Het arrangement Kennisbank Aardrijkskunde - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-10-01 22:51:29
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Aardrijkskunde;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Bevolkingsopbouw
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Bevolkingsspreiding
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Bevolkingsspreiding - Europa en wereld
https://maken.wikiwijs.nl/101666/Bevolkingsspreiding___Europa_en_wereld
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Grenzen en cultuur
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Internationale betrekkingen
https://maken.wikiwijs.nl/101603/Internationale_betrekkingen
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Kenmerken ontwikkelingslanden
https://maken.wikiwijs.nl/101606/Kenmerken_ontwikkelingslanden
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Klimaatverandering
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Klimaatverschillen
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Landschapsvorming
VO-content - Kennisbanken. (2018).
Natuurverschijnselen
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Nederland en het water
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Nederlandse economie
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Nederlandse landschappen
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Ontwikkelingslanden
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Ontwikkelingssamenwerking
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Problemen met water
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Wereldgodsdiensten
VO-content - Kennisbanken. (2025).
Zon, aarde en maan
De zon is een doodgewone gele ster, waarvan er miljarden andere zijn. Veel sterren die je vanavond misschien ziet, zijn identiek aan de zon. Ze staan alleen miljoenen keren verder weg.
De aarde is vanaf de zon gezien de derde planeet in ons zonnestelsel. De aarde draait in één jaar rond de zon.
Rond de aarde bevindt zich de atmosfeer of dampkring.
De evenaar is een denkbeeldige lijn op het aardoppervlak.
Als je de positie van een plaats op de aarde wilt aangeven gebruik je de lengtegraad en de breedtegraad.
De aarde maakt een vrijwel cirkelvormige baan om de zon.
gemaakt, maar dan twee weken later.
De aarde draait ieder jaar om de zon. De baan van de aarde rond de zon noem je de aardbaan.
In de zomer hebben we meer uren zon dan in de winter.
Op aarde zijn er 24 verschillende tijdzones.
De maan draait in ongeveer 28 dagen om de aarde. Als het bij ons donker is, zien we vaak de maan. Maar de maan staat net zo vaak overdag aan de hemel, maar ze valt dan minder goed op.
In het gebied rond de evenaar heerst een tropisch klimaat. De gemiddelde temperatuur bedraagt het hele jaar tussen de 25º en 30ºC.
Rond de 30º NB en 30º ZB vind je de droge klimaatzone.
Het Middellandse zeeklimaat is een voorbeeld van een gematigd klimaat.
De koude klimaatzones bevinden zich in de buurt van de polen. Je spreekt dan ook wel van een poolklimaat.
Op de polen is het kouder dan bij de evenaar.
Oceaanstromingen
Hoogte boven zeeniveau (reliëf)
Als het gemiddelde weertype of klimaat over een bepaalde periode verandert heet dat klimaatverandering.
De afgelopen 100 jaar is de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak gestegen.
Een kleine stijging van de temperatuur aan het aardoppervlak kan grote gevolgen hebben.
Om aan te geven hoe warm het buiten is, gebruik je de temperatuur.
De luchtdruk op aarde is niet overal gelijk.
In een wolk kunnen door luchtstromingen ook concentraties van elektrische positieve of negatieve ladingen ontstaan. Als wolken met tegengestelde ladingen vlak langs elkaar heen gaan, kan er een vonk (bliksemflits) overslaan en hoor je even later een knal (donder). Het verschil in lading kan ook zo sterk zijn dat de elektronen de sprong naar de aarde maken: je hebt dan een blikseminslag
Een definitie van een landschap is:
Het veenlandschap wordt onderverdeeld in laagveengebieden en hoogveengebieden.
Het rivierkleilandschap omvat de stroomgebieden van de Maas, de Rijn, de Lek, de Waal en de IJssel.
Als het het over de duinen hebt, heb je het meestal over de zeeduinen. Maar naast de zeeduinen zijn er ook nog rivierduinen.
Het zandlandschap beslaat grote delen van het noorden, midden en zuiden van Nederland. Het zandgebied in het noorden is een vrij laag, glooiend gebied met op enkele plekken heuvels, zoals de Hondsrug in Drenthe.
Het zeekleilandschap is te vinden in grote delen van het laagland van Noord- en West-Nederland. Het zeekleilandschap begint achter de duinen en loopt tientallen kilometers landinwaarts.
Het heuvelland ligt in Zuid-Limburg. Het landschap kenmerkt zich door een voor Nederlandse begrippen sterk reliëf. De hoogte varieert tusen 60 en 321 boven NAP. Het hoogste punt is de Vaalserberg.
De agrarische sector is in Nederland nog steeds de grootste grondgebruiker.
Tussen regio's zijn er duidelijke verschillen die samenhangen met de bodemvruchtbaarheid.
Ons zonnestelsel bestaat uit de zon met de daaromheen draaiende hemellichamen.
Behalve dat de planeten rond de zon draaien, draaien ze ook om hun eigen as.
Een planeet is een hemellichaam dat om de zon draait. Een maan is een hemellichaam dat om een planeet draait.
Planetoïden (asteroïden)
De bevolkingsspreiding kan vaak worden verklaard met behulp van natuurlijke en sociaal-economische factoren.
Op de volgende twee kaarten zie je de spreiding van de bevolking over Europa en de spreiding van de bevolking over de wereld:
Belangrijke natuurlijke factoren die de spreiding van de bevolking over de wereld verklaren zijn:
De aanwezigheid van water
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen en dat aantal verandert elke dag. Hoe de omvang van de bevolking verandert, hangt af van:
De andere reden waardoor de omvang van de bevolking verandert is migratie.
Als je de bevolking van een land beschrijft, beschrijf je verschillende kenmerken.
De bevolkingspiramide heet piramide omdat de bevolkingspiramide in veel, vooral arme, landen lijkt op een piramide.
Gezinshereniging betekent het bij elkaar brengen van gezinsleden die gescheiden leven. Gezinshereniging is een recht.
In de tweede helft van de 19e eeuw vond in Nederland de industriële revolutie plaats.
Na de eerste groei van de steden als gevolg van de industrialisatie en de mechanisatie volgde de suburbanisatie (suburb = buitenwijk).
Door de urbanisatie en suburbanisatie zie je nu vaak een centrale stad met eraan vastgegroeide randgemeenten of voorsteden. Dit groot stedelijk gebied wordt ook wel een agglomeratie genoemd.
Suburbanisatie (vertrekken uit de stad) in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was vooral iets voor de beter opgeleide midden- en hogere inkomens.
De suburbanisatie die vanaf 1960 op grote schaal plaatsvond had behalve segregatie nog een belangrijk ongewenst gevolg: de filedruk nam toe. Forensen die iedere dag vanaf hun woonplaats naar de stad moeten om te werken, zorgen voor kilometerslange files tijdens de spitsuren.
Nederland is een klein, welvarend land.
Nederland ligt dicht bij zee. Door Nederland lopen brede, goed bevaarbare rivieren.
Primaire sector
Je maakt onderscheid tussen intensieve en extensieve landbouw.
In de industriële sector in Nederland vind je 4% van alle Nederlandse bedrijven en 10% van alle banen. De industrie bestaat uit een aantal sterk van elkaar verschillende branches. Je hebt industrie die zich hoofdzakelijk op consumenten richt, zoals de voedingsmiddelen-, de meubel-, textiel- en de kledingindustrie. En je hebt maak- en procesindustrie, zoals de metaalindustrie (o.a. hoogovens) en de chemische industrie (o.a. olieraffinage). Hier worden grondstoffen tot tussenproducten/halffabricaten verwerkt. Vervolgens bewerken andere bedrijven dit tot eindproducten.
Door het gebruik van machines is de soort werkgelegenheid in de loop der jaren veranderd: de vraag naar personeel met een goede opleiding is toegenomen. Nederland is een kenniseconomiegeworden. Een sterk opkomende industrietak is de high techindustrie: industrie die gebruik maakt van de nieuwste ontwikkelingen op technisch gebied.
Het bruto nationaal product (BNP) is de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in één jaar.
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.
Internationale arbeidsverdeling en de bijbehorende internationale handel is mogelijk geworden door ontwikkelingen op gebied van vervoer, maar ook door de toegenomen informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Als een bedrijf op grotere schaal een bepaald product produceert, neemt daardoor het bedrijf in omvang toe. Dit noemen we schaalvergroting. Dit brengt voor het bedrijf vaak schaalvoordelen op: de productiekosten per product worden lager.
De globalisering/mondialisering heeft ertoe geleid dat een groot deel van de maakindustrie uit West-Europa en Noord-Amerika is verplaatst naar andere landen, vooral naar Azië.
Economisch gezien heeft het rijke Westen altijd een dominante positie gehad ten opzichte van de rest van de wereld. Pas sinds enkele jaren spelen ook enkele landen in Azië en Zuid-Amerika een belangrijkere rol in de economie.
Het inkomen per hoofd van de bevolking wordt vaak als maatstaf voor welvaart gezien.
In veel ontwikkelingslanden is sprake van een slechte gezondheidszorg.
Het grootste deel van de beroepsbevolking werkt in de primaire sector.
Met goede scholing kun je je beter ontwikkelen.
Ruim 1 miljard mensen (van de 7 miljard die op aarde wonen) heeft geen toegang tot veilig drinkwater.
Er wonen binnenkort meer mensen in de stad dan op het platteland.
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen rijke westerse landen en ontwikkelingslanden.
Structurele ontwikkelingssamenwerking
Gebonden hulp
Overheidsorganisaties of gouvernementele organisaties
Een grens is een zichtbare of onzichtbare lijn in het landschap.
Een volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont. Ze hebben overeenkomsten op het gebied van godsdienst, kleding en muziek: ze hebben dezelfde cultuur. Elk volk leeft in een woongebied dat het graag duidelijk afgrenst. Binnen de grenzen vind je dezelfde taal, godsdienst en cultuur. Binnen de grenzen voelt een volk zich thuis.
Een cultuurgebied is een gebied waar mensen kenmerken met elkaar gemeen
Kenmerkend voor het westerse cultuurgebied is het belang dat wordt gehecht aan democratie, aan vrijheid van meningsuiting, aan gelijkheid en aan individualisme.
In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen en cultuurgebieden. Er wonen nu bijna 3,3 miljoen mensen uit ongeveer 160 verschillende landen in Nederland. Dat is bijna 20% van de bevolking. Eén op elke 5 Nederlanders heeft zijn of haar wortels buiten Nederland.
Een etniciteit is een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt. Een etnische minderheid is een benaming voor een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land waarin ze verblijft.
Er zijn verschillende redenen waarom migranten naar Nederland komen. In 2009 waren de belangrijkste redenen voor migratie:
Economische vluchtelingen zijn mensen die naar een land gaan om een ander bestaan op te bouwen. De term is eigenlijk onjuist. Armoede wordt door de Verenigde Naties niet erkend als een geldige reden om te vluchten. Een betere term is dan ook economische migranten.
Na de Tweede Wereldoorlog wilden de landen in Europa geen nieuwe oorlog meer. Om oorlog te voorkomen gingen landen samenwerken.
Vanaf 1993, na ondertekening van het verdrag van Maastricht, ging de 'Europese Gemeenschap' de 'Europese Unie' (EU) heten. De samenwerking tussen de lidstaten nam verder toe en onder andere de komst van de euro werd toen aangekondigd.
De Europese Unie is een vrijhandelsgebied. Dat betekent dat er tussen de landen van de EU vrij gehandeld mag worden.
De Europese Unie lijkt economisch gezien een succes, maar de Europese Unie roept ook weerstand op.
Religie speelt in samenlevingen een belangrijke rol.
De vijf wereldgodsdiensten zijn in verschillende perioden van de geschiedenis ontstaan.
Opbouw aarde
Aardkorst: twee soorten platen
De platen hebben de afgelopen 200 miljoen jaar over de aarde gezworven en bewegen nu nog. Het bewegen van die platen heet plaattektoniek.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat bewegen uit elkaar. Deze platen zijn divergerende platen.
Als platen tegen elkaar geduwd worden, zijn het convergerende platen. Er zijn drie mogelijkheden:
2 Twee continentale platen botsen
Als twee platen langs elkaar heen bewegen, spreek je van transforme platen.
De aardkorst verandert door natuurkrachten voortdurend van vorm.
Bij erosie is er sprake van afslijten en verplaatsen van gesteente. Als het gesteente ergens anders weer wordt neergelegd, spreek je van sedimentatie. Voorbeelden hiervan zijn zandsteen en kalksteen.
De aardkorst is niet één geheel, maar bestaat uit verschillende platen. Die platen bewegen ten opzichte van elkaar.
Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een seismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig.
Een vulkaan is een opening (krater) in het oppervlak van de aarde waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokken gesteente door naar buiten komen. Een uitbarsting of eruptie is het moment waarop het materiaal door de vulkaan uitgestoten wordt. Eenmaal aan de oppervlakte stolt het magma en wordt het lava genoemd.
Vulkanen op de grens van twee oceanische platen
Als een tropische storm windkracht 12 bereikt, noem je de storm een orkaan. Orkanen ontstaan boven zee op plekken waar de watertemperatuur minstens 27 graden is. Het warme zeewater verdampt en stijgt in de warme lucht snel op. Als de lucht hoger in de atmosfeer weer afkoelt, daalt de lucht weer.
Een wervelwind met zeer grote windsnelheden en een diameter van tientallen meters tot een kilometer, noem je een tornado. Een tornado is pas echt een tornado als de bovenste helft onder een flinke onweersbui hangt en het onderste gedeelte contact maakt met de grond.
Als er grote hoeveelheden water uit een zee of rivier op het land komen, spreek je van een overstroming. Een ernstige overstroming wordt ook wel een watersnoodramp genoemd.
Als er gedurende een langere periode geen neerslag valt, spreek je van droogte. In Nederland is er zelden sprake van langdurige droogte. Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er wel veel vocht verdampen, waardoor er een watertekort ontstaat, maar door kunstmatige beregening is het watertekort doorgaans goed aan te vullen.
Om energie op te wekken heb je een energiebron nodig.
De meest gebruikte primaire brandstoffen zijn aardgas, aardolie en kolen. Dat zijn zogenaamde fossiele brandstoffen.
Het nadeel van het gebruik van fossiele energiebronnen is dat het energiebronnen zijn die op kunnen raken. Het heeft miljoenen jaren geduurd voordat organische materialen tot olie, kolen en gas zijn omgevormd.
Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die niet op kunnen raken. Het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties worden niet benadeeld.
Biomassa is plantaardig en dierlijk materiaal. Biomassa kan gebruikt worden voor energie-opwekking. Je krijgt dan biobrandstof.
Kernenergie is energie die is opgewekt door een kernreactie: een reactie waarbij atoomkernen (hoofdzakelijk van uranium) betrokken zijn. De energie die vrijkomt, wordt in een kerncentrale in elektriciteit omgezet.
Er zijn ruim 40 grote elektriciteitscentrales in Nederland. De grootste is de Clauscentrale in Maasbracht, die op gas wordt gestookt. Gas is in Nederland sowieso de meest gebruikte brandstof. De tweede brandstof is (nog steeds) steenkool; in andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt. Dat zijn de combicentrales.
Elk land heeft zijn eigen mix aan energiebronnen.
Op aarde wonen zo'n 7 miljard mensen die gemiddeld allemaal ruim 220 MJ (220 miljoen Joule) per dag gebruiken.
Veel energie wordt opgewekt uit fossiele energiebronnen (steenkool, aardolie en aardgas).
Water kan voorkomen in drie fasen:
Water is steeds 'op reis'. Die reis noem je de waterkringloop.
Al het water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte van de aarde bevindt, noem je oppervlaktewater.
Overtollig water in een gebied wordt vaak zichtbaar weggevoerd door een rivier.
De bovenloop van een rivier is het deel bij de bron.
Ongeveer 70% van het aardoppervlak is bedekt met water.
In de natuur is bijna geen zuiver water te vinden.
Voor het maken van drinkwater is grondwater geschikter. Het is namelijk schoner dan oppervlaktewater.
Nederland ligt laag. Daarom zijn dijken en waterkeringen zo belangrijk.
Het getijde of getij is de op- en neergaande beweging van de zee.
Als het in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 enorm hard stormt, overstroomt een groot deel van Zeeland, een deel van Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant.
Een andere belangrijke waterkering in Nederland is de Afsluitdijk. Deze 32 km lange dijk met verkeersweg sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee.
In 2012 hadden wereldwijd meer dan 780 miljoen mensen geen toegang tot veilig drinkwater.
Door het tekort aan water lijden de grond en voedselgewassen ernstige schade.
De ongelijkheid in de verdeling van water kan leiden tot interne spanningen.
Problemen met water hebben vaak te maken met waterschaarste.