Kennislink - Afasie (Gewonde taal)
- aanvulling op ander artikel afasie - uitgebreide verklaring voor twee modellen taalverwerking: brein als stadsplattegrond en grammaticale (thematische) rollen
Opdracht 2 - 8
Lees de tekst 'Gewonde taal' afkomstig uit het tijdschrift Onze Taal en beantwoord de vragen.
2 - Lees de inleiding.
2a. Hoe definieert de auteur afasie?
2b. Hoe weet je dat niet elke afasiepatiënt dezelfde verschijnselen vertoont?
3 - Lees de paragraaf 'tjio, tjio, tjio'.
3a. Uit de voorgaande paragraaf weet je wat afasie is. Wat bedoelt de auteur met de titel van de tweede paragraaf: 'Tjio, tjio, tjio'?
3b. Maak een opsomming van de vier verschillende vormen van afasie die men bespreekt in de tweede paragraaf.
3c. Waarom komt in de tweede en derde vorm van afasie een hoofdletter voor in de benaming?
4 - Lees de paragraaf 'proefkonijn'.
4a. Waarom vergelijkt de auteur het krijgen van een beroerte met een lekkage in een huis?
4b. Kunnen we iets voorspellen over de gevolgen van een beroerte? Waarom (niet)?
4c. Waarom is de volgende stelling fout: 'We kunnen de symptomen van afasie kunnen op welbepaalde plaatsen in de hersenschors vastleggen.'
5 - Lees de paragraaf 'betekenisbibliotheek'.
5a. Maak een chronologische opsomming van de verschillende manieren van omgaan met afasie.
Tijdsperiode |
Behandeling |
17e eeuw |
|
19e eeuw |
|
'vroeger' |
|
'nu' |
|
5b. Vat samen op welke manier behandelbaars van taalstoornissen bepalen welke stoornis iemand heeft.
5c. Maak een samenvattend schema van het taalverwerkingsmodel op woordniveau.
5d. Wat doen we wanneer we luisteren?
5e. Op welke plekken van het zonet geschetste systeem (bij c) kan afasie toeslaan?
6 - Lees de paragraaf 'belemmerde doorgang'.
Geef aan hoe de onderstaande problemen zich kunnen uiten bij patiënten met neurologische schade:
6a. Stel dat er iets misgaat met het decoderen van spraakklanken.
6b. Stel dat er iets misgaat met het koppelen van klanken aan een klankbeeld.
6c. Stel dat er iets misgaat met het koppelen van klankbeelden aan een betekenis.
6d. Volgt men bij spreken en schrijven ook dezelfde route als degene die men volgt bij het luisteren en lezen?
6e. Wat is de rol van de zogenaamde 'tunnels' in onze 'taalstad'?
Duo’s + trio’s maken ook: 7 - Lees de paragraaf 'mapping'.
7a. Leg uit hoe het taalverwerkingsmodel op zinsniveau er uit ziet.
7b. Het werkwoord 'vallen' heeft genoeg aan één thematische rol terwijl het werkwoord 'zetten' maar liefst drie thematische rollen nodig heeft. Illustreer dit met twee voorbeelden, voor elk werkwoord één.
7c. Waarom zijn grammaticale en thematische rollen zo verwarrend voor afatici? Geef ook een voorbeeld om dit probleem aan te tonen.
7d. Uit de voorgaande vraag blijkt dat rollen wel eens een probleem kunnen geven. Toch zijn afatici in staat om veel zinnen juist te interpreteren. Hoe komt dit?
7e. Wanneer wordt de interpretatie van zinnen moeilijker?
Trio’s maken 8 - Lees de laatste paragraaf 'omweggetjes'.
8a. Hoe behandelt men een afasiepatiënt?
8b. Wat levert een behandeling op?