Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Lesdoelen

Na deze les

  • ben je bekend met het begrip 'letterlijk' en kan je dit uitleggen
  • ben je bekend met het begrip 'figuurlijk' en kan je dit uitleggen
  • ken je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
  • weet je wat een 'uitdrukking' en wat een 'gezegde' is.

 

 

Aanpak

In deze les ga je aan de slag met letterlijk en figuurlijk taalgebruik.

Aan de linkerkant staat een menu en hier kun je de onderwerpen van de les bekijken en aanklikken.

Rechts onderaan staat op iedere pagina een knop met het woord 'volgende'. Als je hierop klikt kom je op de volgende pagina van deze les.

Maak alle vragen en opdrachten die je tegenkomt en aan het einde van deze les vind je een eindtoets. Deze toets moet je maken en opsturen naar je docent. Je krijgt van deze toets niet het cijfer te zien. Je cijfer is wel bekend bij de docent.

Maak alle vragen en oefeningen die je tegenkomt in deze les. Op deze manier kun je goed oefenen met de lesstof.

Met deze les ben je ongeveer een lesuur bezig.

 

SUCCES!!!!

 

 

Inleiding figuurlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik.

In onze taal komen heel veel uitdrukkingen en gezegden voor die je soms in de war kunnen maken. Er wordt dan iets anders gezegd dan dat er bedoeld wordt.

Een voorbeeld van zo'n uitdrukking is bijvoorbeeld "Vlinders in je buik hebben".

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

'Vlinders in je buik?'

'Hoe komen die daar dan?'

'Slik je eerst rupsen in?'

Maar.... weet jij wat ze nou eigenlijk bedoelen met de uitdrukking 'vlinders in je buik hebben' ?

Vraagje

Figuurlijk taalgebruik

Het goede antwoord was inderdaad *bij een verliefdheid*!

Een uitdrukking als 'vlinders in je buik hebben' is een vorm van figuurlijk taalgebruik.

Iemand gebruikt figuurlijk taalgebruik als hij wil overdrijven of als hij iets mooier wil maken.

 

Nog een voorbeeld: 'Ik heb het zó warm, ik smelt bijna !'

Als je dit zegt, smelt je natuurlijk niet echt! Je kiest het woord om aan te geven dat je het écht warm hebt.

 

 

 

 

 

 

 

Eigenlijk maak je een vergelijking met een voorbeeld uit de werkelijkheid: als boter héél warm wordt, dan smelt het ook. Je kan dus, door het woord 'smelten' te gebruiken, duidelijk maken dat je het écht héél erg warm hebt!!!!!!!

 

Verkeerd begrepen?

Verkeerd begrepen

Figuurlijk taalgebruik kan helemaal verkeerd begrepen worden.
Ze nemen figuurlijk taalgebruik letterlijk. Hierdoor krijgt de tekst een heel andere betekenis.


Voorbeeld 1:

Als je iets wilt weten, moet je aan de bel trekken.
Met 'aan de bel trekken' wordt bedoeld 'ergens aandacht voor vragen' en niet letterlijk aan een echte bel trekken.


Voorbeeld 2:

Als je je cijfer wilt weten, moet je de leraar aan zijn jasje trekken.
Met 'de leraar aan zijn jasje trekken' wordt bedoeld 'de leraar iets zeggen of vragen' en niet letterlijk aan zijn jasje trekken.

Bedenk zelf nog twee voorbeelden van figuurlijk taalgebruik die door iemand met weinig leeservaring verkeerd begrepen zouden kunnen worden.

 

Je hebt nu kennis gemaakt met figuurlijk taalgebruik.

Op de volgende pagina kun je lezen wat letterlijk taalgebruik is.

Letterlijk taalgebruik

We hebben nu al een flink aantal voorbeelden gezien van figuurlijk taalgebruik.

Maar wat is dan eigenlijk letterlijk taalgebruik?

 

Letterlijk taalgebruik Je bedoelt een uitspraak precies zoals je het zegt.

 

Voorbeeld 1:    De hond slaapt lekker en dan kan je hem beter niet wakker maken.  

Dit is letterlijk taalgebruik, want je bedoelt niets anders dan wat je zegt.

Voorbeeld 2:    De hond in de pot vinden.

Normaal gesproken is dit een uitdrukking met figuurlijk taalgebruik, waarmee men wil zeggen dat je ergens aankomt waar net het eten op is.  De hond op de foto in voorbeeld 2 zit echt in een pot. In dit geval is de hond in de pot vinden letterlijk bedoeld! De hond zit écht in een pot: je bedoelt een uitspraak precies zoals je het zegt.

 

voorbeeld 1
voorbeeld 2

                                                                                                                                                                                                                 

 

 

 

 

 

                                                        

                                                                   

Opdracht en filmpje letterlijk taalgebruik

Druk eerst op 'play' bovenaan de pagina.

 

Maak dan de opdracht bij het filmpje!

 

 

 

 

Bekijk de clip en beantwoord daarna de meerkeuzevragen.

Letterlijk en figuurlijk

Uitdrukkingen en gezegden

Een gezegde of zegswijze is  ook een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik. Een gezegde is meestal een deel van een zin.

In de Nederlandse taal bestaan heel erg veel uitdrukkingen waarmee iets anders bedoeld wordt, dan dat er gezegd wordt.

Moeilijk? Dat valt wel wel mee!  Na dit onderdeel herken je de uitdrukkingen en doorloop je dit onderdeel voortaan met "twee vingers in je neus!"

Voorbeeld

Met de uitdrukking 'de kat in de zak kopen' bedoelt men dat je iets gekocht hebt dat erg tegenvalt of héél snel kapot gaat. Je hebt een miskoop gedaan!

Een uitdrukking is dus een vorm van figuurlijk taalgebruik!

             

 

Op de foto staat de letterlijke uitleg van de uitdrukking. Er zit écht een kat in een (plastic) zak.

 

 

 

 

 

Klik hier om nog wat te oefenen met Nederlandse uitdrukkingen.

Op de volgende pagina's krijg je een acht vragen over Nederlandse uitdrukkingen en gezegden. Hier kun je oefenen en krijg je per vraag uitleg.

 

 

 

 

 

 

 

Oefenen!

vraag 1

vraag 2

vraag 3

vraag 4

vraag 5

vraag 6

vraag 7

vraag 8

Meer weten?

Wil je meer voorbeelden van Nederlandse uitdrukkingen en hun betekenis zien?

Klik dan hier.

De Oudhollandse schilder Pieter Brueghel heeft ooit een schilderij gemaakt, waarin hij allemaal Nederlandse spreekwoorden en uitdrukkingen heeft verstopt.

Wil je dit schilderij bekijken?

Klik dan hier

Proeftoets

Op deze pagina vind je de proeftoets. Deze toets bestaat uit 6 vragen die je allemaal moet maken.

Je kan je inloggen met je (school)e-mailadres of met een Googe-account.

De vragen die hier gesteld worden kan je ook tegenkomen op je eindtoets.

Succes!

 

Heb je minder dan 3 vragen goed?

Kijk dan nog eens naar deze kennisclip.

 

 

 

 

 

Heb je meer dan 3 vragen goed?

Dan kan je verder gaan met de leerstof en de opdrachten in deze PowerPoint.

Hier kan je oefenen met uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.

Ook kan je een aflevering van 'het Klokhuis' over het onderwerp van deze les bekijken en op dia 9 staat een opdracht die je met een medeleerling kan doen. Uiteraard mag je de opdracht ook alleen doen!

 

 

 

De eindtoets!

En dan is het nu tijd voor de eindtoets!

Als het goed is heb je tijdens deze les flink geoefend met de lesstof en dat betekent dat je nu in staat moet zijn om de eindtoets zonder problemen te maken.

Vul je e-mailadres en je naam in op het formulier en maak de toets. Je krijgt bij deze toets niet direct je cijfer. 

Je docent kan je na de toets vertellen wat je cijfer is.

 

Succes!

 

  • Het arrangement Letterlijk en figuurlijk taalgebruik is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Melanie Molhoek Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-11-18 18:28:58
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Je kent het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; MBO, Niveau 1: Assistentenopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Nederlands als tweede taal;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    letterlijk en figuurlijk taalgebruik, woordenschat

    Bronnen

    Bron Type
    Letterlijk en figuurlijk
    https://youtu.be/vsLARlZ7t4g
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik vmbo-kgt12

    https://maken.wikiwijs.nl/61734/Opdracht__Woordenschat___Figuurlijk_taalgebruik_vmbo_kgt12