Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34

Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34

Ontwikkelingssamenwerking

Vooraf

Nederland werkt samen met ontwikkelingslanden. 

In Pakistan bijvoorbeeld geeft Nederland aan boerengezinnen kunstmest.
De oogst van akkers wordt daardoor hoger.
Nederland hoopt dat dan meer kinderen naar school gaan.

Wat denk jij?

Waarom kunnen er door de hulp uit Nederland meer Pakistaanse kinderen naar school?

Bespreek het antwoord met een klasgenoot.

 

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen wat het verschil is tussen noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking door voor elk een voorbeeld te noemen.
  • verklaren wat het verschil is tussen gebonden hulp en ongebonden hulp.

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is ontwikkelingssamenwerking?

Stap 2

Welke twee vormen van hulp zijn er?

Stap 3

Wanneer is er sprake van noodhulp en wanneer is er sprake van structurele hulp?

Stap 4

Waarom blijven veel arme boeren arm?

Stap 5

Hoe noem ik een bedrijf met fabrieken in verschillende landen?

Stap 6

Wat is gebonden hulp en wat is ongebonden hulp?

Stap 7

Welk doel heeft de Stichting Max Havelaar?

Stap 8

Wat zijn de voordelen en nadelen van toerisme?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1: Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking

De samenwerking tussen rijke en arme landen noem je ontwikkelingssamenwerking. Het doel van ontwikkelingssamenwerking is de levensomstandigheden in het ontwikkelingsland te verbeteren.

De Nederlandse regering geeft geld uit aan ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast zijn er veel organisaties die aan ontwikkelingssamenwerking doen.
Denk maar aan: Artsen zonder grenzen, Novib, Stichting Max Havelaar, enzovoorts.

Beantwoord de volgende vragen.

  1. In 2017 trok de Nederlandse regering ongeveer 4,3 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking.
    Dat is ongeveer € 253,- per Nederlanders.
    Vind je dat veel of weinig? Zeg ook waarom.
  1. Hoe komen organisatie als Novib en Artsen zonder Grenzen aan geld om hulp te bieden?
    Schrijf zoveel mogelijk verschillende manier op.

Stap 2: Vormen van hulp

Vormen van hulp
Hieronder staan twee voorbeelden van hulp beschreven.
1
Bij een aardbeving worden vanuit Nederland dokters naar het land gezonden om de slachtoffers te behandelen.
2
Als er in een land te weinig dokters zijn, wordt er vanuit Nederland steun gegeven bij het opzetten van opleidingen voor dokters.

Welke vorm van hulp is wanneer nodig?

Er zijn verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking,
bijvoorbeeld.:

  • noodhulp: het geven van voedsel, kleding en medicijnen als de oogst is mislukt of als er een ramp is gebeurd.
  • structurele hulp: het helpen met geld, materialen of kennis.
    De hulp heeft als doel dat het ontwikkelingsland de problemen in de toekomst zelf kan oplossen.

Stap 3: Noodhulp of structurele hulp?

Noodhulp of structurele hulp?
Bekijk de volgende voorbeelden van hulp.
Geef aan of het om noodhulp of structurele hulp gaat.

  1. Nederland geeft aan boerengezinnen in Pakistan kunstmest.
    Het doel is dat het gezinsinkomen stijgt en dat daardoor meer kinderen naar school kunnen.
  1. Bangladesh is een land in Azië. Bangladesh ligt aan zee.
    Regelmatig overstroomt een groot deel van het land.
    Er heeft net een overstroming plaatsgevonden. Het Rode Kruis zorgt voor tenten en voedselpakketten.
  1. In Nepal zijn er weinig goede ziekenhuizen. De regering van Nepal zou dat graag verbeteren.
    Maar de regering heeft geen geld.
    Een hulporganisatie geeft geld om de ziekenhuizen te bouwen.
  1. In de Filippijnen woonden in het jaar 2010 ruim 100 miljoen mensen.
    Als de bevolking zo blijft groeien wonen er in 2020 misschien wel 130 miljoen mensen.
    Nederland steunt in de Filippijnen projecten die geboortebeperking tot doel hebben.

Stap 4: Cirkelschema

Cirkelschema

In het cirkelschema zie je waarom veel arme boeren arm blijven.
Kijk goed naar het cirkelschema.
Bespreek het schema met een klasgenoot.

Een lening kan de boeren helpen.
Hieronder wordt uitgelegd hoe.

  1. Neem de zinnen over en vul de ontbrekende woorden in.
    1. Als de boeren een lening krijgen, hebben ze ...... .
    2. Met dat ...... kunnen de boeren ...... kopen.
    3. Door het gebruik van de ...... neemt de opbrengst van de grond toe.
    4. Door de hogere ...... heeft de boer producten om te ...... .
    5. Het verkopen van producten levert ...... op.
  1. Is de lening noodhulp of structurele hulp?

Stap 5: Fabriek in ontwikkelingsland

Fabriek in een ontwikkelingsland

Soms opent een groot bedrijf een fabriek in een ontwikkelingsland.
Het bedrijf doet dat om winst te maken.
Toch kunnen er ook voordelen zijn voor de inwoners van het ontwikkelingsland.
Het openen van een fabriek is vaak goed voor de werkgelegenheid in het ontwikkelingsland.

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Hoe noem je een bedrijf met fabrieken in verschillende landen?
  2. Waarom is het voor een bedrijf aantrekkelijk om een fabriek in een ontwikkelingsland te openen?
  3. Schrijf een voordeel op voor het ontwikkelingsland.

Stap 6: Gebonden en ongebonden hulp

Gebonden en ongebonden hulp
Als een land dat geld verstrekt aan een ontwikkelingsland voorwaarden stelt aan de besteding van het geld, spreek je van gebonden hulp.
Bij ongebonden hulp mag het ontvangende land het geld vrij besteden.

Bepaal bij de volgende zinnen of het gaat om gebonden hulp of om ongebonden hulp.
Twijfel je, schrijf dan op waarom je twijfelt.

  1. In Kenia is er behoefte aan extra waterputten. Nederland geeft Kenia geld voor het slaan van tien waterputten.
  2. Op de begroting van ontwikkelingssamenwerking is jaarlijks een bedrag opgenomen voor de ontwikkelingssamenwerking met Suriname. Dit jaar heeft de regering € 25.000.000,- aan de Surinaamse regering overgemaakt.
  3. Honduras, dat is getroffen door een orkaan, krijgt van Nederland € 5.000.000,-
  4. Nederland heeft aan de regering van Ivoorkust € 10.000.000,- ter beschikking gesteld voor de inrichting van een ziekenhuis. Het geld moet besteed worden bij Nederlandse leveranciers van ziekenhuisapparatuur.

Stap 7: Max Havelaar

Max Havelaar

1
De Stichting Max Havelaar is in 1988 opgericht met als doel 'een duurzame handel' met producenten in ontwikkelingslanden. 'Duurzame handel' heeft twee kanten: een verdelingskant en een milieukant.
De verdelingskant houdt in dat er wordt gestreefd naar een eerlijke verdeling van de opbrengst.
Met de milieukant wordt bedoeld dat er op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd.
Er zijn al heel wat producten met het Max Havelaar-keurmerk te verkrijgen, denk aan: koffie, cacao, chocola, bananen, honing, sinaasappelen en thee.

  1. Is de samenwerking tussen de Stichting Max Havelaar en de producenten in ontwikkelingslanden incidenteel of structureel?
  2. Wat is het verschil voor een koffieboer in Honduras als hij zijn koffiebonen verkoopt aan Max Havelaar of aan bijvoorbeeld Douwe Egbers?
  3. Wat denk je? Is Max Havelaar-koffie duurder of goedkoper dan koffie van andere merken?
    Ga ook na of dat ook echt zo is.

2
Ongeveer 25 miljoen boeren in 80 landen leven van de opbrengst van hun koffieoogst. De vraag naar koffie neemt ieder jaar toe; gemiddeld wordt er per jaar 2 procent meer koffie gedronken.
Ook het aanbod van koffie is niet ieder jaar gelijk. Het aanbod is onder andere afhankelijk van het weer.

  1. Een enkele koffieboer heeft weinig invloed op de koffieprijs.
    Leg uit waarom niet?
  2. Door droogte kan een deel van de oogst mislukken.
    Heeft het mislukken van een deel van de oogst invloed op de vraag naar koffie of op het aanbod van koffie?
    Leg je antwoord uit.
  3. Wat zal er met de prijs van de koffie gebeuren als de vraag naar koffie wel toeneemt,
    maar het aanbod van koffie niet toeneemt?
  4. Bedenk een situatie waardoor de koffieprijs zal dalen.

3
Een lage koffieprijs is slecht nieuws voor de koffieboeren, want een lage koffieprijs betekent minder inkomen.
De Stichting Max Havelaar zorgt ervoor dat de koffieboeren die voor Max Havelaar werken een gegarandeerde minimumprijs voor hun koffiebonen krijgen.

  1. Wat is het voordeel van een gegarandeerde minimumprijs voor de koffieboeren die werken voor Max Havelaar?
  2. Andere partijen houden zich niet aan de gegarandeerde minimumprijs.
    Probeer te bedenken wat hiervan de gevolgen zijn voor Max Havelaar en de koffieboeren die voor Max Havelaar werken.

Volgens Marco is een hoge koffieprijs altijd goed nieuws voor de koffieboeren. Ito twijfelt, volgens haar kan een hoge koffieprijs ook betekenen dat het juist niet zo goed met de koffieboeren gaat.

  1. Ben jij het met Marco eens of juist met Ito?
    Bediscussieer je antwoord met een klasgenoot.

Stap 8: Toerisme

Toerisme
Veel Nederlandse reisbureaus bieden reizen naar ontwikkelingslanden aan.
Soms gaat het alleen om toerisme.
Soms gaat het om vrijwilligerswerk of een stage.
Kijk maar eens op:

Toerisme kan voordelig zijn voor ontwikkelingslanden.
Bedenk voordelen van toerisme voor ontwikkelingslanden.

Toerisme heeft ook nadelen.
Schrijf ook een nadeel op van toerisme.

Discussieer met klasgenoten over de volgende stelling:
Veel toerisme is slecht voor ontwikkelingslanden.

  • Het arrangement Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pepijn Nieuwenhuis
    Laatst gewijzigd
    2025-01-25 12:12:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Economie; Internationale ontwikkelingen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Ontwikkelingssamenwerking - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/73827/Opdracht__Ontwikkelingssamenwerking___vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.