K3 T4 erfelijkheid

K3 T4 erfelijkheid

Introductie

Beste leerlingen van mavo, 

Voor je staat de les over erfelijkheid. Je weet hier inmiddels al wat van af. 

Daarom hier de eerste paar vragen. Je kunt de antwoorden hiervan opschrijven in WORD. 

Laat je Word-document aan je docent zien. 

 

1. Wat is het fenotype van een organisme? 

2. Wat is het genotype van een organisme? 

3. Waar staat de afkorting DNA voor? 

 

Veel succes verder ! 

 

Je hebt voor deze les je oortjes nodig. 

 

 

Fenotype Genotype

De erfelijke informatie zoals ze in de chromosomen te vinden is noemt men het genotype. Alle genen die iemand bezit vormen samen zijn genotype.
Bv. Iemand zijn chromosomen bevatten de erfelijke informatie voor zwart haar.

De uiterlijk waarneembare kenmerken van iemand noemt men het fenotype. Het fenotype komt tot stand onder invloed van het genotype.
Bv. Iemand heeft zwart haar.

 

4. Noem 3 kenmerken van jouw fenotype.

 

Invloeden van buitenaf kunnen er voor zorgen dat je fenotype veranderd. 

 

5. Noem 4 invloeden van buitenaf die het uiterlijk van iemand kunnen veranderen, waarmee die niet geboren is. 

 

 

Chromosomen en genen

DNA, genen en chromosomen

 

Een ziekte of een eigenschap erf je via je genen. Wat is het verschil tussen genen en DNA? En wat zijn chromosomen?

Chromosomen

In iedere cel van je lichaam zitten chromosomen. Chromosomen zijn een soort strengen. Ze bestaan uit een stof die we DNA noemen. In dit DNA zit een soort ‘code’ waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.

Genen

Op de chromosomen zitten de genen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent.

Genen doorgeven

Van ieder gen erf je een versie van je vader en van je moeder. Welke versie je ouders doorgeven, ligt er ook weer aan welke versie zij van hun vader en moeder hebben doorgekregen. Enzovoorts. En welke eigenschappen jij krijgt, ligt er ook aan welke versie van het gen overheerst.

Oefening: Chromosomen

Start

Heterozygoot & Homozygoot

Homozygoot en heterozygoot

Organismen erven allelen voor een erfelijke eigenschap van hun ouders. Als een organisme twee gelijke allelen heeft voor één erfelijke eigenschap, dan is het organisme homozygoot voor deze eigenschap. Als een organisme twee verschillende allelen heeft voor één erfelijke eigenschap, dan is het organisme heterozygoot voor deze erfelijke eigenschap. Als een organisme twee dominante allelen krijgt voor één erfelijke eigenschap dan is het organisme homozygoot dominant voor deze eigenschap. Krijgt een organisme twee recessieve allelen voor één eigenschap dan is het organisme homozygoot recessief voor deze erfelijke eigenschap.

 

 

In de onderstaande afbeelding zijn drie erfelijke eigenschappen op één homoloog chromosomenpaar weergegeven. Een mens heeft ongeveer 20.000 erfelijke eigenschappen, verdeeld over 23 chromosomenparen. In werkelijkheid liggen er ongeveer 860 erfelijke eigenschappen op één homoloog chromosomenpaar.


 

6. Leg het begrip allel uit:

 

7. Wat betekend zygoot? 

Karyogram

Op je examen en op je toets moet je een karyogram aflezen. 

Soms wordt een karyogram gemaakt van een ongeboren baby om te zien of hij of zij gezond is, en om het geslacht te bepalen. 

De X geeft een meisje aan, als er ook een Y chromosoom te zien is geeft het een jongetje aan. 

 

8. Wat is een karyogram? 

9. Wat kun je zien op een karyogram? 

 

Tweelingen

In het vorige hoofdstuk hebben we veel geleerd over de ontwikkeling van baby's in de buik van de moeder. 

Soms komt het voor dat er twee baby's of meer in de buik van de moeder groeien. Tweeling worden is een kwestie van erfelijkheid en toeval. Daarom komt het in dit hoofdstuk terug. 

 

Kijk de video hieronder en beantwoord de volgende vragen:

 

10. Hoe ontstaat een 1-eiige tweeling?

11. Hoe ontstaat een 2-eiige tweeling?

12. Welke soort tweeling kan verschillend zijn van geslacht? 

13. Welke soort tweeling lijkt het meest op elkaar?

 

14. Zoek op wat een siameese tweeling is. 

Hoe ontstaat dit soort tweelingen? 

15. Hoe denk jij hierover? Beeld je eens in hoe dit zou zijn. 

 

 

 

 

 

Kruisingen

'De ogen heb je van je moeder' , 'Maar de neus heb je van je vader' Zijn vast wel dingen die je wel eens gehoord hebt. 

Natuurlijk niet zo vreemd als je er vanuit gaat de helft van de erfelijke informatie van jou van je vader af gekomen is, en de andere helft van je moeder. 

Zij hebben allebei weer de helft van jouw opa en oma. Erfelijke eigenschappen slaan daarom wel eens 'een generatie over'.

 

Bij mensen zien we eigenschappen van de ouders terug. Bij planten en dieren hebben mensen er meer invloed op. 

Je kent vast de kleine chuahua's wel of die lekkere sappige watermeloenen. Die zijn niet zo ontstaan in de natuur. 

Er zijn telkens de beste of leukste organismen gekozen om voortteplanten : de leukste / beste organismen zijng gekruist. 

 

Kijk de video hieronder.

 

Afsluiting

Nu je het hoofdstuk van erfelijkheid nog eens herhaalt hebt tot nu toe, kun je het volgende doen:

- maak een woordenlijst + betekenis van basisstof 1 - 5 uit je boek 

- maak een mindmap van alles wat je over erfelijkheid weet

- teken je chromosoom met al je eigenschappen 

- maak een verslag over erfelijkheid door de begrippen in verhaalvorm te zetten die je nu weet. 

  • Het arrangement K3 T4 erfelijkheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Esther van Meurs
    Laatst gewijzigd
    2018-04-10 13:46:08
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Erfelijkheid fenotype genotype heterozygoot homozygoot
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/LmAN8KlyBu8
    https://youtu.be/LmAN8KlyBu8
    Video
    https://youtu.be/VK2OhxYmWgo
    https://youtu.be/VK2OhxYmWgo
    Video
    https://youtu.be/SzEF4kmv9RA
    https://youtu.be/SzEF4kmv9RA
    Video
    https://youtu.be/yLuRhH6ZuZc
    https://youtu.be/yLuRhH6ZuZc
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Chromosomen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.