De lessenserie gaat over het effect dat taal heeft op het begrip van de lezer. Bepaalde woorden hebben een connotatie waar je als schrijver bewust gebruik van kunt maken. Een 'jurkje' kopen is wat anders dan een 'japon' kopen. Het geeft al meteen een verwachting van de gelegenheid waarvoor het kledingstuk gekocht wordt. Zo kan ook de naam van de schrijver een bepaalde 'connotatie' hebben.
Je zou de leerlingen dit gedicht voor kunnen leggen en vragen wat ze er bij voelen, welke indruk ze van de schrijver hebben. Let op, na het gedicht komt een verrassende wending.
De verrassende wending: dit gedicht is geschreven door Adolf Hitler. Wat komt er nu in je op? Welk effect heeft de kennis van de schrijver op de interpretatie van de woorden? Een spannende actie die interessante gespreksstof op kan leveren.