Opdracht: Was kostet das? - hv23

Opdracht: Was kostet das? - hv23

Was kostet das?

Einleitung

Deel 3 bestaat uit 6 stappen. Werk ze één voor één door.

stap

activiteit

actie

Stap 1

en

Hören

Je luistert naar een bericht over biologische winkels.

Stap 2

Wörter

Je oefent de woorden en zinnen.

Stap 3

Sprechen

Je voert een gesprek om een broek te kopen.

Stap 4

Grammatik

Je leert de derde naamval.

Stap 5

en

Schreiben

Je presenteert je aankopen.

Stap 6

Lesen

Je leest een aantal moppen.

Stap 1 - Hören

Bioläden

Immer mehr Menschen achten auf (letten op) ihre Gesundheit. Dabei ist es nicht nur wichtig, was man kauft, sondern auch, wo man die Lebensmittel kauft. Bioläden werden darum in letzter Zeit immer populärer.

Du hörst einen Bericht von Ralf Murmann, der so einen Bioladen hat.

Zusammenfassung

Vervollständige die Zusammenfassung.

Und du?

Besprich die folgenden Fragen mit einem Mitschüler.

  1. Welche Bioläden gibt es bei euch in der Nähe?
  2. Wie oft geht ihr (oder eure Eltern) in einen Bioladen?
  3. Was kauft ihr (oder eure Eltern) da?
  4. Warum kauft ihr (oder eure Eltern) (nicht) in einem Bioladen ein?

Stap 2 - Wörter

Übe und lerne Wörterliste C.

 

Wortschatz C hv

Stap 3 - Sprechen

Beatrice hat in einer Zeitschrift eine tolle Hose gesehen.
Sie geht ins Geschäft, um die Hose zu kaufen.

Mache die Übung:

Stap 4 - Grammatik

Derde naamval (lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden)

Wat weet je al over de Duitse naamvallen?
Je hebt in eerdere thema's kennis gemaakt met de 1e en de 4e naamval.
Je hebt gezien hoe lidwoorden, persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden er in de 1e en 4e naamval uitzien. Je hebt ook kennis gemaakt met voorzetsels die de 4e naamval bij zich dragen.

Wat ga je in dit thema bijleren over de Duitse naamvallen?
Je gaat in dit thema kennis maken met de 3e naamval, ook wel de 'Dativ' genoemd in het Duits of 'meewerkend voorwerp' in het Nederlands. Je gaat leren wanneer je de 3e naamval gebruikt en hoe lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden eruitzien in de 3e naamval.

Lies und lerne die 'Kennisbank Duits' über den Dativ von Artikeln (lidwoorden) und Possessivpronomen (bezittelijke voornaamwoorden).
 

Derde naamval

Mache jetzt die Übungen.

Stap 5 - Schreiben

Situation

Du bist zu einem Fest eingeladen. Von deinen Eltern bekommst du Geld, um ein neues Outfit zu kaufen.

Wähle einen von den zwei Links und besuche die Website. Eventueel kannst du auch selbst ein online Warenhaus wählen, aber dann muss die Website auf Deutsch sein. Wähle minimal 3 Kleidungsstücke und/oder Accessoires:

PROMOD

OTTO

  • Jacke oder Mantel
  • Hose oder Rock
  • Pullover
  • Bluse oder T-Shirt
  • Unterwäsche
  • Schuhe
  • Accessoires

Kleidungsstücke

Wähle minimal 3 Kleidungsstücke.
In einer Präsentation oder Collage musst du folgende Informationen auf Deutsch verarbeiten:

  • Foto von deinem Einkauf
  • Wie viel kostet dein Einkauf?
  • In welcher Farbe und aus welchem Stoff sind die Produkte?
  • Warum hast du dieses Kleidungsstück/diese Accessoires ausgewählt?

Achtung: Bei jedem Einkauf musst du mindestens 4 komplette deutsche Sätze aufschreiben.

Präsentiere dein Resultat in der Klasse.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Stap 6 - Lesen

Verstehst du die Witze?
Snap je deze moppen?

A
Lies die vier Witze und besprich sie mit einem Mitschüler. Findet ihr sie lustig?
Lees de vier moppen en bespreek ze met een klasgenoot. Vinden jullie ze grappig?


Witz 1: Der Kassierer an der Kinokasse: "Das ist schon die siebte Eintrittskarte, die du kaufst." Fritzchen: "Ja, da vorne am Eingang steht einer, der sie mir immer wieder zerreißt."

Witz 2: Treffen sich zwei Holzwürmer im Käse. Fragt der eine: 'Na, auch Probleme mit den Zähnen?'

Witz 3: Fritzchen geht im Supermarkt zur Kasse und sagt:
"Sie haben sich gestern beim Herausgeben um zehn Euro geirrt."
"Das kann jeder sagen!", antwortet ihm die Kassiererin unfreundlich.
"Das hättest du gleich sagen müssen. Jetzt ist es zu spät!"
"Na gut, dann behalte ich das Geld eben..."

Witz 4: "Hast du schon gehört? Der Obsthändler von nebenan ist wegen Betrugs angezeigt worden!" - "Warum?" - "Er soll Stachelbeeren rasiert und als Weintrauben verkauft haben."

B
Wählt beide einen anderen Witz. Notiert Stichwörter auf Deutsch, sodass ihr den Witz erklären könnt. Erklärt einander den Witz. Habt ihr beide den Witz gut verstanden?
Kies allebei een andere mop uit. Noteer trefwoorden in het Duits om de mop aan de ander uit de kunnen leggen. Leg elkaar de gekozen mop uit. Hadden jullie de mop hetzelfde begrepen?

  • Het arrangement Opdracht: Was kostet das? - hv23 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-06-14 13:27:05
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Einkaufen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor het vak Duits voor niveau hv23. In deze opdracht luister je naar een bericht over biologische winkels en oefen je relevante woorden en zinnen hierbij. Je gaat ook een gesprek voeren om een broek te kopen, waarbij je de derde naamval leert toepassen. Ook presenteer je je aankopen aan anderen. Daarnaast ga je een aantal moppen lezen die te maken hebben met winkelen en dit thema. Dit alles draagt bij aan je begrip van situaties met betrekking tot winkelen en versterkt je taalvaardigheden in het Duits op dit niveau.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    aankopen, arrangeerbaar, biologische winkels, derde naamval, duits, einkaufen, hv23, moppen, stercollectie, was kostet das?

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen