Armspieren

Een spier kan zich samentrekken, een pees niet. Als een spier zich samentrekt, wordt hij korter.
De botten waar de pees aan vast zit, worden naar elkaar toe getrokken. Zo komt een beweging tot stand.
Als de armbuigspier (biceps) samentrekt, wordt de onderarm omhoog getrokken. De arm wordt dan gebogen. Als de armstrekspier (triceps) samentrekt, strekt de arm zich. Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft, noem je antagonisten. Dit principe heet antagonisme.

Armbuigspier (biceps) en armstrekspier
Als de armbuigspier (biceps) samentrekt, wordt de onderarm omhoog getrokken. De arm wordt dan gebogen. De triceps wordt hierdoor uitgerekt. Als de armstrekspier (triceps) samentrekt, strekt de arm zich. De biceps wordt uitgerekt. De biceps en de triceps zijn dus antagonisten.