Filmpje Spraaksaam/Kentalis TOS
Opdrachten bij TOS (deel 1)
4. Deze jongeren hebben veel tijd nodig om binnenkomende informatie te verwerken en dus veel tijd nodig om antwoord te geven. Welke effecten zou dit kunnen hebben voor de beurtwisseling? Gebruik in je antwoord de begrippen ‘aangrenzend paar’.
5. (Maartje)
a. Wat valt je op aan haar prosodie?
b. Wat valt je op aan haar zinsbouw?
c. Wat valt je op aan de beurtwisseling? Bijvoorbeeld in het eerste stukje waarin ze een foto laat zien van een pony in een fotolijstje. De interviewer vraagt ‘Ging dat goed?’ en zij antwoordt met ‘Ja.’
6. (Noa)
Welke grote verschillen merk je in de taalproductie van Noa als je die vergelijkt met de talige output van Maartje?
7. De beide dames bespreken de sociaal-emotionele effecten van hun taalstoornis. Wat zou de omgeving kunnen doen om ze hierbij te helpen?
8. (Rutger)
a. Het eerste stukje communicatie gaat enerzijds niet goed, maar anderzijds gaan er ook dingen wel goed. Als je kijkt naar de beurtwisseling, klopt deze volgens jou/jullie?
b. Hoe organiseert Rutger repair (het ophelderen van een onduidelijkheid) direct na zijn eerste antwoord?
c. Wat valt je op aan zijn zinsbouw (als je dus kijkt naar de grammaticale constructies)?
Ga eerst verder met het tweede filmpje voor het vervolg.
Filmpje Spraaksaam/Kentalis TOS (vervolg)
Opdrachten bij TOS (deel 2)
9. De jongeren noemen bijna allemaal boosheid en frustratie als groot probleem. Hoe zou jij als docent kunnen omgaan met zulke emoties?
Voor duo’s en trio’s:
10. (Selma)
Selma articuleert lastig en haar tempo is best laag, maar toch is haar zinsbouw behoorlijk volledig. Welke gevolgen zou dit kunnen hebben voor de manier waarop mensen haar benaderen?
Voor trio’s:
11.
a. Er worden getallen genoemd over hoeveel jongeren er in Nederland ESM hebben. Als je weet dat zo’n drie tot vijf van de honderd mensen dyslexie heeft, maak dan eens een rekensommetje om deze getallen te vergelijken.
b. Wat vind je van de uitkomsten als je kijkt naar het verschil in bekendheid met dyslexie?
c. Wat zou daaraan gedaan moeten worden en hoe kan dat bewerkstelligd worden?
Theory of mind (toegepitst op autisme)
Theory of mind (tweede filmpje)
12.
a. Bekijk de filmpjes van Autisme TV en van The globe and mail over theory of mind. Geef vervolgens een beknopte definitie van theory of mind.
b. Waarom kun je in het tweede filmpje stellen dat al deze kinderen beschikken over een ontwikkelde theory of mind?
c. Waarom is een goed ontwikkelde theory of mind nou een voorwaarde voor goede pragmatische vaardigheden?
Autisme TV - Theory of mind https://www.youtube.com/watch?v=tkLRR2waiRw
Theory of mind (tweede filmpje) https://www.youtube.com/watch?v=YGSj2zY2OEM