Reisweek

Reisweek

Thema Reisweek

Vooraf

Je gaat beginnen aan het thema Reisweek.
Waar zou je naar toe gaan als zelf een reisweek zou mogen bedenken?
En wat zou je dan willen doen?

Die uitdaging ga je in dit thema aan: je bepaalt zelf waar je naar toe wilt!
In een groepje van drie of vier leerlingen stel je een reisplan voor je hele klas samen.

Je hoort van de docent in welke groep je zit of hoe de groepjes worden samengesteld.

Voor jullie aan de slag gaan met het reisvoorstel maken jullie eerst drie algemenere opdrachten over reizen. Daarna voglen nog drie opdrachten.
De laatste opdracht is het presenteren jullie het reisplan. Dat doen de andere groepjes natuurlijk ook. Daarna kiezen jullie het beste reisplan uit.

Brainstorm
Houd in je groepje alvast een brainstorm. Schrijf op waar je, volgens jullie, zoal rekening mee moet houden bij het organiseren van een reisweek.

Planning

Het thema 'Reisweek' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Toerisme 1 lesuur Niet
Vakantie vroeger en nu niet Niet
Highlights 1 lesuur Niet
Reisvoorstel 2 lesuren Beschrijving reis
Begroting 2 lesuren Begroting
Presentatie voorstel 2 lesuren Presentatie
Totaal 8 à 9 lesuren  

 

Toerisme

Vooraf

Waar ga jij meestal heen op vakantie?

Leerdoel
In deze opdracht kijk je naar verschillende soorten van toerisme: dagrecreatie, vakantie en zakelijk toerisme.

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Verschillende vormen van toerisme'. In jullie eindproduct brengen jullie de verschillende vormen van toerisme in beeld.
Jullie mogen zelf kiezen hoe jullie de verschillende manieren van toerisme in beeld brengen.
 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte  Activiteit
Stap 1    Alleen Kennisbank over toerisme bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden over nederlanders op vakantie en nakijken met behulp van een bron.
Stap 3 Alleen Vragen over bron beantwoorden.
Stap 4 Samen Eindproduct maken over verschillende soorten toerisme.
Stap 5 Samen Eindproduct controleren en door de docent laten nakijken.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.

Stap 1: Toerisme

Bestudeer in de Kennisbank de vijf pagina's met informatie over vormen van toerisme.

KB: Toerisme

Gebruik de informatie voor het beantwoorden van de vragen.

 

Oefening:Toerisme

Stap 2: Vakantie van Nederlanders

Naar welke landen, denk jij dat veel Nederlanders op vakantie gaan>
Schrijf drie landen op.
Vergelijk de landen die je opgeschreven hebt met de landen die je buurman/buurvrouw heeft opgeschreven.
Hebben jullie dezelfde landen opgeschreven?

Op het plaatje in de 'Bron' zie je naar welke landen Nederlanders op vakantie gaan.

Schrijf de 3 populairste vakantielanden op.
Had jij deze drie landen goed geraden?

Stap 3: Winter- en zomervakanties

Naar welke landen gaan Nederlanders zoal op vakantie?
De meeste landen worden vaker in de zomer bezocht dan in de winter. Maar dat geldt niet voor alle landen.

In de bron zie je van zeven landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Spanje en Turkije) hoeveel Nederlandse toeristen ze trekken.


Weet jij om welke landen het gaat.
Neem de cijfers over en vul achter ieder cijfer het juiste land in.

1 = ..........      2 = ..........      3 = ..........      4 = ..........
5 = ..........      6 = ..........      7 = ..........

Begrippen

Toerisme
Het reizen in een andere omgeving dan de omgeving waarin je woont.
Vakantie
Voor je plezier reizen.
Dagrecreatie
Gewoon een dagje van huis.
Zakelijk toerisme
Reizen voor je werkgever of voor je studie.
Actieve vakantie
Bij een actieve vakantie ben je veel op pad om dingen te zien of ergens aan mee te doen. Dit kan op sportief of cultureel gebied zijn.
Passieve vakantie
Ben je op een passieve vakantie dan doe je het juist rustig aan en geniet je van je directe omgeving. Een zon- of strandvakantie is daarvan een goed voorbeeld.
Korte vakantie
Een korte vakantie duurt minimaal één nacht en maximaal drie nachten.
Lange vakantie
Bij een lange vakantie ben je minstens vier nachten achter elkaar van huis.
Massatoerisme
Dit is grootschalig toerisme. Er zijn dan veel mensen tegelijk als toerist op dezelfde plek.
Dubbelseizoen
Twee drukke perioden voor het toerisme: in de zomer en in de winter.
Hoogseizoen
Periode waarin de meeste mensen op vakantie gaan.
Laagseizoen
De periodes om het hoogseizoen heen waarbij er een stuk minder mensen op vakantie gaan.
Recreatie
Recreatie is alles wat je in je vrije tijd doet buiten je eigen huis.

 

Antwoorden

Stap 3

  1. België
  2. Frankrijk
  3. Spanje
  4. Oostenrijk
  5. Duitsland
  6. Italië
  7. Turkije

Vroeger en nu

Vooraf

Waar gingen jouw opa en oma vroeger heen op vakantie?

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht:

  • kun je de verschillen tussen een vakantie in 1960 en een vakantie van nu uitleggen.
  • kun je de oorzaken noemen waarom het vakantiegedrag veranderd is.


Eindproduct
Je houdt twee interviews.
Je interviewt iemand van 70 jaar of ouder.
En je houdt een interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.
Beide interviews gaan over vakantiegedrag.
 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte  Activiteit
Stap 1    Alleen Kennisbank over vakantie bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden met behulp van bron over vakantiegedrag.
Stap 3 Samen Interviews voorbereiden.
Stap 4 Samen Interviews houden en uitwerken.
Stap 5 Samen Interviews vergelijken en door de docent laten nakijken.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.

Stap 1: Vakantie toen en nu

Bestudeer in de Kennisbank de pagina's met informatie over:

KB: Vakantie vroeger en nu

Gebruik de informatie uit de Kenniskank voor het beantwoorden van de volgende vragen.

Oefening:Vakantie toen en nu

Stap 2: Vakantiegedrag in grafieken

In de bron 'Vakantiegedrag in grafieken' zie je vijf grafieken. De grafieken vertellen iets over hoe en waarom het vakantiegedrag is veranderd.


Bij de grafieken ontbreken de titels.
Hieronder zie je die vijf titels. Welke titel hoort bij welke grafiek?

Grafiek ....: vakanties naar verre bestemmingen (%)
Grafiek ....: vakantieparticipate vanaf 1960 (%)
Grafiek ....: Aantal auto's in Nederland
Grafiek ....: Aantal vrije dagen van Nederlanders
Grafiek ....: Gemiddeld jaar-inkomen Nederlander

Stap 3: interview voorbereiden

Jullie gaan twee interviews afnemen.
Lees de gereedschapskist over het afnemen van een interview.

Gereedschapskist: Interview

Het eerste interview houden jullie met iemand van 70 jaar of ouder.
Het tweede interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.

Voordat jullie de interviews gaan afnemen, bedenken jullie eerst welke vragen jullie gaan stellen.
Schrijf samen een aantal vragen die jullie zouden willen stellen.

Vinden jullie het lastig om vragen te verzinnen?
Kijk dan ook even naar de onderstaande vragen.

Hieronder zie je een aantal vragen die jullie zouden kunnen stellen.

  1. Hoeveel vrije dagen had/heeft u?
  2. Hoe vaak ging/gaat u op vakantie?
  3. Waar ging/gaat u heen?
  4. Hoe ging/gaat u op vakantie? Met welk vervoersmiddel?
  5. In wat voor een accommodatie (hotel, huisje, tent) ging/gaat u op vakantie?
  6. Hoeveel geld gaf/geeft u ongeveer uit aan een vakantie?
  7. Wat is uw mooiste vakantieherinnering?

Maak nu jullie vragenlijst compleet.

Begrippen

Vakantie: vroeger en nu
  • Vakantieparticipatie is toegenomen: mensen gaan meer op vakantie. Vroeger was vakantie een luxeproduct dat maar voor weinig mensen was weggelegd.
  • Van vakantie in het binnenland naar vakantie in het buitenland: was er vroeger vooral binnenlands toerisme, nu gaan veel Nederlanders naar het buitenland.

     

Redenen verandering vakantiegedrag

  • Toename van welvaart en vrije tijd: mensen verdienen meer en kunnen daardoor makkelijker een vakantie betalen. Daarnaast hebben Nederlanders meer vrije tijd. Het aantal uur dat Nederlanders per dag werken is afgenomen.
  • Ontwikkeling op het gebied van vervoer en verkeer: het reizen met de auto, trein en vliegtuig is veel makkelijker geworden. Door de toename van mobiliteit kunnen we makkelijker en sneller naar het buitenland reizen.

Antwoorden

Stap 2

  1. Grafiek 3: vakanties naar verre bestemmingen (%)
  2. Grafiek 1: vakantieparticipate vanaf 1960 (%)
  3. Grafiek 5: Aantal auto's in Nederland
  4. Grafiek 2: Aantal vrije dagen van Nederlanders
  5. Grafiek 4: Gemiddeld jaar-inkomen Nederlander

Highlights

Vooraf

Welke highlights van Londen ken je? En welke in Berlijn?
Hebben alle Europese hoofdstend highlights?
Wat is het voordeel voor een stad van het hebben van veel highlights?

Leerdoel
In deze opdracht ga je op zoek naar de highlights in een twintigtal (Europese) steden.

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot het grote ‘highlights spel’.
In het spel verwerk je highlights uit minimaal 20 (Europese) steden.
Jullie mogen zelf kiezen wat voor soort spel jullie maken.
 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte   Activiteit
Stap 1     Alleen Bron over highlights bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden over highlights in Parijs en Barcelona.
Stap 3 Samen Lijst met steden maken en highlights ervan op internet zoeken.
Stap 4 Samen Spel maken waarin de lijst van steden met highlights een rol speelt.
Stap 5 Samen Spel spelen, eventueel aanpassingen maken en door de docent laten nakijken.

 

Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een spel.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.

Stap 1: Highlights

Op reis gaan is spannend en avontuurlijk.
Vooral als je naar een plek gaat die je nog niet kent.
Er staan je dingen te wachten die je je nog niet kunt voorstellen.
Je ontmoet nieuwe mensen met andere gewoonten.
En bezoekt vast een aantal bezienswaardigheden: highlights.


 

Even kijken of je van een aantal highlights al weet in welke stad ze staan?
Bekijk de bron en beantwoord de volgende vragen:

 

 

Oefening:Highlights

Stap 2: Het belang van highlights

Het belang van highlights
Highlights zijn vaak heel belangrijk voor het toerisme in een stad.
Hieronder staan twee highlights beschreven.
Weet jij om welke highlights (uit stap 1) het gaat?

  1. De …………………… trekt jaarlijks zo’n 7 miljoen (7.000.000) bezoekers!
    Het is een van de meest bezochte bezienswaardigheden van Frankrijk.
    Mede door de aanwezigheid van dit gebouw is Parijs een van de meest favoriete bestemmingen voor een stedentrip.
  2. Barcelona is een aantrekkelijke bestemming voor een stedentrip.
    Shoppen, uitgaan, heerlijk eten en natuurlijk een bezoek aan het bekendste werk van Gaudi, de …………….. Aan deze kerk wordt al jarenlang gewerkt en hoewel sommigen zelfs zeggen dat de kerk nooit af zal komen, is het zeker een must see.

Stap 3: Op zoek naar highlights

Op zoek naar highlights

 

Maak samen met een klasgenoot een lijst van ongeveer 30 steden.
De steden mogen Europese (hoofd)steden zijn, maar dat hoeft niet.
Zet de steden in een tabel zoals hieronder.

 

Stad Land Highlight
Parijs Frankrijk Eiffeltoren
...    
...    


Zoek op internet naar highlights in de verschillende steden.
Verzamel ook afbeeldingen van de verschillende highlights.
Mogelijk vallen er een aantal steden af omdat jullie van die steden geen highlights kunnen vinden. Zorg dat jullie minimaal 20 steden overhouden.

 

Reisvoorstel

Vooraf

Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
Aan jou en je groepsgenoten de keus en de uitdaging om een aantrekkelijke reis samen te stellen voor alle leerlingen uit de klas en de begeleiders.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kunnen jullie een reisplan opstellen met informatie over de plek waar jullie naartoe zouden willen. Ook stellen jullie een programma op voor de reisweek.

Eindproduct
Het eindproduct van de drie opdrachten uit de afsluiting is een presentatie. In de presentatie vertel je iets over de bestemming, de activiteiten, de accommodatie en de omgeving. Hoe overtuigender de presentatie is, hoe meer kans je hebt dat jullie reis wordt gekozen. Maak je presentatie dus afwisselend, informatief en verrassend!

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit

Stap 1    
Hele groep Verschillende reisbestemmingen bedenken en de voordelen en nadelen van de bestemmingen opschrijven. Samen kiezen voor twee bestemmingen.
Stap 2 Subgroepje Informatie verzamelen en opslaan over bestemming.
Stap 3 Hele groep Informatie over de reisbestemming(en) verwerken in een aantal dia's voor een presentatie.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.

Stap 1: Brainstorm

Jullie beginnen met een brainstorm over de reisbestemming.
Noem om de beurt een mogelijke reisbestemming op.
Schrijf de reisbestemming op op een groot vel papier.
Ga door tot je ongeveer 10 verschillende reisbestemmingen hebt.
Schrijf achter iedere reisbestemming een pluspunt en een minpunt op.
Denk aan:

  • reistijd naar de bestemming.
  • bekendheid van de bestemming.
  • veel bezienswaardigheden.
  • veel actieve mogelijkheden.
  • etc.

Bedenk een manier om samen uit de 10 verschillende bestemmingen twee bestemmingen van jullie voorkeur te kiezen. Met die twee bestemmingen gaan jullie in stap 2 aan de slag.

Logboek
Schrijf de twee gekozen bestemming in het logboek. Schrijf ook op hoe en waarom jullie hebben gekozen voor deze twee bestemmingen.

Stap 2: Bestemming onderzoeken

Jullie hebben twee bestemmingen uitgekozen waar de reisweek naar toe zou kunnen gaan. Verdeel de groep in twee subgroepjes. Iedere subgroepje krijgt gaat aan de slag met een van de bestemmingen.
Ieder groepje moet antwoord geven op de volgende vragen:

  • Hoe gaan we op de plaats van bestemming komen? Hoe lang duurt dat?
  • Waar gaan we overnachten? Hoe overnachten we? Hoe ziet de verblijfplaats eruit?
  • Welke dagactiviteiten gaan we ondernemen?
  • Hoe regelen we het eten, ontbijt, lunch en diner? Koken we zelf of niet?

Gebruik zoveel mogelijk verschillende bronnen om op zoek te gaan naar de antwoorden op de vragen. Maak tijdens het zoeken van informatie aantekeningen. Schrijf de dingen op die je later misschien nog nodig hebt.

Tijdens de presentatie moeten jullie straks jullie klasgenoten overhalen om op jullie bestemming te kiezen. Bedenk dus ook waarom jullie voor deze bestemming hebben gekozen. Verzamel ook alvast wat mooie afbeeldingen van de bestemming.

Logboek
Schrijf in jullie logboek de groepsindeling op.
Geef ook aan welke werkafspraken en planning jullie hebben gemaakt.

Stap 3

Reisvoorstel uitwerken
Beide subgroepjes presenteren de gevonden informatie aan elkaar.
Bepaal samen of jullie voor beide bestemming het reisvoorstel verder gaan uitwerken of dat jullie kiezen voor één bestemming.

Het reisvoorstel is een aantal dia's van een PowerPointpresentatie.

  • Een dia gaat over de reis naar de bestemming.
  • Een dia gaat over de bezienswaardigheden.
    Neem eventueel een filmpje op over de bestemming.
  • Een dia gaat over het eten.
  • Een dia gaat over de activiteiten.
    Maak een duidelijk schema met de een dagindeling.

Zorg dat de dia's overzichtelijk zijn en mooi zijn vormgegeven.

De presentatie(s) die jullie hebben gemaakt, vullen jullie in de volgende opdracht aan met een dia over de financiën.

Begroting

Vooraf

Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
Je gaat een begroting opstellen voor de werkweek.
Er komt geld binnen: elke leerling betaalt een bijdrage van € 225,- voor de hele week. Maar er gaat ook veel geld uit: de accommodatie moet betaald worden, de reis, het eten en er is geld nodig voor de verschillende activiteiten. Is de bijdrage hoog genoeg om alles te kunnen betalen? Of moeten er toch nog andere keuze gemaakt worden.

Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je een begroting in Excel maken.

Eindproduct
Je gaat met je groep een begroting maken. In een begroting staan alle inkomsten en uitgaven die je verwacht te hebben. Met zo’n begroting kun je aan anderen duidelijk maken of je een overschot of een tekort verwacht. De begroting bij deze werkweek wordt gemaakt in Excel. De begroting wordt ook opgenomen in de presentatie.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte  Activiteit
Stap 0    Alleen Practicum 'kennismaken met excel' doen.
Stap 1 Samen Een bestaande begroting bekijken.
Stap 2 Samen Begroting maken voor jullie werkweek en de begroting in de presentatie opnemen.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.

Stap 0: Kennismaken Excel

Als je weet hoe Excel werkt, kun je stap 0 overslaan.

Excel is een rekenprogramma dat je heel goed kunt gebruiken bij het maken van een begroting. Als je nog weinig ervaring hebt met het werken met Excel dan is het verstandig om het practicum 'Kennismaken met Excel' te doen.

Download het practicum Kennismaken met Excel.
Sla het bestand op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.

Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.

Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.

Stap 1: Voorbeeld begroting

Download nu het rekenblad ' Begroting.xls '.
Open het rekenblad in Excel.
Je ziet een voorbeeld begroting voor een werkweek.

Zoek uit hoe het rekenblad in elkaar zit.
Dat kun je doen door de volgende opdrachtjes te doen.

  • Kijk naar de formule in cel E6.
    Kijk ook naar de formule in de cellen E11 t/m E18.
  •  
  • Kijk ook naar de formule in cel E19 en naar de formule in cel E25.
  •  
  • Verander het aantal leerlingen.
    Controleer of de begroting zich goed aanpast.
  •  
  • Verander wat bedragen om er voor te zorgen dat het saldo niet langer negatief is.

Stap 2: Maak de begroting

Maak de begroting
Pak het reisvoorstel (of de reisvoorstellen) die jullie in de opdracht 'Reisvoorstel' hebben gemaakt. Maak samen een inschatting van de kosten van de verschillende onderdelen uit jullie voorstel.

Bij het voorstel maken jullie een begroting in Excel. Gebruik eventueel de begroting waar jullie in stap 2 mee gewerkt hebben. Maak dan een kopie van dat Excelbestand 'Begroting' en pas de kopie aan zodat hij past bij jullie voorstel.
Zorg voor een sluitende begroting. Als groep zul je moeten beslissen waar je eventueel geld kunt besparen.
Zorg ervoor dat:

  • je realistische gegevens gebruikt.
  • je de goede formules gebruikt.
  • de formules goed werken.
  • de begroting overzichtelijk is vormgegeven.

Maak een PowerPointdia van de begroting en neem de dia op in jullie presentatie.

 

Presentatie voorstel

Vooraf

Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
In de opdrachten 'Reisvoorstel' en 'Begroting' heb je een presentatie gemaakt over de reisweek die jullie zouden willen organiseren. In deze opdracht ga je de presentatie vervolmaken en ga je de presentatie ook geven.

Jullie horen van de docent wanneer jullie de presentatie gaan geven, waar jullie de presentatie gaan geven en wie het publiek is.

Het doel van de presentatie is natuurlijk dat jullie voorstel gekozen wordt. Maar hoe overtuig je iedereen van jullie geweldige plan?

Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kennen jullie beoordelingscriteria voor een presentatie en kunnen jullie een presentatie maken en houden die voldoet aan de beoordelingscriteria.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte  Activiteit

Stap 1    
Alleen + samen Opzoeken wat een presentatie een goede presentatie maakt en de gemaakte presentatie aanpassen op basis van de criteria.
Stap 2 Samen Presentatie over jullie gekozen reisbestemming geven.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.

Stap 1: Een goede presentatie

Alleen - 15 minuten
Ga op internet op zoek naar tips voor het maken van een goede presentatie. Een tip kan iets zijn wat je moet doen, maar ook een tip kan ook iets zijn wat je niet moet doen. Schrijf de vijf beste tips op.

Samen - 15 minuten
Bespreek in jullie de groep de gevonden tips. Maak in jullie logboek een lijst met de acht beste tips. In het logboek staan beoordelingscriteria voor een presentatie. Lees die ook goed door.

Samen - 15 minuten
Pak de dia's van de presentatie die jullie in de opdrachten 'Reisvoorstel' en 'Begroting' hebben gemaakt erbij. Bespreek wat jullie goed en wat jullie minder goed vinden aan de presentatie die er nu ligt. Natuurlijk gebruik je de tips en de beoordelingscriteria.

Samen - 15 minuten
Maak een werkverdeling en tijdsplanning. Wie gaat wat en wanneer doen?
Wie zorgt voor een goede lay-out? Wie zorgt voor het aanpassen van de inhoud?
Maak ook alvast afspraken over de rolverdeling tijdens het houden van de presentatie.

Alles duidelijk? Ga aan de slag volgens de afspraken die jullie hebben gemaakt.

Stap 2: Presentatie

Presentatie
Jullie presentatie is helemaal klaar.
Jullie weten wie wat gaat vertellen tijdens de presentatie.
Jullie zijn goed voorbereid op eventuele vragen.
Jullie hebben de presentatie getest en alles werkt.
Kortom jullie zijn klaar voor de presentatie.

Zorg dat je op tijd op de plaats bent waar de presentaties worden gegeven.
Vraag aan de docent wanneer jullie aan de beurt zijn.
Vraag ook hoe er wordt bepaald welke presentatie de verkiezing wint.

Natuurlijk kijk je ook naar de presentaties van jullie klasgenoten.
Stel eventueel vragen aan je klasgenoten. Geef op een goede manier feedback.

En dat de beste maar mag winnen. Succes.

 

Afsluiting

Terugkijken

Terugkijken en afronden
De presentatie van jullie voorstel is geweest en hopelijk hebben jullie gewonnen.
Rest nog de evaluatie en de afronding.

Evaluatie
Bespreek in jullie groep de volgende vragen:

  • Verliep de samenwerking goed? Zijn er dingen die beter hadden gekund?
    En wat zou je de volgende keer weer zo doen?
  • Ging het zoeken van de informatie goed en wat het gemakkelijk om de juiste informatie te selecteren?
  • Hoe ging het maken van de presentatie? En hoe verliep het presenteren?
    Zijn jullie tevreden over het resultaat?
  • Wat hebben jullie van het project geleerd?
Afronding
Tijdens het werken aan de opdrachten hebben jullie het logboek steeds goed bijgehouden. Klopt dat? Check samen nog een keer het logboek. Vul de evaluatie in en lever het dan in bij de docent.
  • Het arrangement Reisweek is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Mens en Maatschappij GG
    Laatst gewijzigd
    2018-07-16 09:12:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Thema: Reisweek - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/82053/Thema__Reisweek___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Toerisme

    Vakantie toen en nu

    Highlights

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.