De Rijn is met 1233 km een van de langste rivieren van Europa. De Rijn stroomt door verschillende landen en taalgebieden. Een reisje langs de Rijn is een zeer populaire trip.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen dat er in een rivier vaak sprake is van de boven-, midden- en benedenloop.
uitleggen dat je rivieren kunt onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren.
de begrippen stroomgebied, waterscheiding en delta omschrijven.
de begrippen erosie, sedimentatie en verhang omschrijven.
Eindproduct
Je maakt voor een reisbureau een A3-poster waarop je een Rijnreis aanprijst. Op de poster wordt duidelijk:
door welke landen de Rijn stroomt;
hoe lang de Rijn is;
dat de Rijn in verschillende landen een verschillende naam heeft;
in welk gebergte de Rijn begint;
dat er sprake is van een boven-, midden- en benedenloop;
wat het stroomgebied van de Rijn is;
dat er een waterscheiding is tussen de Rijn en de Maas;
waar sedimentatie en waar erosie plaatsvindt;
Benodigdheden
de Bosatlas
materiaal voor het maken van het eindproduct
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
De Rijn
Ga op internet en in je atlas op zoek naar informatie over de rivier de Rijn. Zorg dat je in ieder geval antwoord vindt op de volgende vragen:
In welk land begint de Rijn?
In welk gebergte begint de Rijn?
Door welke landen stroomt de Rijn?
Hoe lang is de Rijn?
Hoe wordt de Rijn genoemd in de verschillende landen?
Bij welke stad/dorp komt de Rijn Nederland binnen?
Teken nu op een vel A3-papier heel precies de loop van de Rijn na. Het begin van de poster. Zet de antwoorden op de vragen hierboven op de poster. Schrijf ook de namen van een aantal steden die langs de Rijn liggen op de poster.
De poster maak je af in de volgende stappen.
Stap 2
Soorten rivieren
Rivieren kun je onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren. Een regenrivier krijgt zijn water van regenwater, een gletsjerrivier krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs en een gemengde rivier van allebei. Gletsjers vind je alleen in het hooggebergte en gebieden in de polen, zoals bijvoorbeeld IJsland, Groenland en Antarctica. Aan het einde van een gletsjer gaat hij smelten. Dit smeltwater is het begin van een gletsjerrivier.
Zoek in je atlas de bron van de Rijn op en volg de rivier tot in Nederland. Wat voor soort rivier is de Rijn in Zwitserland? En wat voor soort rivier is de Rijn in Nederland? Hoe zie je dat? Probeer de antwoorden een plaatsje te geven op je poster.
Stap 3
Koblenz
de Rijn en de Moezel
Zijrivieren
In de Kennisbank Aardrijkskunde vind je ook een onderdeel over rivieren. Bestudeer alleen pagina 4.
Een rivier kan behalve regenwater en smeltwater van een gletsjer ook water uit zijrivieren krijgen. En die zijrivieren krijgen op hun beurt ook weer water van zijriviertjes en die op hun beurt ook weer. Het hele gebied waar de hoofdrivier zijn water uit krijgt noem je het stroomgebied van de rivier. De scheiding tussen twee stroomgebieden noem je een waterscheiding. Een waterscheiding is vaak een gebergte of een heuvelrug. Aan de ene kant van het gebergte stroomt het water in een ander stroomgebied dan aan de ander kant van het gebergte. In Nederland is iets geks aan de hand. Daar stromen geen nieuwe riviertjes in de Rijn, maar daar vertakt de Rijn zich in verschillende rivieren. Het gebied van de Rijn in Nederland noem je een delta.
Geef op de poster het stroomgebied van de Rijn aan. Geef op de poster ook het deltagebied van de Rijn aan. Geef op de poster ook de waterscheiding tussen Maas en Rijn aan.
Stap 4
Boven-, midden- en onderloop
Een rivier kun je in drie stukken verdelen:
de bovenloop
de middenloop
de onderloop
Lees de tekst over de verschillende onderdelen van de rivier in de Kennisbank Aardrijkskunde.
Vraag
De ...1... is het eerste gedeelte van de rivier. Vaak is dit een gebied met veel ...2... . De rivier vervoert nog niet zoveel water, maar stroomt wel erg snel. Dit komt door het sterke ...3... . In de bovenloop vindt er ...4... plaats: klei, zand en grind worden door de rivier meegenomen. Hierdoor worden de steile rivierdalen steeds dieper. Vanaf de ...5... is de rivier breder en de stroomsnelheid zo laag dat er alleen nog fijn grind, zand en klei wordt meegenomen. Omdat de rivier nog steeds voor erosie zorgt stroomt de rivier nog steeds in een ...6... . Vanaf de ...7... stroomt de rivier zo langzaam door het geringe verval dat de rivier niet meer voor veel erosie zorgt, maar voor ...8... : verweringsmateriaal bezinkt door de zwaartekracht. Hierdoor stroomt de rivier niet meer in een dal, maar moet de rivier bedijkt worden.
In de tekst ontbreken nog woorden. Die woorden zie je hieronder. Selecteer de tekst en plak de tekst in een Word-document. Vul vervolgens de ontbrekende woorden in.
middenloop
sedimentatie
bovenloop
dal
reliëf
verval
erosie
benedenloop
Voeg dit stukje tekst (gekopieërd of geschreven) toe aan je poster.
Stap 5
Bochten in de rivier
Bekijk het volgende schooltv filmpje:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Klaar en tevreden?
Laat de poster beoordelen door je docent. Hij of zij kijkt of de inhoud van de poster conform de omschrijving van het eindproduct is.
www.lvoorl.nl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.
Rivierloop
Beschrijft het verval van een rivier van de bron van de rivier tot de monding.
Bovenloop
Dit is het deel van de rivier bij de bron dat meestal het verst van de kust afligt. Het verval is in de bovenloop het grootst en het water stroomt het snelst.
Middenloop
Dit is het deel van de rivier waar de stroomsnelheid afneemt. Het grind dat in de bovenloop is meegevoerd, wordt hier afgezet (sedimentatie).
Benedenloop
Dit is het deel waarbij de rivier bij de monding aankomt. De benedenloop voert meestal door laagland.
Rivierdelta
Een stelsel van aftakkingen van de rivier voordat deze in een zee of in een groot meer uitmondt.
Soorten rivieren
Een regenrivier krijgt zijn water van regenwater. Een gletsjerrivier krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs. Een gemengde rivier van allebei.
Verval Het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier.
Het arrangement Rijnreis - Hfd. 2 - Par. 4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Tim Samwel
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-12-14 14:00:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Aan het eind van de opdracht:
Weet je dat er in een rivier vaak sprake is van de boven-, midden- en benedenloop.
Weet je dat je rivieren kunt onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren.
Ken je de begrippen stroomgebied, waterscheiding en delta.
Ken je de begrippen erosie, sedimentatie en verhang.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Landschappen (en menselijke activiteit);
Water;
Aardrijkskunde;
Werking van exogene processen;
Exogene processen;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
leerlijn, rearrangeerbare
Rijnreis - Hfd. 2 - Par. 4
nl
Tim Samwel
2017-12-14 14:00:56
Aan het eind van de opdracht:
Weet je dat er in een rivier vaak sprake is van de boven-, midden- en benedenloop.
Weet je dat je rivieren kunt onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren.
Ken je de begrippen stroomgebied, waterscheiding en delta.
Ken je de begrippen erosie, sedimentatie en verhang.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bochten in de rivier
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.