Opdracht: Diversiteit - vmbo12

Opdracht: Diversiteit - vmbo12

Diversiteit

Intro

Het ene ontwikkelingsland heeft meer inwoners, een beter klimaat, is groter qua oppervlakte, etc.

Er is een grote diversiteit tussen ontwikkelingslanden.

In deze opdracht vergelijk je de ontwikkelingslanden Burundi en Afghanistan.


Kijk vast rond op de site Landenweb.nl.

Kun je uitzoeken of deze landen qua oppervlakte groter of kleiner zijn dan Nederland?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • twee ontwikkelingslanden met elkaar vergelijken op basis van een aantal kenmerken en de verschillen benoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen waardoor er verschillen tussen ontwikkelingslanden zijn.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je verzamelt  via internet algemene gegevens van Burundi en Afghanistan. Je maakt daarna de opdracht.
Stap 2 Je zoekt nog twee kenmerken van een ontwikkelingsland. Aan de hand van het lijstje kenmerken verzamel je gegevens over beide landen. Deze informatie gebruik je in de eindopdracht. Je bekijkt ook twee video's.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over diversiteit en kenmerken van ontwikkelingslanden.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: dan maak je met een klasgenoot twee posters met informatie over Burundi en Afghanistan.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd:
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Burundi en Afghanistan

Burundi

Afghanistan en Burundi zijn ontwikkelingslanden.
In deze stap ga je deze landen vergelijken met Nederland.
Je krijgt dan een inzicht in hoe verschillend ontwikkelingslanden onderling kunnen zijn.

Je begint met het opzoeken van een aantal algemene gegevens van beide landen:

  • Hoeveel inwoners heeft het land?
  • Wat is de oppervlakte van het land? Hoeveel keer zo groot als Nederland is dat?
  • Wat is de officiële taal?
  • Hoe heet de hoofdstad?
  • Hoe is het klimaat?
  • Hoe heet het officiële betaalmiddel?

Websites waarop je informatie kunt opzoeken zijn bijvoorbeeld:

Als je deze informatie hebt verzameld, kun je de opdracht maken.

Stap 2: Kenmerken ontwikkelingslanden

Afghanistan

Hier zie je een aantal kenmerken van ontwikkelingslanden:

  • een laag inkomen per inwoner
  • slechte gezondheidszorg
  • grote bevolkingsgroei
  • analfabetisme
  • monocultuur

Kun je het lijstje aanvullen met ​nog drie kenmerken?
Zoek ze op in de Kennisbank.

Kenmerken ontwikkelingslanden

Bekijk de volgende twee video's.
De eerste video gaat over de gezondheidszorg in Afghanistan.

De tweede video gaat over de hulp van Unicef aan Burundi.

Probeer voor Burundi en voor Afghanistan informatie te vinden over deze kenmerken.
Bewaar de gegevens. In de eindopdracht heb je ze nodig!

Afronding

Begrippen

Kenmerken ontwikkelingslanden

Sloppenwijken
Een sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. De woningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen.
Monocultuur
Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats.
Armoedegrens
Hoe rijk iemand is, gemeten naar in hoeverre iemand in zijn of haar behoefte kan voorzien.
Ruilvoet
Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden.
Welvaart
In hoeverre mensen aan hun behoeften kunnen voldoen. Dit bepaalt ook de mate van tevredenheid over het leven.
Welzijn
In hoeverre mensen tevreden zijn met de mate waarin ze in hun behoeften kunnen voorzien. Het gaat bij die behoeften niet alleen om producten die te koop zijn.
Informele economie
Mensen die in de informele sector werken, werken zonder dat de overheid er iets vanaf weet en zonder belasting te betalen.
BNP per inwoner
Het Bruto Nationaal Product per inwoner staat voor het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land.
Levensverwachting
Het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren van een persoon bij de geboorte.
Verstedelijkingstempo
De snelheid waarmee het relatieve aantal inwoners in de steden in een gebied (urbanisatiegraad) groeit.
Verstedelijking
Het in omvang toenemen van steden in een gebied. Ook wel urbanisatie genoemd. Wanneer we de verstedelijking uitdrukken in het aandeel van de bevolking dat in een stedelijk gebied woont, heet dit de urbanisatiegraad.
Analfabetisme
Het niet kunnen lezen en schrijven.
Ondervoeding
Wanneer een persoon te weinig voedsel of kwalitatief slechte voeding krijgt.
Honger
Kwantitatieve honger: een persoon krijgt te weinig voedsel. Kwalitatieve honger: een persoon krijgt voedsel met onvoldoende voedingsstoffen.
Gezondheidszorg
Alle organisaties en instellingen die met gezondheid bezig zijn.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Kies voor elke vraag het juiste antwoord.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van alle antwoorden.

Eindopdracht B: Poster

Als eindproduct van deze opdracht maken jullie twee posters.
Op de ene poster staat Burundi centraal.
De andere poster gaat over Afghanistan.

Op de posters komt:

  • een landkaart
  • algemene informatie over het land
  • informatie over de kenmerken van ontwikkelingslanden.

Deze informatie hebben jullie in de vorige twee stappen verzameld.
Deel beide posters op dezelfde manier in.
Zo kun je de situatie in beide landen goed vergelijken.

Wat zie je als je beide landen met elkaar vergelijkt?
Zien jullie vooral verschillen of vooral overeenkomsten?

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

Klaar?
Bekijk in de gereedschapskist aan welke beoordelingscriteria de posters moeten voldoen.
Lever de posters daarna in bij de docent.


Jullie docent geeft een goede beoordeling als jullie:

  • een goede vergelijking hebben gemaakt van de belangrijkste kenmerken van beide ontwikkelingslanden.
  • de posters met zorg gemaakt hebben.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Heb je kunnen vinden of Burundi en Afghanistan groter of kleiner dan Nederland zijn?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig of kwam je tijd te kort?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Zagen jullie meer verschillen dan overeenkomsten tussen Burundi en Afghanistan?
    Licht je antwoord toe.
  • Het arrangement Opdracht: Diversiteit - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-12-13 11:41:11
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Arm en rijk" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. In deze opdracht ga je dieper in op de diversiteit tussen ontwikkelingslanden. Je leert het vergelijken van specifieke ontwikkelingslanden Burundi en Afghanistan. Belangrijke begrippen zoals sloppenwijken, BNP, ruilvoet, welvaart, verstedelijkingspercentage, armoedegrens en analfabetisme komen hierbij aan bod. Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en twee posters over Burundi en Afghanistan zodat je de landen goed kunt vergelijken. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Arm en rijk; Kenmerken van ontwikkelingsgebieden; Aardrijkskunde; Kennis en beeldvorming over ontwikkelingsgebieden op mondiaal niveau; Ontwikkelingsgebieden;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arm en rijk, armoedegrens, arrangeerbaar, diversiteit, ontwikkelingslanden, sloppenwijken, stercollectie, vmbo-12, welvaart

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Kennisbank Aardrijkskunde - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/134827/Kennisbank_Aardrijkskunde___vmbo12