Dagelijks komen wij van alles tegen waar we niet echt stil bij staan. Het alarm gaat elke morgen weer af, je verstuurt berichtjes via je telefoon naar de andere kant van de wereld en ook weer elke dag kom je nieuwe mensen tegen. Er gebeurt altijd van alles, wat voor ons zo vanzelfsprekend is, dat we daar eigenlijk niet meer over nadenken. Ook interpunctie is daar een voorbeeld van.
Niet alleen in teksten, maar zelfs in één zin kan je al interpunctie tegenkomen. Daarom is het dus erg belangrijk om goed gebruik te maken van interpunctie als je zelf een tekst schrijft. Ook bij het schrijven van een brief, zoals een sollicitatiebrief, moet je je leestekens goed plaatsen.
En daarom gaan wij in dit leerarrangement alle aandacht besteden aan alle punten, komma's, vraagtekens en nog veel meer! Hier kan je dus uitgebreid uitleg vinden, maar ook een handig filmpje, veel oefeningen, een tussentijdse toets en op het eind een toets voor cijfer!
Het is dus de bedoeling dat je de tussentijdse toets maakt, wanneer jij vindt dat je er klaar voor bent. Bekijk de uitleg en maak de oefeningen. Als jij denkt dat je het goed kan, maak je de tussentijdse toets.
Als je de toets niet haalt, kan je de filmpjes bekijken voor extra uitleg. Ook zijn er nieuwe opgaven om mee te oefenen. Als je de toets wel haalt, mag je door naar Les 2. Je bekijkt de uitleg en maakt de oefeningen, waarna je de eindtoets maakt. Deze is voor een cijfer! We streven er zo samen naar om deze toets met een voldoende af te ronden!
Interpunctie komt overal in terug. Ook tijdens je eindexamen wordt je getoetst op taalverzorging. Als je alleen al twee fouten hebt bij het zetten van een punt of een vraagteken op de verkeerde plaats, ben je deze punten al kwijt. Dat is enorm balen natuurlijk, omdat dit ook heel makkelijk te voorkomen is.
Mijn doel met dit leerarrangement is dus ook het volgende:
- Na dit leerarrangement weten de leerlingen wat een 'punt, komma, vraagteken, uitroepteken en aanhalingsteken' is. Met andere woorden: na dit leerarrangement weten de leerlingen wat interpunctie inhoudt.
- Na dit leerarrangement kunnen de leerlingen aan een ander uitleggen wanneer je een van deze leestekens gebruikt.
- Na dit leerarrangement kunnen de leerlingen interpunctie correct toepassen in hun eigen geschreven teksten.
- Na dit leerarrangement kunnen de leerlingen een gegeven tekst met ontbrekende interpunctie verbeteren en uitleggen waarom het op die manier moet.
Samen gaan we hier doorheen. We zullen slagen!!
Dikke pluim,
Meneer Emekli
Intro interpunctie
Nearpod
Kan je je niet meer herinneren wat we de vorige les hebben behandeld? Geen zorg! Met deze link kom je gauw weer bij de Nearpod, waarmee je even kunt opfrissen waar nodig.
Door het onthouden van de regels kom je al een eind. Toch maken mensen heel veel fouten bij het gebruik van interpunctie, waardoor ze onnodige punten verliezen. Om dit te vermijden is het dus belangrijk dat de leestekens op de juiste plaats komen te staan!
Een komma
Wanneer gebruik je een komma?
- Tussen delen van een opsomming: Ik koop sla, tomaat, melk en brood.
- Achter/voor een aangesproken persoon: Simon, wat doe je nu?
- Achter een uitroep: Au, dat deed pijn!
- Tussen een hoofdzin en een bijzin: Ik ga weg, omdat ik naar huis wil.
Tot zover alles duidelijk? Laten we dat even controleren dan! Ik heb twee teksten zonder enige leestekens. Neem deze teksten over in je schrift, maar mét interpunctie. Tijdens de les leveren jullie dit bij mij in, waardoor ik jullie kan voorzien van feedback!
----------
Opdracht 1 – Schrijf de tekst over en voorzie het op de juiste plaatsen van hoofdletters en van deze leestekens:
Komma – punt – dubbele punt – vraagteken – uitroepteken - aanhalingstekens
Er was eens een prins die zo graag een prinses wilde hebben maar het moest een echte prinses zijn hij reisde de hele wereld rond om er één te vinden maar overal kwam er iets tussen prinsessen waren er genoeg maar of het echte prinsessen waren daar kon hij nooit helemaal achter komen altijd was er iets dat niet helemaal in de haak was toen kwam hij weer thuis en was erg bedroefd want hij wilde graag een heuse prinses hebben op een avond brak er een verschrikkelijk onweer los het bliksemde en donderde de regen stroomde neer het was vreselijk toen werd er aan de stadspoort geklopt en de oude koning ging opendoen het was een prinses die buiten stond maar lieve hemel wat zag ze eruit door de regen en het noodweer het water liep uit haar kleren en haren bij de punt van haar schoen liep het erin en bij de hiel er weer uit zij zei dat ze een echte prinses was ja daar zullen we wel achter komen dacht de oude koningin maar ze zei niets ze ging haar slaapkamer binnen nam al het beddengoed weg en legde een erwt op de bodem van het bed nam toen twintig matrassen legde die boven op de erwt en toen opnieuw twintig veren bedden boven op de matrassen daar moest de prinses nu 's nachts op liggen
----------
Opdracht 2 – Schrijf de tekst over en voorzie het op de juiste plaatsen van hoofdletters en van deze leestekens:
Komma – punt – dubbele punt – vraagteken – uitroepteken - aanhalingstekens
‘s morgens vroegen ze haar hoe ze had geslapen o verschrikkelijk slecht zei de prinses ik heb de hele nacht bijna geen oog dicht gedaan de hemel weet wat er in mijn bed lag ik heb op iets hards gelegen en ik ben over mijn hele lichaam bont en blauw het is afschuwelijk toen konden ze zien dat het een echte prinses was omdat ze door de twintig matrassen en de twintig veren bedden heen de erwt gevoeld had zo teer van huid kon alleen maar een heuse prinses zijn de prins nam haar toen tot vrouw want nu wist hij dat hij een echte prinses had en de erwt kwam in het museum waar ze nu nog is te zien als tenminste niemand haar weggenomen heeft
Extra lesstof
Kennisclip
Kennisclip interpunctie
Een komma
Een komma is een rustpunt in de zin, vaak een korte pauze bij hardop lezen. Je gebruikt een komma in de volgende gevallen:
tussen bijvoeglijke naamwoorden die bij het volgende zelfstandige naamwoord horen:
Er staat een mooie, glimmende auto in de straat.
in een opsomming (maar niet voor het woordje 'en'):
Ik heb een hond, twee katten, zes goudvissen en een konijn.
achter een briefaanhef: Beste Thijs,
Geachte redactie,
rondom een aanspreking: Bello, waar ben je?
Maar, Ruud, je moet wel je best doen.
Wat kost die fiets, meneer?
tussen twee persoonsvormen in samengestelde zinnen:
Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte.
Wie voldoende gegeten heeft, mag alvast opruimen.
rondom een bijzin of toevoeging die iets meer vertelt over het zojuist genoemde:
Nick en Simon, een populair duo uit Volendam, hebben een nieuwe cd.
De benzineprijs, die al vier keer verhoogd is, jaagt de mensen de auto uit.
Komma's en voegwoorden
Je schrijft een komma voor voegwoorden zoals 'omdat', 'want' en 'hoewel':
Ik blijf thuis, omdat de timmerman komt.
Hij is ziek, want hij heeft koorts.
Ik kom op je verjaardag, hoewel het een hele reis is.
Gebruik een komma als dat de zin verduidelijkt
Je schrijft meestal geen komma voor het woordje 'en', maar soms is het wel nodig, om de betekenis van de zin te verduidelijken:
Ik ken iemand die houdt van muziek en mensen die kunnen zingen.
Ik ken iemand die houdt van muziek, en mensen die kunnen zingen.
In het eerste voorbeeld houdt die 'iemand' van mensen die kunnen zingen. In het tweede voorbeeld kent de ik-figuur mensen die kunnen zingen.
Altijd een spatie achter de komma
Na de komma komt altijd een spatie. Vóór de komma juist niet. Op deze manier zorg je ervoor dat aan het eind van een regel de komma altijd bij het voorafgaande woord blijft.
Een mooie, glimmende fiets.
Ik kom zo, maar nu nog niet.
Hallo, hoe gaat het?
Eventuele 'aanhalingstekens sluiten' na de komma komen nog voor de spatie:
"Ik ben wel moe," zei Fred, "maar ik loop dapper door."
Een dubbele punt
Dubbele punt
Na een dubbele punt komt meestal een opsomming, een uitleg of een citaat.
Het eerste woord na de dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter (tenzij het een hoofdletterwoord is, zoals een naam). Na de dubbele punt schrijf je wel een hoofdletter als er een volledige zin geciteerd wordt. Bijvoorbeeld:
De dag begint altijd met een heel ritueel: opstaan, douchen, aankleden, ontbijten en naar school.
Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.
De minister heeft gezegd: "Hier is geen geld meer voor."
Aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens als je iemand wilt citeren. Dus als je letterlijk vertelt wat iemand heeft gezegd, komt het 'gesproken' gedeelte tussen aanhalingstekens.
Je gebruikt aanhalingstekens wanneer je spreekt over een titel van een boek of een film.
Je gebruikt aanhalingstekens bij een zelfbedacht woord.
Je gebruikt aanhalingstekens als je iets wilt zeggen wat je niet echt bedoelt. De beveiliger pakte hem 'liefdevol' bij de kraag. Reken er maar op dat hij dat niet liefdevol deed.
Aan het einde van de zin
Punt.
Aan het eind van een zin schrijf je een punt.
Er komt geen spatie vóór de punt.
Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen de punt en het volgende woord.
Vraagteken?
Na een vraag schrijf je een vraagteken.
Er komt geen spatie vóór het vraagteken.
Als je na het vraagteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het vraagteken en het volgende woord.
Uitroepteken!
Na een waarschuwende tekst schrijf je vaak een uitroepteken, bijvoorbeeld op een bordje: "Pas op, nat!"
Als je in een tekst wilt laten zien dat iets geroepen wordt, gebruik je ook een uitroepteken, bijvoorbeeld als iemand roept: "Ik ben hier!"
Er komt geen spatie vóór het uitroepteken.
Als je na het uitroepteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het uitroepteken en het volgende woord.
Extra oefenen & extra uitdaging
Om te controleren hoe ver je nu bent, mag je deze oefening maken. Je mag maximaal 2 fouten maken. Succes!
Toets: Extra uitdaging
0%
Sleep de juiste leesteken(s) naar de juiste plaats. Onthoud dat je in de hele toets maar twee fouten mag maken. Heel veel succes!!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Interpunctie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Orhan Emekli
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-06-30 21:54:17
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Extra uitdaging
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.