Voortplanting
Blok 7
Blok 7 Voortplanting
Tijdens dit blok gaan we met verschillende thema’s die met voortplanting te maken hebben aan de slag. Elke week komen er hier nieuwe lessen te staan. De inhoud van deze module sluit aan bij de Kerntaak Begeleidt voortplanting dieren.
Alle vragen staan ook in een word bestand die je op kunt slaan, zo weet je straks precies wat je moet leren. Eventuele bronnen staan in een linkje.
Basisgenetica
Deel 1 Basisgenetica
We gaan het in deel 1 hebben over de basisgenetica; waar kijken we dan allemaal naar? Genetica is de wetenschap die het verband tussen kenmerken van ouders en die van hun nakomelingen bestudeert; met andere woorden, het is de erfelijkheidsleer. We gaan ons dus bezig houden met erfelijkheid en het overerven van eigenschappen. Voortplanting en fokkerij gebeurt meestal met een reden. Het is namelijk prettig wanneer de nakomelingen gunstige kwaliteiten hebben.
Klassikale opdracht: Welke begrippen komen er bij jou op, als het over voortplanting bij dieren gaat?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat Blok 1, deel 1 basisgenitica heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 1.1 Oriëntatie en schrijf de definitie van genetica op:
Genetica is:
Opdracht 2: Lees Hoofdstuk 1.2 en beschrijf de begrippen genotype, fenotype en erfelijkheidsgraad. Noem eens twee voorbeelden waaruit blijkt dat het milieu (=omgeving) een belangrijke rol speelt bij het tot uiting komen van erfelijke eigenschappen.
Opdracht 3: Aan het eind van Hoofdstuk 1.2 staat een filmpje van ongeveer 10 minuten waarin uitgelegd wordt wat DNA nu eigenlijk is. Bekijk het filmpje en probeer in eigen woorden te beschrijven wat er is uitgelegd over DNA.
Opdracht 4: Ga nu naar Hoofdstuk 1.3 en lees de tekst. Schrijf alle belangrijke woorden op met de betekenis erbij. Definieer de celdeling (mitose) en de reductiedeling (meiose).
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
Kruisingen en voorspellingen
Deel 2 Kruisingen en voorspellingen
We gaan het in deel 2 hebben over kruisingen en voorspellingen; waar kijken we dan allemaal naar? Genetica is de wetenschap die het verband tussen kenmerken van ouders en die van hun nakomelingen bestudeert; met andere woorden, het is de erfelijkheidsleer. We gaan ons dus bezig houden met erfelijkheid en het overerven van eigenschappen. Voortplanting en fokkerij gebeurt meestal met een reden. Het is namelijk prettig wanneer de nakomelingen gunstige kwaliteiten hebben; het is ook handig te weten of je dat ook kunt voorspellen.
Klassikale opdracht: Welke begrippen komen er bij jou op, als het over kruisingen bij dieren gaat?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 2 Kruisingen en voorspellingen heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 2.1 Oriëntatie en beschrijf kort waar hoofdstuk 2 over gaat.
Opdracht 2: Lees Hoofdstuk 2.2 en beschrijf de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief.
Opdracht 3: Hoofdstuk 2.3 gaat over paringen en kruisingsschema’s. Lees het hoofdstuk en maak de verschillende oefeningen.
Opdracht 4: Maak de opdracht aan het eind van hoofdstuk 2.3
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
Recombinatie en mutatie
Deel 3 Recombinatie en mutatie
We gaan het in deel 3 hebben over recombinatie en mutatie; klik op de link en lees de inleiding. Waar kijken we dan allemaal naar? Genetica is de wetenschap die het verband tussen kenmerken van ouders en die van hun nakomelingen bestudeert; met andere woorden, het is de erfelijkheidsleer. We gaan ons dus bezig houden met erfelijkheid en het overerven van eigenschappen. Voortplanting en fokkerij gebeurt meestal met een reden. Het is namelijk prettig wanneer de nakomelingen gunstige kwaliteiten hebben; het is ook handig te weten of je dat ook kunt voorspellen.
Klassikale opdracht: Welke begrippen komen er bij jou op, als het over mutatie bij dieren gaat?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 3 Recombinatie en mutatie heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 3.2 en verklaar waarom iedere geslachtscel anders is.
Maak daarna de 2 opdrachten van dit hoofdstuk (de antwoorden komen in beeld als je op controleer klikt)
Opdracht 2: Hoofdstuk 3.3 gaat over mutaties. Welke verschillende soorten mutaties zijn er?
Leg uit wat er wordt bedoeld met genetische manipulatie. Maak daarna de 3 opdrachten van dit hoofdstuk en controleer je antwoord.
Opdracht 3: Hoofdstuk 3.4 bestaat uit 2 opdrachten die gemaakt moeten worden. Succes.
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
Genetische variatie in populatie
Deel 4 Genetische variatie in populatie
We gaan het in deel 4 hebben over genetische variatie in populatie; klik op de link en lees de inleiding. Waar kijken we dan allemaal naar? Genetica is de wetenschap die het verband tussen kenmerken van ouders en die van hun nakomelingen bestudeert; met andere woorden, het is de erfelijkheidsleer. We gaan ons dus bezig houden met erfelijkheid en het overerven van eigenschappen. Voortplanting en fokkerij gebeurt meestal met een reden. Het is namelijk prettig wanneer de nakomelingen gunstige kwaliteiten hebben; het is ook handig te weten of je dat ook kunt voorspellen.
Klassikale opdracht: Waar denk jij aan bij de zin ‘genetische variatie in populatie’?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 4 Genetische variatie in populatie heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 4.2 en geef hieronder de definitie van een populatie.
Een populatie is:
Populatiegenetica is dus:
Wanneer je verder leest, gaat het over genetische variatie. Wat betekent dit nu precies?
Genetische variatie is:
Leg ook uit wat genotypefrequentie is.
Genotypefrequentie is:
Wanneer je de genetische variatie in een populatie grafisch weergeeft, dan ziet dat eruit als een soort van berg; de top geeft het gemiddelde aan. Een dergelijke grafische weergaven wordt ook wel een ‘normaalverdeling’ genoemd.
Leg in je eigen woorden uit wat ‘genetische variatie in een populatie’ nu precies betekent:
Doe de twee opdrachten van hoofdstuk 4.2 en klik op controleer
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
Rassen, lijnen en inteelt
Deel 5 Rassen, lijnen en inteelt
We gaan het in deel 5 hebben over rassen, lijnen en inteelt: klik op de link of lees hieronder de inleiding:
‘Door ingrijpen van de mens ontstonden er verschillende groepen met bepaalde kenmerken binnen de soorten. Deze groepen vormen een ras of een lijn. Door steeds verder te selecteren op bepaalde gewenste kenmerken en hiervoor ook directe familieleden met elkaar te kruisen, ontstonden ook problemen. Inmiddels weten we dat afname van genetische variatie gevaarlijk kan zijn voor het voortbestaan van een ras of een lijn. Moeten we in de fokkerij een middenweg zoeken tussen fokken naar raszuiverheid en gezondheid?’
Klassikale opdracht: Wat wordt er met een ras bedoeld?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 5 Rassen, lijnen en inteelt heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 5.2 (rassen) en geef hieronder de definitie van een ras.
Een ras is:
Wat wordt bedoeld met raszuiver?
Opdracht 2: Lees Hoofstuk 5.3 (lijnen) en schrijf de drie mogelijke typen lijnen in de fokkerij op:
-
-
-
Vermeldt ook de uitleg van deze drie verschillende typen lijnen in de fokkerij.
Opdracht 3: Lees het hoofdstuk 5.4 (inteelt en gevolgen) en schrijf de definitie van inteelt op.
Inteelt is:
Wat is het effect van inteelt?
Wat zijn mogelijke gevolgen van een inteeltdepressie?
Opdracht 4: Maak deze opdracht door hier te klikken
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
De stamboom en het stamboek
Deel 6 De stamboom en het stamboek
We gaan het in deel 6 hebben over de stamboom en het stamboek: klik op de link of lees hieronder de inleiding:
‘In de georganiseerde fokkerij is het erg belangrijk dat alle gegevens van de populatie diie belangrijk zijn voor de instandhouding en verbetering van het ras nauwkeurig worden bijgehouden en betrouwbaar zijn. Voorbeelden daarvan zijn, zoals je eerder hebt gelezen, inteelt- en verwantschapspercentages. De stamboom geeft je informatie over een individueel dier en het stamboek houdt van alle dieren die onder het stamboek vallen alle gegevens bij.’
Klassikale opdracht: Wat wordt er met een stamboom bedoeld?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 6 de stamboom en het stamboek heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 6.2 en geef de omschrijving van een stamboek
Een stamboek is:
Wie beheert een stamboek?
Wat is het doel van een stamboek?
Wat wordt er bedoeld met een rasstandaard?
Klik hier voor de rasstandaard van de Labrador Retriever. Wat valt je op?
Bron: KennisKiemboekje Basisgenetica
Blok 8
Blok 8 Natuurlijke voortplanting en anatomie
Tijdens dit blok gaan we met verschillende thema’s die met voortplanting te maken hebben aan de slag. Elke week komen er hier nieuwe lessen te staan. De inhoud van deze module sluit aan bij de Kerntaak Begeleidt voortplanting dieren.
Alle vragen staan ook in een word bestand die je op kunt slaan, zo weet je straks precies wat je moet leren. Eventuele bronnen staan in een linkje.
Theorie
Dit blok gebruiken we ook weer een KennisKiem boekje: Natuurlijke voortplanting en anatomie
Om de voortplanting professioneel te kunnen begeleiden, is kennis van de wijze waarop dieren zich voortplanten noodzakelijk. Ieder dier plant zich op zijn/haar eigen wijze voort. Tevens is het van belang om kennis te hebben van de anatomie en fysiologie van de voortplantingsorganen van dieren. Anatomie is kort gezegd de bouw van het lichaam. In deze module wordt de nadruk gelegd op de voortplantingsorganen. De fysiologie houdt zich bezig met levensprocessen van mensen, dieren en planten. Zo bestudeert de fysiologie bijvoorbeeld de stofwisseling en de werking van de voortplantingsorganen.
Anatomie en fysiologie van de voortplantingsorganen
Opdrachten
Bronstseizoen en bronstcyclus
In het voorjaar worden de dagen weer langer. Het wordt lente en de lammetjes dartelen weer door de wei. Heb je je weleens afgevraagd waarom er juist in het voorjaar zoveel jonge dieren worden geboren?
Tochtigheid bij koeien
Opdrachten
Paring en bevruchting
Elke diersoort stelt weer andere eisen aan de omstandigheden waarbinnen de paring zo goed mogelijk kan plaatsvinden. Het is daarom erg belangrijk om je te verdiepen in de diersoort waarmee je gaat fokken. Tijdens dit onderdeel leer je van alles over voorbereidingen en keuzes die je kunt maken bij het begeleiden van de dekking.
Klik op het onderstaande bestand en sla het onder de naam 'Paring en bevruchting' met de gevonden antwoorden op.
Bron: KennisKiemboekje Begeleiden van de voortplanting
Dracht en geboorte
Elke diersoort stelt weer andere eisen aan de omstandigheden waarbinnen de geboorte zo goed mogelijk kan plaatsvinden. Het is daarom erg belangrijk om je te verdiepen in de diersoort waarmee je gaat fokken. Tijdens dit onderdeel leer je van alles over voorbereidingen en keuzes die je kunt maken bij het begeleiden van de dracht en de geboorte.
Klik op het onderstaande bestand en sla het onder de naam "Dracht en geboortë" met de gevonden antwoorden op.
Bron: KennisKiemboekje Natuurlijke voortplanting en anatomie