Overheid en bestuur

Overheid en bestuur

De overheid

Overheid en bestuur
De overheid speelt een belangrijke rol in de economie en de economie speelt een belangrijke rol bij de keuzes die de overheid maakt.
Wie is de overheid eigenlijk en op welke manieren bemoeit de overheid zich met de economie? Welke producten worden door de overheid voortgebracht? Waar gaat ons geld naar toe en wat krijgen wij er voor terug? Wat wil de overheid bereiken met alle regelgeving over sociale zekerheid?

In dit hoofdstuk ga je kennis maken met de overheid. En hopelijk als je alle onderdelen hebt volbracht kan je antwoord geven op bovenstaande vragen.

Taken van de overheid

In de Kennisbank Economie vind je een onderdeel over de inrichting van de overheid. Bestudeer dat onderdeel en beantwoord daarna de vragen.

KB: Overheid en bestuur

Waar of niet waar?

  1. De Rijksoverheid bestuurt Nederland vanuit de hoofdstad van Nederland?
  2. De Eerste en de Tweede Kamer worden samen ook wel de regering genoemd.
  3. De minister-president is de voorzitter van de Tweede Kamer.
  4. Wie er in de Tweede Kamer zit, wordt bepaald met verkiezingen.
  5. De voorzitter van de Provinciale Staten is de commissaris van de Koning.
  6. De leden van de Provinciale Staten worden gekozen door de bevolking van de provincie.
  7. De burgemeester van een gemeente wordt gekozen door de bevolking van de gemeente.
  8. Er zijn in Nederland meer gemeenten dan provincies.

Controleer je antwoorden.

Beantwoorde de volgende vragen (TIP: gebruik je boek!):

1. Waarvoor is de provincie verantwoordelijk?
2. Waarvoor kan je terecht bij de gemeente? Geef minimaal drie voorbeelden.
3. Waarvoor zijn de waterschappen verantwoordelijk?
4. Wat is een subsidie? Geef minimaal twee voorbeelden waar subsidies voor worden gegeven.
5. Wat is accijns? Geef minimaal drie voorbeelden waar accijzen op worden geheven.

Controleer jouw antwoorden met die van een klasgenoot. Bespreek welke antwoorden je hebt gevonden. Zijn er verschillen in jullie antwoorden? Leg het aan elkaar uit, bewijs dat ook jouw antwoorden kloppen!

Subsidies en accijns
Bestudeer nu ook de derde pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

Dat de overheid door subsidie te geven het bezoek aan een museum kan stimuleren, kun je uitleggen in vier stappen. Hieronder zie je die vier stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde.

  1. Het museum krijgt subsidie.
  2. De prijs van het toegangskaartje gaat omlaag.
  3. Het museum trekt meer bezoekers.
  4. Een deel van de kosten wordt betaald met subsidie.

De juiste volgorde is: 1 - ... - ... - ...

Accijns op sigaretten en benzine
Het roken van sigaretten is slecht voor de gezondheid.
De overheid heft accijns op sigaretten om het gebruik af te remmen.

  1. Wat wordt bedoeld met accijns?
  2. Leg in een aantal stappen uit hoe de overheid door accijns te heffen het roken van sigaretten kan proberen af te remmen.
  3. De overheid overweegt om de accijns op sigaretten met € 0,05 te verhogen.
    Wat denk je: zal hierdoor minder gerookt worden?

Een ander product waar accijns op zit is benzine. De prijs van één liter benzine is € 1,85. In dit bedrag zit € 0,32 BTW en € 1,06 aan accijns.

  1. Hoeveel bedragen de inkomsten van de overheid als een automobilist 30 liter benzine tankt?
  2. Overleg met je klasgenoten over de vraag hoe hoog de prijsverhoging zou moeten zijn om het autogebruik daadwerkelijk te verminderen.

Sociale zekerheid

Sociale zekerheid is in Nederland het publieke stelsel dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor natuurlijke personen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid. Sociale zekerheid in Nederland bestaat uit werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen worden samen aangeduid als sociale verzekeringen.

 

Sociale verzekeringen en -voorzieningen

Sociale verzekeringen en sociale voorzieningen
Het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid bestaat uit allerlei regelingen waarop je kunt terugvallen als je te weinig inkomen hebt om van rond te komen of als je verzorging nodig hebt. Er zijn twee soorten regelingen: je hebt sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.

  • Sociale voorzieningen worden betaald uit de belastingopbrengsten. Een voorbeeld hiervan is de Participatiewet.
  • Sociale verzekeringen worden vooral betaald met premies (en soms ook voor een deel met belastinggeld). De premies worden door werkgevers en werknemers opgebracht. Een bepaald percentage van het loon wordt ingehouden om aan de verzekering bij te dragen. Hoe hoger je inkomen, hoe meer premie je betaalt.

Een sociale verzekering is geen gewone verzekering
Een sociale verzekering is iets heel anders dan bijvoorbeeld een reisverzekering, een bromfietsverzekering of een brandverzekering. Dat soort verzekeringen sluit je zelf af. Je betaalt premie aan de verzekeringsmaatschappij en alles wordt vastgelegd in een verzekeringspolis. Als je een hoog risico moet verzekeren, dan betaal je veel premie.

Anders ligt het bij sociale verzekeringen. Die zijn wettelijk vastgelegd en de premie is niet gebaseerd op het risico, maar op de hoogte van het inkomen.

Er zijn twee soorten sociale verzekeringen:

  1. Volksverzekeringen
  2. Werknemersverzekeringen

Volksverzekeringen gelden voor iedereen, dat wil zeggen voor alle inwoners van Nederland. Werknemersverzekeringen zijn er voor iedereen die in Nederland in loondienst werkt. Zowel de werkgever als de werknemer betaalt hiervoor premie. Als je in loondienst bent wordt het van je loon ingehouden.

Kijk naar de film ‘De sociale zekerheidsuitkeringen, welke kennen we in Nederland?’

Het verschil
Sociale voorzieningen zijn meestal aanvullend op sociale verzekeringen. Als je niet of niet voldoende kunt terugvallen op een sociale verzekering, dan komt de sociale voorziening te hulp.

Vraag:

Zoek uit hoe het zit: een volksverzekering geldt voor iedereen in Nederland. De premies voor de verzekering worden betaald door mensen met een baan en een inkomen. Hoe zit het dan met mensen zonder baan en inkomen? Hebben zij recht op een uitkering als ze geen premie betalen?

Collectief of particulier

Collectief of particulier
Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

  1. Hieronder zie je acht bedrijven.
    Welke bedrijven behoren tot de particuliere sector en welke bedrijven tot de collectieve sector?
a boekenwinkel d provinciaal ziekenhuis     g bouwbedrijf
b vuilophaaldienst e verzekeringsbedrijf h RABO-bank
c openbare bibliotheek     f autoverhuurbedrijf

 

  1. Wat is het doel van een particulier bedrijf?
  2. Wie draait er op voor het verlies dat een bedrijf uit de collectieve sector maakt?
  3. Waar of niet waar?
    Ambtenaren werken in de particuliere sector

Collectieve sector of private sector?

Collectief of particulier
Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

  1. Hieronder zie je acht bedrijven.
    Welke bedrijven behoren tot de particuliere sector en welke bedrijven tot de collectieve sector?
a boekenwinkel d provinciaal ziekenhuis     g bouwbedrijf
b vuilophaaldienst e verzekeringsbedrijf h RABO-bank
c openbare bibliotheek     f autoverhuurbedrijf

 

  1. Wat is het doel van een particulier bedrijf?
  2. Wie draait er op voor het verlies dat een bedrijf uit de collectieve sector maakt?
  3. Waar of niet waar?
    Ambtenaren werken in de particuliere sector?
  4. Waar of niet waar?
    In een land met een markteconomie is collectieve sector heel klein.

 

Privatiseren

Soms wordt een overheidsbedrijf geheel of gedeeltelijk verkocht aan particulieren. Je noemt dat privatiseren. In Nederland zijn bijvoorbeeld busmaatschappijen en energiebedrijven geprivatiseerd.
Een aantal jaar geleden waren veel partijen vóór het privatiseren van overheidsbedrijven. Nu wordt daar veel kritischer naar gekeken.

Wat vind jij, zou het goed zijn als de school waarop je zit geprivatiseerd wordt? Waarom wel? Waarom niet? En het waterbedrijf? En de bibliotheek? En het ziekenhuis? Mogen die wat jou betreft geprivatiseerd worden?

Bedenk of ga op zoek naar argumenten vóór privatiseren. Verzamel ook zoveel mogelijk argumenten tegen privatiseren.
Maak een lijstje met overheidsbedrijven die van jou geprivatiseerd zouden mogen worden. Maak ook een lijstje met overheidsbedrijven die van jou nooit geprivatiseerd zouden mogen worden.

Inkomsten

De Rijksbegroting en miljoenennota

Op 20 september 2016 was het Prinsjesdag. Op Prinsjesdag spreekt Koning Willem-Alexander de Troonrede uit. Daarmee opent hij het nieuwe werkjaar van de Eerste en Tweede Kamer. Om 15:15 uur bood minister Dijsselbloem de Miljoenennota en Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aan. Hierin staan de belangrijkste plannen van het kabinet voor 2017 en wat die plannen kosten.

Bekijk de interactieve miljoenennotaposter. Klik op de verschilende inkomsten en uitgaven.

Werk voor de volgende opdracht in tweetallen.
Vindt een onderwerp op de miljoennotaposter waarvan jullie vinden dat er te veel geld aan wordt besteed. Zoek op het internet naar een politieke partij die dit met jullie eens is.

1. Noem drie argumenten waarom de door jullie gekozen politieke partij tegen deze (te) hoge uitgaven is.  
2. Waar zou het geld dat hierdoor vrij komt aan besteed moeten worden volgens jullie? Geef minstens twee argumenten.

Belastingen en niet-belasting ontvangsten

Bekijk nogmaals de interactieve miljoenennotaposter. Beantwoord de vragen (TIP: maak ook gebruik van je boek!).

1. Welke belastingen zijn er? Geef een voorbeeld van elk soort belasting.
2. Noem minimaal vier niet-belastingontvangsten. Leg uit hoe deze niet-belastingen voor inkomsten zorgen.

Oefentoets

Oefening: Oefentoets

Start

  • Het arrangement Overheid en bestuur is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Gladys Simonis
    Laatst gewijzigd
    2017-05-03 17:21:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    3Basis en 3Kader
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefentoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.