Thema het oog
Introductie
Welkom op deze site met lesmateriaal over het oog.
Je kunt hier informatie vinden, online oefenen en een toets maken om te zien of je de kennis beheerst.
Ik begrijp dat dit helemaal nieuw voor je is, maar maak je geen zorgen want het is erg simpel.
Je kunt vanaf nu thuis lekker oefenen om de stof beter te begrijpen.
Het is de bedoeling dat je de informatie, de opdrachten en de toets hebt behandeld voor maandag 19 februari. Dit zal je ongeveer 90 minuten kosten.
Veel succes!
Instructie:
Ga eerst naar de lesinhoud om de theorie door te nemen. Je bekijkt eerst de PowerPoint en daarna de kennisclip. Hierna kun je oefenopdrachten en oefentoetsen vinden waarmee je kunt oefenen.
Voor wie:
Havo 1
Lesdoelen/Leerdoelen:
- Aan het einde van de les weet de leerling waarmee het oog kan draaien.
- Aan het einde van de les weet de leerling waar de kegeltjes en de staafjes voor dienen.
- Aan het einde van de les weet de leerling waar de ruimte binnenin het oog mee is gevuld.
- Aan het einde van de les weet de leerling hoe de hoeveelheid licht wordt geregeld.
- Aan het einde van de les weet de leerling wat er wordt bedoeld met accommoderen.
Vragen:
Begrijp je iets niet, of heb je ergens moeite mee? Ga naar contact om mij te mailen met je vragen.
Nectar 4e editie biologie | vmbo-gt, deel 3 leerboek | Auteurs: Trijnie Akkerman, Peter Delea, Marjan den Hertog, Marian Joven en Jaap Nuiver
Voorkennis checken
Eerst gaan we eens kijken hoeveel je al weet. Succes!
Het oog
Het oog
De lichtstralen komen het oog binnen door het hoornvlies wanneer je naar een object kijkt. Het hoornvlies vervormt de lichtstralen zodat ze zonder problemen door de pupil kunnen.
Harde oogvlies: Buitenste witte laag van de oogbol. Dient voor de bescherming van het oog.
Vaatvlies: Middelste vlies (bevat veel bloedplaatjes).
De iris hoort bij het vaatvlies.
De harde oogrok die aan het buitenste laag van het oog bevindt, zitten de spieren waarmee het oog kan draaien.
Door zes oogspieren kan een oog alle kanten op draaien in de oogkas.
Nectar 4e editie biologie vmbo-gt | deel 3 leerboek | Auteurs: Trijnie Akkerman, Peter Delea, Marjan den Hertog, Marian Joven en Jaap Nuiver
Nectar 4e editie biologie | vmbo-gt, deel 3 leerboek | Auteurs: Trijnie Akkerman, Peter Delea, Marjan den Hertog, Marian Joven en Jaap Nuiver
Het netvlies
In het netvlies liggen de zintuigcellen die worden geprikkeld wanneer er licht op valt.
In het netvlies bevinden zich de kegeltjes en de staafjes.
De grijstinten worden waargenomen met de staafjes.
De kleuren kunnen waargenomen worden met de kegeltjes.
De pupil
De hoeveelheid licht die op het netvlies valt, wordt geregeld door de pupil groter of kleiner te maken.
Pupilreflex: de grootte van de pupil verandert om de zintuigcellen in het netvlies tegen fel licht te beschermen.
Accommoderen is het samentrekken van de kringspier rond de lens.
Geschikt voor dichtbij-zien: gespannen oog
Geschikt voor verweg-zien: ontspannen oog
Weinig licht: pupil groter, lengtespiertjes trekken samen.
Veel licht: pupil kleiner, kringspier trekt samen.
Biologie voor de onderbouw, VWO | GYMNASIUM, Biologie voor jou HANDBOEK, Auteurs: Arteunis Bos, Onno Kalverda, Gerard Smits en Ben Waas
PowerPointPresentatie - Het oog
Wat: Neem de Powerpointpresentatie goed door.
Hoe: Individueel.
Hulp: Het gebruik van PowerPoint presentatie is alleen toegestaan.
Tijd: 15 minuten.
Klaar: Ga verder met de kennisclip.
Kennisclip - Het oog
Wat: Neem de Kennisclip goed door.
Hoe: Individueel.
Hulp: Het gebruik van de Kennisclip is alleen toegestaan.
Tijd: 5 minuten.
Klaar: Ga verder met de oefeningen.
Oefening 1
Welkom bij de eerste oefenopdracht. Bij Oefening 1 wordt de basiskennis getest. Je hebt hiervoor natuurlijk de theoriepagina goed doorgenomen en de kennisclip goed beluisterd. Als het goed is heb je hierdoor de stof goed begrepen en onthouden. Succes!
Opdracht: Beantwoord de vragen.
Tijd: Ongeveer 5 minuten.
Hoe: Maak de opdracht individueel.
Hulp: Geen.
Klaar: Maak oefening 2.
Oefening 2
Welkom bij de tweede oefenopdracht. Op deze pagina is de laatste oefenopdracht te vinden.Voor deze opdracht kun je de theoriepagina opnieuw doornemen. Deze opodracht en de opdrachten hiervoor bereiden je helemaal goed voor op de toets.
Opdracht: Beantwoord de vragen.
Tijd: Ongeveer 10 minuten.
Hoe: Maak de opdracht individueel.
Hulp: Geen hulp.
Klaar: Maak de eindtoets.
Eindtoets
Je bent eindelijk bij de eintoets aangekomen. Als het goed is begrijp je de stof en kun je deze toepassen in opdrachten. Ik wens je veel succes!
Opdracht: Beantwoord de 8 vragen.
Tijd: Ongeveer 15 minuten.
Hoe: Individueel.
Hulp: Geen hulp.
Uitkomsten: Indien je 5 vragen goed hebt, heb je een voldoende. Elke vraag is 1 punt waard.
Klaar: Kijk welke vragen je fout hebt en of je de vraag nu wel snapt. Wanneer je dit hebt gedaan ben je klaar!
Contact
Sema Akca
Biologie leraar
0905864@hr.nl