Leefbaarheid wijken
Vooraf
Leerdoelen
Soms is het in een bepaalde wijk slecht gesteld met de veiligheid en leefbaarheid. De gemeente maakt dan plannen om de toestand van die wijk te verbeteren. Je verplaatst je in een wethouder en denkt na over maatregelen die je kunt nemen.
Aan het eind van deze opdracht:
- Kun je de begrippen ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid beschrijven.
- Kun je beschrijven wat bedoeld wordt met een achterstandswijk.
- Kun je benoemen dat de rijksoverheid gemeenten geld geeft voor de verbetering van achterstandswijken.
- Kun je een minimaal twee maatregelen opnoemen die gemeenten kunnen nemen om de veiligheid en leefbaarheid in zo’n wijk te verbeteren.
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een plan om een achterstandswijk te verbeteren. Je verplaatst je in de rol van wethouder van de stad waarin die wijk ligt. Kies uit de plannenbak in stap 2 een aantal plannen waarmee je denkt de veiligheid en leefbaarheid van de wijk te kunnen verbeteren. Je licht die keuze ook toe.
Stap 1

Achterstandswijken
Wat als de problemen in bepaalde wijken zich opstapelen? Dan moet de overheid ingrijpen. In 2007 heeft de regering 40 wijken aangewezen waar ze extra aandacht aan ging besteden. Bij de problemen in die wijken moet je denken aan overlast, onveiligheid en verloedering. De mensen wonen er vaak in goedkope huurwoningen. De werkloosheid is er hoog en problemen met alcohol en drugs zijn aan de orde van de dag. Er wonen relatief veel mensen van niet-westerse afkomst. Zij spreken vaak geen of slecht Nederlands en zijn slecht geïntegreerd. Jongeren hangen doelloos rond op straat en jonge kinderen zijn tot laat buiten.
Met gerichte maatregelen wordt geprobeerd om de leefsituatie in deze wijken te verbeteren. Het streven is om concrete verbeteringen te realiseren op het gebied van wonen, werken, leren, integreren en veiligheid.
Stap 2
Plannenbak
Gemeenten waarin de achterstandswijken liggen, krijgen geld van de overheid om de problemen in die wijken aan te pakken. Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de plannen en het goed besteden van dat geld. Een gemeentebestuur bestaat uit de burgemeester en de wethouders. Elke wethouder heeft zijn of haar eigen takenpakket. En één van de wethouders gaat over ‘wonen’. Wat kan die wethouder allemaal met dat geld doen?
We zetten een aantal plannen op een rijtje.
Plan 1 - Verbeteren woningaanbod
Plan 2 - Aandacht voor de openbare ruimte
Plan 3 - Inzetten van wijkcoaches
Plan 4 - Biedt buitenstaanders een reden om naar het gebied te komen
Plan 5 - Inzetten van burgerwacht
Plan 6 - Ondersteun en stimuleer initiatieven van burgers en andere partijen
Plan 7 - Richt je op bewoners die positief zijn ingesteld

Plan 1: Verbeteren woningaanbod
Een verloederde wijk waar de huizen achterstallig onderhoud hebben, kun je opknappen. Als huizen te slecht zijn om te renoveren, worden ze gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Beter onderhoud aan de huizen en het bouwen van duurdere nieuwe huizen blijkt gunstig te zijn voor de leefbaarheid en veiligheid van een wijk. Mensen voelen zich prettiger als de buurt er netjes uitziet en de huizen van een wijk goed onderhouden zijn.
Een deel van de huurwoningen wordt vervangen door koopwoningen. Dat trekt mensen met hogere inkomens naar de buurt en ook daardoor gaat de leefbaarheid vooruit. Wijkbewoners wordt soms de mogelijkheid geboden om hun sociale huurwoning te kopen. Doordat ze dan eigenaar worden van hun woning, voelen ze zich meer betrokken bij hun woning en hun buurt. Je zegt dan dat de sociale samenhang binnen de wijk toeneemt.
Een woningcorporatie of woningbouwcorporatie is een organisatie die zorgt voor goede betaalbare woningen. Ze houden zich bezig met bouwen, onderhouden, verhuren en verkopen van woonruimte. Woningcorporaties spelen een belangrijke rol bij deze maatregelen. In het filmpje legt iemand van de Rotterdamse woningcorporatie Vestia uit wat ze doen in krachtwijk Berkpolder.
Vragen:
- Voor welke doelgroep bouwt Vestia woningen in Berkpolder?
- Waarom denk je dat voor die doelgroep is gekozen?
- Vestia heeft ook een sociaal programma, Tante Kwebbel, wat houdt dat programma in?

Plan 2: Aandacht voor de openbare ruimte
De openbare ruimte in een wijk is van iedereen. De bewoners zijn er samen verantwoordelijk voor dat je je er prettig voelt. De gemeente kan dat gevoel op verschillende manieren bevorderen, bijvoorbeeld door een park aan te leggen. Hoe meer groen in een wijk, hoe beter. Ook het aanbieden van sport- en speelvoorzieningen kunnen bijdragen aan het welzijn van bewoners van een wijk. Zowel een park als een speelveldje biedt mensen de kans om meer te bewegen. Daarnaast vergroot je op die manier de ontmoetingskansen tussen mensen. Mensen leren elkaar kennen en dat heeft weer een positief effect op hoe ze de leefbaarheid en veiligheid van de wijk ervaren.
Plan 3: Inzetten van wijkcoaches
In een aandachtswijk in Enschede is een experiment gedaan met de inzet van wijkcoaches. Veel mensen in aandachtswijken hebben problemen op verschillende gebieden. Ze hebben bijvoorbeeld geen werk, problemen met hun gezondheid en hun financiën. Ze hebben contact met veel verschillende instanties en hulpverleners. Dat levert niet altijd goede resultaten op. Een wijkcoach kan dienen als centraal aanspreekpunt voor zo’n bewoner en helpen bij het aanpakken van problemen. Hij biedt concrete, directe en nabije ondersteuning. Daarvoor krijgt hij ook de nodige bevoegdheden. Bewoners ervaren zo’n coach als dichtbij en benaderbaar. Van de bewoner wordt wel verwacht dat hij zelf ook kansen grijpt om vooruit te komen. Voor wat hoort wat. Aan het eind van het experiment bleek dat veel bewoners op verschillende gebieden vooruit waren gekomen.
Plan 4: Biedt buitenlanders een reden om naar het gebied te komen
Als het mogelijk is om regionale voorzieningen te creëren in de wijk, is dat een goed idee. Je kunt daarbij denken aan een groot winkelcentrum, een bibliotheek, een sportcomplex of een kerk. Breng positief nieuws actief naar buiten om de beeldvorming langzaam te beïnvloeden. Voor hippe modewinkeltjes moet je tegenwoordig in de Arnhemse wijk Klarendal zijn. Deze wijk is ook een achterstandswijk. Het Tv-programma ‘Een vandaag’ maakte er een reportage over.
Plan 5: Inzetten van burgerwacht
Uit onderzoek blijkt dat burgerwachten een positief effect hebben op de leefbaarheid van een buurt. Een burgerwacht bestaat uit een groep gewone burgers die in een bepaalde wijk de orde handhaaft. Uit onderzoek blijkt dat de criminaliteit in wijken met een burgerwacht meer afneemt dan in wijken zonder burgerwacht.
In het filmpje zie je een voorbeeld van een burgerwacht.
Plan 6: Ondersteun en stimuleer initiatieven van burgers en andere partijen
Een voorbeeld van zo’n initiatief is de verkoop van ‘klusflats’ in de Bijlmerflat Kleiburg.
Zie het filmpje van het NOS journaal:
Plan 7: Richt je op bewoners die positief zijn ingesteld
Positief ingestelde bewoners kunnen het verschil maken in een wijk. Als gemeente kun je hen verleiden om in de wijk te blijven wonen, bijvoorbeeld door aantrekkelijke mogelijkheden te bieden. Daarbij kun je denken aan betere woningen voor minder geld dan concurrerende alternatieven.
Mensen die weg willen uit de wijk kun je als gemeente ook helpen. Dit kan door concrete bemiddeling of hulp. Of ervoor te zorgen dat ze voorrang krijgen bij het toewijzen van een andere woning. Je kunt bij wijze van spreken zelf de verhuiswagen voorrijden. Negatieve mensen zullen de wijk niet beter maken.
Stap 3

Aanpak werkt niet
In de zomer van 2013 kwam er een rapport uit van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) over de achterstandswijken. Het SCP is een instituut dat ontwikkelingen in de samenleving onderzoekt. Het is een belangrijke adviseur van de regering. De conclusie van het onderzoek was dat de aanpak niet succesvol kon worden genoemd. Het nieuws leidde tot krantenkoppen als: ’Aanpak mislukt’, ‘Geld in bodemloze put beland, ‘Miljoeneninvesteringen in wijken leverden niets op’.
Het SCP vergeleek de achterstandswijken met wijken die er vlak naast lagen, maar waarin geen extra geld werd geïnvesteerd. Deze wijken bleken zich op dezelfde manier te ontwikkelen als de achterstandswijken. Volgens het onderzoeksinstituut hebben de vele projecten de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken niet vergroot. Ook is het niet zo dat meer bewoners uit deze veertig wijken zich uit de armoede hebben gewerkt. Verder is de buurtparticipatie in de achterstandswijken volgens het SCP gedaald. Het SCP vermoedt dat het etiket ‘achterstandswijk’ ervoor heeft gezorgd dat bewoners de problemen in de wijk als nog zwaarder ervoeren.
Eén maatregel heeft wel een aantoonbaar positief effect heeft gehad op de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken. Dat is het op grote schaal slopen van oude flats en het bouwen van koopwoningen. De buurt ziet er dan beter uit en dat trekt meer mensen met een middeninkomen.
Vraag:
- Om welke twee dingen gaat het echt in het leven volgens Marco Pastors aan het begin van het filmpje?
Stap 4

Eindproduct
Je hebt een aantal maatregelen voor de verbetering van een achterstandswijk gezien. Je hebt ook gezien wat de resultaten waren in het onderzoek van het SCP.
Kies nu voor een aanpak. Prioriteer alle mogelijkheden die je hebt. De belangrijkste dus eerst, de minst belangrijke laatst. Licht toe waarom je deze keuze zo maakt.
Lang niet ieder plan kost evenveel geld. Sommige plannen zijn heel duur, terwijl andere plannen gemakkelijk uit te voeren zijn. Er staat niets bij over de kosten van de plannen, maar doe een inschatting en betrek dat ook in je prioritering.
Schrijf alles op in maximaal 1 A4'tje.