Questions sur le petit prince

Questions sur le petit prince

Questions sur: le petit prince I

Réponds en Néerlandais:

Dédicace:

  1. Noem de drie excuses die de schrijver geeft voor het feit dat hij zijn boek opdraagt aan een volwassene.

  2. Hoe verandert hij zijn opdracht?

Chapitre I:

  1. hoe oud is de ik- persoon in dit hoofdstuk?

  2. Welke rol speelt het tekenen voor hem?

  3. Wat vind de ik- persoon van de volwassenen? Voor wie heeft hij de meeste sympathie?

Chapitre II:

  1. Aan het eind van de eerste zin staat: il y a six ans. Wat betekent dit en vergelijk deze zin met de eerste zin van het 1e hoofdstuk.

  2. De relatie kind- volwassene komt ook in dit hoofdstuk voor. Vertel wat de ik- persoon daarvan vindt.

  3. Welke rol speelt de fantasie?

  4. Wat is de essentie van het gesprekje tussen de piloot en de kleine prins?

Chapitre III:

  1. Wat bedoelt de kleine prins met het zinnetje: “Alors toi aussi tu viens du ciel”.

  2. Wat weten we als lezer aan het eind van dit hoofdstuk over de kleine prins en waar hij vandaan komt?

Chapitre IV:

  1. Wat is de reden die de schrijver aaneeft voor het feit dat hij zoveel details vertelt over het planeetje waar hij denkt dat de kleine prins vandaan komt?

  2. Wat is volgens hem het verschil tussen kinderen en grote mensen?

  3. Op bl. 18 komt weer het zinnetje: il y a six ans- wat is er toen gebeurd?

  4. Op bl. 19 beschrijft de piloot dat hij een portret van de kleine prins gaat tekenen, maar dat hij een beetje geworden is als de grote mensen. Waarom?

Chapitre V:

  1. Over welk probleem op het planeetje gaat het hier?

  2. De goede en slechte kruiden zijn een beeld. Waarvoor staan ze, denk je?

  3. Wat moet je doen om het probleem te vermijden?

Chapitre VI:

  1. Wat is het verschil tussen de aarde en het planeetje met betrekking tot zonsondergangen?

  2. Welke stemming hoort bij een zonsondergang?

  3. Citeer de Franse zin uit de tekst waaruit dat blijkt.

Chapitre VII

  1. Waarom heeft de kleine prins een schaap nodig?

  2. Waarom zegt de kleine prins dat de piloot nu spreekt als een groot mens?

  3. Op welk moment bloost hij en wat kun je daaruit opmaken?

  4. Wat is tenslotte de reactie van de piloot?

 

 

 

 

 

Questions sur le petit prince chapitre VIII– eind

Chapitre VIII:

  1. Hoe wordt het groeien en gaan bloeien van de bloem verteld?

    b.v. feitelijk, objectief, beeldend, verhalend etc.?

  2. Welke indruk krijg je van haar?

  3. Wat vraagt ze aan de kleine prins om voor haar te doen? Noem drie dingen.

  4. Wat wil de laatste zin van het hoofdstuk zeggen?

Chapitre IX:

  1. Waarom veegt hij al zijn vulkanen en waar dienen de actieve vulkanen voor?

  2. Waar zouden de vulkanen als beeld voor kunnen staan? Denk aan de baobab bomen en de zonsondergangen.

  3. Wat doet hij nog meer alvorens te vertrekken?

  4. Wat wenst de bloem hem toe?

Chapitre X – XV:

1. Beschrijf van iedere planeet : de bewoner, zijn “attributen”, en de eenzijdigheid van de bewoner.

2. Over welke planeet is hij het meest positief en waarom?

Chapitre XVI :

  1. door welke beschrijving maakt de schrijver duidelijk dat de aarde niet zo groot is als vaak gedacht wordt?

Chapitre XVII

  1. Wie ontmoet de kleine prins als eerste op aarde en waar?

  2. Waarom vindt de kleine prins hem niet zo machtig?

  3. Waarom vindt hij zichzelf wel machtig deze aardebewoner?

Chapitre XVIII:

  1. Waarom kan de bloem de mensen moeilijk vinden?

Chapitre XIX:

  1. Waarom vindt de prins de aarde een gekke planeet?

  2. Waarom moet hij hier denken aan zijn bloem?

Chapitre XX:

  1. Waarom moet de prins aan het eind van dit hoofdstuk huilen;waar komt zijn verdriet vandaan?

Chapitre XXI:

  1. Waarom is de ontmoeting met de vos belangrijk voor de prins en het verhaal? Denk daarbij aan zijn bloem en de reden van zijn vertrek van de B612.

  2. Hoe legt de vos uit wat temmen is?

  3. En wat is zijn geheim?

Laatste deel:

1. Wat is de betekenis van de woestijn als beeld?

2. Waarom is de kleine prins nu op die plek in de Sahara?

3. Hoe lang is hij op aarde geweest?

4. Wat vind je van het eind van het verhaal en waarom vind je dat?

 

 

 

  • Het arrangement Questions sur le petit prince is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Inge Haagsma Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-02-02 14:46:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.