Bij veel formules kan je een rekenschema maken.
Een auto rijdt met 1 liter benzine 15 km.
De formule is :
afstand = 15 × hoeveelheid benzine
Vul in:
Bij de formule hoort het volgende rekenschema:
Terugrekenen doe je met het terugrekenschema:
Het terugrekenschema gebruik je bij het oplossen van vergelijkingen.
2
Taxi
Een taxibedrijf gebruikt bij het berekenen van de ritprijs de volgende formule:
prijs = 3 × afstand + 2
De prijs is in euro’s en de afstand in kilometers.
Vul in:
Bij de formule hoort het volgende rekenschema:
Terugrekenen doe je met het terugrekenschema:
Meneer Harmsen heeft een rit gemaakt met dit taxibedrijf.
Hij moet € 17,- afrekenen.
Meneer Harmsen wil weten hoeveel kilometer de rit was.
Hij moet de vergelijking: 3 × afstand + 2 = 17 oplossen.
Hij gebruikt het terugrekenschema:
Wat is de oplossing van de vergelijking?
afstand = .......
3
Cijfers berekenen
Een leraar gebruikt voor het uitrekenen voor de cijfers voor een proefwerk de formule:
c = ( p + 5 ) : 5
In de formule is p het aantal punten dat je hebt gehaald en c het cijfer.
Maak het rekenschema bij deze formule af:
Maak ook het terugrekenschema:
Gerard had een 7 voor het proefwerk.
Gerard wil weten hoeveel punten hij had.
Welke vergelijking moet hij oplossen?
Gebruik het terugrekenschema om de vergelijking op te lossen.
Oplossing: p = ....
4
Lucifers
Met lucifers kun je vierkanten leggen.
Kijk maar naar de figuur hieronder.
Het aantal lucifers dat je nodig hebt hangt af van het aantal vierkanten dat je wilt maken.
De formule is:
lucifers = 3 × aantal vierkanten + 1
Maak het rekenschema en terugrekenschema bij deze formule.
Saïd heeft 28 lucifers gebruikt.
Hoeveel vierkanten heeft hij gemaakt?
Vergelijking: ....
Oplossing: aantal vierkanten = ....
5
Formule (1)
Bekijk de formule:
g = 5 × b - 4
Maak het rekenschema en het terugrekenschema bij deze formule.
Los de vergelijking op:
5 × b - 4 = 41
Oplossing: b = ......
6
Formule (2)
Bekijk de formule:
g = ( b - 4 ) × 5
Maak het rekenschema en het terugrekenschema bij deze formule.
Los de vergelijking op:
( b - 4 ) × 5 = 35
Oplossing: b = ....
7
Formule (3)
Bekijk de formule:
g = ( b + 5 ) : 2
Maak het rekenschema en het terugrekenschema bij deze formule.
Oplossing: ( 28 - 1 ) : 3 = 9, dus aantal vierkanten = 9
5
Oplossing: ( 41 + 4 ) : 5 = 9, dus b = 9
6
Oplossing: ( 35 : 5 ) + 4 = 11, dus b = 11
7
Oplossing: b = 17
LvoorL
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot. Terugrekenschema
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Test jezelf
2H02.3T Test jezelf ...........................................................................................................
Je sluit de paragraaf Rekenstappen in schema af met een toets.
Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement §3 Rekenstappen in schema is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.