09.1 Eerste Wereldoorlog h45

09.1 Eerste Wereldoorlog h45

De Eerste Wereldoorlog

Intro en probleemstelling

Oorzaken Eerste Wereldoorlog

Het is niet eenvoudig de oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog te beschrijven. De betrokken landen hadden verschillende redenen om mee te vechten. Door deze verschillende redenen en door een aantal toevallige gebeurtenissen is het lastig om de oorzaken te begrijpen.

Verschillende historici
Veel historici breken zich nog steeds het hoofd over de motieven van de verschillende Europese landen en de oorzaken voor het uitbreken van de oorlog.
De ene historicus vindt dat het opkomend nationalisme van Duitsland de belangrijkste oorzaak was. Een andere historicus zegt dat het ‘de gekte’ van keizer Wilhelm II was. En een derde historicus wijt de oorlog vooral aan de instabiele bondgenoot­schappen die tussen de landen gesloten waren.

Probleemstelling

Redenen om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog
Ieder land had zijn eigen redenen om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog.
Daarom is het wegen van oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet eenvoudig.
Blijkbaar is geschiedenis niet alleen een opsomming van feiten. Vaak kun je de gebeurtenissen op verschillende manieren uitleggen.

In deze opdracht doe je eerst onderzoek naar de oorzaken en vervolgens weeg jij af welke oorzaak doorslaggevend is geweest.

Eindproduct
Een debat over de oorzaken die hebben geleid tot de Eerste Wereldoorlog.
Ter voorbereiding op dit debat maak je drie tussenproducten:

  • Een lijst van de redenen van Europese landen om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog.
  • Een lijst van de oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Een stelling waarin je de doorslaggevende oorzaak of oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verwoordt.

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag:
Wat zijn de doorslaggevende oorzaken geweest voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?

Deelvragen:

  • Wat zijn de structurele oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog geweest?
  • Wat was de incidentele oorzaak tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
  • Wat waren de motieven van Duitsland om ten strijde te trekken?
  • Wat waren de motieven van Engeland om ten strijde te trekken?
  • Wat waren de motieven van Frankrijk om ten strijde trekken?
  • Wat waren de motieven van Oostenrijk-Hongarije?
  • Wat waren de motieven van Rusland?
  • Hoe is het enthousiasme van veel soldaten om aan de oorlog deel te nemen te verklaren?

Wat ga je leren?

Domein B: Oriëntatiekennis

  • Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
  • In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit
    tijdvak 8 een rol:
    • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
    • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
  • In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit tijdvak 9 een rol:
    • Het voeren van twee wereldoorlogen.
    • Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.


Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst.

  • wereldoorlog
  • modern imperialisme
  • nationalisme
  • industriële samenleving
  • communicatiemiddelen
  • bondgenootschappen

Wat ga je doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Wat kan ik al?

Wat weet je nog over de Eerste Wereldoorlog? Je haalt je voorkennis op.

Stap 1

Je leest de informatie over modern imperialisme, politiek-maatschappelijke stromingen, de wereldoorlog, verwoesting en massavernietiging. Ook kijk je video's over dit onderwerp. Aan de hand van de Kennisbanken en de video's beantwoord je een aantal vragen.

Stap 2

Met behulp van een bron kun je een oorzaak afleiden van de ondergang van de Republiek van Weimar.

Stap 3

Je onderzoekt een meningsverschil over oorlogsjournalistiek

Stap 4

Je koppelt de kenmerkende aspecten van deze periode aan een bron.

Stap 5 Je gebruikt een plan van Hindenburg om het kenmerk van de oorlogvoering in de twintigste eeuw te beschrijven.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.

Eindproduct

Doornemen van de bronnen en het voorbereiden op het debat. Organiseren van het debat.

Video's en bronnen

Hier vind je bronnen die passen bij deze opdracht.

Examenvragen

Hier vind je bij de opdracht passende examenvragen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 7 SLU.

 

Wat kun je al?

Wat weet je nog over de Eerste Wereldoorlog?

Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van het volgende onderdeel uit de Kennisbank onderbouw.

Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets. Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbank die hieronder staat niet te lezen. Scoor je onvoldoende? Dan moet je de volgende Kennisbank alsnog bestuderen.

Twee wereldoorlogen

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer de onderdelen uit de Kennisbank geschiedenis tweede fase.
Maak tijdens het bestuderen van de onderwerpen aantekeningen.

Modern imperialisme

Politieke-maatschappelijke stromingen

Twee wereldoorlogen

Verwoesting en massavernietiging

Bekijk ook de volgende video's. Vul waar nodig je aantekeningen aan.
Beantwoord na het kijken de vragen.

 

Stap 2: Ondergang Weimar

Stap 3: Oorlogsjournalistiek

Stap 4: Bismarck

Een beeldje van Bismarck van ongeveer 35 centimeter hoog, gefabriceerd rond 1900.

Toelichting:
Op het aambeeld staat 'unitas' (eenheid).
Op het schild is de keizerlijke adelaar afgebeeld.

Stap 5: Oorlogvoering

Paul Ludwig Hans von Beneckendorf und von Hindenburg (Posen, 2 oktober 1847 – Gut Neudeck, 2 augustus 1934) was de tweede rijkspresident van Duitsland. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij van 1916 – 1918 een van de opperbevelhebbers van het Duitse leger, met de rang van veldmaarschalk.

Maak de opdracht.

Afsluiting

Begrippenlijst

Wereldoorlog
Een oorlog waar een groot aantal landen ter wereld bij betrokken is.

Modern imperialisme
Het modern imperialisme is een fase van het imperialisme, vanaf ongeveer 1850, waarbij de Europeanen steeds meer gebieden overzee veroverden en er koloniën van maakten. De koloniën dienden als afzetmarkt voor Europese producten die gemaakt werden als gevolg van de Industriële revolutie. De moederlanden haalden grondstoffen uit de koloniën en investeerden er in bedrijven en ondernemingen. (Tijdens het traditioneel imperialisme, in de 15e eeuw - 19e eeuw, stichtten de moederlanden vooral koloniën om hun macht uit te breiden, gebieden te veroveren en te controleren.)
Communicatiemiddel
Een communicatiemiddel is een informatiedrager om mee te communiceren. Bijvoorbeeld drukwerk, film, radio, televisie, telefoon.
(Militair) Bondgenootschap
Samenwerkingsverband tussen landen op militair gebied, om elkaar te steunen in de strijd.
Nationalisme
Sterke voorliefde voor het eigen volk en de eigen staat. Deze houding gaat vaak gepaard met een afkeer van of minachting voor andere volkeren.
Industriële samenleving
In een industriële samenleving worden de meeste goederen in fabrieken gemaakt en wonen veel mensen in steden.

Eindproduct: Debat

Bronnen
Onder de knop 'Video's en bronnen' vind je verschillende video's en bronnen over de Eerste Wereldoorlog.

Je vindt er ook een link naar een website van de NTR waar je het interactieve spel 'Kleine stappen' kan spelen. Hierin kom je door een reis in de tijd terecht als soldaat in de Eerste Wereldoorlog. Je wordt op vier verschillende missies gestuurd en zult daarbij keuzes moeten maken. In iedere missie staat een aspect van de Eerste Wereldoorlog centraal.

Informatieverwerking en meningsvorming
Maak samen met een klasgenoot een lijst van de motieven van Europese landen om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog.

  • Maak ook samen een lijst van de oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Ga na of jullie een antwoord kunnen geven op alle deelvragen en de hoofdvraag.
  • Bedenk een stelling waarin jullie de doorslaggevende oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verwoorden.
  • Bedenk zoveel mogelijk argumenten om jullie stelling te onderbouwen.
  • Bedenk welke argumenten jullie 'tegenstanders' in het debat zullen aandragen tegen jullie stelling.
    Welk weerwoord hebben jullie daarop?

Lever de stelling in bij jullie docent.

Voorbereiden en houden van het debat
Er zijn verschillende websites waar jullie informatie kunnen vinden over debatteren. Natuurlijk kun je ook in de Gereedschapskist kijken.
Kijk bijvoorbeeld maar eens op een van de volgende websites:

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Organiseer een debat met de hele groep.

Spreek duidelijke spelregels voor het debat af. Bijvoorbeeld:

  • Wie zit het debat voor?
  • Welke debatvorm volgen we (bijvoorbeeld Lagerhuisdebat)?
  • Is er een jury of publiek bij?
  • Hoe lang mag je aan het woord zijn?
  • Et cetera.

Beoordeling

Je krijgt een positieve beoordeling voor jouw stelling als:

  • Jouw stelling door middel van argumenten voor of tegen ontkracht of juist versterkt kan worden.
  • Jouw stelling laat zien dat de ene oorzaak meer gewicht in de schaal legt dan de andere, zonder zwart/wit te zijn.

Je krijgt een positieve beoordeling voor je bijdrage aan het debat als:

  • Je minimaal 3 argumenten voor en 3 argumenten tegen je eigen stelling kunt geven.
  • Je de structurele en incidentele oorzaken voor WO I en de kernbegrippen van deze opdracht correct inzet.
  • Je een actieve deelname aan het debat laat zien.

Weging

  • 40 % mate van volledigheid.
  • 40 % beheersing van de vaardigheid.
  • 20 % uitvoering van je eindproduct.

Video's en bronnen

Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
Bij de opdracht over de Eerste Wereldoorlog past de volgende video van Joost van Oort.

Video: De Eerste Wereldoorlog

 

Interactief:

  • Op de website van de NTR kan je een interactief spel 'Kleine stappen' spelen over de Eerste Wereldoorlog.
  • Op de site van SchoolTV kun je een quiz spelen over de Grote Oorlog.


Websites:

Examenvragen

Op deze pagina vind je een of meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.

Lees eerst de tips.

Tips


Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Je kunt in ExamenKracht ook meer vragen zoeken om te oefenen.

 

HAVO 2016-TV2

2016-TV2 Vraag 15
2016-TV2 Vragen 16 en 17
2016-TV2 Vraag 18

HAVO 2017-TV1

2017-TV1 Vraag 18

HAVO 2021-TV1

2021-TV1 Vraag 20

HAVO 2021-TV3

2021-TV3 Vraag 23

Terugkijken

Intro + probleemstelling

  • Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
    Past de probleemstelling goed bij de opdracht.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Zorg dat je de kenmerkende aspecten die bij deze opdracht horen kunt noemen.
    Kun je de genoemde begrippen omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een studiebelasting van 7 uur. Klopte dat een beetje?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Ben je tevreden over je bijdrage aan het debat? Zou je iets aan je eigen rol willen veranderen? Waarom wel of waarom niet?
  • Afsluiting
    Heb je de examenvragen gemaakt? Pasten de vragen enigszins bij deze opdracht?
  • Het arrangement 09.1 Eerste Wereldoorlog h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-04-20 14:58:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De opdracht 'De Eerste Wereldoorlog' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.

    Fair Use
    In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Vragen
    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk van VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 9 met het onderwerp: De Eerste Wereldoorlog. De rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland ontstond na de nederlaag van Frankrijk in de oorlog van 1870. Duitsland werd een economische en militaire macht, wat het machtsevenwicht in Europa veranderde. Er ontstond een wapenwedloop tussen beide landen, waarbij Frankrijk toenadering zocht tot Rusland en Groot-Brittannië zich bij Frankrijk en Rusland aansloot om tegenwicht te bieden aan Duitsland. De koloniale ambities van Duitsland en de strijd om koloniën versterkten de rivaliteit. Nationalisme speelde ook een rol, waarbij de nationale eer van de landen op het spel stond. De moordaanslag op Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije in 1914 resulteerde in een oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië, die snel escaleerde tot een wereldoorlog. De Verenigde Staten raakten betrokken bij de oorlog vanwege de onbeperkte duikbotenoorlog van Duitsland. De oorlog veranderde in een loopgravenoorlog aan het Westelijk front, waarbij nieuwe wapens en technologieën werden gebruikt, zoals gifgas, tanks en verbeterde artillerie. De Eerste Wereldoorlog eindigde met de betrokkenheid van verschillende landen en de Russische revolutie van 1917 had invloed op het verloop van de oorlog. Het materiaal bespreekt verder nog 'de ondergang van Weimar', 'oorlogsjournalistiek', 'Bismarck' en 'oorlogsvoering'.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    7 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, centralen en geallieerden, duikbotenoorlog, eerste wereldoorlog, geschiedenis, hv45, loopgravenoorlog, militaire grootmacht, stercollectie, wapenwedloop