4. Erfelijkheidsadvies

4. Erfelijkheidsadvies

Erfelijkheidsadvies

Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel ‘Erfelijkheidsadvies' en het onderdeel ‘Stamboom’.

KB: Erfelijkheidsadvies

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Oefening:Erfelijkheidsadvies

Toepassingen

Bloedgroepen

Tot nu toe ben je eigenschapen tegen gekomen die bepaald worden door één gen met twee allelen (een dominant en een recessief allel).
Vaak is de werkelijkheid ingewikkelder. De erfelijkheid van je bloedgroep is hiervan een voorbeeld.
Het is van belang bij een bloedtransfusie, dat je bloed krijgt van de juiste bloedgroep.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Binnen het ABO-bloedgroepensysteem komen vier fenotypes en 6 genotypes voor.
    Neem het schema over en vul het verder in:
Bloedgroepen
Fenotype Genotype
A IAIA ...
... ... IBi
O ... -
... IAIB -


Op de spoedeisende hulp komt een familie binnen, de vader heeft bloed nodig.
Zijn vrouw heeft bloedgroep A. Zijn twee kinderen zijn mee en weten hun bloedgroep te noemen.
De ene heeft O en de andere AB.

  1. Welke bloedgroep zal de vader hebben?
    Neem het schema over en vul het verder in:
    Bloedgroep vader(?)
Bloedgroep moeder (A) -                     ... ...
... Kind (O) ... Kind (B) IBi
... Kind (A) IAi      Kind (AB) ...     


Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".

 

Hemofilie

Bloederziekte (hemofilie) komt nauwelijks bij meisjes voor maar wel bij jongens.
Hoe kan dat ?

In tweetallen.
Beantwoord de volgende vragen.
Je kunt gebruik maken van verschillende bronnen op internet en filmpjes.

Links


Video: RTL: Dit is mijn lijf

  1. Wat zijn symptomen (ziekteverschijnselen) van bloederziekte?

Het gen voor bloederziekte ligt op het 23e chromosomenpaar.
Dit zijn de geslachtschromosomen (X en Y-chromosoom).

  1. Waardoor zijn er meer jongens dan meisjes met bloederziekte?

In een stamboom worden gezonde personen met een open symbool aangegeven, personen met hemofilie met een dicht symbool.
In generatie IV lijdt persoon 3 aan hemofilie.
 

 

  1. Stel dat de mutatie voor hemofilie in alle vier de generaties voorkomt.
    Van welke personen in de generaties I, II en III je met zekerheid zeggen dat ze ook hemofilie hebben of drager zijn?
    Neem aan dat aangetrouwde familieleden geen mutant-allel bij zich dragen.
    Begin bij de persoon waarin de afwijking voor het eerst gevonden is.

Hoe groot is de kans dat in generatie III persoon 5 (zie ?) aan hemofilie lijdt?

  1. Reken dit uit voor het geval dit een jongen is.
  2. Reken dit uit voor het geval dit een meisje is.

Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".

Verwerken

Examenopgaven

Bij dit onderdeel maak je WEL de Toepassing en geen examenvragen.

Antwoord Toepassingen

Bloedgroepen

  1. Binnen het ABO-bloedgroepensysteem komen vier fenotypes en 6 genotypes voor.
    Neem het schema over en vul het verder in:
Bloedgroepen
Fenotype Genotype
A IAIA IAi
B IBIB IBi
O ii -
AB IAIB -


Op de spoedeisende hulp komt een familie binnen, de vader heeft bloed nodig.
Zijn vrouw heeft bloedgroep A. Zijn twee kinderen zijn mee en weten hun bloedgroep te noemen.
De ene heeft O en de andere AB.

  1. Welke bloedgroep zal de vader hebben?
    De vader heeft bloedgroep B, vanwege het kind met bloedgroep AB. Iemand met AB heeft IAIB in het DNA staan. De IA komt van de moeder; zij heeft bloedgroep A. De IB komt dan van de vader, die moet dan bloedgroep B hebben.
    Neem het schema over en vul het verder in:
    Bloedgroep vader(B)
Bloedgroep moeder (A) -                      i  IB
 i Kind (O) ii Kind (B) IBi
 IA Kind (A) IAi     Kind (AB) IAIB    

Hemofilie

  1. Wat zijn symptomen (ziekteverschijnselen) van bloederziekte?
    Bij hemofilie stolt het bloed niet goed. Daarom kunnen er bloedingen ontstaan die niet snel stoppen.
    Dit kan bijvoorbeeld gebeuren na een operatie of ongeluk.

Het gen voor bloederziekte ligt op het 23e chromosomenpaar.
Dit zijn de geslachtschromosomen (X en Y-chromosoom).

  1. Waardoor zijn er meer jongens dan meisjes met bloederziekte?
    Hemofilie is recessief (Xa). Jongens worden bij de aanwezigheid van één gen Xa al ziek, omdat zij een Y chromosoom hebben en geen tweede X-chromosoom. Meisjes kunnen nog XAXhebben en dus heterozygoot zijn.

In een stamboom worden gezonde personen met een open symbool aangegeven, personen met hemofilie met een dicht symbool.
In generatie IV lijdt persoon 3 aan hemofilie.

 

  1. Stel dat de mutatie voor hemofilie in alle vier de generaties voorkomt.
    Van welke personen in de generaties I, II en III je met zekerheid zeggen dat ze ook hemofilie hebben of drager zijn?
    Neem aan dat aangetrouwde familieleden geen mutant-allel bij zich dragen.
    Begin bij de persoon waarin de afwijking voor het eerst gevonden is.
    Persoon 2 uit generatie III, die heeft het doorgegeven aan persoon 3 van IV.
    Persoon 2 uit generatie II, die heeft het doorgegeven aan persoon 2 van III.
    Persoon 1 uit generatie I, die heeft het doorgegeven aan persoon 2 van II; persoon II-2 is een man (XY). Het gen voor hemofilie ligt op het X-chromosoom en die heeft II-2 van zijn moeder gekregen; persoon 1 uit generatie I.

Hoe groot is de kans dat in generatie III persoon 5 (zie ?) aan hemofilie lijdt?

  1. Reken dit uit voor het geval dit een jongen is.
    Persoon II-3 heeft een kans van 50% om draagster te zijn (XAXa). Je weet dit niet zeker omdat ze ook het gezonde gen van haar moeder kan hebben gekregen.
    Als zij draagster is zal 50% van haar eicellen het hemofilie-gen bevatten.
    Als je aanneemt dat het onbekend is of II-3 draagster is of niet, en II-3 en II-4 krijgen een zoon,
    dan 0,5 x 0,5 = 0,25 = 25% kans op een kind met hemofilie.
  2. Reken dit uit voor het geval dit een meisje is.
    Is hun kind een dochter dan is er 25% kant dat zij weer een draagster is (net als moeder).

Volgend onderwerp

Diagnostische toets erfelijkheid

  • Het arrangement 4. Erfelijkheidsadvies is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Linda van Rooij
    Laatst gewijzigd
    19-07-2022 09:35:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur 40 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Bronnen

    Bron Type
    Diagnostische toets erfelijkheid
    https://maken.wikiwijs.nl/117852/Diagnostische_toets_erfelijkheid
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2015).

    Erfelijkheidsadvies vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63373/Erfelijkheidsadvies__vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Erfelijkheidsadvies

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.