Wikiwijs | Bloedsomloop.

WELKOM!

Geen zin in lezen? of luister je liever? klik dan hier!

Welkom op de Wikiwijs.

Deze online tool dient als vervanging voor het boek en bevat de lesstof van basisstof 2, 3 en 4 van Biologie voor Jou Thema 3, de bloedsomloop. Je doorloopt deze Wikiwijs zelfstandig. Hij is zo opgezet dat je in principe geen hulp van andere of je boek nodig hebt. Mocht je toch vragen hebben dan kan je terecht bij je docent!

Het voordeel van een les in wikiwijs is dat je hem overal en altijd kunt maken. Op school besteden we ongeveer twee volle lesuren ± 120min aan deze wikiwijs. Mocht dat niet genoeg zijn dan kun je er thuis verder aanwerken.

Wat kun je verwachten?

Deze Wikiwijs zit vol met filmpjes, animaties en oefeningen. Genoeg informtie en oefenmateriaal dus om je goed voor te bereiden op de eindtoets. Deze vindt plaats aan het eind van de online Wikiwijs. Je krijgt hier geen cijfer voor. Maar je kunt de eindtoets zien als een test jezelf en een goede voorbereiding op de repetitie. Verder is deze wikiwijs opgebouw in drie verschillende niveaus. Namelijk: Basisstoffen, Extra basisstof en Verrijkingsstof. Je neemt in iedergeval alle basisstoffen door. De instaptoets geeft je een indicatie, aan welke basisstoffen je extra aandacht moet schenken.

Wat ga je doen?

Als eerste ga je een instaptoets maken. Deze toetst jouw voorkennis over het onderwerp: de bloedsomloop. Na het maken van de instaptoets krijg je een score. Deze score verteld jouw welke stappen je van deze wikiwijs nog moet doorlopen en welke je sneller mag doorlopen.

Volg jouw eigen route en bepaal je eigen tempo. Kom je ergens niet uit? Dan kun je altijd een stap terug gaan om een filmpje nog eens te bekijken of informatie nog eens door te lezen. Voor de vierde les van Thema 3 dien je alle stappen doorlopen te hebben en de wikiwijs te hebben afgerond.

 

Veel plezier tijdens het maken van deze Wikiwijs!!

 

S. de Klerk

LEERDOELEN

De Leerdoelen zijn er voor bedoeld om aan het eind van deze wikiwijs te kunnen controleren of alle belangrijke stof is overgekomen. Hieronder volgen de leerdoelen, hou deze de hele wikiwijs in de gaten!

  1. Je bent in staat om in de dubbele bloedsomloop van de mens, de kleine en grote bloedsomloop te onderscheiden.
  2. Je kunt de functies van de kleine- en grote bloedsomloop benoemen.
  3. Je kent alle onderdelen van het hart en aansluitende bloedvaten.
  4. Je kunt de functies van alle onderdelen van het hart benoemen.
  5. Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt
  6. Je bent in staat om drie typen bloedvaten te onderscheiden
  7. Je kent de functies van de 3 verschillende soorten bloedvaten.
  8. Je kan alle bloedvaten in het menselijk lichaam bij naam noemen.

INSTRUCTIE

Wat ga je doen?

Stap 1: Lees de leerdoelen aandachtig door en houd deze de hele wikiwijs in de gaten. Deze doelen vertellen je wat je aan het einde van deze wikiwijs moet hebben geleerd.

Stap 2: Je gaat als eerste de instaptoets maken. Deze instaptoets toetst jouw voorkennis over het onderwerp: de bloedsomloop. Aan het einde van de toets krijg je een score te zien. Deze score verteld je aan welke onderdelen van de wikiwijs je extra aandacht moet besteden. 

  • Klik in de het hoofdmenu (in de meest linker kolom) op instaptoets.
  • Maak de instaptoets INSTAPTOETS

Stap 3: Zorg ervoor dat alle stappen die op jou van toepassing zijn doorloopt. Deze wikiwijs is opgebouw in drie verschillende niveaus. Namelijk: Basisstoffen, Extra basisstof en Verrijkingsstof. Welke stof jij moet volgen wordt bepaald door de instaptoets.

  • Klik in de het hoofdmenu (in de meest linker kolom) op de basisstoffen, extrabasistof of verrijkingsstof die op jou van toepassing zijn.
  • Aan het eind van ieder basisstof sluit je de basisstof af door een korte samenvatting te schrijven.
  • Of klik onderaan de pagina steeds op 'volgende' om de wikiwijs volledig te doorlopen.
  • Klik op vorige om terug te bladeren in de wikiwijs.

Stap 4: Tenslotten maak je de eindtoets. Hoewel je hier geen cijfer voor krijgt is het wel verplicht om deze online module volledig af te kunnen sluiten. Je hebt pas een voldoende als je minstens 75% procent goed hebt beantwoord.

INSTAPTOETS

Bs 2 | De Bloedsomloop

HET HART EN BLOEDVATEN

De leerdoelen:

  • Je bent in staat om in de dubbele bloedsomloop van de mens, de kleine en grote bloedsomloop te onderscheiden.
  • Je kunt de functies van de kleine- en grote bloedsomloop benoemen.

Kennisclip | De bloedsomloop

Een bloedvatenstelsel vervoerd bloed door het gehele lichaam van bijvoorbeeld een mens. Het bestaat uit het hart en de bloedvaten. In afbeelding 1 zie een schematische tekening van een bloedvatenstel. Het lijkt op deze tekening net alsof het bloedvatenstelsel alleen maar uit grote bloedvaten bestaat. Dat is echter niet zo. Om overal in het lichaam bloed af te kunnen leveren bestaan er naast grote bloedvaten ook kleinere en dunnere bloedvaten.

de weg die het bloed door het lichaam aflegd noem je de bloedsomloop. Omdat het grootste deel van het bloed tijdens het transport in de bloedsomloop blijft spreken we over een gesloten bloedvatenstelsel.

 

Schematisch de Bloedsomloop van een mens
Afb. 1 - Bloedsomloop mens - Schematisch
("Kleine en grote bloedsomloop - Ik van binnen", z.d.)

In het midden van de afbeelding zie je het Hart. Het hart bestaat uit twee helften. Namelijk de Rechterhelft en de Linkerhelft. Anders dan je misschien zou verwachten wordt het hart altijd in spiegelbeeld afgebeeld. Dit is omdat we vanuit het lichaam naar het hart kijken. De linkerharthelf staat dus altijd rechts afgebeeld en de rechterharthelft staat dus altijd links afgebeeld.

De harthelften zijn van elkaar gescheiden doormiddel van een tussenwand. Deze noem je de harttussenwand of septum.

 

 

(Smits, 2015)

 

DE DUBBELE BLOEDSOMLOOP

De bloedsomloop van mensen en alle zoogdieren bestaat uit een zogenaamde dubbele bloedsomloop. Er zijn ook dieren die het met een enkele bloedsomloop moeten doen. Dit zijn vaak kleinere dieren zoals vissen en verschillende reptielen.

Maar wat maakt nou het verschil tussen een enkele en dubbele bloedsomloop? Het verschil zit hem in het aantal keer dat het bloed per omloop door het hart gaat. Bij de enkele bloedsomloop gaat het bloed per omloop één keer door het hart. Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed per omloop twee keer door het hart.

Enkele bloedsomloop schematisch:

Hart --------> Longen --------> organen ---------> Hart

Dubbele bloedsomloop schematisch:

Hart --------> Longen --------> Hart --------> Organen --------> Hart.

De dubbele bloedsomloop bestaat op zijn beurt weer uit de grote en de kleine bloedsomloop

(Smits, 2015)

 

DE GROTE- EN KLEINE BLOEDSOMLOOP

De kleine bloedsomloop

De kleine bloedsomloop begind in de rechterharthelft van het hart. Vanuit daar wordt het bloed richting de longen getransporteerd. In de longen aangekomen neemt het bloed zuurstof op uit de ingeademde lucht en geeft het koolstofdioxide af. Vervolgens stroomt het bloed weer terug naar het hart. Deze keer komt het bloed in de linkerharthelft terecht. Daar eindigt de kleine bloedsomloop.

Rechterharthelft -----> Longen ------> Linkerharthelf

De grote bloedsomloop.

De grote bloedsomloop begint in de linkerharthelft. Deze harthelft pomt het bloed naar organen in het hele lichaam. Het bloed in de grote bloedsomloop is rijk aan zuurstof en rijk aan voedingsstoffen (bijv. glucose). De organen gebruiken deze stoffen om aan verbranding te kunnen doen. Ook geven zij koolstofdioxide en afvalstoffen, die bij de verbranding vrijkomen weer aan het bloed af. Vanuit de organen stroomt het bloed weer terug naar de rechterharthelft. Waar de cyclus weer opnieuw kan beginnen.

Linkerharthelft-------> organen -------> Rechterharthelft

(Smits, 2015)

KENNISCLIP | 2. BLOEDSOMLOOP

Kennisclip | De bloedsomloop

OEFENMATERIAAL Bs 2 | HET HART

Lees voor het maken van deze oefeningen eerst basisstof 2 door. Of bekijk de Kennisclip.

Kennisclip Bs 2 | DE BLOEDSOMLOOP

1. Maak de Quizlet. Combineer de begrippen met de juiste omschrijving.

 

 

TOETS BS 2 | DE BLOEDSOMLOOP

Oefening: TOETS BS 2 | DE BLOEDSOMLOOP

Start

Bs 3 | Het Hart

DE BOUW VAN HET HART

De Leerdoelen:

  • Je kent alle onderdelen van het hart en aansluitende bloedvaten.
  • Je kunt de functies van alle onderdelen van het hart benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt

DE LIGGING VAN HET HART

Kennisclip Het hart

In afbeelding 3.1 - Zie je een natuurgetrouwe tekening van de borstkas. Het hart ligt links van het midden in de borstholte. Het hart is ongeveer zo groot als een vuist. Je kunt het hart het best omschrijven als een groot hol gespierd bloedvat met vier holtes.

Afbeelding 3.1 - De ligging van het hart.

 

Om al deze spieren van zuurstof te voorzien lopen er kransslagaders en kransaders over het hart. Door de kransslagaders stroomt bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen. Ook takken de kransslagaders als eerste af van de aorta. De aorta wordt ook wel de levensslagader genoemd. Dit omdat het de eerste slagader is die direct op het hart aansluit. Zie afbeelding 3.2. (Smits, 2015)

* Over het verschil tussen slagaders en aders lees je meer in Bs. 4 | Bloedvaten

Afbeelding 3.2. (Smits, 2015)

DE BOUW VAN HET HART

Het hart bestaat uit vier holtes. Namelijk twee boezems en twee kamers (zie afbeelding 4). Daar tussen ligt de harttussenwant septum, deze vormt de scheiding tussen de linker harthelft en rechter harthelft.

Zuurstofarm bloed wat vanuit het hoofd en de armen terugstroomt naar het hart, komt het hart binnen via de bovenste holle ader. Het zuurstof arme bloed wat gebruikt is in de benen en de romp stroomt terug naar het hart via de onderste holle ader. Deze bovenste- en onderste holle ader monden uit in de rechterboezem van het hart. Van de rechter boezem stroomt het bloed door naar de rechterkamer. Vervolgens pomt de rechter kamer het bloed in de longslagader. Deze transporteert het zuurstofarme bloed naar de longen. Daar wordt koolstofdioxide afgestaan aan de lucht en verse zuurstof opgenomen in het bloed.

Het zuurstofrijke bloed stroomt terug naar het hart. Daar komt het als eerste aan in de linkerboezem. De linkerboezem stuwt het bloed de linkerkamer in. Deze linkerkamer heeft de meest gespierde wand van het hart. Dit komt omdat de linkerkamer het bloed door het hele lichaam moet pompen, daar is veel spierkracht voor nodig.

De linkerkamer pompt het bloed door naar de aorta ookwel de levenslagader genoemd. De aorta vervoerd het bloed naar alle organen die moeten worden voorzien van zuurstofrijk bloed. Dit zuurstof kunnen ze gebruiken voor de verbranding. Doordat het meeste zuurstof wordt gebruikt bij de verbranding stroomt het zuurstof arme bloed vervolgens weer terug naar het hart. Daar kan de hele cyclus weer opnieuw beginnen.

Boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door middel van hartkleppen. Deze voorkomen dat het bloed weer terugstroomt van de kamers naar de boezems. Aan het begin van de longslagader en de aorta bevinden zich de halvemaanvormigekleppen. Deze voorkomen dat het bloed terug de kamers instroomt.  (Smits, 2015)

Afbeelding 4

- In animatie 1 kun je zien hoe een voledige hartslag verloopt.

DE WERKING VAN HET HART

De hartspieren van een volwassen hart trekken zich gemiddeld 70x per minut samen. Het aantal keer per minut dat het hart samen trekt noemen we de hartslag. In dit geval is dat dus 70 SPM (slagen per minuut).

Een hartslag is in te delen in drie fasen. De hartslag begint als de boezems zijn volgestroomd met bloed vanuit de holleaders of de long aders. Vervolgens zullen de boezems zich samen trekken. Dit gebeurd in beide harthelften tegelijk en heeft tot gevolg dat de boezems het bloed de kamers in pompen.

(Hartstichting, 2011a)

Als de kamers volledig gevuld zijn begind fase twee. De kamers trekken zich samen (systole) en het bloed wordt met een hoge druk de longslagader en de aorta ingestuwt. De hartkleppen staan dicht en voorkomen hiermee dat het bloed weer terug de boezems in stroomt. Ook dit gebeurt in beide harthelfte tegelijk.  Tijdens het samentrakken van de boezems ontspannen.

De derde fase breekt aan. Deze noem je de hartpauze (diastole). Zowel de boezems als de kamers zijn ontspannen en het bloed stroomt vanuit de holle aders en de longaders weer de boezems in. Ook zijn de halvemaanvormige kleppen gesloten Hierdoor kan het bloed vanuit de aorta en de longslagader niet terug de kamers instromen. De cyclus kan opnieuw beginnen, welke begint met het samentrekken van de boezems. (Smits, 2015)

Op biologie pagina kun je oefenen met de hartcyclus.

OEFENEN HART CYCLUS | BIOLOGIEPAGINA

In animantie 1 zie je een voorbeeld van een volledige hartslag.

Animantie 1.

KENNISCLIP | 3. HET HART

Kennisclip | het hart

OEFENMATERIAAL BS 3 | HET HART

1. Leer de onderdelen van het hart en maak de Kahoot!

Kahoot!

Code: 086591

______________________________________________________________________________

2. Leer de onderdelen van het hart en maak de opdracht op Biologiepagina.

HET HART BIOLOGIE PAGINA.

 

_____________________________________________________________________

3. Maak de Quislet en combineer de begrippen met de juiste beschrijving.

TOETS BS 3 | HET HART

Oefening: TOETS BS 3 | Het HART.

Start

Extra basisstof. ECG

ELECTROCARDIOGRAM (ECG)

Wat is een hartfilmpje (ECG)?

Een electrocardiogram (ECG) of hartfilmpje is meestal het eerste onderzoeken dat je krijgt bij pijn op de borst. Het is een snel en eenvoudig onderzoek dat geen pijn doet. Een ECG is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft.

Hoe werkt dat omzetten van elektrische signalen?

Elke hartslag verloopt op dezelfde manier: eerst trekken de boezems van het hart samen, dan de hartkamers.
De hartspier krijgt een elektrisch signaal voordat deze samentrekt. De elektrische signaaltjes bewegen zich als een golf over het hart. Via een hartfilmpje zijn deze signalen op te vangen. Zo krijg je een grafiek die je hartslag in beeld brengt.

 

Normaal hartfilmpje

Op een hartfilmpje zie je allemaal pieken en dalen. Dit zijn de verschillende fasen van een hartslag. Ze worden aangegeven met de letters P, Q, R, S en T.

  • P-top: samentrekken van de boezems (de lijn wordt daarna weer vlak, omdat het elektrische signaal even wordt vastgehouden)
  • QRS-complex: samentrekken van de hartkamers
  • T-top: ontspannen van de hartspier
  • Na de T-top begint het weer opnieuw voor de volgende hartslag

(Hartstichting, 2011b)

Oefening: TOETS ECG

Start

Bs. 4 | De bloedvaten

TYPEN BLOEDVATEN

De leerdoelen:

  • Je bent in staat om drie typen bloedvaten te onderscheiden
  • Je kent de functies van de 3 verschillende soorten bloedvaten.
  • Je kan alle bloedvaten in het menselijklichaam bij naam noemen.

Kennisclip | Bloedvaten

We onderscheiden drie typen bloedvaten. Namelijk: aders, slagaders en haarvaten. In deze basisstof worden alle drie de typenbloedvaten behandeld. Zie afbeelding 4

 

Afbeelding 4

DE SLAGADERS.

Een slagader is een bloedvat wat van je hart naar een orgaan loopt. Het hart pomt met het een hoge druk het bloed vanuit de linkerkamer de aorta in. De aorta wordt ookwel de levensslagader genoemd. Dit omdat hij vertakt in andere slagaders die zuurstofrijkbloed naar alle delen van je lichaam voeren. Omdat de bloeddruk in de slagaders zo hoog is, is de wand van een slagader dik en elastisch. Op het moment dat je hart het bloed de slagaders in duwt zetten de slagaders uit, als het hart ontspant veren ze weer terug in hun oorspronkelijke vorm. Dit kun je ook zelf voelen door je polsslag te voelen.

 

DE HAARVATEN.

In organen (bijv. je darmen) vertakken de slagaders zich in steeds kleinere en dunnere bloedvaten. Bij dat vertakken wordt ook de wand van het bloedvat steeds dunner. Op een gegeven moment zijn de wanden van de bloedvaten maar één cellaag dik. Deze bloedvaten noem je haarvaten. De haarvaten in organen zitten enorm dicht op elkaar dit noem je een haarvatennet.

Doordat de wanden van de haarvaten maar één cellaag dik zijn, kan er gemakkelijk uitwisseling plaats vinden van bijvoorbeeld zuurstof en voedingsstoffen. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld nodig bij de verbranding. De cellen geven op hun beurt weer afvastoffen af aan het bloed die vrijkomen bij de verbranding. Denk hierbij aan koolstofdioxide en andere afvastoffen. De haarvaten komen op hun beurt weer terug in de aders.

 

 

DE ADERS

Door de aders stroomt het bloed van de organen weg. Aders stromen dus altijd van organen weer terug naar het hart. De wanden van de aders zijn meestal dunner en minder ellastisch dan die van slagaders. In de aders is dan ook géén hartslag voelbaar. Ook liggen de aders meestal minder diep in het lichaam. Bij de meeste mensen zijn de aders dan ook goed zichtbaar. Kijk maar eens aan de binnenkant van je handen. Waarschijnlijk zie er een aantal zitten.

Het hart zuigt het bloed vanuit de holle aders aan. Echter is dit niet hard genoeg om bloed vanuit je kleine teen om hoog te transporteren. Ons lichaam heeft verschillende manieren bedacht om het bloed weer terug naar het hart te krijgen. Het lichaam moet namelijk hard werken om het bloed vanuit je kleine teen weer tegen de zwaartekracht in omhoog te krijgen. Veel aders hebben daarom ook kleppen. Vooral de aders in de armen en benen bevatten veel kleppen. Deze voorkomen dat het bloed steeds terug naar beneden zakt. In slagaders komen overigens geen kleppen voor.

 

DE SPIERPOMP.

Aders zijn opgebouwd uit spierweefsel, dekweefsel en bindweefsel. Dat spierweefsel vervult een belangrijke functie. Deze spieren kunnen druk uitoefen op de aders zodat het bloed de richting van het hart wordt opgeduwd. Ook de spieren rond de aders kunnen helpen bij het doorvoeren van het bloed richting het hart.

Dit princiepe noem je de spierpomp. Door de spieren rondom aders afwisselend aan te spannen en te ontspannen wordt er druk uitgeoefend op de aders. de kleppen in de aders zorgen ervoor dat het bloed vervolgens maar één kant opstroomt. (Smits, 2015)

 

 

HET BLOEDVATENSTELSEL

Alle bloedvat in je lichaam vormen het bloedvatenstelsel. Alle grote bloedvaten hebben een naam. Gelukkig zijn deze makkelijk te benoemen. Alle slagaders die van het hart naar een orgaan lopen dragen de naam van het orgaan waar de slagader naartoe loopt. Zo heet bijvoorbeeld de slagader die naar de nieren loop de nierslagader. Aders die van een orgaan weer terug gaan naar het hart dragen de naam van het orgaan, gevolgd door ader. Zo heet bijvoorbeeld een ader die van de lever terug gaat naar het hart de beenader. (Smits, 2015)

De Bloedvatenstelsel

Afbeelding 5 - Bloedvaten (Smits, 2015)

De onderdelen in afbeelding 5 moet je kennen.

Er zijn echter wel een paar uitzonderingen. De bloedafvoer uit de wanden van de darmen vormt zo'n uitzondering . Het bloed uit een groot deel van het darmkanaal loopt via de poortader naar de lever om daar gezuiverd te worden. Dit bloed is zuurstof arm, het meeste zuurstof is namelijk al gebruikt in de darmen voor energie om de voedingsstoffen op te nemen. De lever ontvangt namelijk zelf direct zuurstofrijk bloed via de leverslagader. De leverader vervoert het zuurstofarm bloed vervolgens weer terug naar het hart. (Smits, 2015)

KENNISCLIP | 4. BLOEDVATEN

Kennisclip | De bloedvaten

OEFENMATERIAAL BS 4 | BLOEDVATEN

LEES VOOR HET MAKEN VAN DEZE OEFENINGEN BASISSTOF 4 ZORGVULDIG DOOR.

Kennisclip | Bloedvaten

________________________________________________________________________________

1. Speel de Kahoot!

KAHOOT! BS 4 | BLOEDVATEN

CODE: 0715211

________________________________________________________________________________

2.  Maak de oefeningen op biologie pagina.

BIOLOGIEPAGINA | 3 TYPEN BLOEDVATEN

BIOLOGIEPAGINA | BLOEDVATEN IN HET LICHAAM

________________________________________________________________________________

3. Maak de quizlet. Combineer alle begrippen met de juiste omschrijving.

TOETS BS 4 | BLOEDVATEN

Oefening: TOETS BS 4 | BLOEDVATEN

Start

Verrijkingsstof. Bloeddruk meten

BLOEDDRUK METEN

In afbeelding 3 is aangegeven hoe de bloeddruk wordt opgemeten. Door het opblazen van de manchet (armband) worden de slagaders dichtgedrukt. Met een Stethoscoop, luistert bijvoorbeeld een verpleegkundige of er geen bloed meer door de armslagader stroomt. Op het moment dat de verpleegkundige niks meer hoort stromen is de druk van de machet hoger dan de waarde van de bloeddruk in de armslagader. (Smits, 2015)

Afbeelding 3

Afbeelding 3 (Smits, 2015)

Als de lucht langzaam uit de machet wordt gelaten dan is er op een bepaald moment een stootsgewijs schavend geluid te horen: het vaatgeruis. Dit geruis wordt veroorzaakt door het bloed wat door een nauwe opening stroomt. De verpleegkundige leest dan de bovendruk af. Vervolgens laat de arts of verpleegkundige de manchet verder leeglopen, tot het moment dat het vaatgeruis ophoud. op dat moment stroomt het bloed ongeremt door de aderen. De onderdruk wordt dan afgelezen.

De bloeddruk wordt weergegeven in kwikdruk. Met een digitale bloeddrukmeter kun je gemakkelijk thuis je bloeddruk meten. De gemiddelde bovendruk is 120 mm. de gemiddelde onderdruk is 80 mm.

Opdracht

Je gaat zo dadelijkeen aantal keer je bloeddruk meten. Vraag voor je hier aan begint aan de docent of één van de twee bloeddruk meters beschikbaar zijn

Oefening: TOETS BLOEDDRUK METEN

Start

Eindtoets Bloedsomloop

Maak de Eindtoets van bs. 2, 3 en 4. De toets wordt later nagekeken. Daarna ontvang je de resultaten per e-mail. Gebruik je school e-mail!!

Bronnen

BRONNEN

  • Hartstichting. (2011, 25 november). Bouw en werking van het hart [Video]. Geraadpleegd op 27 januari 2019, van https://www.youtube.com/watch?v=fXQTeS8f9wY
  • Hartstichting. (2011b, 25 november). Bouw en werking van het hart [Video]. Geraadpleegd op 27 januari 2019, van https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/medische-onderzoeken/hartfilmpje-(ecg)
  • Kleine en grote bloedsomloop - Ik van binnen. (z.d.). Geraadpleegd op 27 januari 2019, van http://www.ikvanbinnen.nl/nl/kaartenbak/kleine-en-grote-bloedsomloop/
  • Smits, G. (2015). Biologie voor jou Handboek 2a vwo/gymnasium (7e ed.). 's-Hertogenbosch, Nederland: Malmberg.
  • Het arrangement Wikiwijs | Bloedsomloop. is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Stefan de Klerk
    Laatst gewijzigd
    2019-02-19 09:58:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Tijdens het volgen van deze wikiwijs, ontdek je alles omtrent de bloedsomloop. Denk hierbij aan het hart, de vaatstelsels en het bloed op zich.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    bloedsomloop

    Bronnen

    Bron Type
    Kennisclip | De bloedsomloop
    https://youtu.be/ST3hvYczFwE
    Video
    Kennisclip | het hart
    https://youtu.be/ugzZb40R-M8
    Video
    Kennisclip | De bloedvaten
    https://youtu.be/7H7ffy3m0Cs
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Instaptoets De Bloedsomloop

    TOETS BS 2 | DE BLOEDSOMLOOP

    TOETS BS 3 | Het HART.

    TOETS ECG

    TOETS BS 4 | BLOEDVATEN

    TOETS BLOEDDRUK METEN

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.