een opdracht over afzet en omzet. Eerst wordt uitgelegd hoe je dit berekent, en vervolgens moet je dit zelf berekenen. Bij stap 4 komt er een opdracht over bruto- en nettowinst. Er wordt eerst uitgelegd hoe je deze winsten berekent, en vervolgens moet je dit zelf gaan berekenen. Bij stap 5 is er een opdracht over BTW. Hier moet je de btw gaan berekenen. Na deze vijf stappen komt een opdracht waar de stof nog wordt herhaald en de samenvatting volledig moet worden ingevuld. Dan komt de eindopdracht A: Interview ondernemer. Samen met een klasgenoot ga je een interview met een ondernemer afnemen en deze ga je samen uitwerken. Dan komt eindopdracht B: Autoschadebedrijf. Hier moet je meerdere vragen beantwoorden over een autoschadebedrijf. Uiteindelijk wordt er nog teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Markt;
Economie;
Vraag en aanbod;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
3 uur en 30 minuten
Trefwoorden
afzet, arrangeerbaar, economie, hv23, markt, nettowinst, omzet, stercollectie, van bedrijfskosten tot winst, winst
Deze opdracht hoort bij het thema 'Markt', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie hv23. De opdracht begint met een intro, waarbij er verschillende factoren moeten worden opgeschreven die afhangen van een prijs van een houten schuur. Dit antwoord bespreek je met een klasgenoot. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vijf verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een samenvatting, een eindopdracht en een reflectie. Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Bij stap 1a is er een opdracht over bedrijfskosten. Hier moeten de juiste bedrijfskosten worden gecombineerd aan de juiste keuzemogelijkheden. Bij stap 1b is er een opdracht over afschrijvingskosten. Hier moet je verschillende afschrijvingskosten berekenen. Bij stap 2 is er een opdracht over de opbrengst van de verkoop. Eerst wordt hier een voorbeeldsituatie weergegeven, en vervolgens moet je de opbrengst berekenen. Bij stap 3 is een opdracht over afzet en omzet. Eerst wordt uitgelegd hoe je dit berekent, en vervolgens moet je dit zelf berekenen. Bij stap 4 komt er een opdracht over bruto- en nettowinst. Er wordt eerst uitgelegd hoe je deze winsten berekent, en vervolgens moet je dit zelf gaan berekenen. Bij stap 5 is er een opdracht over BTW. Hier moet je de btw gaan berekenen. Na deze vijf stappen komt een opdracht waar de stof nog wordt herhaald en de samenvatting volledig moet worden ingevuld. Dan komt de eindopdracht A: Interview ondernemer. Samen met een klasgenoot ga je een interview met een ondernemer afnemen en deze ga je samen uitwerken. Dan komt eindopdracht B: Autoschadebedrijf. Hier moet je meerdere vragen beantwoorden over een autoschadebedrijf. Uiteindelijk wordt er nog teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.