Romy Meisen

Romy Meisen

Planning schooljaar 2017 - 2018

Planning schooljaar 2017 - 2018

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek
Van je docent krijg je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 8 september gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - vrijdag 13 oktober
Boek 2                            periode 2 - vrijdag 24 november
Boek 3                            periode 2 - maandag 8 januari
Boek 4                            periode 3 - vrijdag 9 februari
Boek 5                            periode 3 - vrijdag 23 maart
Boek 6                            periode 4 - maandag 7 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - vrijdag 15 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
 

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Kies voor een eigen verslag, of kies één van de volgende opdrachten om op te nemen in je leeslogboek:

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen. 
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Boeken

Boekenoverzicht

1. De negen kamers - Peter-Paul Rauwerda - niveau 4 - ik geef het 4 sterren

2. Een hart van steen - Renate Dorrestein - niveau 3 - ik geef het 3 sterren

3. Reddende engel - Renate Dorrestein - niveau 3 - in geef het 3 sterren

4. En we noemen hem - Marjolein van Heemstra - niveau 3 - ik geef het 4 sterren

5. Het achterhuis - Anne Frank - niveau 2 - ik geef het 4 sterren

6. Het instituut - Vincent Bijlo - niveau 2 - ik geef het 3 sterren

7. De avond is ongemak - Marieke Lucas Rijneveld - niveau 4 - ik geef het 3 sterren

8. Het leven uit een dag - A. F. Th van der Heijden - niveau 4 - ik geef het 4 sterren

9. Het meisje met de negen pruiken - Sophie van der Stap - niveau 1 - ik geef het 3 sterren

10. De dochter van de zeemeermin - Lydia Rood - niveau 1 - ik geef het 4 sterren

Boek 1 - havo 4

De negen kamers.

de negen kamers gaat over een jongen genaamd Jonas. Het verhaal begint met een rijmpje dat een uitleg geeft over negen kamers van een mysterieus huis. We komen in het verhaal erachter dat Jonas al een tijd lang last heeft van verschrikkelijke hoofdpijn, hij zegt niks tegen zijn ouders en wanneer zijn ouders weg zijn en hij alleen thuis is gaat het mis. Hij vind een huis dat alleen hij kan zien. Hij gaat er in en er gebeuren allemaal verschillende dingen. Elke kamer geeft een apart avontuur en raadsel dat hij moet oplossen voordat hij door kan naar de volgende kamer. Het heeft een langzaam op bouwend begin. Het houdt je aandacht wel aan het verhaal met alle aparte dingen die er in het huis plaatsvinden. Het is spannend wanneer Jonas eindelijk in het huis komt en hij een soort testen moet uitvoeren. Het is een heel erg interessant verhaal en houdt je aandacht goed vast.

Boek 2 - havo 4

Een hart van steen

 

Lezenvoordelijst opdracht.

Niveau 2

  1. Antwoorden
    1. Ik vindt een open einde meestal irritant maar ook wel leuk aangezien je zelf een einde kan bedenken
    2. Ja, normaal gesproken lees ik dit soort boeken namelijk niet, maar ik vond het heel interessant en het open einde gaf de illusie dat het probleem eindelijk opgelost was
    3. Nee, ik vergeet altijd om in mijn dagboek te schrijven en daardoor vergeet ik dat ik het dagboek heb. Er gebeurt ook te weinig in mijn leven om iets in dat dagboek te zetten
    4. Nee, omdat ik dacht dat het een hele irritante en onduidelijke manier van schrijven was
    5. Ja, wanneer die persoon zichzelf verwondt of dat je het vermoedde hebt dat er iets verschrikkelijk mis is. Maar alleen de recente berichten dan en niet de berichten van jaren geleden bijvoorbeeld
    6. Ja, als de schrijver/ster bijvoorbeeld overlijd of op het punt staat dan kan die persoon er een definitief einde aan brijen en heeft het dagboek een gesloten einde
  2. Antwoorden
    1. Een beetje, omdat ze zelf begrijpt dat je als vreemde je niet wil bemoeien met andermans zaken waardoor ze snapt waarom niemand iets deed
    2. Soms niet, omdat ze soms helemaal van streek kan raken om niks waardoor ze er later spijt van krijgt. Ze is alleen te trots om het dan goed te maken en neemt dan het excuus van ‘Ze weten niet wat wij allemaal hebben meegemaakt.’
    3. Ze is er een lange tijd door verzwakt, maar nadat ze de waarheid heeft ontdekt is ze er sterker van geworden. Ze heeft haar leven opnieuw opgepakt en is ze eindelijk vrij van de wanen en de terugblikken.
       
    4. .
      1. Dat hij er voor haar is en dat hij haar blijft steunen. Dat hij helpt als ze het nodig heeft en dat zij hem kan vertrouwen.
      2. Dat ze gezond word geboren en dat ze goed voor haar zal zorgen. Ze wil dat ze veilig blijft en dat er niet hetzelfde gebeurt als er met haar gebeurde.
      3. Dat ze genoeg verdient om zichzelf en de baby goed zal kunnen verzorgen
  3. Het is al een tijd geleden dat ik hierin heb geschreven. Crystal is gezond en wel. De geboorte was makkelijker dan ik dacht, maar pijnlijk non the less. Bas heeft me heel goed geholpen met het huis verkopen. We zitten nu in een kleiner huisje in een afgelegen dorpje. We hebben rust en vrede hier. Bas en ik hebben het iets gezelliger dan eerst en hebben nu een relatie. Hij is super zorgzaam en is er altijd voor me. Crys vind hem ook leuk en hij kan super goed met haar omgaan. Hij is bij me ingetrokken en zorgt nu voor de kost in het huis. Ik heb ontslag genomen om thuis te blijven en voor Crys te kunnen zorgen. Ze is super lief en rustig ook. Ze houdt ervan als we in de bossen gaan wandelen, net als ik vroeger. We zitten recht voor het bos en in de buurt is een riviertje. Ik ga daar altijd met haar naartoe als het soms een beetje te druk is voor mij. Bas merkt dat dan ook en stelt het meestal voor. Zoals door te zeggen van ‘Het is lekker buiten ga anders met Crystal even naar het riviertje, daar houdt ze toch zo van.’ Ik glimlach dan altijd merkend wat hij bedoelt. Vroeger werd ik altijd boos, zeggend dat hij niet wist wat ze nodig had. Ik was er na een tijd achter gekomen dat het helemaal niet voor Crys was maar voor mij. Ik ga er ook nooit meer mee in discussie, want als ik dan daar ben geweest voel ik me altijd beter. Soms vind ik het fijn om alleen met Bas te gaan. Dat kan alleen ’s avonds omdat Crys dan slaapt. Ik heb er geen problemen mee. Het is altijd zo mooi buiten ’s avonds. Ik verveel me thuis ook niet meer. Ik ken de buren goed en we zijn goede vriendinnen. Als ik me verveel ga ik altijd even langs of vraag ik haar om langs te komen. Het is dan super gezellig en drinken we samen thee in de zon. Ik heb Crys meestal ook buiten staan als ik buiten zit. Bas heeft speciaal voor haar een bedje buiten gezet. Daardoor kan ze bij mij lekker warm in de zon zitten. Ik zorg wel altijd dat zij zelf niet recht in de zon zit maar haar bedje kan wel. Ze vind het altijd heerlijk om buiten te liggen. We hebben vorige week nog een hond geadopteerd. Ik wou geen nieuwe puppy. Ik wou een hond die verlaten is een goed leven geven. Hij is super lief en heet Bruno. We hebben hem goed afgericht en luistert goed naar wat hem verteld word. We hebben hem ook aangeleerd om mij en Crys te beschermen. Wanneer Crys ouder is gaan we wel een puppy halen om alleen haar te beschermen. We hebben al een mooie school voor haar gevonden waar ze later naartoe kan. Ik heb weer contact met … en we zijn nu goeie vriendinnen. Ze komt wel eens bij ons logeren samen met haar kinderen. Ze is weer aan het daten maar let nu op met hoe hij is en of haar kinderen hem wel mogen. Met andere woorden, het gaat goed. Ik ben gelukkig, Crys is gezond en wel en ik durf weer van iemand te houden en te vertrouwen. Ik ga dit dagboek verbranden om mijn vorige leven helemaal af te kunnen sluiten. Dus dit is het einde. Alles gaat goed en ik ben eindelijk weer echt vrolijk en blij. Dit is mijn verhaal het begon goed, ging slecht, maar eindigt op een goed stuk. Met 1 gezond kind, nieuwe liefde, nieuwe vriendschappen en misschien nog een kindje.
  4. .
    1. Ja, omdat het aangeeft hoe de schrijver/schrijfster zich voelt van binnen. Alsof zijn/haar hart van steen is en die weinig voelt
    2. Ik vindt dat deze titel perfect is voor dit verhaal
    3. Nee, omdat ik een dagboekfragment wou schrijven die bij het boek paste. Ook omdat ik het fijn vindt dat ik zelf een einde kon bedenken

Boek 3 - havo 4

Reddende engel

Door: Renate Dorrestein

Reddende engel gaat over een middeljarige vrouw. Haar naam is Sabine en ze is gevlucht naar het platteland om haar vreemdgaande man te ontlopen. Wanneer ze zonder benzine vast komt te zitten in een storm komt ze bij een afgelegen boerderij te recht. Ze vind daar een meisje best mager gekleed. Het meisje zegt dat ze weg moet. Sabine haalt haar over om daar te mogen blijven voor de nacht.  Wanneer ze eindelijk weer brandstof heeft voor haar auto wordt ze gelijk weggestuurd en komt ze bij een bed & breakfast te recht. Daar ontmoet ze een vrouw die bekend is met de familie in die boerderij. De gastvrouw stuurt Sabine naar het huis met een fruitcake. Sabine accepteert omdat ze met de bewoner wilt praten over een deal. Sabine werkt namelijk als in de renovatie van oude gebouwen om daar een bed & breakfast van te kunnen maken. Wanneer ze daar aankomt gaat ze helpen in het huis. Een paar dagen later komt ze er achter waarom het jongste kind in het huis is binnen gesloten. Namelijk omdat ze op haar 11de een vrouw had vermoord. De vrouw had een affaire met haar vader, maar ging ook met elke man van het dorp naar bed. Ze deed het uit jaloezie zegt de politie. Wanneer Sabine eindelijk het besluit neemt om terug te gaan naar huis bedenkt ze zich. De oudste dochter van de eigenaar loopt weg en verstopt zich. Sabine helpt meer in het huis maar wordt opgesloten in de kelder van het huis. Wanneer de oudste bedenkt om terug te komen vind ze Sabine in de kelder vast. Ze bevrijd haar en ze leven nog een paar dagen met z’n tweeën. De vader en de jongste waren er met de auto van Sabine vandoor gegaan. Ze komen elkaar echter weer tegen wanneer ze naar de begrafenis gaan van de oma van de meisjes. Sabine is regel recht en vraagt om haar auto sleutels en vertrekt.

Boek 4 - havo 4

En we noemen hem

Marjolein van Heemstra (35) krijgt via een echo te zien dat ze in verwachting is van een zoon. Ze  roept meteen dat ze die zoon Frans Julius Johan zal noemen naar haar oom die een ring na zijn dood heeft gegeven voor de eerste familienazaat die zijn naam krijgt. Hij is in de familie een oorlogsheld, omdat hij op 5 december 1946 een ongestraft gebleven verrader bij een aanslag heeft gedood.
Hij wordt binnen de familie de "bommenneef" genoemd.

Omdat Marjolijn voor haar later het verhaal van zijn namen haar zoon helder wil vertellen -er is namelijk mythevorming in de familie over de heldendaad- gaat ze op zoek naar de waarheid. In het begin van de queeste krijgt ze allerlei niet zo belangrijke anekdotes over haar oom te horen en ze denkt dan al dat ze het meeste wel weet, maar ineens duikt er een kistje met papieren over haar oom op. Daarin zit verrassende informatie over een scheiding etc. Ze krijgt ook contact met mevrouw A. die zich de beste vriendin van haar oom noemt. Die vertelt ook wat achtergrondinformatie en ze laat haar een waarderend certificaat van generaal Montgomery zien. Dat hangt Marjolijn meteen boven de wieg van haar nog ongeboren zoon. Oom Frans  moet dus wel een held zijn.

De partner van Marjolijn (D. genoemd) zegt dat ze beter op internet kan zoeken en zonder veel moeite haalt hij informatie op over de 5 decembermoord in Den Haag. Er zijn drie doden bij te betreuren geweest. De opzet was dat er nog meer mensen in andere steden zouden worden gedood. Zij zouden allen hun "gerechte" straf na de oorlog ontlopen hebben. Ze krijgt daarna een beetje ruzie met D. omdat die niet meer zo overtuigd is van de held die oom Frans is geweest. Via via komen ze erachter dat de tweede vrouw van Frans, Nelly, nog leeft. Marjolijn zoekt haar op en Nelly vertelt dat Frans op de avond van de aanslag naar haar toe was gekomen in Brussel. Ze was namelijk bij hem weggelopen. Hij had dus aan anderen het explosief meegegeven. Het slachtoffer in Den Haag heette Boer en hij zou volgens de aanslagplegers Engelandvaarders verraden hebben. Marjolijn heeft er wel moeite mee dat er mogelijk twee onschuldige mensen bij de aanslag zijn omgekomen.

Ze besluit het Nationaal Archief in Den Haag over de verrader Boer te raadplegen.  Eerst levert dat weinig op,  maar er blijkt nog een map in de doos te zitten die over de verwondingen van de drie slachtoffers gaat. Nu krijgen die ook een gezicht voor haar: er is ook een onschuldig dienstmeisje van 17 jaar omgekomen. Marjolijn heeft daar ook een gesprek met een oudere man, Herman, die al een jaar in de archieven zit te snuffelen en veel moeite doet de waarheid omtrent zijn eigen familie te achterhalen. Zijn vader is van collaboratie beschuldigd en heeft zelfmoord gepleegd voordat hij geboren is. Hij wil achter de waarheid komen.

Marjolijn gaat weer praten met A. ze legt het verhaal voor en dan hoort ze dat Frans zijn moeder al heel jong verloren heeft en dat hij ook een zoontje op de dag van diens bevalling heeft verloren. Hij was dus erg eenzaam. [Er komt nu een ingevoegde en  ingebeelde passage over de dood van het zoontje in het verhaal, gezien vanuit de ogen van Frans maar dan in de fantasie van Marjolijn.] Ze gaat op zoek naar en graf, vindt dat niet,  maar vindt wel een rouwadvertentie in De Tijd. Het zoontje heette ook Frans Julius Johan. Daarna beschrijft ze in een flashback (o.v.t.) haar abortus toen ze 21 jaar was.

Ze gaan er een weekje tussen uit naar Friesland  en samen met D. bezoekt ze het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Ze hoort dat Eise zijn zoon verloren heeft, maar voldoening kreeg in de sterrenkunde en daarmee de chaos de baas was. (vooruitwijzing naar het einde)

13 weken voor de bevalling krijgt Marjolijn problemen met haar hoge bloeddruk. (zwangerschapsvergiftiging)  Ze moet rusten maar na een bezoek aan het ziekenhuis stapt ze gewoon weer in de trein naar Den Haag om in het Nationaal Archief verder te zoeken. Ze leest over de rechtszaak tegen Frans. Wanneer is een oorlog afgelopen. Frans lijdt aan illegaliteitspsychose. In een boek over de Veiligheidsdienst leest ze ook dat Frans een nieuwe beweging (ultra -rechts)  heeft willen oprichten die tegen linkse activisten wil streden.  Daarvan schrikt ze. Bovendien zegt Herman dat hij een connectie heeft gevonden tussen zijn vader en Frans. Marjolijn wordt woedend op hem.
Later wil ze haar excuus aanbieden.  Misschien is de vermoorde Boer helemaal niet zo slecht geweest in de oorlog. Ze gaat ook de familie van het omgekomen dienstmeisje bezoeken. Die nazaten zouden het liefst willen dat Frans spijt had betuigd.

Nu wordt ook Marjolijn nieuwsgierig naar Frans' laatste woorden. Hij is in Spanje gestorven en een Spanjaard was op het laatst bij hem. Tegen de zin van D. ( de bloeddruk is namelijk nog steeds niet in orde) reist ze naar Spanje en ontmoet Julian. Die vertelt dat Frans wel vloekte en tierde in zijn laatste dagen (hij miste beide onderbenen) maar nooit spijt heeft betuigd.

Bij terugkeer in Nederland besluiten de artsen dat de bevalling wat eerder moet worden opgewekt. Het is rond kerst als het zoontje wordt geboren. D. en Marjolijn besluiten nog even te wachten met de naamgeving, wat de verpleegkundigen vreemd vinden. Na een dag ligt Marjolijn na te denken over de geboorte: het zoontje was een sterrenkijker: d.w.z. de baby ligt wel met zijn hoofd omlaag, maar kijkt omhoog. Dat is een symbolisch signaal voor Marjolein: ze denkt aan het Planetariumbezoek van Eisinga. Ze zegt tegen D. dat ze uit de naam is. De volgende dag zegt ze tegen D. dat hij bij thuiskomst meteen het certificaat van Montgomery boven de wieg moet weghalen. Tegen de verpleegkundige zegt ze dat ze de naam weet.

 

 

Boek 5 - havo 4

het achterhuis

Het boek gaat over Anne Frank die zit ondergedoken in het achterhuis. En hier een dagboek bijhield. Ze woonde in het achterhuis vanaf 6 Juli 1942 tot 4 Augustus 1944. Zij woonde hier samen met : Otto en Edith Frank (Anne's ouders), Margot de oudere zus van Anne, Albert Dussel hij was een joodse tandarts, Meneer en Mevrouw van pels met hun zoon peter. Ze schrijft over haar verleden in Duitsland en over hoe erg het was in het achterhuis, haar angst, de regels in het achterhuis en de helpers van hun en hoe dankbaar ze hun was. Zij offerde hun leven op om de ondergedoken families te helpen. Maar op een dag stopte er een auto voor het bedrijf en stapte de Grüne polizei uit (dit zijn gemeenschappelijke noemer voor plaatselijke politie eenheden die in groene uniformen liepen vandaar de Grüne polizei). Zij haalde de boekenkast weg en hielden iedereen aan.

Op 28 oktober 1944 vertrok een transport met 1308 vrouwen uit Birkenau naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Mensen denken dat ook Anne en Margot daar deel van uitmaakte. Edith bleef achter en stierf op 6 Januari 1944 in Concentratiekamp Birkenau. Het is niet bekend wanneer precies maar rond Februari of Maart 1944 stierf Margot. Een paar dagen later stierf ook Anne, waarschijnlijk aan gevolgen van de Vlektyfus

bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-het-achterhuis-door-anne-frank

 

recensie: Het was best moeilijk om dit boek te lezen, omdat ik heel emotioneel kan raken van boeken. Dat was bij dit boek dus ook het geval. Ik kan me niet indenken in de situatie die Anne Frank beschrijft, omdat ik alleen maar vrijheid ken. Het boek heeft me ook veel dingen geleerd over de Tweede Wereld oorlog en hoe ernstig het eigenlijk was.

Boek 6 - havo 4

het instituut

Voorwerk
Titel: Het instituut
Schrijver: Vincent Bijlo
Uitgever: De Arbeiderspers
Jaar van uitgave: 1998
Eerste druk: 1998
Over de auteur.
Vincent Bijlo werd geboren op 27 april 1965 in Amsterdam.
Hij studeerde Nederlandse Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Daarvoor had hij VWO gedaan.
Hij heeft twee romancen geschreven waarvan Het Instituut uit 1998 de eerste was en achttienhoog uit 2001 de tweede. Verder doet Vincent ook nog aan cabaret hij heeft de volgende theaterprogramma’s gemaakt Made in Braille in 1989, De knal van half zeven in 1991, De zeespiegel in 1993, Het pad van Fortuin in 1995, Niet zeiken gewoon doen in 1996, Tegen in 1997, Scheve bomen in 1998-1999. Verder schreef hij incidentele columns voor uiteenlopende radio programma’s.

Samenvatting
Het boek begint ermee dat hij, Otto het niet kan uitstaan dat hij de bliksem niet kan zien maar wel horen. Hij schrikt van de knal en niet van de flits. Hij vindt het oneerlijk dat de ziende hem niet waarschuwen voor die knal.
Zo gaat het boek verder: Otto’ s grote voorbeeld was Harm. Hij was een goede vriend van hem. Hij had veel meer voorsprong op de andere blinden en daarom leek het alsof hij veel knapper was. Otto keek in ieder geval tegen hem op. Hij wilde wel op hem lijken. Otto en Harm zaten op het instituut, dat is een inrichting voor blinden en slechtzienden. Hij zat samen met nog een stel anderen in een huisje op het Instituut, Walter, Pieter, Michiel, Marc, Tony, Hajo, Stoffel, Eric, Marga. Zij waren regelmatig het slachtoffer van Harm en Otto. Helaas was er nog een jongen die bij hen in het huisje zat. Hij heette Edwin, hij was slechtziend maar hij zag nog net genoeg om Harm en Otto onderuit te kunnen trappen.
Op een dag toen Otto naar het zwembad ging hoorde hij dat Tony, een doof stomme jongen boven op de duikplank stond. Hij mocht niet springen van de badmeester maar hij deed het toch. Omdat hij niets kon zien sprong hij boven op Michiel, een jongen die alleen blind was. Michiel raakte daardoor verlamd en kwam in een rolstol. Hij moest naar een ander Instituut omdat er geen plek was voor rolstoelgangers. Op de school van Otto ging het ook helemaal niet zo leuk. Althans Otto vond het niet leuk, alleen maar domme dingen doen zoals op xylofoontjes spelen en leren stok lopen en allemaal van dat soort dingen. Als de school was afgelopen ging hij terug naar de Vink waar hij zich bezig hield met zijn Jostikit. Een illegale radiozender. Dat vond hij geweldig, Zijn radio heten Radio Puntsik, Hij wist niet hoe hij op die naam was gekomen maar dat maakte hem niet zo veel uit.
Een weekje later had Otto zijn stokloop examen. Hij ging naar Bussum om vervolgens daar in de stad een rondje door de wijk te gaan lopen met stok en al. Het begin ging goed maar toen opeens hoorde Otto een gebrom achter zich. Er reed iets achter hem met een veel hogere snelheid dan hij. Boem…..
Opeens lag Otto in de ziekenboeg van het Instituut, hij was aangereden door een auto. Hij had geen ernstige verwondingen. Iedereen uit de vink ging naar Otto toe om te vragen hoe het was met hem. Gelukkig mocht hij na een paar dagen al weer weg. Ze gingen met alle mensen die op het instituut woonden, dus ook met Sonja, op vakantie. Sonja was zijn vriendin. Dwingelo was de vakantie bestemming. Helaas had Otto er helemaal geen zin in, zijn vader had hem verteld dat kamperen niet leuk was omdat je alles zelf moest doen en je er vies van werd. Otto leek het drie keer niets. Toch ging hij mee.
In Dwingelo was het niet leuk vond Otto, de leiding had hem geprobeerd uit te leggen hoe je een tent in elkaar moest zetten. Otto snapte er nog steeds niets van. En de wc’s die zouden nog het grootste probleem worden. Die waren aan de andere kant van de camping. Op de camping speelde ze voetbal alleen met een bal waar allemaal belletjes aan zaten die rinkelden als je hem schopte. Otto vond dit eigenlijk wel het leukste wat ze hadden gedaan op de camping. Het wadlopen de volgende dag vond hij ook niks, als je te lang bleef staan zakte je weg. Je moest een stuk gaan lopen over een soort vochtig nat zand. Otto wilde zo snel mogelijk weg. Toen ze uiteindelijk weer in het busje zaten op weg naar de camping werd Otto ziek. Hij lag vanaf die tijd de hele dag in zijn bed. Hij zou de volgende dag terug gebracht worden naar het instituut om daar uit te zieken. ‘s Nachts werd hij wakker, hij moest naar de wc om te poepen. Maar toen hij eenmaal buiten stond wist hij niet waar de wc’s waren. Hij struikelde over allerlei touwen en dacht terug aan zijn vader, die hem altijd vertelde hoe rottig kamperen wel niet was. Hij moest zo nodig poepen dat hij na een heel lange tijd dacht; ik doe het gewoon hier nu ter plaatse op de grond.
Toen hij de volgende morgen wakker werd door het geschreeuw van een van de leiding merkte hij aan de stem van de leiding dat er iets niet goed zat. De kaart die nodig was voor de speurtocht zat onder de poep. Maar goed dat Otto die dag naar huis ging.
Bij het Instituut aangekomen stond zijn vader al te wachten op hem. Otto dacht dat hij alleen de tijd door zou brengen, maar zijn vader wilde hem mee naar huis nemen. Hij had een verrassing. Zijn moeder was van de drank af. Maar toen ze thuis kwamen rook hij de geur van drank. Dit ging zijn vader te ver. Ze moest naar een afkick centrum. Het waren saaie dagen voor Otto, hij had zelfs geen leuke feitjes en roddels om deze te vertellen op Radio Puntsik.
Een aantal weken later ging Otto naar zijn moeder toe. Ze was niet meer verslaaft aan de drank. Otto ging weer gewoon naar school, op het instituut.
Hij kreeg te horen dat hij op een ziende school mocht, hij was heel erg blij. Zijn moeder ook. En zijn vader had een baan in Amerika gevonden. Bij een of andere krant. Iedereen vond het jammer dat Otto weg ging en Sonja helemaal. Harm deed alsof het hem niets uitmaakte dat Otto weg ging maar Otto hoorde aan zijn stem dat hij het niet leuk vond. Gelukkig hadden de ouders van Sonja nog een troost, hij mocht voor de gezelligheid als hij dat wilde mee op vakantie met Sonja. Dat liet Otto zich geen tweede keer zeggen.
Het boek eindigt ermee dat Otto benzine uit de tank uit de brommer van een van de leiding heeft geheveld en daarmee het Instituut in de brand steekt, waarom hij dit doet is mij een raadsel
En zo eindigt het verhaal van Otto.
Analyse
Personen
De hoofdpersoon in het verhaal is Otto Iking. Hij is blind en woont in een Instituut voor blinde en slecht ziende. Otto is blind, vanaf zijn geboorte.
Hij is een jongen van 11 jaar, hij heeft humor maar kan ook heel chagrijnig zijn. Otto is een aardige jongen die af en toe te veel fantasie heeft. Maar verder is Otto, op het feit dat hij blind is na, een gewone jongen net als alle anderen van zijn leeftijd. Op het Instituut heeft hij een illegale radio zender waar hij nog wel eens wat op uitzendt. Daar heeft hij veel plezier aan.
Het is een round character. Het is een klein jongetje dat nog veel moet ontdekken. Hij wil gaan roken en leert op de tast hoe zijn vriendin eruit ziet. Daarnaast leert hij ook hoe hij in de wereld moet overleven.
Moeder Iking: Een aardige vrouw van een jaar of 35, zij is de moeder van Otto
en ze is verslaafd aan de drank. Een flat character.
Vader Iking: De vader van Otto, hij is ook rond de 35 jaar oud en vangt Otto op als hij naar huis gaat voor een weekend. Hij is een aardige man. Een flat character.
Sonja: De lieve vriendin van Otto, ze komt vaak bij Otto op bezoek en ze praten over van alles en nog wat. Een flat character.
Harm: Een goede vriend van Otto, hij heeft geen ogen meer, maar glazen. Hij en Otto doen allerlei dingen samen. Otto is zijn beste vriend. Een flat character.
Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld, gezien door "de ogen" van Otto. Dat doet de schrijver denk ik om het verhaal een beeld te geven. De schrijver/Otto vertelt aan het begin van het boek waar het verhaal zich afspeelt en wie aardig is en wie onaardig. Later gaat hij daar ook nog wat mee doen. Je komt erachter wie Otto mag en wie niet.
Bijvoorbeeld; een jongen die heel slechtziend was pestte Otto nog wel eens. Toen hij zelf een keer op zijn plaat ging dacht Otto " ha ha, sukkel wat mij betreft mag je heel je leven zo blijven liggen". Wat ook leuk is, is dat als Otto’ s moeder (die alcoholverslaafd is) bij hem op bezoek komt hij altijd denkt: "Haar gore parfum snelde haar meters vooruit". Dat is natuurlijk geen parfum, maar de alcohol.
Dat soort dingen maken het verhaal nu juist leuk.

Ruimte
Het verhaal speelt zich vooral af in een inrichting voor blinden en slechtziende. Dit wordt aan begin al bekend gemaakt, want hier vertelt Otto over hoe ze leven eruit ziet. Hij vertelt waar hij op school zit en waar hij woont. Met wie hij woont en ga zo maar door. Het speelt zich daarnaast ook af in de buurt van instituut. En gaat Otto op vakantie naar Dwingeloo, ook gaat hij naar zijn eigen huis, een half uurtje rijden van het instituut.
Tijd
Het verhaal speelt zich in onze tijd af. Dat weet ik omdat er met brommers wordt gereden en met Audies en met oude Skoda’s. Aangezien er pas sinds begin vorige eeuw auto’s rijden weet ik dat het verhaal zich in deze tijd afspeelt. De periode waarin het verhaal wordt verteld is ongeveer een half jaar. Dat weet ik omdat het verhaal begon met veel gladheid (het was dus winter) en veel mensen van het instituut droegen warme kleding. Een klein stukje voor het eind moest Otto nog twee weken naar school en dan zou hij grote vakantie hebben. En dan is het dus zomer. Van de winter tot de zomer is dus ongeveer een half jaar.
Het verhaal is chronologisch opgebouwd. Het hele verhaal loopt netjes achter elkaar aan, zonder terug blikken of vooruit blikken.
De verteltijd is 136 bladzijde. En de vertelde tijd is half jaar.
Hoofdhandeling
Otto steekt het instituut in de brand. Dit doet hij nadat hij van het instituut af is en bij zijn nieuwe ouders woont. Hij steekt het instituut in de brand met benzine uit de brommer van een leraar. Hij hevelt het uit de tank. Dit heeft hij geleerd toen hij op het instituut zelf zat. De benzine gooit hij over heel het instituut en steekt het dan aan met een kameltje (sigaret).
Hij kijkt hoe alles in de brand vliegt en gaat dan naar de auto waar zijn nieuwe ouders inzetten met zijn lieve vriendin Sonja.
Taalgebruik
De tekst is soms moeilijk te lezen, doordat de gebeurtenissen soms wat vreemd waren. Je denkt dan dat je ergens overheen hebt gelezen. Maar dat is dan niet het geval. De schrijver gebruikt woorden die je tegenwoordig niet zo vaak meer hoort. Ik vind de stijl die hij gebruikt niet echt eigenaardig; het dagelijkse leven van een blinde jongen wordt weergegeven. Er zijn wel meer schrijvers die over het dagelijkse leven van iemand schrijven. Er zijn een paar goede dialogen in het boek en er wordt redelijk veel aandacht besteed aan de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon. De manier van vertellen is alledaags; de hoofdpersoon beschrijft wat hij meemaakt en hoe hij zich daarbij voelt. Het taalgebruik past heel goed bij de hoofdpersoon.

Interpretatie
Titelverklaring
De hoofdrol speler zit in een instituut, en vandaar de titel ook denk ik. Ik vind de titel eigenlijk maar een beetje voor de hand liggend. Het is namelijk zo simpel om de plek waar het verhaal zich grotendeels afspeelt gelijk als titel van het boek te gebruiken.
Thema
Het boek "Het Instituut" gaat over een jongen die blind is. Hij is 11 jaar oud en woont in een inrichting of zoals de titel het zegt, in een instituut. Hij is vanaf dat het boek begint al blind maar later in het boek gaat hij functioneren als een ziende. Natuurlijk blijft hij blind maar hij gaat bijvoorbeeld naar een ziende school. Voordat hij ging zat hij op een blinde school op het instituut maar daar dachten de leraren dat hij het wel zou redden op een ziende school. De relatie tussen de leraren en hem zijn niet zo goed. Daardoor wil hij naar huis, maar thuis gaat het ook niet goed. Dus hij heeft het niet goed naar ze zin. Dramatisch dus, door dit alles steekt hij waarschijnlijk ook het instituut in de brand. Dit weet ik niet, want dit wordt niet verteld waarom hij doet. Maar ik denk door al deze ervaringen hij dit doet. Om het zo goed mogelijk te vergeten.
Ik vind daarom het thema dramatisch afscheid.
Dit vanwege hoe hij moet afscheid nemen met het instituut en met zijn ouders. Het instituut moet hij in de brand steken om te vergeten. En zijn verder vertrekt plotseling naar Amerika, terwijl Otto en zijn vader een goede band hadden. Dat dacht Otto tenminste. Maar aan het boek wordt zijn moeder ook nog eens opgenomen. Zij is een alcoholist en weet niet meer wat ze moet doen. Als Otto bij haar op bezoek gaat, zegt ze dat zijn vader een mietje is en dat zij en Otto samen gaan wonen en dat ze rijk worden. Maar dan wordt hij plotseling weg gehaald uit de kamer, want de dokters zeggen dat zijn moeder moet rusten. Dan zegt zijn vader dat die met de buren op vakantie mag, maar daar heeft Otto eigenlijk niet zo zin in. En dan mag die met zijn vriendin op vakantie. En uiteindelijk blijft hij bij hun wonen. Maar eerst moet hij het instituut in de brand steken om het te vergeten.
 

bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-het-instituut-door-vincent-bijlo-62144 

 

Recensie: Dit boek is heel erg moeilijk te lezen. Het niveau was niet moeilijk, maar ik vindt het lastig om iets te lezen waar ik me niet kan in plaatsen. Dit maakt het echter geen slecht boek. Het boek vond ik wel goed. Het was spannend en gaf me het gevoel dat ik door moest lezen, wat het uit lezen van dit boek makkelijker maakte

Boek 7 - havo 5

De avond is ongemak

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2018
  • 271 pagina's
  • Uitgeverij: Atlas Contact

Flaptekst

'De avond is ongemak'is het schrijnende verhaal van een religieus boerengezin dat wordt getroffen door de dood van een kind. Matthies komt op een dag niet meer terug van het schaatsen en laat zijn zusje Jas in totale verwarring achter. Door de ogen van de tienjarige Jas zien we hoe de familieleden elk op hun eigen manier omgaan met het verlies. Vader en moeder zijn volledig verlamd door verdriet en zien niet hoe Jas en haar zusje Hanna en haar broer Obbe ondertussen langzaam ontsporen. Onder leiding van Obbe ondernemen ze morbide experimenten met dieren en Hanna en Jas dromen hartstochtelijk van een Redder, een man als Boudewijn de Groot, een man die hen mee kan nemen naar de Overkant en hen in kan wijden in de geheimen van hun seksualiteit.

Eerste zin

Ik was tien jaar en deed mijn jas niet meer uit. Die ochtend smeerde moeder ons een voor een in met uierzalf tegen de vrieskou, die kwam uit een geel blik van Bogena en werd normaal gesproken alleen gebruikt tegen kloven, eeltringen en bloemkoolachtige knobbeltjes op de spenen van melkkoeien.

Samenvatting

Deel I
Jas, de vertelster, is 10 jaar (het is vlak voor kerst 2000). Ze wil mee met haar oudste broer Matthies die een poldertoer  gaat schaatsen. Maar dat kan niet: ze is te klein en kan niet heel goed schaatsen.  Ze is een beetje boos. Verder verdenkt ze haar boerenvader ervan dat die haar konijn Dieuwertje zou willen slachten voor de Kerst. Ze bidt tot God met de vraag of  die dan niet beter haar broertje kan wegnemen. Maar dat gebeurt helaas, Matthies verdrinkt in een wak. In het laatste hoofdstukje van dit deel wordt over de dode Matthies gesproken en over zijn begrafenis. In het gezin Mulder zijn naast Jas nog twee kinderen. Obbe (5 jaar ouder dan Jas) en Hanna (drie jaar jonger dan Jas)

Deel II
Jas is twaalf jaar en ze maakt een aan God gedane belofte waar door mee te helpen bij de paddentrek. Ze neemt twee padden mee die ze in haar kamer bewaart. Hanna en Jas willen beiden 'naar de overkant'. Jas heeft sinds het ongeval steeds haar jas aangehouden: zo wil ze voorkomen dat ze ziek wordt en sterft waardoor haar ouders weer een kind minder zouden hebben.
Het is niet leuk meer in het gezin: moeder is niet bij de les, maakt een potje van het eten en eet zelf ook weinig. Ze vermagert. De ouders kunnen niet omgaan met het verdriet, zwijgen het stil en daardoor ontstaat een 'oestergezin' (geen contact met de buitenwereld - oester sluit zich)
Jas hoort ouders ruzie maken over een ooit gepleegde abortus, voordat ze getrouwd waren. De straf van de dood van het oudste kind beschouwen ze als een straf van God (de tiende plaag van Egypte). Moeder brengt wel steeds eten naar de kelder, wat Jas doet denken aan de oorlog. Ze fantaseert dat moeder een stel Joden in de kelder verbergt. Ze hebben het namelijk op school gehad over de nazi's met Hitler (op dezelfde datum geboren als Jas). De kinderen moeten zich maar zien te redden. Obbe doet een experiment met de hamster Ties (verdrinkt hem in een glas zoals het broertje). Ze willen eigenlijk dicht bij het raadsel van de dood komen. (d.i. aan de overkant). Daarover praat Jas vooral met Hanna: ze noemen het hun Plan. Ook zit er een seksuele kant aan hun relatie: ze tongzoenen en  wekken lustgevoelens bij elkaar op. Dat deed Jas zelf ook al met haar knuffelbeest.
Met haar vriendin Belle gaat Jas naar de piemels kijken van de buurjongetjes. Jas praat met haar twee padden over liefde en paren: als die twee padden dat gaan doen, gaan haar ouders het ook weer doen, denkt ze.
Vader stopt stukjes Sunlightzeep in de kont van Jas, omdat ze niet meer kan poepen. Dat zou moeten helpen, maar ook hier hangt een waas van verboden seksualiteit over de vreemde passage.
Het noodlot is nog niet helemaal voorbij: de koeien worden getroffen door mond-en klauwzeer. Ze moeten worden afgemaakt en de veearts begeleidt dat proces. Maar de man maakt toch ook wel wat rare opmerkingen tegen Jas. Obbe gaat ook verder in zijn 'seksperimenten': hij spuit blikjes cola in de vagina van Hanna (die daar orgastische gevoelens van krijgt)  en doet de lipjes van de blikjes  in de vagina. Jas gaat naar de koeienstal vlak voor de ruiming en stopt een kaasboortje in een koeienkut. Ze wil kijken of de veerarts dat opmerkt. Als dat het geval is, kan hij haar redden, is haar dwanggedachte. De veerarts merkt het niet op. (vooruitwijzing) Dan worden de koeien geruimd.

Deel III
We naderen de maanden november en december. Obbe gaat ook met zijn vinger in de anus van Jas. Er is weer een seksuele connotatie: ze mag niets tegen haar ouders vertellen. Omdat ze nog steeds slecht poept, moet ze van haar vader op aanraden van de veearts olijfolie drinken. De veearts blijft dubbelzinnige opmerkingen maken. Niet lang daarna poept Jas eindelijk harde keutels. Tijd voor een nieuw 'seksperiment'. Belle moet op de nepkoe liggen waarmee zaad wordt gewonnen. Obbe brengt stikstof in de vagina van Belle in. Er komt geen ellende van. Hanna wil nog steeds naar 'de overkant'. Ze gaan naar het meer fietsen en Jas duwt Hanna in het water, en redt haar er weer uit. Weer een poging om de dood te kunnen benaderen?
Met haar vader gaat Jas mollen vangen. Ook hij praat daarbij ook  haar ' tietjes'. Hij wil dat ze haar jas uitdoet. Jas heeft dan geen bescherming meer (vooruitwijzing naar het einde). Met Hanna volgt weer een masturbatiescène. Obbe vindt dat ze een offer moet brengen om alles weer in het gareel te krijgen. Hij laat haar met een klinkhamer een sierhaan doodslaan. Daarna zegt hij dat ze gek is. De jas van Jas moet inderdaad uit. Ze vertrekt vlak voor de kerst naar de kelder. daar staat een grote vriezer met een zwaar deksel. Wie daarin gaat liggen, wordt pas met kerst gevonden, zei moeder eens. Toch stapt Jas in de ijzige vriezer en laat de deksel dichtvallen. Het wordt ijzig stil.  (Jas gaat 'naar de overkant', naar haar gestorven broertje Matthies)

Personages

Jas Mulder

We volgen Jas als meisje van 10-12. Ze is een puber op weg naar het moeizame bestaan van de volwassene. Wat dat betreft is er ook sprake van een coming of agemotief. Jas’ wereld is fantasierijk en poëtisch maar tegelijkertijd verdorven en verdoemd. De dingen zijn even bezield als gevaarlijk. Jas zelf is soms doortastend maar even goed heel erg bang. Ze is bang voor schimmels, bacteriën (de jas die ze aanhoudt) en voor zichzelf . Ze spreekt uit een pedofiel te zijn (ze is 12), doet net zo foute dingen als Hitler die op dezelfde datum geboren is, is bang voor de dood, is bang voor het touw dat als een onheilspellend voorteken aan de zolderbalk hangt. Bang ook voor het kriebelen in haar buik; dat kunnen keutels zijn, wormen, maar ook vlinders van opwinding. Alle bange gevoelens moeten er uit., Net als de steeds maar vastzittende ontlastingsproppen, waarbij zowel haar vader als haar broer (dubieuze) handelingen plegen om haar te verlossen van de troep (De stront kun je dus ook symbolisch opvatten) Ze heeft rituelen, fantasieën en dwanggedachten waaraan ze haar steun kan ontlenen en altijd is er nog de hoop die rust 'aan de overkant." Dat blijkt toch uiteindelijk de oplossing.

Moeder

Moeder kropt haar verdriet na de dood van haar zoon op. Ze is weinig meer in het leven geïnteresseerd, eet nauwelijks meer na de dood van Matthies. Het huwelijksleven is voorbij, geteisterd als ze wordt door schuldgevoelens. Ze zegt zelfs aan de eettafel in de keuken dat ze het liefst dood zou zijn. Haar verdriet zal na het einde van het verhaal natuurlijk nog groter worden.

Vader

Vader wil na de dood van Matthies het liefst nergens over praten en hij verdringt zijn verdriet door hard te werken. God heeft nu eenmaal zo beslist. Die zelfde God pakt hem ook nog eens zijn koeien af door ze met mond-en klauwzeer te besmetten. Ook dat ondergaat hij gelaten. Dubieus blijft zijn handeling met de zeepblokjes in de anus van Jas. Ook de belangstelling voor haar lichamelijke ontwikkeling komt enigszins incestueus over.

Hanna

Hanna heeft de meest optimistische blik van de personages.Ze heeft ook helder voor zich wat ze wil, nl. naar de overkant zonder al teveel poespas. Ondertussen geniet ze al jong van seksuele lustgevoelens. Meisje dat niet dwarsgezeten door de sombere gevoelens zoals Jas die heeft.

Obbe

De vijf jaar oudere broer van Jas. Hij wordt door de dood van Matthies de oudste zoon en zou dan eigenlijk ook meer een wegwijzer/gids voor Jas moeten zijn. Maar is een slechte gids: hij experimenteert met het doden van dieren en met bizarre seks (Colaseks met Hanna en stikstofseks met Belle). Komt op mij als lezer als een wat achterbakse jongen over.

Quotes

"Hij is toch niet dood,’ zei moeder tegen de veearts. Ze kwam overeind van de badrand en haalde haar hand uit een lichtblauw washandje, ze wilde net Hanna’s billen doen, anders liep ze kans op wormen, die maakten gaatjes in je als in koolbladeren. Ik was oud genoeg om er zelf voor te zorgen dat ik geen wormen kreeg, en klemde mijn armen om mijn knieën om minder bloot te lijken nu de veearts zonder te kloppen de badkamer ineens binnen was gekomen. Met gehaaste stem zei hij: ‘Vlak bij de overkant, door de vaargeulen, was het ijs veel te zwak. Hij reed lang aan kop, niemand zag hem meer.’"

Bladzijde 17

" Ik keek naar het blote lichaam van Hanna, dat hetzelfde was als het mijne. Alleen dat van Obbe was anders. Hij stond naast het bad, nog met zijn kleren aan, hij had net verteld over een computerspelletje waarin hij op mensen moest schieten die als vleestomaten uit elkaar spatten, en zou na ons in hetzelfde badwater gaan. Aan de onderkant, zo wist ik, had hij een kraantje zitten waardoor hij kon plassen, met daaronder een lelletje als bij een kalkoen. Soms maakte ik me er zorgen om dat hij daar iets had hangen waar niemand over praatte. Misschien was hij wel doodziek. Moeder noemde het een plassertje, maar misschien heette het eigenlijk kanker en wilde ze ons niet bang maken omdat oma van de lichte kant aan kanker overleden was. "

Bladzijde 18

""het gaat prima met de drie koningen", zeg ik. Sinds de dag dat Matthies niet meer terugkwam, noem ik ons de drie koningen, want op een dag zullen we onze broer vinden, al moeten we er veer voor reizen en cadeau meenemen."

Bladzijde 46

"Ik spreek het niet hardop uit, maar we weten allebei dat er twee mensen in dit huis zijn die constant naar de overkant verlangen, die het meer over willen steken en daar offers voor willen brengen van Fireballs tot aan dode dieren."

Bladzijde 170

"Vader en moeder zien onze tics niet. Ze hebben niet door hoe minder regels er zijn, hoe meer we deze zelf gaan verzinnen. Obbe vond daarom dat we elkaar moesten komen en na de kerkdienst zijn we naar zijn slaapkamer gegaan. Ik zit op zijn bed met Hanna, die loom tegen we aanligt, ik kriebel haar zachtjes in haar nek."

Bladzijde 74

"Eigenlijk is mijn jas net zo goed een verzet, een rebellie tegen alle ziektes die worden genoemd in de radioverzoekjes bij' De muzikale Fruitmand'. Ik word steeds banger voor alles wat je kunt krijgen."

Bladzijde 129

Thematiek

Ik maak een keuze voor dit thema, omdat het nogal ruim kan worden opgevat. Het omvat namelijk het verwerken van het verdriet van het verlies van een dode zoon, het schuldgevoel daarover, het omgaan met de problemen van leven en dood en tegenslagen, het omgaan met angsten van een kind, het ontdekken van seksualiteit in je leven. En ook voor een groot deel betreft het de familiebetrekkingen die het gevolg zijn van de dood van een kind. De ouders zwijgen het broertje liever dood en willen het aanvaarden als een onontkoombaar gegeven, dat bij het leven hoort. ("God geeft, God neemt") Daardoor wil het zg. oestergezin weinig contact met de buitenwereld: er wordt wel eens gesproken over één buurvrouw, of over één vriendinnetje Belle. Obbe rept helemaal niet over vriendjes. Hij doet toch een aantal kwalijke (wrede en seksueel getinte) experimenten. Door de dood zijn de familiebetrekkingen sterk veranderd. Jas heeft angsten, (doodgaan) rituelen(jas dragen) en fantasieën(Joden verbergen) gekregen, vader trekt zich terug in het werk, moeder wordt minder attent en eet niet meer. Zusje Hanna staat eigenlijk nog het meest onbevangen in het leven en heeft daar op een heldere kijk. Zo probeert iedereen zich een weg door het leven te banen, met steeds die hoop van de lokkende overkant.

Motieven

De liefdesrelatie tussen de ouders van Jas wordt op een heel laag pitje gezet, nadat Matthies is overleden. Ze raken elkaar niet meer aan en doen ook helemaal niet leuk tegen elkaar. Jas hoopt dat ze weer seks gaan hebben wanneer haar padden het ook gaan doen."

Hoewel zijdelings van belang, komt de oorlog toch als motief in deze roman. Het gaat om de dwanggedachte dat er beneden in de kelder Joden zitten opgesloten. De moeder van Jas brengt namelijk steeds eten naar de kelder, terwijl ze uit verdriet zelf nauwelijks eet. daarom moeten er wel onderduikers zijn, maar er wordt natuurlijk niet over gesproken, omdat dat geheim moet blijven. Ook komen er steeds verwijzingen naar Adolf Hitler voor. Jas is namelijk op dezelfde dag geboren als de Duitser (20 april) "

In Jas wordt een ontluikende seksualiteit wakker. Ze krijgt lustgevoelens door te spelen met haar knuffel. Ze is geïnteresseerd in de piemel van haar buurjongetjes en de pik van haar broer. Ze spelen seksueel getinte spelletjes. Hanna wordt op een zeker moment bevredigd door een colablikje leeg te spuiten in haar vagina. Jas en Belle doen ook spelletjes, op een keer doet ook Obbe mee door Bella op een nepkoe.lustgevoelens te bezorgen. Jas heeft veel oog voor het seksleven van de padden die ze vergelijkt met het seksleven van haar ouders. De in het gezin komende veearts maakt ook bedenkelijke opmerkingen tegen het jonge meisje Jas. Daarnaast zijn de passages met het in de anus brengen van zeep (door de vader) en vinger (door broer Obbe) seksueel getint. Het is een onfris bestaan daar op die boerderij."

Het werk is autobiografisch maar de schrijfster heeft de waarheid naar haar hand gezet. Ze heeft een gestorven broertje, ze woonde op een boerderij, maar haar broertje kwam bij een auto-ongeluk om het leven en de boerderij was geen melkveehouderij. Maar ook: de fantasie ( de vertekening van de werkelijkheid) die Jas in haar leven brengt moet het redmiddel zijn om het moeilijke leven en de dood te overwinnen. "

Een familiegeheim waar Jas toevallig na een ruzie van haar ouders achterkomt, is dat een eerste kind is weggehaald. Haar ouders waren toen nog niet getrouwd. Moeder ziet dat de dood van Matthies een straf van God is. (de tiende plaag)"

De Gereformeerde godsdienst speelt een grote rol in de roman. De rol van God als straffende rechter (het beeld van het Oude Testament) komt herhaaldelijk terug. Jas is ook bang dat ze zal sterven, belooft van alles en heeft ook dwanggedachten daarbij. Jas lijkt het geloof een beetje te verlaten, waar haar ouders er sterk aan vast houden. Jas citeert ook gemakkelijk uit de Statenvertaling. Voor een jong meisje is dat wel opmerkelijk."

Na de dood van Matthies lijden de ouders erg onder het verdriet van het verlies van hun zoon. De ouders groeien uit elkaar, hebben geen seks meer en ze doen niet leuk tegenover de andere kinderen. Vooral bij moeder is het verdriet van haar gezicht te lezen. Ze eet niet meer of nauwelijks en wordt met haar 45e al een vrouw die geen zin meer heeft om te leven. Dat geeft ze ook aan. Ze vindt zich een slechte moeder. Alleen Jas neemt het af en toe voor haar op."

Het steeds naar de 'overkant willen' van vooral Hanna en Jas staat symbool voor het verlangen naar vrijheid. Ze willen beiden onder de vleugels van hun ouders vandaag. De overkant is dan het symbool van de hoop en de vrijheid. maar 'de overkant' is ook het symbool van de dood. De dood is dan de verlossing uit de aardse ellende."

Jas is een angstig meisje dat probeert met allerlei bezweringen en rituelen de angst (o.a. voor de dood) af te zweren. Zo gaat ze helpen bij de paddentrek om haar schuldgevoel af te wentelen. Draagt de gehele dag haar jas door om niet ziek te worden."

Jas wordt geteisterd door een schuldgevoel aan de dood van haar broertje. Omdat ze bang was dat haar vader haar konijn voor de kerst wilde slachten, verzocht ze God om in plaats van het konijn haar broertje te nemen. Als dat gebeurt, kun je je voorstellen dat een kind van 10 daat een schuldgevoel aan over houdt. Bovendien had ze nagelaten hem te wijzen op de ijspriem die hij had moeten meenemen, voor het geval hij in een wak zou komen."

De dood speelt een heel belangrijke rol in de roman. Het begint allemaal met de dood van Matthies. Hij verdrinkt bij het schaatsen. Daarna leef je mee met Jas die steeds bang is dat ze dood gaat. Dan zou haar schuldgevoel ten opzichte van haar ouders nog groter worden.Ze moet voorkomen dat ze ziek wordt en dood gaat. Daarom houdt ze na de dood van Matthies altijd haar jas aan. Ook beslissen de kinderen Mulder zelf ook over leven en dood van dieren uit hun omgeving. (Dat is een Wolkeriaans motief en dat is niet zo gek omdat Marieke Rijneveld een fan van die schrijver is). Obbe doodt de marmot Ties, hij laat het dwergkonijn dood neuken door Dieuwertje.Jas slaat met een hamer de haan dood. Alle koeien van boer Mulder worden geruimd. Moeder geeft aan dat ze steeds dood wil en Jas maakt er aan het einde van de roman zelf een einde aan door in de vriezer te gaan liggen."

Motto

'De onrust schenkt vleugels aan de verbeelding '
( Maurice Gilliams)
Lees voor 'onrust'  'ongemak'  en de link met de inhoud van de roman is duidelijk. Jas bestaat o.a. bij de gratie van de verbeelding.


Vóór  deel I staat er nog een motto: een gedicht van Jan Wolkers
"Er staat geschreven, "Ik maak alle dingen nieuw"
maar de akkoorden zijn een waslijn van verdriet,
Messcherpe vlagen knakken het geloof
van hem die weg wil vluchten uit dit wreed begin.
Een ijzelregen geselt bloei tot glazig moes,
Een hondsvot schudt zijn pels kurkdroog in het geweld."


Marieke is een grote fan van het werk van Jan Wolkers, omdat die recht voor zijn raap het geloof in een strenge God ontleedde. In het interview in De Volkskrant noemt ze zijn stijl "onverbiddelijk."

Trivia

Titelverklaring

De titel komt niet letterlijk in de tekst voor. Wel valt een aantal keer het woord "ongemak of ongemakkelijk".
Op blz. 135: "Ik zal beloven dat ik jullie op een dag meeneem naar het meer. dan laten we ons samen afdrijven op een lelieblad, en misschien, heel misschien, durf ik dan zelfs mijn jas uit te doen. Al zal het even ongemakkelijk zijn, maar volgens de dominee is ongemak goed, in ongemak zijn we echt."

In interviews o.a. samen met Franca Treur heeft Marieke Lucas Rijneveld aangegeven dat  mensen in een streng geloof zich vaak 'ongemakkelijk voelen'. Mag je wel jezelf zijn, bijvoorbeeld in verdriet als je kind sterft. Mag je daarvan God de schuld geven of moet je je dan naar Bijbelse maatstaven gedragen. Dat voelt ongemakkelijk. Maar in ongemak geef je je zelf bloot. Jas hult zich na de dood van haar broertje steeds in een jas. Die beschermt haar mogelijk aan de ene kant  tegen bacteriën, maar verhult  aan de andere kant ook wat haar  ware gedaante is.
Bij Jas komen 's avonds ook de angsten  van de dood duidelijker naar voren. De avond voelt "als ongemak."

Structuur & perspectief

De roman wordt opgebouwd uit drie delen. Deze  drie delen worden weer onderverdeeld in respectievelijk 4, 20 en 13 genummerde hoofdstukken zonder een titel. In deel I wordt verteld dat Matthies, de oudste broer van Jas gaat schaatsen en daarbij verdrinkt. Dit korte deel (met de functie van een proloog) wordt door Jas verteld in de ik-vorm en in de o.v.t. Zij is dan 10 jaar.
In deel II is Jas twee jaar ouder (ze zit in de brugklas) en vertelt wat er in het gezin Mulder gebeurt na de dood van Matthies.
Dit deel en ook deel III wordt door Jas, eveneens in de ik-vorm, verteld in de o.t.t. met af en toe een korte passage in de o.v.t.
Het is een vrijwel chronologisch verteld verhaal.
Het heeft een gesloten einde: de bizarre, zelf gekozen dood van Jas.

Decor

Het decor is een melkboerderij waarop later mond-en klauwzeer uitbreekt. In werkelijkheid is Marieke Lucas Rijneveld geboren in Noord-Brabant. Ze geeft vrijwel geen plaatsaanduidingen prijs. Maar als ze een brief moet posten, staat er op de brievenbus "de brieven voor postcodes 8000-8617." Als je opzoekt waar die postcodes, zijn dat plaatsen in de provincie Friesland en Drente. Maar er wordt ook enkele keren met nadruk verteld over "Fries doorlopers"en "Friese ontbijtkoek." Bovendien wordt er ook verteld dat ze een keer het licht van de Noordzee kan zien.  Het ligt voor de hand een boerderij in Friesland te kiezen.

Wat de tijd betreft zijn er iets duidelijker aanwijzingen. Als Matthies gaat schaatsen zal hij een medaille met het getal 2000 krijgen. Het is twee dagen voor Kerst. Het begin van de roman start dus op 23 december 2000.  Jas is dan tien jaar oud. In deel II en III staat vermeld dat Jas 12 jaar oud is. Er is ook sprake van de euro. Dat zou betekenen dat Deel II en III in ieder geval na 1 januari 2002 spelen.  Er wordt in deel III ook nog gesproken over november en de in dat jaar vroeg gebakken oliebollen van moeder. Moeder heeft ook gezegd "als je in de vriezer  vastzit, dan word je pas met Kerst gevonden."
Het verhaalheden zal dus in 2002 zijn. De vertelde tijd is daarom ongeveer twee jaar: van 2000 tot 2002.

Stijl

De schrijfster gebruikt vrij veel woorden voor de beschrijving van de innerlijke gemoedstoestand en vooral de verbeelding van Jas. Het taalgebruik is overigens niet lastig en geeft goed de gedachtewereld van een angstig schoolkind/puber weer. Omdat Jas over een grote fantasie beschikt (vgl. de opgesloten Joodse kinderen in hun kelder) is haar wereld beeldrijk. Bovendien was het eerste literaire product van Rijneveld een (bekroonde) poëziebundel.(2015 Kalfsvlies)
Die metaforen zijn voor een groot deel op kinderlijk niveau en komen vaak uit de natuur, de directe leefomgeving van Jas. Ook zijn er metaforen die afkomstig zijn uit de Bijbel (Statenvertaling). Je kunt er veel voorbeelden van uit de roman halen.

- (blz. 27) "Ik dacht eerst aan de lawine waar de meester over had verteld, ook al kwamen die vast nooit voor op het platteland. Ik wist pas dat het geen lawine kon zijn toen vader begon te huilen, en Obbe zijn hoofd van links naar rechts bewoog als een ruitenwisser om de tranen weg te maken."
-
(blz. 29) Ik zag alleen haar lippen bewegen, en die van mijn moeder strak op elkaar blijven, als twee parende naaktslakken."
- (blz.57) Meteen krijg ik weer een brok in mijn keel. Ik zie de beelden voor me van Joden, die als runderlapjes over elkaar liggen, de moffen met kale koppen in karren- ze leken op de geplukte kontjes van vaders legkippen..."
- (blz. 93)  Hanna heeft alsenige ene navel die binnenstebuiten is gekeerd: een bleek bobbeltje als een pasgeboren muisje dat nog blind is en ineengerold zit, zoals we die wel eens vinden onder het zeil van de kuilgrasberg,"
(blz. 156) .. ze is ergens aan de overzijde van het meer, haar lichaam z
o mager als een waterhoen die vastgevroren zit in het wak van haar verdriet.

Marieke Lucas Rijneveld hanteert in veel gevallen ook een "onderkoelde vorm van humor".
- (blz.71) Daar krijgen we ranja en een plak Friese ontbijtkoek van zijn vrouw. Ik kom er graag, maar meer voor de koek dan voor Gods woord."
- (blz. 82) "Mijn vader komt niet. Hij zegt nooit 'sorry'. Hij krijgt het woord niet over zijn schrale lippen, enkel Gods woord rolt er gemakkelijk uit."
- (blz. 130) "Ik pis de laatste tijd vaak in mijn broek en de natte onderbroeken verstop ik onder mijn bed. Dat is het enige fijne van verdriet; dat  moeder voortdurend  een verstopte neus heeft en de slipjes niet ruikt wanneer ze me een goede nacht komt toewensen."
- (blz. 208) "...... naar het dubbelgraf van Matthies, waar nog één plek is voor een familielid- "wie het eerst komt, het eerst maalt"- zei moeder een keer daarover. Ik hoop niet dat ze er een wedstrijdje van maken.
- (blz. 227) "Gij zult de naam des Heeren uws Gods niet ijdellijk gebruiken, want de Heere zal niet onschuldig houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt", riep vader. Moeder spoot was afwasmiddel op een schuursponsje en schrobde de ovenschaal."

In deze voorbeelden vertoont Rijneveld stijlovereenkomsten met de Vlaamse schrijver Willem Elsschot.

Slotzin

Zonder er verder nog over na te denken, schop ik met mijn voet de stok tussen de klem vandaan en fluister: "Ik kom eraan lieve Matthies". Een harde klap volgt; het vriezerlichtje floept uit. Het wordt pikkedonker en stil. IJzig stil.

bron: https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/de-avond-is-ongemak-marieke-lucas-rijneveld

 

recensie: Dit boek greep mijn aandacht meteen toen ik de titel las en het verhaal had me niet teleurgesteld. Ik vindt het meestal niet leuk om zulke verhalen te lezen, maar dit boek gaf me het gevoel meer te weten te willen komen. Ik kan mezelf niet voorstellen hoe het zou zijn mijn familie te verliezen wat dit boek interressanter maakte. Ik ben blij dat ik dit boek heb gelezen en raad hem zeker aan.

Boek 8 - havo 5

Het leven uit een dag

Feitelijke gegevens

  • 2e druk, 1988
  • 196 pagina's
  • Uitgeverij: Querido

Flaptekst

Hoe ervaren twee verliefde mensen hun eerste liefdesdaad, als zij weten dat het tevens onherroepelijk de laatste is?

Benny Wult en Gini Trades zijn geboren in een wereld waar een mensenleven gemiddeld maar een dag duurt en waar elke belangrijke gebeurtenis, als de liefde, eenmalig en onherhaalbaar is. Zij tonen zich bereid hun ziel - bijna letterlijk - aan de duivel te verkopen om zo te kunnen ingaan tot een 'wereld van herhaling', die ook de wereld van verveling, onverschilligheid, prostitutie is, en die de lezer op een onbehaaglijke manier vertrouwd zal voorkomen. De vraag is: zullen de gelieven in die onderwereld hun liefde een vervolg weten te geven, of lopen zij elkaar mis?

Eerste zin

De oude man droeg een donkere bril, maar hij was niet blind.

Samenvatting

Het Wonderwiel

Willy, een oude man, voorspelt dat de zoon (Benny) van een jonge vrouw een grote liefde in het verschiet ligt. Het onweert en iedereen wacht vol verwachting op de zon die op gaat komen. Willy en Benny's opa gaan naar het strand om daar de zonsopkomst te bewonderen. Dit is het laatste dat ze zullen doen, want op het strand sterven de twee oude mannen.

'Niets wordt twee keer uitgelegd'

Benny gaat naar school. Het afscheid tussen Benny en zijn moeder voor de poort van de school is verdrietig, omdat zij weet dat Benny volwassen zal zijn wanneer ze hem weer ziet.
Op school krijgt Benny les in lezen en schrijven, en niets twee keer uitgelegd. Wanneer de tijd daar rijp voor is krijgen de dan inmiddels pubers, les in 'voorbereiding van het menselijk lichaam op de voortplanting'. Hier leren ze dat de daad die daarmee verbonden is, maar eenmalig plaatsvindt. Daarna sterven de seksuele functies af, een vrouw kan hooguit één keer zwanger worden.
De priester haakt in op deze biologieles en wijst erop dat wie niet naar de Boeken leeft, in de hel belandt. Hij waarschuwt voor deze hel, een wereld van oneindige herhaling.

De ventilator

Na school gaat Benny in dienst en belandt op een zeker moment in een bar. Hier maakt hij kennis met een blinde man, die adviseur van de president schijnt te zijn geweest. In dit café ontmoet Benny ook Gini, die er door de blinde man op wordt geattendeerd op te passen met haar haar bij de ventilator. Benny gaat bij haar aan tafel zitten en ze raken in gesprek. Wanneer ze het café wil verlaten, verliest ze haar lens en Benny helpt haar mee deze te zoeken. Daarna blijft Gini toch nog een tijdje in het café en even later stappen ze samen de deur uit.
Eenmaal buiten moeten ze al gauw langs een vriendin van Gini omdat haar bh plotseling te klein is geworden en de beugels in haar huid zijn gegroeid. Bij Thelma verkleedt ze zich en samen vervolgen ze weer hun weg. Ze bezoeken een feest omdat Gini graag wil dansen. Ondertussen drinkt Benny Whisky aan de bar.
Even later worden ze samen wakker in het park. Gini weet niet meer wat er is gebeurd en Benny beweert dat ze hebben gezoend. Omdat Gini na school nog niet thuis is geweest, besluiten ze ieder zijns weegs te gaan en elkaar te schrijven.

Het ovale portret

Enkele minuten later staat Benny voor het studentenhuis waar Gini nu woont. Benny overvalt haar en wanneer hij toenadering tot haar zoekt, zegt ze dat het nog te vroeg is omdat ze nog maar een meisje is. In plaats van met elkaar naar bed te gaan, bemint Benny Gini met zijn ogen: hij bekijkt haar uitvoerig. Niet veel later komt het moment dat Gini voor het eerst menstrueert en dus vrouw wordt. Daarna bedrijven ze de liefde met elkaar.

Postcoitum

Na de intense beleving van het orgasme voelt Benny direct dat het proces naar ouderdom zijn intrede heeft gedaan. Er hangt een somberheid in de kamer en om deze te verdrijven verlaten ze de kamer en gaan terug naar de kroeg waar ze elkaar hebben ontmoet. De blinde man zit hier nog steeds. Benny haalt Gini over om de reis naar de wereld van herhaling te maken zodat ze oneindig vaak de liefde kunnen bedrijven.

Motief onbekend

Benny en Gini zitten in de rechtszaal, ze hebben namelijk meneer Scant (de blinde man) vermoord. De rechter gaat ervan uit dat het om een politieke moord gaat en geeft hen beide de doodstraf. Tot aan de terechtstelling gaan ze beiden naar een andere gevangenis en vanuit de gevangenis schrijft Gini een brief aan Benny waarin ze vertelt over haar bevalling. Ze heeft hun zoon Benny genoemd.  

De schietstoel

Benny neemt zijn laatste bad en zijn hoofd wordt kaalgeschoren, ter voorbereiding van de elektrische stoel. Tevens eet hij zijn laatste maal en krijgt hij een net pak aangemeten. Wanneer het moment van zijn dood nadert, raakt Benny toch in paniek. Wat nou als de hel waar hij in gelooft helemaal niet bestaat? Hij verzet zich, maar de bewakers binnen hem vast in de stoel. Vervolgens wordt hij geëlektrocuteerd.
Benny ontwaakt en ruikt verschroeid vlees. Hij voelt zich helemaal stijf en kan niet praten. Een bewaker neemt hem mee en leidt hem de deur uit. Benny waant zich een vrij man, maar merkt wel op dat de zon wel heel erg snel beweegt. Uiteindelijk valt hij in slaap.

Het liefdesoverschot

Wanneer Benny merkt dat hij amper ouder is geworden in de nacht, beseft hij dat hij niet langer in de 'gewone' wereld is, maar dat hij nu in de hel is. Hij gaat op zoek naar Gini en bezoekt alle plaatsen waar ze samen zijn geweest. In plaats daarvan loopt hij Scant, de blinde man, tegen het lijf.
Om de kost te verdienen introduceert Scant Benny in de wereld van de prostitutie, volgens Scant zou hem dat dichter bij Gini brengen. Benny raakt verstrikt in een wereld van verveling en lust zonder liefde.

Het bliksembezoek

In de wereld van herhaling wordt Benny niet ouder, hij moet iedere dag weer opnieuw beleven. De dagen blijven elkaar maar opvolgen en zijn zoektocht naar Gini verandert meer in een soort uitkijken naar haar. Scant raadt hem aan naar het studentenhuis te gaan waar ze de liefde met elkaar hebben bedreven. Dit huis staat er niet meer, maar heeft plaatsgemaakt voor een hotel.
Benny huurt een kamer die hetzelfde uitzicht heeft als de kamer in het studentenhuis had. Die nacht onweert het en het lijkt net of Gini aanwezig is in de kamer, maar nadat hij is klaargekomen (in haar, meent hij) is ze weer verdwenen.
De volgende dag treft Benny Scant weer in de kroeg. Scant weet hem te vertellen dat Gini niet in de hel is, omdat ze diep in haar hart niet wilde moorden. Gini is na haar executie naar de hemel gegaan en Scant wist dit al die tijd al. Nu zit Benny voor eeuwig vast in de hel, Gini in de hemel en geen van hen kan bij hun zoontje zijn.

Personages

Benny

Benny is de hoofdpersoon. In het begin van het verhaal is hij net geboren, terwijl de zon opkomt. Een oude man doet dan al direct een voorspelling, dat hij een heftige, onontkoombare liefde zal ervaren. Dit gebeurt dan ook wanneer hij Gini ontmoet. Het orgasme dat hij met haar beleeft is zo intens, dat hij bereid is naar de wereld van de herhaling te reizen om dit nog vaker te kunnen beleven. Uiteindelijk belandt hij hier zonder Gini en verliest zichzelf in de prostitutie. Wanneer blijkt dat Gini in de hemel is en ze elkaar nooit meer zullen zien, beseft hij pas echt wat het betekent om in de hel te zijn.

Gini

Gini is iets jonger dan Benny. Ze moeten dan ook wachten tot zij menstrueert voor ze samen de liefde kunnen bedrijven. In het hoofdstuk \'motief onbekend\' schrijft Gini een brief aan Benny en hier leer je haar als personage het best kennen. Ze vertelt hierin over haar bevalling van hun zoon Benny. Vanaf dit hoofdstuk komt ze (behalve in Benny\'s gedachten) ook niet meer voor, omdat Benny en zij van elkaar worden gescheiden.

Scant

Scant is de blinde man die Benny en Gini in het café ontmoeten. Hij is dan wel blind, maar met zijn reuk en gehoor kan hij zeer gedetailleerd waarnemen. Wanneer Benny en Gini besluiten de wereld van de herhaling te willen betreden, vermoorden ze Scant. Hij blijkt een politiek belangrijk figuur te zijn, wat ze dus direct de doodstraf oplevert. Benny komt hem in de hel weer tegen omdat hij als politiek adviseur verraad heeft gepleegd. Uiteindelijk blijkt Scant er al die tijd van op de hoogte te zijn geweest dat Gini zich in de hemel bevond, en dat hij hen zelfs heeft uitgelokt om de moord te plegen omdat hij wist dat het zo zou lopen.

Quotes

"Een liefde even onvermijdelijk als... als het treffen van donder en bliksem tijdens onweer."

Bladzijde 9

"Want de mogelijkheid tot herhaling wordt al gauw een dwang tot herhaling, en valt de mogelijkheid eens weg, dan is de dwang er nog."

Bladzijde 151

Thematiek

Benny en Gini ervaren zo'n groot genot wanneer ze de liefde bedrijven, dat ze verlangen naar meer, ook al weten ze dat dit genot eenmalig bedoeld is. Dit brengt hen ertoe dat ze een moord plegen en zo hopen in de wereld van de herhaling te komen. Uiteindelijk vinden ze elkaar niet meer terug, omdat Benny in de hel belandt en Gini in de hemel. Benny komt hier in een wereld van oneindige herhaling terecht en kan zo veel seks hebben als hij wil, maar dit brengt nooit meer het genot van de eerste keer, samen met Gini. Hij kan zijn lust (tijdelijk) kwijt maar zonder liefde geeft het niet het gelukzalige gevoel waar hij zo naar verlangt. Wanneer dit besef tot hem doordringt, en hij weet dat hij voor eeuwig in deze wereld vast blijft zitten, beseft hij pas wat de hel echt is.

Motieven

De kinderen in Het leven uit een dag worden opgevoed met een bepaald geloof, daarom komt er ook een priester om ze les te geven. Dit geloof bestaat eruit dat wie niet volgens de Boeken leeft (bijvoorbeeld door te moorden of te verkrachten), in de hel belandt. Deze hel is een wereld van oneindige herhaling. Wie een goed leven leidt komt in de hemel. Deze hemel duurt ook eeuwig, maar is eenmalig, zoals al het goddelijke. Benny hecht veel waarde aan dit geloof, maar vlak voor zijn executie slaat de twijfel opeens toe. Wat nou als hij met een geloof is opgevoed dat helemaal niet bestaat?"

Seks is iets speciaals in deze roman: \'De daad die daarmee verbonden was werd met nadruk als iets eenmaligs en onherhaalbaars voorgesteld, - wat Benny niet verbaasde, want alle belangrijke verschijnselen in zijn leven hadden zich tot nu toe maar één keer voorgedaan, en niets wees erop dat ze zich zouden herhalen.\' (p.20) Kinderen groeien op en worden op school voorbereid op de liefdesdaad, maar er wordt meteen bij gewaarschuwd dat deze maar één keer kan plaatsvinden. Daarna verdwijnen de seksuele functies, een vrouw kan dus ook maar één keer zwanger worden. Wanneer Benny in de hel belandt, krijgt het begrip seksualiteit een heel andere invulling. Hij gaat zichzelf prostitueren en het hele leven - en dus ook de seks - wordt een sleur. In het laatste hoofdstuk ervaart hij nog een keer klaar te komen in Gini, maar later blijkt dat zij zich in een andere wereld (namelijk de hemel) bevindt en dat ze elkaar nooit écht nog kunnen treffen."

De zon is een terugkerend motief in dit verhaal. Wanneer Benny is geboren, komt net de zon op. Voor de mensen die in de nacht zijn geboren is dit een hele belevenis. Benny leeft zijn leven op aarde dan ook constant in de zon. Wanneer hij de hel betreedt, is het de zon die hem doet inzien dat hij in de hel is. Het wordt namelijk sneller dag en nacht, zonder dat hij veroudert."

Motto

L'enfer c'est la répétition

Opgetekend uit een televisie-interview met Eugène Ionesco.

Vertaling: de hel, dat is herhaling.

Eugène Ionesco is een Franse toneelschrijver die vooral absurdistische toneelstukken schreef. Waarom A.F.Th. van der Heijden dit als motto heeft gekozen spreekt voor zich: Benny belandt in de hel, een wereld van herhaling. De eerste keer dat je iets meemaakt is altijd het meest bijzonder, alle keren dat het opnieuw gebeurt, kun je je er niet meer over verwonderen.

Opdracht

Voor Minchen, voor Totó

Trivia

Titelverklaring

De titel behoeft weinig uitleg: het 'normale' leven in deze roman bestaat uit één dag. In die ene dag groeit een baby naar een volwassen persoon, bedrijft eenmalig de liefde, waarna het verouderingsproces van start gaat.

Structuur & perspectief

Het boek bestaat uit negen getitelde hoofdstukken. Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar er worden wel grote sprongen gemaakt. Zo lees je bijvoorbeeld niet over de periode dat Benny school verlaat en in dienst gaat. Hierbij speelt natuurlijk een rol dat deze periode in de roman waarschijnlijk maar een aantal minuten of hooguit een uur duurt.

Het verhaal wordt verteld vanuit een alwetende verteller.

Decor

Het verhaal speelt zich af in een stad die niet nader wordt genoemd. In het eerste hoofdstuk komt net de zon op, wat een hele belevenis is voor de mensen die in de avond of de nacht zijn geboren. De stad verandert erg snel, als Benny na een paar uur school verlaat, zijn gebouwen vernieuwd en staan er nieuwe gebouwen bij. Een belangrijke locatie is het café waar Benny en Gini elkaar ontmoeten, hier komen ze namelijk ook weer terug nadat ze de liefde met elkaar hebben bedreven. Nadat Benny is geëxecuteerd, komt hij in een compleet andere wereld. De stad is er een chaos en het is er snikheet.

De tijd is een essentiële factor in dit verhaal. In de gewone wereld leeft een mens één dag. In deze dag maakt hij of zij de ontwikkeling door van baby naar oude man of vrouw en iedere belevenis kan maar één keer worden ondergaan. Eén minuut in zo'n dag bevat dus eigenlijk een paar dagen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat, wanneer Benny en Gini net afscheid hebben genomen: 'Minuten waren voorbij gegaan. Het liep naar kwart voor elf. Op het adres waar Benny al eens een brief had laten bezorgen, bevond zich een tehuis, of hotel, voor meisjesstudenten.' (p. 61)
Wanneer Benny de overstap heeft gemaakt naar de hel verandert dit compleet. In de hel wordt het steeds weer dag en nacht, eigenlijk zoals we dat in onze wereld kennen. Je kunt iedere handeling tot in het oneindige herhaling, wat uiteraard tot verveling leidt.

Stijl

A.F.Th. van der Heijden beschrijft de essentiële scènes heel gedetailleerd, zoals wanneer Benny het lichaam van Gini met zijn ogen bemint:

'Door het gaan liggen,  het optrekken van de benen, was de panty enigszins verschoven, zodat binnen het ovaal de strakgespannen stof zo'n halve centimeter naar voren was gekomen. In het schemerduister daarachter viel nauwelijks iets te onderscheiden, maar - en dat bracht Benny aan het gloeien - binnen de lijst was een zilverig borduurwerkje ontstaan. Het ging om een samenstel van twee glazige vlekken, die niet helemaal samenvielen. De ene, de matste, was tegen de binnenkant blijven kleven, de andere door de fijnmazige stof heen gedrongen, en glinsterde in de streep licht die de gordijnen nog binnen lieten.' (p. 68)

Deze gedetailleerde beschrijvingen worden afgewisseld met vlotte dialogen die de vaart in het verhaal houden. Verder is er weinig sprake van moeilijke woorden, wel worden er verbanden met het geloof gelegd, die je zonder kennis over het christelijke geloof misschien niet helemaal begrijpt.

Slotzin

U heeft uw hele leven nog voor u. Morgen is er weer een dag.

bron: https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/het-leven-uit-een-dag-afth-van-der-heijden

 

recensie: Dit boek leek me super interessant. De titel geeft meteen aan wat er eigenlijk in het verhaal gebeurt of tenminste wat de hoofdgedachte is van het boek. Het was best raar om dit boek te lezen, omdat je je af gaat vragen wat je zelf zou doen als je nog maar 1 dag kon leven. Het geeft je iets om over na te denken wat ik aan een boek kan waarderen

Boek 9 - havo 5

meisje met negen pruiken

Algemene gegevens

Titel: Meisje met negen pruiken

Verklaring van de titel

De 21-jarige Sophie was gediagnosticeerd met kanker en werd door de chemotherapie waarmee zij werd behandeld kaal. Er werd haar geadviseerd een pruik te gaan dragen. Ze vond haar eerste pruik veel te ouderwets en pruikerig, dus besloot zij om bij theaterwinkels opvallendere pruiken te gaan kopen. Uiteindelijk had zij er negen (titel: Meisje met negen pruiken).

Plaats: Amsterdam
Uitgever: Prometheus
Jaar van uitgave: 2013
Jaartal 1e druk: 2006

Motto van het boek

Aan het begin van het boek staat:

‘Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka,
Wens dat de weg dan lang mag zijn,
Vol wederwaardigheden, vol belevenissen.
K.P. KAVAFIS’

Aan het eind van het boek staat:

‘Ithaka schonk je de mooie reis.
Bestond het niet, dan was je nooit vertrokken.
Maar meer heeft het je niet te bieden.
K.P. KAVAFIS’

Genre van het boek

Autobiografische roman

Thema’s

Overleven, kanker, eenzaamheid, dood.

Vooraf

Waarom is er voor dit boek gekozen?

Ik heb voor dit boek gekozen omdat de recensies over het boek mij erg nieuwsgierig maakten. Ik lees graag dit soort autobiografische boeken omdat ik het ergens fijn vind om op zo’n manier meegetrokken te worden in een heftige periode van iemands zijn/haar leven.

Schrijver

Schrijver van het boek

Sophie van der Stap.

Andere beroepen schrijver

Ambassadeur van Orange Ribbon International.

Wat voor soort boeken schrijft de schrijver vooral?

Sophie heeft 4 romans geschreven: Meisje met negen pruiken (2006), Een blauwe vlinder zegt gedag (2008), Buiten spelen (2011) en En wat als dit liefde is (2011).

Ruimte

Op welke plaatsen speelt het boek zich af?

Het verhaal speelt zich af in en rondom Amsterdam. Onder andere het ziekenhuis Onze Lieve Vrouwen Gasthuis, waar Sophie haar chemokuur krijgt en Amsterdamse kroegen. Sophie gaat ook af en toe in Rotterdam naar het ziekenhuis voor bestraling.

Is de omgeving belangrijk voor het verhaal?

Omdat het verhaal autobiografisch is, en dus waargebeurd, is de omgeving waarschijnlijk niet met een achterliggende gedachte gekozen. Voor het verhaal is de omgeving wel belangrijk omdat het dus het stukje autobiografie definieert. Zonder de omgeving zou het verhaal niet meer kloppen.

Tijd

In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Het verhaal dat Sophie verteld begint op 17 februari 2005 en eindigt op 23 juni 2006.

Wat is de verteltijd?

De verteltijd is 491 dagen. Dit zijn het aantal dagen tussen 17 februari 2005 en 23 juni 2006. Het boek is het dagboek van Sophie in die periode.

Wat is de vertelde tijd?

223 bladzijden.

Is het verhaal chronologisch verteld?

Het verhaal word chronologisch verteld. Het is het dagboek van Sophie waarin zij elke dag (of af en toe een dag niet) haar verhaal doet. Soms is er een moment in het verhaal waar ze terugblikt op een gebeurtenis.

Heeft het verhaal een open of een gesloten einde?

Sophie is bijna vrij van haar ziekte, terwijl op het zelfde moment het heel slecht gaat met haar vriendin Chantal. Als je het hebt over Sophie zou het verhaal een vrij gesloten einde hebben. Maar sprekend over Chantal zou je kunnen zeggen dat het verhaal een open einde heeft. Persoonlijk vind ik dat het verhaal een open en een gesloten einde heeft.

Personages

Hoofdpersoon

Sophie van der Stap.

Vertel iets over het karakter van de hoofdpersoon

Sophie deinst niet terug voor avontuur. Maar de onzekerheid over doodgaan maakt haar wel angstig. Sophie doet er alles aan om de benarde situatie zo positief mogelijk te trotseren.

Beschrijf het uiterlijk van de hoofdpersoon

Het uiterlijk van Sophie verandert vaak door het feit dat zij negen verschillende pruiken heeft. Elke pruik gaf haar een andere ‘persoonlijkheid’.
Om het gevoel te krijgen dat ze alles aan kan gaf ze elke pruik een naam die bij de persoonlijkheid paste: Stella, Daisy, Sue, Oema, Pam, Blondie, Lydia, Bébé en Platina

Maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door?

Sophie maakt een mooie ontwikkeling door waarin zij heeft geleerd bepaalde situaties te accepteren zoals ze zijn en van het leven te genieten, al is het soms moeilijk.

Wie zijn de bijfiguren?

Juriaan, Chantal, Annabel, Saskia, Jan, Martijn, Rob en Jochem. Naast deze personages zijn er ook een aantal zusters en dokters waar Sophie een goede band mee heeft.

Beschrijf kort de relatie van de bijfiguren met de hoofdpersoon

Juriaan en Sophie hebben beiden kanker. Zo leren zij elkaar kennen. Ze vinden het fijn om er samen over te kunnen praten. Sophie word verliefd op Juriaan, maar Juriaan heeft al een relatie.
Nadat Sophie op tv was in DWDD krijgt zij een email van Chantal. Ze zijn vrij jong, wonen in Amsterdam en hebben beiden kanker. Chantal heeft terminale kanker. De twee worden snel goede vrienden en trekken veel met elkaar op.
Annabel is de beste vriendin van Sophie. Ze staat altijd voor Sophie klaar en helpt haar ook bij het maken van kledingkeuzes.
Saskia is de zus van Sophie. Saskia is erg zorgzaam en probeert alles zo fijn mogelijk te laten verlopen voor haar.
Jan, Martijn, Rob en Jochem zijn vrienden van Sophie die zij graag om zich heen heeft. Sophie heeft een korte relatie met Rob.

Perspectief

Vanuit wiens perspectief is het verhaal geschreven?

Het verhaal is geschreven uit het perspectief van Sophie.

Is dit een ik-perspectief, een hij/zij-perspectief of een perspectief van de alwetende verteller?

Het verhaal is geschreven met een ik-perspectief.

Samenvatting

Er word bij de 21-jarige Sophie kanker ontdekt wanneer zij aan politicologie studeert.
Er heerst in het begin veel onzekerheid. Voor Sophie zijn de 54 weken erna gevuld met chemotherapie en bestralingen. Wanneer Sophie haar haren begint te verliezen word haar aangeraden een pruik te gaan dragen. Haar eerste pruik vind ze veel te ouderwets en pruikerig, dus besluit zij om bij theaterwinkels opvallendere pruiken te gaan kopen. Uiteindelijk heeft Sophie er negen. Omdat elke pruik verschillende gevoelens en kwaliteiten met zich mee brengt besluit ze de pruiken passende namen te geven: Stella, Daisy, Sue, Oema, Pam, Blondie, Lydia, Bébé en Platina.

De pruiken geven haar veel kracht en steun. Sophie moet elke week naar het ziekenhuis. Tussen de ziekenhuisbezoeken gaat het gewone leven door. Ze gaat daten, ze gaat uit, ze doet aan yoga, ze schrijft en ze beleeft eenzaamheid.

Langzaam maar zeker overwint Sophie haar ziekte. Doordat Sophie in de uitzending van DWDD was krijgt ze contact met Chantal, een vrouw met terminale kanker. Terwijl Chantal van het leven geniet, wetende dat ze dood zal gaan, wordt Sophie weer beter. Na een lange reis met veel liefde van vrienden en veel nieuwe levenservaringen krijgt Sophie haar leven terug.

bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-meisje-met-negen-pruiken-door-sophie-van-der-stap-115529 

 

recensie: Dit verhaal was heel er emotioneel. De gedachte dat het een waar gebeurd verhaal is maakt het nog erger. Het verhaal echter is wel heel mooi om te lezen. Om te weten dat een persoon altijd wel iets vindt waar die op kan leunen, in dit geval de negen pruiken. Dat deed me denken aan de dingen waar ik mijn kracht in vindt. 

Boek 10 - havo 5

De dochter van de zeemeermin

Dit boek is een heel mooi verhaal om te lezen. Ook heel moeilijk omdat er veel woorden worden gebruikt uit de 15 eeuw. Dit wordt echter wel uitgelegd door de schrijfster van dit boek. Dit maakt het verhaal mooier. Midden in het verhaal, veranderde het perspectief wat mij heel erg verwardde tot ik verder las en het duidelijk werd. Het was namelijk het kind van de eerste vrouw in het verhaal. Het is echt een mooi verhaal en raad het zeker aan aan andere mensen.

 

Het begint met de dochter van de heraut die zwanger raakt nadat ze gebruikt is toen ze in een diepe put zat van verdriet. Haar vader komt hier achter en laat haar het kind uitdragen maar heeft haar wel mishandeld. De vader (de heraut) brengt het kind naar de geboorte naar de wasvrouw die dat zelfde jaar haar pas geboren dochter verloren heeft. Daar begint het verhaal van de dochter van de wasvrouw. Zij krijgt uiteindelijk een brief van een monnik waar ze er achter komt dat de wasvrouw niet haar echte moeder is en gaat op onderzoek uit over wie dat wel is. Eerst doet ze dit om er achter te komen of ze van adel is zodat ze kan trouwen met een ridder waar ze een oogje op heeft, maar verder in het verhaal wil ze gewoon meer leren

Overige opdrachten

Wat is je startpositie?

Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.

Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.

Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.

We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.

Plak je antwoorden hieronder

 

evaluatie boeken H4

Je gaat de gelezen boeken in havo 4 kort evalueren. Dat doe je aan de hand van onderstaande vragenlijst. Vervolgens maak je voor jezelf een plan voor de boeken die je in havo 5 nog wilt gaan lezen.

 

 

1. Maak de volgende zinnen af:

Ik vond het lezen van 6 boeken in één schooljaar vervelend omdat de boeken van een bepaalde lijst moesten komen en daar zit mijn genre niet bij      

Ik ben niet / best wel / heel bewust omgegaan met de boekkeuzes die ik maakte.

Als ik naar mijn Wikiwijs kijk, dan geef ik mezelf daar het cijfer 5,5 voor, omdat ik niet alle 6 de boeken heb gelezen

 

 

2. Vul onderstaand schema in voor de gelezen boeken in havo 4.

 

Titel

Auteur

Niveau

Hoe gekozen?

Thema

Mening, max 5 sterren

De negen kamers

Peter-Paul Rauwerda

?

De naam en de kaft sprak me aan

?

4 sterren

Een hart van steen

Renate Dorrestein

?

De naam vond ik best interessant klinken

?

4 sterren

Reddende engel

Renate Dorrestein

?

Ik vond de schrijver goed dus wou er meer van lezen

?

2 sterren

Het hemelse gerecht

Renate Dorrestein

?

Ik vond het interessant klinken en vindt de schrijver goed

?

2 sterren

Het achterhuis

Anne Frank

?

Ik heb dit boek altijd al een keer willen lezen

?

4 sterren

Zeven soorten honger

Renate Dorrestein

?

De schrijver spreekt me aan

?

3 sterren

 

 

3. Als je terugblikt op de boeken uit havo 4, wat wil je dan eigenlijk niet meer lezen in havo 5? Denk aan: een bepaald thema, een bepaald perspectief, een bepaalde schrijver, een bepaald einde etc. Leg je antwoord uit aan de hand van voorbeelden uit het boek.

Ik wil meer naar spannende boeken kijken, Het achterhuis is een heel mooi en interessant boek, maar niet mijn stijl van lezen

         

 

 

4. Als je terugblikt op de boeken uit havo 4, wat wil je dan juist wel lezen in havo 5? Iets wat je niet eerder gelezen hebt, namelijk… omdat…. Of juist iets wat je al wel gelezen hebt, een bepaald thema, een bepaalde schrijver etc, omdat. Leg ook hierbij je antwoord uit aan de hand van voorbeelden uit de gelezen boeken.

 

Ik wil wat spannendere boeken die me goed bij het verhaal kunnen houden, omdat ik snel verveeld raak als ik het begin niet leuk vind maar als ik dan verder ben heb ik een boek zo uit

 

 

5. Wat is je uiteindelijke doel als je bij je eindpresentatie literatuur bent? Wat wil je ontdekt hebben, waar wil je in gegroeid zijn

 

Ik heb geen moeite met lezen, ik vind de boeken waar we uit moeten kiezen alleen niks. Ik ben trots dat ik 10 boeken heb kunnen lezen die bij mij niet in de smaak vallen, omdat ik dat lastig vind

speeches

Positief

Ik ben een jaar geleden begonnen met een eigen geschreven verhaal op een website genaamd Wattpad. - Dit is een website waar schrijvers en lezers elkaar kunnen helpen. Schrijvers geven lezers verhalen en lezers geven schrijvers feedback en stemmen als een verhaal goed of slecht is. - Op Wattpad kan je ook meedoen aan wedstrijden, dit gebeurt door de stemmen die lezers kunnen achterlaten op de verhalen. Hoe meer stemmen hoe hoger je op een categorie komt te staan. - Mijn eigen verhaal is maar liefst 74.000 keer bekeken en heeft al 3.000 stemmen. - De karakters van mijn verhaal zijn gebaseerd op karakters van een van mijn lieveling Youtuber. Dit idee schoot me ook te binnen toen ik een geweldig verhaal aan het lezen was van een andere schrijver. - De laatste keer dat ik mijn verhaal verder heb geschreven was ergens in juni. Ik vind het wel jammer dat ik geen ideeën heb want ik wil mijn lezers niet teleurstellen. - Het heeft wel maar liefst 280 bladzijden en al rond de 43.000 woorden.

 

Hoe benadruk ik deze versie in mijn presentatie:

  • Beweging; lopen of juist niet
  • Handgebaren
  • Mimiek
  • Volume
  • Pauze(s)
    • -
  • Klemtoon / nadruk
  • Oogcontact (of juist niet?)
  • Het arrangement Romy Meisen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Romy Meisen
    Laatst gewijzigd
    2019-02-18 17:54:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    havo4, havo5, leeslogboek, literatuur, nederlands

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Musters, Marloes. (2016).

    Opzet Wikiwijs leeslogboek

    https://maken.wikiwijs.nl/84275/Opzet_Wikiwijs_leeslogboek

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.