PIT ZH 1 versie 1

PIT ZH 1 versie 1

Inleiding

Je begint met PIT 5. Deze wordt uitgevoerd in leerjaar 2 van de opleiding tot verpleegkundige. Het werken in de ziekenhuisbranche staat centraal in deze PIT. Een korte weergave van deze branche:

Als verpleegkundige in een ziekenhuis kom je in aanraking met een grote verscheidenheid aan mensen, aandoeningen en behandelmethoden.
Verpleegkundig proces
Patiënten komen naar het ziekenhuis voor onderzoek of behandeling en met lichte of ernstige gezondheidsproblemen. Als verpleegkundige werk je op een bepaalde afdeling, waar je zorg verleent op een methodische wijze.
Gezondheid bewaken
Je monitort bijvoorbeeld het medicijngebruik van de patiënt en assisteert de arts. Ook verwissel je infusen en breng je sondes of katheters in. Je bewaakt patiënten die afhankelijk zijn van apparatuur. Verder verzorg je wonden en houd je de gezondheidstoestand van patiënten nauwlettend in de gaten. Als de situatie hierom vraagt, waarschuw je andere zorgprofessionals.
Informeren en geruststellen
Patiënten zijn vaak ongerust over hun gezondheid. Zij hebben vragen over wat hun staat te wachten. Jij stelt ze gerust, geeft informatie over hun verblijf in het ziekenhuis, hun aandoening en behandeling. Ook ben je het aanspreekpunt voor familie en vrienden.
Rapporteren
Je werkt in teamverband met collega-verpleegkundigen, verzorgenden en andere diciplines. Ook heb je regelmatig contact met zorgprofessionals van andere afdelingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de overdracht van een patiënt naar een andere afdeling. Overleggen en rapporteren zijn dus belangrijke onderdelen van je werk.

 

 

Verwachtingen

  • De student maakt deel uit van een scrumgroep en maakt kennis met de methode scrum.
  • De student oriënteert zich samen met haar leergroep op de leervragen.
  • De student formuleert een persoonlijke leervraag en leerdoel.
  • De student doet actief mee.
  • Fouten maken mag.
  • Vragen stellen mag.
  • De student is samen met haar scrumgroep verantwoordelijk voor de opleveringen.

Ter inspiratie

Verantwoording

Werkprocessen en kerntaken

B1-K1-W1: Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige diagnose
Kennis:
Methodisch werken in de branches ZH, GGZ en GHZ; classificaties van ziekten (ICD, DSM e.a.); instrumenten voor observatie, registratie, redeneerhulp, signalering in de branches ZH, GGZ en GHZ; verpleegkundig proces; observatiemethoden en technieken; kennis van anatomie, fysiologie en pathologie toegespitst op veel voorkomende ziektebeelden uit de branches ZH, GGZ en GHZ; kennis over communicatieve vaardigheden en verschillende gespreksvormen en –technieken; Nederlands.
Gedrag:
Actief luisteren naar mogelijkheden, problemen, behoeften en omstandigheden van zv en naasten; empathische houding; gebruiken van begrijpelijke, respectvolle taal in communicatie met zorgvrager en naasten, aangepast aan de doelgroep; gebruiken van vaktaal voor professionele communicatie; in de branches ZH, GGZ en GHZ veel gebruikte observatie- , signalerings-, registratie-instrumenten en redeneerhulpen kunnen gebruiken, waaronder carpenito o.i.d.; accuraat registreren; onderscheid maken tussen feiten en interpretaties; analyseren van gegevens; conclusies trekken; interventies kiezen en afstemmen; alert zijn op balans tussen vaktechnische mogelijkheden en kwaliteit van leven; belang van zorgvrager centraal stellen.

B1-K1-W2: Kent dreigende of bestaande gezondheidsproblemenkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
Kennis:
Kennis van anatomie, fysiologie en pathologie en ontwikkelingspsychologie toegespitst op veel voorkomende ziektebeelden / syndromen / biopsychosociale problemen uit de branches ZH, GGZ en GHZ en mogelijke gevolgen / complicaties / signalen daarbij; instrumenten voor observatie, registratie, redeneerhulpen, risico-inventarisatie en signalering in de branches ZH, GGZ en GHZ (bijv. EWS, normaalwaarden, SBAR, DOS, GAF, GOLD e.v.a.); observatiemethoden en technieken; vormen van preventie; beroepscode; patiëntveiligheid, brandveiligheid en preventie.
Gedrag:
Haalt de belangrijkste gegevens adequaat uit informatie van collega's en deskundigen van andere disciplines, overdrachten en onderzoeken; toont respect voor de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager, naastbetrokkenen en/of ervaringsdeskundigen; toont actief aandacht voor de beleving van veiligheid en welbevinden door zorgvrager en naastbetrokken; reageert adequaat op (non)verbale signalen van de zorgvrager en naastbetrokkenen; reageert adequaat bij acute gezondheidsproblemen; rapporteert bevindingen nauwkeurig en volledig in correct Nederlands; consulteert deskundigen indien nodig.

B1-K1-W3: Stelt een verpleegplan op
Kennis :
Verschillende visies op verplegen in de verschillende branches; gezondheidspatronen Gordon; klinische paden; standaardzorgplannen ZH; elektronische dossiers; ICIDH, CIZ, ZZP e.a.; ondersteuningsplan (GHZ); behandelplan en signaleringsplan (GGZ); herstelondersteunende zorg; verpleegkundige diagnostiek in de psychiatrie; kennis van hulpmiddelen, domotica e.a.; benaderingswijzen en begeleidingsvormen in de branches ZH, GGZ en GHZ; wettelijke vertegenwoordiging en participatie; wetgeving (BIG, WGBO, BOPZ/WET ZORG EN DWANG, WMO, WcZ, …); Nederlands.
Gedrag:
Verwerkt correct en accuraat de verkregen gegevens van de anamnese, verpleegkundige diagnose en geformuleerde gezondheidsproblemen; betrekt actief de zorgvrager en naastbetrokkenen, indien aanwezig, bij het vaststellen van de zorgbehoefte en de verzorging; houdt bij het plannen van de verpleegkundige interventies en bijbehorende activiteiten effectief rekening met de huidige mogelijkheden, omstandigheden, methodieken in de branche en gemaakte afspraken; formuleert nauwkeurig doelen, activiteiten en interventies volgens in de branche gebruikte systemen; onderbouwt op een duidelijke manier standpunten en gemaakte keuzes; houdt zich adequaat aan richtlijnen m.b.t. de eigen bevoegdheid.

B1-K1-W4: Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
Kennis:
(dysfunctionele) Gezondheidspatronen; complicaties van bedlegerigheid, epilepsie, motorische / neurologische stoornissen (spasticiteit, verlammingen, katatonie e.a.), inactiviteit, beademing, bestraling e.a. behandelingen, postoperatieve complicaties en preventieve maatregelen; relatie tussen zorgvrager en zorgverlener in ZH / GGZ / GHZ; (on)mogelijkheden op basis van de pathologie van de zorgvrager; begeleidingsstijlen; gespreksvormen en –technieken; verschillende culturen, levensovertuigingen en religies.
Gedrag:
Houdt bij de persoonlijke verzorging actief rekening met mogelijkheden, wensen en gewoonten van de zorgvrager en naastbetrokkenen; toont respect voor activiteiten; let adequaat op het gedrag en welbevinden van de zorgvrager; bespreekt tijdig bevindingen met de zorgvrager en naastbetrokkenen; informeert betrokkenen volledig en op tijd.

B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit (doorlopend)
Kennis:
Verpleegkundig rekenen; materialen en middelen; wetten BIG, WGBO, BOPZ/WET ZORG EN DWANG; protocollen; hygiëne en risico’s.
Gedrag:
Werkt volgens bekwaamheidseisen en richtlijnen, houdt rekening met specifieke wensen van de zorgvrager, anticipeert op mogelijke risico’s, voert handelingen uit beschreven op blz. 12 KD e.v.; is in staat vlot en nauwkeurig te rekenen; gebruikt voor het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen materialen en middelen op de juiste manier; werkt precies en bekwaam volgens de bekwaamheidseisen, veiligheidsregels en -voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de wet BIG; laat zien dat ze rekening houdt met de specifieke kenmerken en de beleving van de zorgvrager; anticipeert proactief op mogelijke risico's om de kans hierop te verminderen.

B1-K1-W6: Begeleidt een zorgvrager
Kennis:
Beroepscode; beroepshouding; gevolgen van leven met aandoening (verwerkingsproces, eenzaamheid, sociale uitsluiting, …); psychologische en sociologische benaderingen en theorieën, m.n. gericht op ziek zijn; ontwikkelingspsychologie.
Gedrag:
Stimuleert autonomie van de zorgvrager, optimaliseert diens regie; biedt sturende, motiverende of activerende begeleiding, toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager; stimuleert de zorgvrager; betrekt naasten; anticipeert proactief op eigen kracht en mogelijke problemen bij de zorgvrager; begeleidt bij verwerking gevolgen, herkent emotionele problemen; behandelt de zorgvrager met respect, inlevingsvermogen en geduld; consulteert andere deskundigen indien nodig.

B1-K1-W7: Geeft voorlichting, advies en instructie
Kennis:
Anatomie, fysiologie en pathologie van veel voorkomende aandoeningen in de branche; vormen van preventie en de rol van voorlichting daarin; methoden en vormen van GVO als informatie verstrekken, demonstreren / instructie geven, (psycho)educatie en begeleiding; stappen van het voorlichtingsproces; veiligheid rondom wonen / leven / medicatie / behandeling etc.; gezond gedrag; heeft inzicht in gezondheidsrisico’s behorend bij de doelgroep; wetgeving (WMO, WLZ, jeugdwet, BOPZ/WET ZORG EN DWANG …); financiering en sociaal-maatschappelijke vraagstukken; ethische vraagstukken; organisaties en instanties en hun specialisatie / mogelijkheden; hospitalisatie van zorgvrager en zorgverlener; sociale kaart; Nederlands.
Gedrag:
Methodisch gezond gedrag stimuleren, bijv. a.h.v. 7 stappenplan van BRAVO-aanpak of Openstaan t/m blijven doen (Terra); kan een goed voorlichtingsplan maken; kiest voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de mogelijkheden van de zorgvrager en naastbetrokkenen; legt onderwerpen duidelijk en correct uit passend bij het kennis- en taalniveau van de zorgvrager en naastbetrokkenen; checkt proactief of voorlichting, advies en instructie aansluiten bij de beleving, behoefte en mogelijkheden van de zorgvrager en naastbetrokkenen; checkt regelmatig of informatie goed is overgekomen.

B1-K1-W8: Reageert op onvoorziene en crisissituaties
Kennis:
Wettelijke richtlijnen, waaronder middelen en maatregelen en afspraken van de organisatie; psychologie en anatomie, fysiologie en pathologie m.b.t. het reguleren van gedrag en de achtergrond van het ontstaan van afwijkend gedrag bij diverse ziektebeelden in de branches ZH, GGZ en GHZ; gespreksvormen / interventietechnieken bij ongewenst gedrag; eigen grenzen; automutilatie en suïcidaliteit; heeft gespecialiseerde kennis van preventie seksueel misbruik en preventie grensoverschrijdend gedrag.
Gedrag:
Hanteert consequent haar eigen grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie; geeft tijdig haar grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de zorgvrager; let goed op de (non-)verbale signalen van de zorgvrager(s); observeert de zorgvrager systematisch als er signalen zijn van dreigende agressie; communiceert tijdig met alle andere beroepsbeoefenaren (waaronder artsen/specialisten); communiceert, ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen; handelt in onvoorziene- en crisissituaties inventief, snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures; past op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang; bespreekt achteraf op een constructieve manier met zorgvrager(s), collega's en andere betrokkenen de crisissituatie.

B1-K1-W9: Coördineert de zorgverlening van individuele zorgvragers
Kennis:
Verpleegsystemen en taken daarin; verschillende zorgsettingen; disciplines en hun taken; overlegvormen; vormen en methoden van ontslag en overdracht; regelgeving omtrent dossiervorming, -inzage, privacy; sociale kaart;
Gedrag:
Actief deelnemen aan overleggen; punten inbrengen; mening geven; overlegt tijdig en duidelijk over gemaakte zorgafspraken; opkomen voor belang zorgvrager; werkplanning maken, eraan houden, bijstellen, inzichtelijk maken en verantwoorden; zorgt voor duidelijke en relevante informatie/instructies voor collega’s en naastbetrokkenen; prioriteiten stellen; samenwerken binnen en buiten discipline en instelling; verantwoordelijkheid nemen; ontslag / -exitgesprek voeren; overdragen, mondeling en schriftelijk; plant in een logische volgorde de werkzaamheden; zet materialen, middelen en/of apparatuur effectief en kostenbewust in bij de zorgverlening; bewaakt effectief de voortgang van de eigen werkzaamheden.

B1-K1-W10: Evalueert en legt de zorgverlening vast
Kennis:
Zorgproces; dossiervorming; vormen en momenten van evalueren; Nederlands; vormen en eisen van rapportage en overdracht;
Gedrag:
Evalueert op proces en product; vraagt actief en doelgericht naar de mening van de zorgvrager en naastbetrokkenen; luistert aandachtig naar ervaringen, ideeën, behoeften en gevoelens van de zorgvrager en naastbetrokkenen; stelt de mate van tevredenheid van de zorgvrager en naastbetrokkenen zo objectief mogelijk vast; haalt de belangrijkste informatie uit de evaluatiegegevens m.b.t. behaalde resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen; trekt logische conclusies uit de belangrijkste informatie van de evaluatiegegevens; formuleert kernachtig bevindingen in correct Nederlands zodat evaluatiegegevens begrijpelijk en bruikbaar zijn voor betrokkenen; vindt effectieve manieren om verbeteringen door te voeren of eventuele problemen op te lossen; gaat proactief na of de betrokkenen tevreden zijn over het evaluatieproces; rapporteert bevindingen volgens de regels der kunst; stelt indien nodig het (verpleeg)plan bij.

B-K2-W2: Werkt samen met anderen
Kennis:
Heeft gespecialiseerde kennis van interprofessioneel en interdisciplinair samenwerken; overlegvormen; kwaliteitszorgsystemen protocollen m.b.t. gezondheid, hygiëne, veiligheid, incidentmeldingen, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken taken en rollen van andere disciplines in de branche en weet wanneer op wie een beroep gedaan kan worden.
Gedrag:
Zorgt er uit zichzelf voor dat betrokken disciplines over de juiste informatie beschikken; raadpleegt tijdig betrokken disciplines; maakt adequaat de vertaalslag van het advies van de experts (arts, fysiotherapeut) naar het dagelijks leven, de wensen en behoeften van de zorgvrager; kan feedbackvaardigheden toepassen; kan reflectievaardigheden toepassen; kan vergadervaardigheden toepassen; actief deelnemen aan overleggen; punten inbrengen; mening geven; kan constructief bijdragen aan een goed werkklimaat.

Vijf stappenmodel

Je gaat aan de slag met een PIT (project in thema), met een aantal medestudenten. Dat ga je doen volgens de werkwijze van scrum@school.  Een PIT bestaat uit 5 stappen

  • Stap 1: Een oriëntatie op leervragen
  • Stap 2: Persoonlijke leervraag formuleren
  • Stap 3: Bronnen zoeken en leeractiviteiten uitvoeren
  • Stap 4: Opleveren van producten en zichtbaar maken van leeropbrengst
  • Stap 5: Waardering van de producten en reflectie gericht op de leervragen

Planning periode

Voordat jullie van start gaan met deze PIT vul je individueel één WISH formulier in. TIP: Neem de feedback die je na afloop van de vorige PIT hebt gekregen mee om een nieuwe wish te maken.

Door gebruik te maken van een persoonlijk logboek houd je bij hoe dit proces verloopt. Na afloop verwerk je dit in je persoonlijke reflectie aan de hand van de STRAK methode.

Als scrumgroep houden jullie ook een logboek bij en verwerk je deze informatie in een groepsreflectie. Zowel de individuele reflectie als de groepsreflectie voeg je toe aan je eindverslag van PIT 5. Neem hierbij de vier leervragen van PIT 5 ook in mee. Door middel van het maken van de opdrachten in deze PIT zal je tot de ontdekking komen dat je aan het eind van PIT 5 antwoord kunt geven op de vier leervragen van deze PIT. De formulieren: WISH, STRAK, reflectie en eisen eindverslag enzovoort zijn te vinden onder het kopje Beoordeling.

 

 

 

Beoordeling

Eindoplevering PIT 5

Het maken van een verpleegplan van mevrouw van Leeuwen

 

 

Hieronder vind je formulieren die je kunt gebruiken voor deze PIT:

Lesinhoud

Werkwijze

Werkwijze

Deze PIT5 bestaat uit 4 sprints met leervragen en een eindopdracht. Jullie hebben vier weken de tijd om deze PIT inclusief eindoplevering af te ronden. De opdrachten die per leervraag voor verdieping zorgen verwerken jullie in een verslag. Onder het kopje beoordeling vinden jullie een checklist waarin de opdrachten staan die in het verslag moeten komen en welke opdrachten/onderdelen op een andere manier opgeleverd moeten worden. Wanneer al deze onderdelen afgetekend zijn op de checklist krijg je een GO om aan de eindoplevering te beginnen.

In de eindoplevering van deze PIT komt alle kennis samen wanneer jullie een verpleegplan maken van mevrouw van Leeuwen. Zij ondergaat een mamma amputatie. Het is zinvol wanneer je deze casus voorafgaand aan deze PIT al doorneemt.

Je zult merken dat je tijdens de komende vier weken telkens stappen zet die je voorbereiden op het maken van dit verpleegplan. Dit zijn stappen van het verpleegkundige proces.

 

Sprint 1

Leervragen

  • Wat zijn de kenmerken van de patiënt en welke route doorloopt de patiënt?
  • Waaruit bestaat het verpleegkundig proces en wat zijn daarin mijn taken?

Deze opdrachten horen bij de volgende werkprocessen:
B1-K1-W1 : Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige diagnose
B1-K1-W2 : Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B-K2-W2   : Werkt samen met anderen

Sprint 2

Leervraag 

  • Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg tijdens de pre- en postoperatieve fase?

Leervraag twee bestaat uit drie opdrachten. Bij deze opdrachten horen de volgende werkprocessen:
Opdacht A.
B-K1-W2 :Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B-K1-W4 :Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit

Opdracht B
B-K1-W2 :Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B-K1-W4 :Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit
B-K1-W6 :Begeleidt een zorgvrager

Opdracht C
B-K1-W1: Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige diagnose
B-K1-W2 :Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B1-K1-W3: Stelt een verpleegplan op
 

Filmpje over appendicitis

Sprint 3

Leervraag

  • Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg voor een patiënt met een oncologische aandoening?

Deze opdracht hoort bij de volgende werkprocessen:
B1-K1-W2 Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B1-K1-W4 Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden

 

Sprint 4

Leervraag

  • Waaruit bestaat de verpleegkundige  zorg voor een patiënt met een  aandoening aan het spijsverteringsstelsel?

Deze opdracht hoort bij de volgende werkprocessen:
B-K1-W2 :Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B-K1-W4 :Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
B-K1-W6 :Begeleidt een zorgvrager

Bronnen

De boeken die je nodig hebt tijdens het werken aan PIT5 zijn:    

  • Theorieboek Het verpleegplan
  • Theorieboek Ziekenhuis deel 1
  • Werkboek ziekenhuis
  • Zakboek verpleegkundige diagnosen van Carpenito
  • Het arrangement PIT ZH 1 versie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    teamvp nw
    Laatst gewijzigd
    2018-04-27 17:37:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/nOvTHs4uBPw
    https://youtu.be/nOvTHs4uBPw
    Video
    Filmpje over appendicitis
    https://vimeo.com/64789146
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    teamvp nw. (2017).

    PIT KKJ

    https://maken.wikiwijs.nl/105899/PIT_KKJ

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.