Family and friends
Introduction
Welcome to the third English theme.
Welkom bij het derde thema van Engels.
This theme is about Family and friends.
Dit thema gaat over familie en vrienden.
How?
You are going to practise writing, reading, listening and speaking.
Je gaat oefenen met schrijven, lezen, luisteren en spreken.
What?
You are going to talk about yourself and your family in English.
You are also going to listen to people who talk about their relatives. You are going to use nouns and plurals, the articles a/an and the correct word order. Also you will going to use the present continuous.
After the assignments in the Lessons you are going to do the Finishing touch; the final projects.
Good luck and have fun!
Getting started
You have started the theme Family and friends.
Je bent begonnen aan het thema Familie en vrienden.
In this theme, you will find different things to watch, to listen to, to read and to do.
In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, te luisteren, te lezen en te doen.
There are reading texts, videos, recordings, illustrations and photos.
Er zijn leesteksten, video's, luisterfragmenten, afbeeldingen en foto's.
There are also different kinds of exercises. You will do some of the exercises alone and others in a group.
Er zijn ook verschillende soorten oefeningen. Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.
At the end of a group assignment, you are going to discuss the answers in your group. Sometimes you will ask other classmates to listen or read along.
Aan het eind van oefeningen die je in een groep doet, bespreek je met dezelfde groep de antwoorden. Soms vraag je andere klasgenoten om mee te luisteren of te lezen.
Some exercises will be checked by the computer.
Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.
Need to know
First you are going to see if you are ready to start this theme. Do the test.
Eerst ga je kijken of je klaar bent om aan dit thema te beginnen. Doe de test.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Can do
In this theme you are going to focus on the following 'can do' statements.
In dit thema ga je je richten op de volgende leerdoelen.
Luisteren
- Je kunt vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die jezelf, jouw familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Lezen
- Je kunt namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in korte teksten.
Gesprekken voeren
- Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over jezelf en je familie. Je gesprekspartner spreekt vrij langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe zinnen. Je gesprekspartner helpt bij het formuleren van wat jij probeert te zeggen. Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die over een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen gaan.
Spreken
- Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om je familie en vrienden te beschrijven.
Schrijven
- Je kunt een stamboom beschrijven.
- Je kunt een korte, eenvoudige e-mail schrijven over je familie.
- Je kunt in korte, eenvoudige zinnen iets vertrouwds beschrijven.
- Je kunt in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven.
- Je kunt een eenvoudig formulier invullen.
To do
In this theme you are going to do the following things:
In dit thema ga je de volgende dingen doen:
- Listen to people talking about friends, family and relationships.
Luisteren naar mensen die praten over hun vrienden, familie en relatives.
- Read about fathers, mothers and family members.
Lezen over vaders, en moeders en familieleden.
- Write some emails.
Een paar e-mails schrijven.
- Talk about your own family, royal families, other famous families and your relationship with other people.
Vertellen over je eigen familie, koninklijke families, andere beroemde families en je relaties met andere mensen.
But you don't have to be able to do this right away!
Maar dit hoef je nog niet meteen te kunnen!
Follow the lessons to learn everything you need to know.
Volg de lessen om alles te leren wat je moet weten.
Ready? Let's go!
| Lesson |
Title |
Activities |
| 1 |
Relatives |
Listen and read about relatives. Have a conversation about your relatives, make a family tree and write an email.
Luister en lees over familieleden. Praat over je familieleden, maak een stamboom en schrijf een e-mail.
Grammar: Nouns and plurals.
Grammatica: Zelfstandig naamwoorden en meervoud.
|
| 2 |
My family |
Listen and read about family, talk and write about your own family.
Luister en lees over het gezin, praat en schrijf over je eigen gezin.
Grammar: Articles and word order.
Grammatica: Lidwoorden en woordvolgorde.
|
| 3 |
My dad / My mum |
Listen and read about mothers and fathers, talk and write about your mother or father.
Luister en lees over moeders en vaders, praat en schrijf over over jouw moeder of vader.
Grammar: Present continuous.
Grammatica: Present continuous.
|
| 4 |
Fairy tale families |
Listen to a song about family and read a fairy tale. Talk and write about your favourite fairy tale.
Luister naar een lied over familie en lees een sprookje. Praat en schrijf over jouw favoriete sprookje.
Grammar: Grammar test.
Grammatica: Grammaticatest.
|
Lessons
Below are the four lessons for this theme.
Hieronder staan de vier blokken van dit thema.
Make your choice.
Maak je keuze.
Vocabulary Family and friends
These words and chunks can help you with the lessons. You don't need to learn them by heart.
Deze woorden en chunks kunnen je helpen bij je lessen. Je hoeft ze niet uit je hoofd te leren.
Tip:
There are many ways to study vocabulary. You can read the words aloud or copy them.
Er zijn veel manieren om woorden te leren. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
In Wozzol, click on the red arrow for options.
Klik in Wozzol op de rode pijl voor de opties.
Finishing touch
You have completed the lessons for the theme 'Family and Friends'.
Je hebt de blokken van het thema 'Family and Fiends' doorgewerkt.
Time for the Finishing touch
Tijd voor de Finishing touch.
You will find three extra speaking and writing exercises.
Je vindt hier drie extra schrijf- of spreekopdrachten.
- Choose one or two. Discuss with your teacher how many you have to do.
Kies er één of twee uit. Overleg met je docent hoeveel je er moet doen.
- Work with a classmate.
Werk samen met een klasgenoot.
- Then do the D-test and answer the evaluation questions.
Maak daarna de D-toets en beantwoord de evaluatievragen.
Good luck.
Succes.
Project A: Famous families
Presentation: Famous families
Find a classmate to work with.
Zoek een klasgenoot om mee samen te werken.
Situation
Situatie
You and your classmate are going to give a presentation about a famous family. But you can't say which one! The rest of your class has to guess.
Jij en je klasgenoot gaan een presentatie geven over een beroemd gezin. Maar je mag niet zeggen welk gezin! De rest van de klas moet het raden.
- Kies een beroemd gezin. Het mag een echt gezin zijn (bijvoorbeeld de Nederlandse koninklijke familie), maar ook een fictief gezin (bijvoorbeeld The Incredibles).
- Zoek op internet informatie over het gezin op: leeftijden, beroepen, hobby's, hun leven, hun vrienden en kennissen enzovoorts.
- Bereid een presentatie van twee minuten voor. Denk erom dat je geen namen noemt!
- Geef de presentatie aan de rest van de klas. Kunnen je klasgenoten raden over welk gezin jullie het hebben?
Project B: Holiday cottage
Filling out a form: Family cottage
Situation
Situatie
You are at the reception of a holiday park and the receptionist asks you to register.
Je staat bij de receptie van een vakantiepark en de receptionist vraagt je je te registreren.
Fill out the form.
Vul het formulier in.
- Vul je gegevens en die van je gezinsleden in.
- Jullie blijven een week.
- Op dinsdag willen jullie wten afhalen. Geef je bestelling door.
- Op donderdag willen jullie fietsen huren.
Tip:
Ask two classmates to check your form.
Vraag twee klasgenoten om naar je formulier te kijken.
Listen to your classmates' tips and improve your form.
Luister naar de tips van je klasgenoten en verbeter je formulier.
Assessment
Beoordeling van de taak
You've done well if:
Je hebt het goed gedaan als:
- you've used the correct words and phrases in the correct spaces;
je de juiste woorden en zinnen op de juiste plekken hebt gebruikt;
- you have included all the elements of the task in your form.
alle elementen uit de opgave op je formulier staan.
Project C: Write your own fairy tale
Writing a story: Write your own fairy tale
Situation
Situatie
There is a fairy tale writing contest in your town. You decide to enter.
Er wordt een sprookjesschrijfwedstrijd gehouden in jouw stad of dorp. Je besluit mee te doen.
Write your fairy tale.
Schrijf jouw sprookje.
Je mag een compleet nieuw sprookje bedenken, maar je mag ook een bestaand sprookje een nieuwe wending geven.
Dit moet er in elk geval in staan:
- een beschrijving van je hoofdpersonen
- iets over hun uiterlijk, hun karakter, hun gewoontes en hun familie
- een kort avontuur
- en natuurlijk een happy end.
Assessment
Beoordeling van de taak
You've done well if:
Je hebt het goed gedaan als:
- you've written a complete story, with a beginning, a middle and an end;
je een compleet verhaal hebt geschreven, met een begin, een midden en een eind;
- you've described your main characters in short;
je de hoofdpersonen kort hebt beschreven;
- you've asked at least one classmate for feedback and used it to imprve your fairy tale.
je minstens één klasgenoot om feedback hebt gevraagd en die hebt gebruikt om je sprookje te verbeteren.
D-toets
Test your knowledge. Do the diagnostic test.
Test je kennis. Maak de diagnostische toets.
Engels: Family and friends D-toets
What did you learn?
You started this theme with a test in the section Need to know.
Je begon dit thema met het maken van een test in het onderdeel Need to know.
- Do this test again.
Doe de test opnieuw.
- Are your results better than the first time?
Zijn de resultaten beter dan de eerste keer?
At the end of each lesson you answered evaluation questions. Use these answers to answer the following questions:
Aan het eind van iedere opdracht heb je evaluatievragen beantwoord. Gebruik deze antwoorden om de volgende vragen te beantwoorden.
- What new things did you learn?
Welke nieuwe dingen heb je geleerd?
- From which assignment did you learn the most?
Van welke opdracht heb je het meest geleerd?
- Can you do what you should be able to do now?
Kun je nu wat je zou moeten kunnen?
Timing
In the introduction of each double period there is an indication of the amount of time you need.
In de introductie bij elke opdracht krijg je een indicatie van de tijd die je nodig hebt.
- Were the time indications correct?
Klopten de tijdsinschattingen?
Group work
- How did you feel about working in a group?
Wat vond je van het werken in een groep?
- Did every group member do the same amount of work?
Heeft ieder groepslid evenveel werk verzet?
Projects
- What did you think of the projects?
Wat vond je van de projecten?
More
Verderkijker
De Verderkijker biedt bij dit thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het thema Family and Friends zijn de volgende items geselecteerd.
Grammatica - Noun (zelfstandig naamwoord):
Grammatica - 'a' of 'an':
Grammatica - Present continuous
Grammatica - Word order
Lezen - Schrijven - Luisteren - Kijken - Spreken:
In de Verderkijker wordt gebruikgemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.
