Chloroplasten

In de groene cellen van planten bevinden zich organellen die bladgroen bladgroen (chlorofyl) bevatten.
Deze celorganellen (chloroplasten) hebben in hun celinhoud (stroma) bladgroenkorrels, enzymen, een eigen DNA en ribosomen.
Het bladgroen ligt niet los in de chloroplast, maar is gebonden aan een membraan. De membranen zijn gerangschikt tot een soort platte zakjes, de thylakoiden. Plaatselijk zijn de membranen gestapeld. Zo’n stapeltje heet een granum.
De chloroplast wordt van het cytoplasma gescheiden door een dubbele membraan.
Chloroplasten zijn zelfstandige eenheden van de cel, die zich zelf kunnen vermenigvuldigen, onafhankelijk van de plantencel.
Men denkt daarom dat chloroplasten oorspronkelijke bacteriën met bladgroen waren, die in symbiose zijn gaan leven binnen een eukaryote cel. Eukaryote cellen zijn cellen met organellen en een kern.